Zaterdag 8
Juni 1907.
No. 7359
56e Jaargang.
HUZ1RALE BLOHLM
Mammon dienst.
Feuilleton.
~BABY.
Stadsnieuws.
firma a. h- van cleeff
te AMERSFOORT.
Verschijnt. Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden
franco per post f 1.15. Advertentiën 16 regels 60 centelke regel meer 10 cent. Legale,
ofiicieële- en onteigeningsadvertentiën per regell'15 cent.Reclames 15 regels/' 1.25; elke regel
meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naai- buiten worden in rekening
gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
KORTEGRACHT 9
Telephoon 19.
Heden verzendeu wij aan de daarop ge-
abonneerden aflevering 0 van den Vijfden
jaargang van onze premie »De Muzikale
B1 o e tn 1 o z i n g".
Deze allevering bevat, behalve de gewone
«Wenken van een ouden muziekmeester",
kunstenaars-biographieën en berichten, bene
vens zeer lezenswaardige mededeelingen op
muzikaal gebied, de volgende muziekstukken;
1. Goldahren-Walzer, voor piano, door H.
Wenzel2. Air bohémien, voor piano, door
J. Ëgghard 3. Komm holder Lenz, Chor der
Landsieute uit »l)ie Jahreseiten", voor zang
en voor piano, door Jos. Haydn lm Maien,
voor zang en piano, door Rob. Meister.
De Muzikale Bloemlezing" kost voor de
abonné's op ons blad slechts 60 cent per
kwartaal; franco per post f0.85.
KENNISGEVINGEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Ge
meente AMERSFOORT,
Gelet op arit. 6 en 7 der HINDERWET,
Brengen ter kennis van het publiek, dat een door
G. MOSTERTMAN en G. van NES ingediend ver
zoek, met bylagen, om verguuninj: tot liet oprichten
van een gasmotor dienende tot het in beweging
brengen van eene schaaf- en zaagmachine in het
perceel alhier gelegen aau do Schitunielpenniock-
straat No. 43', bij het Kadaster bekend ouder Sectie
A. No. 1359, op de Secretarie der Gemeente tervisie
ligt, en dat op Donderdag, den 20. Juni aanslaande,
dés voormiddags te half elf uren, gelegenheid ten
Raadhuize wordt gegeveD om, ten overstaan van het
Gemeentebestuur of van een of meer zijner leden,
bezwaren tegen het oprichten van de inrichtiug
in te brengen.
Amersfoort, 6 Juni 1907.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
WUIJTIERS.
De Secretaris.
.T. G. STENFERT KROESE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
AMERSFOORT,
br ngen ter algeineene eunis, dat hunne weke-
lijksche vergadering, in plaals van Donderdag 13
Juni zal worden gehouden Woensdag 12 Juni 1907.
Amersfoort, 8 Juni 1907.
Burgemeester en Wethouders
van Amersfoort,
De Burgemeester,
WUIJTIERS.
De Secretaris,
J. G. STENFERT KROESE.
Er zijn menschen, die zeggen, dat het geld
de wereld regeert. Öogenschyulijk is er veel
w.,ars in dit beweren, doch en laten wij.
dit dankbaar erkennen ook in onze dagen'
zijn er nog duizenden en tienduizenden die'
voor den Geldduivel de knieëen niet buigen,
menschen, die nog gelooven aan deugd, die
ijveren voor de betere dingen des levens, die
mede werkzaam willen zijn tot uitbreiding
van het rijk van waarheid, liefde en vrede
hier op aarde en dit niet alleen door het
nabauwen van schoone theoriën.
Maar die duizenden en tienduizenden kunnen
het niet verhinderen, dut goud en zilver op
aarde oppermachtig heerschappij voeren in
Staat en in maatschappij.
Vermeerdering van den rijkdom ?n stoffe
lijke welvaart van het volk zijn de leuzen
van ied6re Regeering. Voor dat doel alleen
voerde Engeland oorlog met Transvaal, Rus
land met Japan en werden zoovele gezinnen
in ellende en rouw gedompeld.
In alle klasse der sapienleving is die zucht
naar geld doorgedrongen.
Karakter en intelligentie moeten onderdoen
voor de millioenen, die, in éen hand gekomen,
den bezitter een reuzenmacht geven. Een
Rothschild beschikte door zijn groot-kapitaal
over het wel en wee van duizenden. Toen
men 't was op een bal te Parijs tegen
over zijn vrouw eens de vrees voor een oorlog
uitte, antwoordde zij»wees gerust, er komt
geen oorlog; mijn man geeft er geen geld
voor".
Een dertig jaar geleden zong men een
liedje, waarvan het refrein aanving met
«geld! geil! geld! zoo roept de gansche
bende". Dat liedje wordt niet meer gezongen,
maar bet geschreeuw om geld is niet opge
houden.
