No. 7380
56e Jaargang.
Reis exemplaren.
Feuilleton.
ANGELINA.
UITGAVE:
FIRMA A. H VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag Donderdag' eu Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden ƒ4.
franco per post 1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Legale,
oflicieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels 1.25; elke regel
meer ƒ0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening
gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
KORTEGRACHT9
Telephoon 19.
Aan onze abonné's die tijdelijk elders,
hetzij binnen- oi buitenlands, vertoeven, wordt
op aanvrage en met duidel ij k e opgave
van adres, de courant elkon verschijndag tegen
vergoeding van hot porto toegezonden.
'Jok niet-geabonneerden kunnen op de
zelfde wijze de geregelde toezending van de
„Arnerstoortsche Courant" tijden hun uitste-
digheid zich verzekeren.
KENNISGEVINGEN.
De BURGEMEESTER van AMERSFOORT,
Gezien artikel 41 der Gemeentewet,
brengt ter kennis van de ingezetenen, (lat de Raad
dezer Gemeente zal vergaderen op Dinsdag den
80 Juli aanstaande, des namiddags te l'/i ure.
Amersfoort, 25 Juli 1907.
De Burgemeester voornoemd,
WUIJTIERS.
Mond en Klauwzeer.
De BURGEMEESTER van AMERSFOORT.
Gezien de missive van den Minister van Landbouw,
Nijverheid en Handel van den 18 Juli 1907, No.
6975, Afdeeling V. D., breugt ter openbare kennis,
dal genoemde Minister daarbij heeft goedgevonden:
le. Met ingang van 19 Juli 1907 in te trekken
zijue bosohikking van 8 Juli 1907. Directie van den
Landbouw, no. 6742, afdeeling Veeartsenij kundige
Dienst (Nederlaudsche Staatscourant van 9 Juli d.a.v.
no. 168), waarbij verboden werd het vervoeren of
doen vervoeren van herkauwende dieren en varkens
uit, naar of binnen een kring in de gemeente Mij
drecht
2e. A. het vervoeren of doen vervoeren van her
kauwende diereu eu varkeDS te verbieden uit, naar
of binnen een kring in de gemeente Mijdreoht, om
vattende den polder Blokland, den polder Zevenhoven
en den Buitenveldschen polder
B. te bepalen, dat, wanneer bijzondere redenen
afwijking van het bepaalde sub A bedoelde verbod
noodzakelijk maken, zoodanige afwijkiDg kan worden
toegestaau door uen Burgemeester van Mijdrecht,
onder do door den districtsveearts te Utrecht aan
te geven voorwaarden.
Amersfoort, 25 Juli 1906.
De Burgemeester van Amersfoort.
WUIJTIERS.
Wie neeint het initiatief l
Roeds spoedig na de vaststelling van Hoofd
stuk VIII van het Algemeen Reglement voor
de Gemeente Amersfoort, in 1856 door den
Gemeenteraad gearresteerd en waarbij de
I organisatie en de dienst der brandweer ge
regeld werden, bleek bet, dat, hoe groot ook
I de toewijding dor spuitgasten was, de blusch-
middelen niet voldoende waren om een brand
tot éen perceel te beperken. Allerlei pogiD-
gen werden in het werk gesteld om beter
materieel te verkrijgen en geschikte en ge
oefende manschappen aan te werven voor
de bediening' van het materieel, doch veel
verbetering vermocht men niet aan te bren
gen.
Eerst in 1882 deed de heer B. A. van
Ruijven, een zeer actief en ervaren brand
meester, in een vergadering van bet Brand
college mededeeling van een plan volgens
hetwelk de Gemeente zonder groote onkosten
in bet bezit zou kunnen komen van een goed
geoefend en doelmatig uitgerust brandweer
korps.
