Zaterdag 10 Augustus 1907. ANGELINA. No. 7386 56e Jaargang. Reis exemplaren. MUZIKALE IliJOUmii Feuilleton. FIRMA A. H. VAN CLEEFF te AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden fi. franco per post ƒ4.45. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 40 cent. Legale, ofïicieöle- en onteigeningsadvertentiën per regel 45 cent. Reclames 15 regels f 4.'25; elke regel meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 40 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in tokening gebracht. BUREAU K0RTE6RACHT9 Postbus 9. Telephoon 49. Aan onze abonné's die tijdelijk elders, hetzij binneu- ol buitenlands, vertoeven, wordt op aanvrage en met d u i d e 1 ij k e opgave van adres, de courant eiken verschijndag tegen vergoeding van het porto toegezonden. Ook niet-geabonneerden kunnen op de zelfde wijze de geregelde toezending van de „Amersfoortsche Courant" tijden bun uitste- digheid zich verzekeren. Heden verzenden wij aan de daarop ge- abonneerden aflevering 11 van den Vijfden jaargang van onze premie »De Muzikale B1 o e ra I e z i n g". Deze aflevering bevat, behalve de gewone «Wenken van een ouden muziekmeester", kunstenaars-biograpbieën en berichten, bene vens zeer lezenswaardige mededeelingen op muzikaal gebied, de volgende muziekstukken: 1. L'adieu, nocturne voor Diano, door R. Favarger; 2. Potpourri aus der Oper «Die lustigen Weiber von Windsor*', voor piano, door F. W. Kretschmar3. Maiennacht, voor zang en piano, door Hans A. Cesek. De »Muzikale Bloemlezing" kost voor de abonné's op ons blad slechts 60 cent per kwartaal; franco per post f0.85. KENNISGEVINGEN. De BURGEMEESTER der Gemeente AMERS FOORT brengt, ter voldoening aan de aanschrijving va den Commissaris der Koningin in de provincie Utrecht, dd. 3 en 5 Augustus 1907, 4e Atdeeling, nos 8937/2912, 3944/2915 en 3956/2916, ter kennis var belanghebbenden, dat in de Gemeenten Kockengen, Breukelen-Nijenrode en Harmeien gevallen van MOND- en KLAUWZEER zijn voorgekomen. Amersfoort, 9 Augustus 1907. De Burgemeester voornoemd, WÜIJTIKRS. Met het oog op hot heersohende MOND- en KLAUWZEER in de omliggende Gemeenten, acht de Gezondheids-commissie voor de Gemeente Amers foort het raudzaam, nu reeds op deze ziektegevallen te wijzen. Mitsdien brengt zij ter kennisse vao de inge zetenen om te waarschuwen, de melk niet anders dan in gekooklen toestaud te gebruiken. Amersfoort, 9 Augustus 1907. De Gezondheids-commissie voorna, de waarnd Voorzitter, W. A. van den BOVENKAMP. De Secretaris, des TOMBE. II. Terwijl dus de Staten van Utrecht in Juli 1856 damblé zich verklaarden vóór het rap port en met geringe wijziging zelfs het regle ment voor het Waterschap der Geldersche vallei aannamen, kwamen de Staten van Gelderland met bedenkingen aandragen. Zij toch meenden, dat moest worden toe gepast de Wet van 16 September 1807, rela tive au désèchement des marais. Men haalde die toen reeds verouderde wet er bij omdat zij vindiceerden, dat geen gelden mochten worden gevorderd van eigenaars voor eeu kanaal, dat niet uitsluitend dienstbaar was voor watorlossing. Na zeer lange discussie besloten de Staten van Gelderland in hun wintervergadering van 1856 zich tot den Minister van Binnenland- sche Zaken te wenden, met bet verzoek, dat de Regeering die wet mocht intrekken. Van uitstel kon licht afstel komen. De Regeering achtte die wet op de zaak niet van toepassing. In 1857 kwam het plan opnieuw hij de Staten van Gelderland voor en werd art. 1 