Men vecht er omde individuen in 't klein,
de volkeren in het groot. En sterven op hat
veld van eer noemt men het, als in zoo'n
goudoorlog jonge, krachtige menschen het
leven moeten laten.
En die het geld hebben, verzamelen het
en tellen het keer op keer op hoopjes, het
liefkoozend, zooals een bruidegom zijn bruid.
Geen weerstand kunnen zij bieden aan do
zucht om die hoopjes goudstukken te ver
meerderen en als langs den gewonen weg
van eerlijken handel geen schatten genoeg
verdiend worden, neemt men tot het dobbel
spel zijn toevlucht.
Zoo verkoopt men zijn ziel en zijn lichaam
aan den Mammon, die in nog grooter mate
dan vorst Alkohol een koning der verschrik
king is. Dan komt de tijd, waarop men
spotten gaat met alle waarheid, waarin men
de gerechtigheid hoont en het masker der
deugd grijpt om er de ondeugd mee te be-
dekken. Voor de stem van het geweten is
men doof geworden. De engel in ons wordt
dan uitgedreven en het dier, het op buit
beluste, het naar prooi jagende, wordt ten
troon verheven.
Wee, weeallen, die den eersten stap
deden op den weg der speculatie, hoe men
zich ook voornam, voorzichtig te zijn en in
tijds halt te houden.
Ook die weg is geplaveid met de goede
voornemens van de millioenen die ten val
zijn gekomen.
De laatste dagen hebben ons weer lessen
gegeven. Doen wij er ons voordeel mee.
Laat ons op eerlijke wijze ons brood ver
dienen. Moeten wij ons van weelde onthou
den, welaan! liever een eenvoudig, kalm
bestaan dan een gejaagd leven als van zoo-
velen, die geen halt houden aan den weg,
geen verpoozing hebben, geen tijd zien
gunnen om even adem te halen, maar die
voorthollen, altijd voort, opdat geen dubbeltje
hun ontglippe.
Ga eens van nabij het leven derzulken na.
't Is zoo treurig, zoo diep treurig. Want die
geldwolven in menschengedaante bidden
niet meer en hopen niet meer. In hun harten
is de liefde voor den eveumensch gedood;
voor de glorie van den huiselijken baard is
hun gevoel afgestompt; van de muziek ('es
levens wordt door hen geen enkel accoord
meer opgevangen.
De goudkoorts, is het niet een der vele
en schrikkelijke teekenen, waaronder de oude
wereld wegziukt, om plaats te maken voor
een nieuwe, die te midden van ruwe stormen
nadert
Geen oordeel past ons, wel medelijden met
zoovelen, die in onze samenleving ten onder
gaan doordat zij gehoor hebben gegeven aan
de lokkende stem van den geldduivel die in
hen heelt vertreden zoovele kostelijke gaven
van hoofd en hart, in hen heeft gedood die
heerlijke levensblijheid, welke is als een zon
binnen in ons, wier stralen zijn kalmte,
vrede, rust, goedheid en vriendelijkheid en
zooveel, wat te zamen vormt de som van ons
levensgeluk.
Die staat, zie toe dat hij niet valle. Want
daar huist een wondere toovermacht in het
geld. Alles is er voor te koop soms zelfs
roem, eer en aanzien, en deze zelfde dingen
worden er ook voor prijsgegeven.
De toovermacht van den Mammon wiegt
alle betere gevoelens in slaap. Inderdaad,
zijn heerschappij heeft reusachtige afmetingen
aangenomen. »Goud" is de polsslag vau
veler leven geworden.
En toch is er een sterker macht, die op
3. (Slot)
In het hoekje der canapé Bezeten, naast den haard,
waarin gezellig een klein Octobervuurtjo brandde,
verzonk Baby in nadenken, waarvan bet refrein tel
kens was:
„Wat zou Bob nu doen? Zou hij ongerust zijn?...
Erg ongerust?.Ach, by zoekt mij zokeroveral
.En nu kan hij die zwik niet afmaken, waar
aan by zoo hard moest werken. Zou hij boos zijn?
Verbeeld je, óok nog boos op haar zijn!
Ja maar ze had toch wel een briefje aan hein kun
nen achterlaten, want als ze niet thuis kwam. zou
hij haar overal gaan zoekenzeker ook bij
Hilda...... Och, na haar gesprek met Hilda was ze
eerst, recht ongelukkig gewordenZou hij haar
missen? Zou hij heel erg bedroefd ziju, als ze niet
terugkwam?
„Arme Bob! wat een ellendige dag toch eigenlijk
voor hem. Maar misschien vond hjj het rustig, dat
zo er met was.dan kon hjj ongestoord werken.