Bij kennisgeving in de 'Amersfoortsche
Courant" van 9 October 1882 werden belang
stellenden te Amersfoort opgeroepen tot bet
houden eener bijeenkomst iö de Sociëteit
„Concord ia"op 12 October d.a.v. des avonds
te SV2 uren ter bespreking van de plannen
van den heer Opperbrandmeester Van Ruij
ven. Een dertigtal jeogelieden gaf gehoor
aan die oproeping en nog op aien zelfden
Zondagavond werd besloten tot het oprichten
eener »Amersfoortscho Vrijwillige Brand
weer".
Tot leden van het Voorloopig bestuur
werden geknzeu de heeren J. J. de Koningh,
Voorzitter; W. van Leer, Secretaris; H. E.
van Sweden, Penningmeester; A. Jansen en
S. Deenik. Aan den heer Van Ruijven, die
als Opperbrandmeester moeilijk lid kon wor
den van het korps, werd het Eerelidraaatschap
aangeboden.
Den I2en December 1882 werd een tweede
vergadering gehouden, in het café »De Arend",
waarbij de Statuten werden vastgesteld eD,
uit vrijwillige bijdragen, t'79 werd bijeenge
bracht. Tevens werden tot commandeurs
benoemd de heeren H. Dumoulin en J. Mul
der.
Reeds den volgenden dag besloot de Ge
meenteraad om twee nieuwe spuiten aan te
schallen en deze ten gebruike af te staan
aan de Vereeniging, welke 1 Februari 1883
het thans nog in gebruik zijnde onderschei-
dingsteeken aannam en, bij Koninklijk Besluit
1L)
„Wel, wat is evHeeft Jefim misschien vergeten
de kussens iti het bed te leggen?"vroegStwolinsky,
terwijl hy zich balf oprichtte.
„Ikhoor eens, Peter," begon Roman met
weifeleudo stem, „zeg eens, geloof jij, dal ik in staat
ben lot een eerloozo handeling?"
„Maar wat scheelt je toch Verwonderd richtte
Peter zich geheel op. „Dat er iets is, dat je drukt,
begreep ik dadelijk, toen ik je hier in het donker
op de sofa vond liggen."
„Laat mij je alles vertellen, Peter," zeide Roman
bijna smeekend, en uu verhaalde bij hem hortend
eu stootend zijn ebfste en ook zijn tweede ontmoe
ting met de gezusters Ferrari. „Gemma houdt mij
voor een ellendeling: zij gelooft, dat ik van plan
ben, met haar hart te spelen," waren zijn laatste
woorden.
„Ja, ja, de vrouwen zyn allen min of meer ge
pantserd", bromde Stwolinsky met zijn diepe bas
stem. „Dat weet ik al lang. Maar ik zie niet iD,
waarom jij je dat zoo erg aantrekt van dieltaliaan-
acbe herbergjuffer. Wat gaat het je aan, hoe zij over
je denkt? Jelui levenspaden hebben zich eon oogen-
blik gekruist en nu zet ieder alleen zijn weg voort."
„De gedachte, dat Gomma mij veracht, is mij on
verdraaglijk," bekende Sulkowsky halfluid, met de
oogen op den grond gevestigd. „Zij is geen gewone
kellneriD, weet je. Zij is een vrouw vol verstanden
geest, die elk huis elk, zeg ik je tot sieraad
zou strekken."
„Zoo-oo? Hml Nu, dat moet jij beter weten dan
ik. Jij hebt haar leuren kennen, maar
„Geen maar," viel Sulkowsky levendig in. „Het
is zooals ik zei: ik kan niet gebukt gaan onder
haar verachting. Ik" en plotseling op zijn vriend
toetredend en de banden op diens schouders leg
gend, smeekte hij„Geef mij raad, Peter I Help mij
Zeg mij, wat ik doen moetl"
„Dadelijk naar bed gaan, en morgen..."
„Morgen
„Morgen zal ik eens naar dat achtste wereldwon
der gaan zien, en dan zal ik je zeggen, wat je doen
moet. Guedeu nacht, Roman."
„Goeuen nacht, Peter!"
De deur viel achter den prins in het slot, Stwo
linsky was weder alleen.