Neenhij zou niet kunnen werken, als hjj niet wist
waar zij was...... en die quaeslio moest hjj heden
afwerkendie zaak moest af, had bijgezegd I
O, had ze toch maar een beetje meer geduld gehad
Het was toch eigenlijk wel waar, dat hij zjjn beato
krachten Ran zjjn zaken mooBt wjjden.
„Wie had laatst ook weer gezegd, dat hjj zoon
knap rechterlijk rmbtenaar was? Daar had ze toch
trotsch op moeten zjjn, en in plaats daarvan was ze
veeleiechend geweest voor liohzelve, tiaar ze het
hem dikwjjls moeilijk gemaakt! Ja, het is waar, 's-
avonds zat hij verbazend lang de couranten te le
zen. maar moest een man niet op de hoogste van
alle politieke en andere toestaudeu blijven, al kon
ze zich niot begrijpen, dat men hel aangenaam vond,
dien drogen kost te lozen in plaats van een boeiend
hoek. Wat had zo hem dikwijls gevraagd nu toch
eeus uit te schcideu met die couranten en vooral die
tijdschriften en dan had hij ze ook wel ter zijde
gelegd.
„Neen, ze had niet goed gedaan met Bob te zeer
voor zich alleen te begeeron... dat was geen liefde,
dat was ijdelheid gew est; als ze hem lief had ge
had, zou ze meer aan hem en zijn belangen gedacht
hebbenMama zoi óok, dat een man plichten te
genover de maatschappij te vervullen had, waarin
zijn vrouw hom niet mocht hinderen... Maar ver
drong het wnarnemon v n al die plichtoD dun niet
alle gedachten nan haar? Het is waar, met dio on
ophoudelijke liefde en zorg, zooals in den eersten
tijd van hun huwelijk, had hjj haar den laataien tijd
Diet meer omringd, maar de oogeuhlikken, waarin
hjj niet in beslag werd genomen door de zakeu, die
vervelende zaken, had hij toch nog even innig als
vroeger zjjn liefde getoond..Ze waren schaarscher
geworden, die oogeuhlikken... Waarom ze dan niet
beter op prijs gesteld? En nu was ie weggoloo-
pen Hij zocht haar zeker met augst in bet hart,
ja, ze voelde het, by zou grooten augst om haar
hebben."
De onrust dreof haar uil het gezellige canapéhoekje
naar Mama, dio haar to geinoot kwam met een papier
in de hand een telegram van Bob„Baby sinds
vanochtend van huis. Is ze by u? Antwoord om
gaande."
„O. Mama, toiographeor u hem toch dadelijk, dat
ik bier ben. of
„Nu vroeg mevrouw Roorda glimlachend, toen
Baby steken bleef„of?"
„Ofzou ikmaar weer naar huis gaan
kwam er aarzelend uit,
den duur het winnen zal van geld. Het is
de steeds meer ontwakende menschenziel,
die luide in onze dagen getuigt, dat niet
het geld, maar recht en vrede de wereld
moeten regeeren, dat deze zijn moeten het
leven van het heelal.
In weelde is geen zonde. De mensch heeft
meer noodig dan het strikt noodzakelijke.
Het bezit van geld zal niemand schade
doen, mits hij zorge, dat hetgeen macht over
hem krijgt, dat hij er niet door bezeten wordt
maar het aanwendt tot heil der minder be
voorrechte mederaenschen.
Over weelde en bezit, dat verkregen is ten
koste van het lijden en de ellende der mede-
menschen, komt het oordeel der toekomende
wereld, de wrake Gods, ook in dit leven.
Pe Staten-verkiezingen.
Dinsdag is over het geheele land de ver-
kiezingensdag geweest voor de Provinciale
Staten, ter voorziening in de plaatsen op den
eersten Dinsdag in Juli openvallende wegens
de periodieke aftreding van de helft der leden
(om de drie jaren).
In alle districten zijn de lijsten vancandi-
daten bij de Burgemeesters ingeleverd, en
in de meeste is de verkiezing daarmede niet
afgeloopen. Slechts in betrekkelijk weinige
zijn niet meer candidaten opgegeven dan er
plaatsen zijn te vervullen, zooaat de opgegeven
personen terstond als gekozen konden worden
verklaard. In verre weg de meeste districten
echter zijn door verschillende richtingen lijsten
ingediend en moet dus in de volgende week
gesterad worden in het district Amersfoort
op Donderdag 13 Juni.
De verkiezingsstrijd is dus begonnen en
zal in menig district ditmaal bijzonder levendig
zijn. En met reden het gaat immers niet
enkel om de samenstelling der Provinciale
Staten, als belast met de behartiging der
gewestelijke belangen, maar ook en in hoofd
zaak om de samenstelling van de Eerste
Kamer der Staten-Generaal.