Na een slapeloos doorgebracht en nacht trad Gemma
vroeg in den ochtend naar buiten. Een zacht windje
streek door de bladerlooze boomen eu de zon spie
gelde zich in de dauwdroppels, die aan de nog dorre
grashalmen hingen.
„Wak is hij bet?" mompelde het meisje, en met
gefronst voorhoofd keek zij uaar een ruiter, die vlug
naar de herberg kwam aanrijden. „Dia onbeschaamde
Weet hij nu nóg niet, dat Gemma Ferrari le trotsch
is om tot speelgoed voor een voornamen heer te
dienen
Plotseling zweeg zü toen zij bemerkte, dat zij zich
had vergist.
De vreemde sprong uit den zadel en het paard by
den teugel leidende, kwam hij naar het meisje toe.
„Ik heet Peter Stwolinsky, Behoort u tot de fami
lie Ferrari?" vroeg hy kortaf.
„Ik ben Gemma Ferrari," klonk het aarzelend van
haar lippen.
„Dat treft bijzonder mooiriep de officier uit.
„Dus u.hm.ik ben een vriend van prins Sul
kowsky, en..."
„Ach zoo! Ik begrijp het al," viel Gemma met
een suydeadeu lach in. „Hij heeft u hierheen ge
zonden oui mij te beleedigen zooals hij mij belce-
digd heeft."
De oiüeier bromde in zyn baard zooiets van vrou
wen, die nooit iemand laten uitpraten en zeide toen
met eeuige verheffing vau stern„Ik beu uit eigen
beweging hierheen gekomen, begrijpt udat? Toen
de arme Roman van nach' niet in slaap kon komen
en hij mij vertelde hoe diep u hom gekroukt hebt,
besloot ik zelf oons te gaan zien of het wol de moeite
waard is, zoo bedroefd te zijn, omdat u hem voor een
slechtou kerel houdt. Ziet. u, dat is de reden vau
rnjju komst."
Met neergeslagen ooRen en zwoegenden boezem
stond Gemma voor den officier.
„Mynneer.ik vraag.stamelde zy eindelijk.
„My behoeft u niets te vragenmaar vraag liever
an Roman vergiffenis," viel hij in.
van 16 December 4883, reebtspersoonIijk heid
verkreeg.
De Gemeenteraad gaf andermaal een blijk
van instemming met het streven der Ver
eeniging door, bij besluit van 21 April 1884,
een jaariijksch subsidie van flOÜ te ver-
leeneu, later verhoogd tot f200.
Toen in 1887 het korps werd uit genoodigd
om deel te nemen aan den optocht gehouden
ter gelegenheid van den 70en ja ardag van
wijlen Z. M. Willem III, werd besloten tot
aanscliaff ing van een vaandel.
Het blusschingswerk werd veel vergemak
kelijkt door den maatregel welke het Ge
meentebestuur trof bij de aansluiting van
Amersfoort aan de Utrechtsche Waterleiding
Maatschappij, namelijk om in geval van brand
kosteloos van brandkranen gebruik te kun
nen maken. Den lOen Juni 1801 werden die
brandkranen met eeuige plechtigheid voor
de eerste maal hier ter'stede beproefd.
De groote activiteit van de ledeD der Vrij
willige Brandweer in de nu bijna 25 jaren ge
beurde het slechts een enkelen keer, dat zij niet
het eerste aanwezig waren wus een prikkel
voor de bediening der overige spuiten om even
zeer vlug ter plaatse te verschijnen. Dit was
echter niet immer mogelijk, vooral door de
bepalingen van Hoofdstuk VIII van het
Algemeen Reglement voor de Gemeente
Amersfoort. Toen deze bijna onhoudbare
toestand bleek, werd dan ook in 1886 dit
Hoofdstuk herzien en werden later wijzigin
gen aangebracht ten gevolge waarvaD de
Stedelijke- en de Vrijwillige Brandweer meer
kunnen samenwerken.
Sedert haar oprichting waren 210 perso
nen gedurende korter of langer tijd lid van
de Vrijwillige Brandweer; het grootste leden
tal (85) telde het korps in 4887.
Thans telt het korps 50 leden.
Alle rautatiëu te vermelden, zou ons te
ver leiden en wij stellen ons daarom tevre
den met de vermelding van het benoemen
der drie Eereleden, de heeren J. J. de Ko-
ningh (24 Augustus 4885, bij zijn benoeming
tot lid van den Gemeenteraad), W. van Leer
(42 November 4883, bij zijn vertrek naar
Amsterdam) en I. van Vooren (22 September
4887. toen deze zich in Transvaal ging
vestigen). In hen verloor de Vereeniging
Zij frouste het voorhoofd.
„Wat ik eenmaal gezegd heb, kan ik niet voet
stoots terugnemen," verklaarde zy. „Om welke reden
kwam hij hier?"
„Bariatinsky sleepte hem mee."
Een minachtende glimlach speelde om haar mond.
„Na ja, dat kan wel zoo ziju maar waarom kwam
hy dan hier uog eens alleen terug?"
„Waarschijnlijk omdat het bem bier bevallen is,'
antwoordde Stowlingaky droogjes.
„Juis:, en ik weet wel waarom," riep Gemma
toornig uit, en toen voegde zij er weemoedig bij
„Ach, aan hoeveel vernederingen zijn wij reeds bloot
gesteld geweest I Hoeveel ellendige mannen hebben
reeds getracht, zich aan ons op te dringen
„Kunt u ziou dan niet voorstellen, dat andersge-
zinde mannen zich óok tot u aangetrokken voelen
„Tot dusver heb ik slechts met uitschot to doen
gehad," antwoordde Gemma bittor.
„Dau is hot meer dan tyd, dat u betere menschen
leert kennen,'' zei Stwolinsky met nadruk, terwijl
by zijn magere rechterhand licht op haar schouder
legde. „In geen geval moogt u de mannen beoor-
deelen naar een paar schurken. Roman Sulkowsky
ia in alle opzichteu een braaf mensch."
„Maar waarom kwam hjj dan hier terug, ik bid u,
waarom?" vroeg zij, terwijl zy radeloos ioudstaarde.
„Welnu, hij kwam hierom u", bekende Stwolinsky
openhartig.
Gemma wilde weer boos uitvallendoch met kracht
hield hy haar by den schouder en met van toorn
bevende stem zeide hij
„U inoet hem vergiffenis vragen; u hebt hem
onverdiend beleed igd."
Een oogeDblik dacht Gemma na en terwijl Stwo-
liusky reeds den voet in don stijgbeugel had, zeide
zei
„Als hy zelf komt om my vergiffenis te schenken,
zal hy hartelijk welkom zijn."
Zij verdween toen haastig in huis.
Sulkowsky was geruimen tijd later dan zyn vriend
opgeataau. Hij kleedde zich vlug aan en trad in de
kamer, waar hij gisteren met zyn vriend gezeten
had. Peter was daar echter niot. Hij riep daarom
Jefim, maar de brave, steeds glimlachende oppasser
wist alleen te zeggen, dat zyn heer was uitgereden,
doch waarheen wist hy niet.
Daar hoorde men juist paardengetrappel en een
een verdienstelijk Voorzitter, een ijverig
Secretaris en een aangenaam lid.
In 4897 werd benoemd lot Eerelid de heer
A. I.atenstein van Voorst, terwijl in 1904 de
heer G. van Dorssen tot Eerelid en in 1905
de heer J. A. Schoterman, bij zijn beuoeming
tot Opper-brandmeester, tot Eere-voorzitter
werd benoemd.
Steeds werd de medewerking der populaire
A. V. B. op prijs gesteld en verschillende
brandwaarborgmaatschappgen schonken haar
meermalen aanzienlijke premiën, waardoor
het korps in slaat werd gesteld, doelmatig
en flink onderhouden materieel aan te schat
ten en te onderhouden. Het Gemeente-sub
sidie en het goede beheer der Penningmees
ter brachten niet weinig daartoe bij.