Met September van dit jaar treedt een
derde gedeelte van de leden der Eerste Kamer
af en de Provinciale Staten zijn geroepen
in hun zomerzitting, die in Juli gehouden
wordt, en wel op den tweeden Dinsdag, dit
jaar den 9en, in de vacaturen te voorzien.
„Hij heeft al een telegram vau mij, kind, enjik
zou me al erg vergissen, als hij je niet zelf nog van
avond kwam halen."
„Denkt u dat wezenlijk, mama?"
Duar kwam Liesje aangerend, door Clara al op de
hoogte gebracht van Baby's komst.
„O, Baby, heerlijk, dat jo er bentWaarom is oom
Bob niet meegekomen?"
„Dio komt misschien vanavond, als hij met fijn
werk klaar is," zei mama. ,En nu, kinderen, aan
tafelHet treft, dat ik juist je lievelingsgerecht
heb, Baby."
Hot is 's avonds acht uur. Olara had een uitnoo-
diging bij een vriendin en vertrok onder spijtbe
tuigingen, dat ze nu juist vanavond uit moest.
Ook Liesje verdween met een stapel leerboeken
en schriften en mama bleet met Baby alleen.
Na verschillende onderwerpen te hebben aange
roerd, om haar at ie leiden, bemerkte ze, dat Baby
steeds zenuwachtiger werd naarmate de avond vor
derde, en eidelijk staakte zo haar pogingen om haar
kind aan de haar schijnbaar pijnigende gedachten te
onttrekken. Weldra würd de stilte iu de kamer alleen
vorbrokeu door bet tikken der pendule en bet zin
gen van het theewater.
Plotseling riep Baby uit, naar de pendule wijzende
„Hy komt niet meer"!... maar het antwoord was een
driftig gebel aan de voordeur.
„O, zou hij daar zijn?"
„Ik zal eens gaan zion, kind," en meteen ver
dween mama uit de huiskamer, Baby aan hevige
gemoedsopwinding overlatend.
Ja, het was BobBob, boos, ongerust, verloederd,
ten 'prooi aan ren mengelmoes van aandoeningen.
Toen mama hem halverwege de trap te gemoet
kwam, zei ze niets dan:
„Baby is in de huiskamer; val baar maar niet te
hard, mijn jongen, ze is altjjd uog zoo'n beetje „baby"
gebleven.... Heb maar wal geduld met haar.
In de Vrijdag gehouden vergadering van
het Kies-college der Ned. Hervormde kerk
Zwijgend drukte hij haar de hand eu spoedde
zich naar binnen.
Daar zat ze, de vluchtelinge, en hjj, op haar toe
snellend, met groote ontroering in zjjn stem:
„Baby, waarom ben je van ma weggegaan?"
Langzaam staat ze op, en als hij zijn vraag her
haalt, ziet ze hein angstig onderzoekend aan.
„Bob... ik meende, dst je ma niet meer Hefbadt...
niet meer noodig badt... O! Bob... ik ben al lang
zoo ongelukkig geweest met die gedachte altijd by
me... Toe, Bob, zeg of het waar is, dat je me niet
moer zon lief hebt als vroeger, of je me..."
Maar Bob sluit haar in zjjn armen en belet haar
voort te gaau.
„En heeft mijn lief, klein vrouwtje dat wezenlijk
gedacht, en al zoo lang gedacht? Kind, als je wol
eens pruttelde en je boos maakte, dat ik me in den
laatston tijd niet genoeg met je kon bemoeien, dan
heb ik er nooit aan gedacht, dat je in ernst zulke
akelige gevolgtrekkingen zoudt maken.,.. Is 't dan
zóo erg geweest die verwaarlooziog daar je man
Dictiter sluit hij haar tegen zich aan, en zij, ge
lukkig in zjjn omhelzing, ziet met tranen in de
oogen half tot hem op en vraagt:
„Houd je dan heusch nog evenveel van me?"
„Ja, kind," zegt hjj ernstig, Ja, mijn eigen Hef
vrouwtje. Maar nu komt de preek, die je verdiend
hebt oa je vlucht vau van ochtend."
„Ja, Bob, ik weet het almama heeft me alles
al onder 't oog gebracht... dat ik niet zoo storend
voor je werk moet zijn, niet te veel vau je tyd moet
vragen, moet trachten in te leven in veel, waarin
jo belangstelt, dat... Ja, Bob, ik weet het allemaal
en zal het ook allemaal beproeven... ik zal nyn best
doen, niet meer zoo veeleischend te zijo, eu ik beb
er ook zoo'n spijt vanmaartoega nu niet
pieeken
Glimlachend ziet bij haar aan:
„Mama had gelijkje bont nog een baby, mjjn
lieve Baby!"