Het zou wel zeer de moeite Iooneo, hier
de lange lijst té doen volgen van de branden,
die de vereeniging wist te beteugelen, in den
regel zelfs te beperken tot het aangetaste
pand. De notulen-boeken der opeenvolgende
Secretarissen kunnen daaromtrent veel be
langrijks mededeelen.
Voor 'toogenblik willen we ons beperken
tot dezo kleine mededeelingen.
Waarom we die nu reeds gaven?
Wel, over een paar maanden reeds, en wel
den 12 October aanstaande, zal de A. V. B.
haar zilveren feest kunnen herdenken en 'twil
ons zoo voorkomen, dat de burgerij bij die
gelegenheid wel een blijk van sympathie kan
geven met de vereeniging.
Zou 't niet mogelijk zijn om, in overleg
met haar Bestuur, haar een blijvend aanden
ken aan te bieden; een blijvend en tegelijk
een practisch, dat óok weer ten goede komt
aan de gemeenschap.
Haar materieel is goed, doch niet meer
geheel op de hoogte van den tijd.
Wat zou men denken bijv. van een flinke
handspuit?
Die is niet zóo duur en als nu reeds enkelen
zich daarvoor een beetje inspannen dan kan
den 42 October dezes jaars een flinke spuit
aan het korps worden overgedragen.
Wie neemt hiertoe het initiatief?
oogenblik later versoheen Peter in de kamer.
„Het paard blijft gezadeld," riep hy Jefim toe.
Daarna keerde hy zich naar Roman eu zei bedaard
„Vooruit, myn vriend; Gemma wachtje."
Plotseling straalde Sulkowsky's gelaat van vreugde.
„Wat? Ben je werkelijk bij baar geweest?"
„Ja, maak nu maar, dat je wegkomt. Hier!" Hy
reikte hem de rijzweep over. „Je hebt zeker al thee
gedronken
„Neenmaar dat is niets".
„Ach, die ezel van een oppasser 1" mompelde Stwo
linsky. „Ik had hem alles zoo mooi ÏDgescherpt."
Toen hij zag, dat de grond Roman onderde voeten
brandde, «choof bij hem werkolijk naar buiteu. „Laat
haar thee voor je zetten I Die kunst zal zy wel ver
staan," bromde by.
„Hoe zal ik je dankenzei Sulkowsky, en in
den zadel boog hij nog om zijn vriend de hand ie
drukken,
„Houd je maar stil! Wat ik gedaan heb, is toch
nooit met dank af te betalen," bromde de lange
officier. „Ik verzeker je, dat ik niet voor de tweede
maal zal beproeven, een vrouw van een eenmaal
opgevatte meening af te brengen. Liever wil ik me
mijn leven lang plagen met oliedomme recruten."
Hy gaf het paard met de vlakke hand aen llinken
slag, riep Sulkowsky tot weerziens toe en verdween
in zyn woning.
Langzaam reed Roman over de houten brug.
Toen by den slagboom gepasseerd was, het hy
den blik op het snel voortstroomende water van het
riviertje rusten. Niet ver van de brug verhief xioh
het tolhuis. Voor de deur daarvan stonden iwee
Russische beambten. Sulkowsky wisselde eenige
woorden mot hen en zette dtarna zyn paard aan
tot snelleren loop.
Nadat Peter Stwolinsky was heengegaan, had Gem
ma in huis drukke bezigheden gezocht; maar een
kwellende onrust dreef haar weldra weder naar
buiten.
Ferrari was intusschen opgestaan en bediende de
arbeiders, die by hem aaukwamen alvorens hun
dagtaak te beginnen. Hij zag er knorrig uit. Ange
lina, die hem behulpzaam was, kon hem nieia naar
den zin doon, hoe zij met baar zachten, geduldigen
aard ook haar best deed om aan zijn wenschen te
gemoet te komen.
(Wordt vervolgd.)