van het reglement na lang durige beraadslagingen over het ontwerp, en voornamelijk over de vereenigde scheepvaart, verworpen en de verdere behandeling van het ontwerp gestaakt. Op voorstel van een lid der Staten werd besloten, dat Gedeputeerde Staten zich, in overleg met Gedeputeerde Staten van Utrecht of wel afzonderlijk, tot den Minister van Binnenlandsche Zaken zouden wenden en bewerken, dat de Geldersche vallei een ver beterde uitwatering zou bekomen door een kanaal, uitsluitend voor dit doel bestemd, terwijl in dit geval de Staten zich genegen verklaarden door een zeer aanzienlijk subsidie daartoe te willen medewerken. De Minister van Binnenlandsche Zaken gaf bij missives vau 4 Juni 1858, No. 137, en 12 Juni, no. 146, zijn wensch te kennen, dat de zaak, die de provinciën Gelderland en Utrecht gemeenschappelijk aanging, door de Staten gemeenschappelijk geregeld zou wor- ien. Thans hadden de Staten van Utrecht laartegen bedenkingen daar zij geen bevre- ligend resultaat verwachten. Zy verzochten len Minister van Binnenlandsche Zaken otn, cdien de zaak niet van Rijkswege mocht hunnen worden geregeld, alsdan het noodige e willen doen om de Wet vau 10 September 1507, althans de bepalingen dier wet, welke coor de Staten van Gelderland op deze zaak 17.) Midden in den nacht werd Angelina wakker. Zy meende gesmoorde snikken uit het bed van haar zuster te hooren en dit deed haar ontstellen. Gemma schreien 1 Er moest iets vreeselijks gebeurd zijnzij Btortte anders niet spoedig trauen. Dien avond, bij bet naar bed gaan, had Angelina haar zuster omhelsd en haar innig gesmeekt, niet langer boos te zijn en Gemma had haar liefkoozingen beantwoord eu baar vergiffenis geschonken. „8chreit zy om mij 1" vroeg Angelina zich af. „Schreit zy, omdat ik van Fedor geen afstand kan doen? Of gaat zij gebukt onder eigen leed?" „Gemrna, buil je vroeg zy fluisterend, terwyl zij in bed ging opzitten. Het bleef stil, maar het ■nikken hield op. Een poosje bleef zij nog zitten luisteren en legde zich toen weer neder. „Ik zal my vergist hebben", dacht zij. De eerste zonnestraleu gleden over het veld, toen Gemma naar buiten trad. Het was een heldere, warme echtend. Hoog in de lucht vloog een zwerm vogels voorby overigens was het stil. Gemma keek de vogels na, tot zy achter de boom- en van het boschje verdweneo waren. „Zou het werkelijk reeds lente worden?" dacht rij. Die vogels waren er althans de voorboden van. Lente I" Zij legde de hand op de borst. „En hierbinnen is 'tzoo koud; de wereld schijnt mij zoo ledig." Bijna onbewust was zy naar de weide gegaan. Ue boomeu en struiken, die daar stonden, begonnen uit toepasselijk werden geacht, buiieo werking te stellen. De Staten van Gelderland benoemden daar entegen een commissie van vier leden om, onder goedkeuring des Koniugs, met eeu gelijke commissie uit de Staten van Utrecht in overleg te treden over de zaken der Gel dersche vallei. 't Was en bleef spijkers op laag water zoeken en bardebollerij, over en weer. Gel derland gunde geen seheepvaartkanaal aan Utrecht en Utrecht wilde geen kanaal, dat alleen als waterlossing zou dienst doen. Men vergete hierby niet, dat de voormalige Rhijn- spoorweg een groote pré gaf aan Gelderland, dat zijn opkomenden handel niet weer wilde zien verminderen. Zooals wel te verwacbteD was, werd den 47 Juli 4856 het plan door Gelderland ver tafel vooral ten gevolge van talrijke adres sen, als van de Geldersche maatschappij vau landbouw en van ingezetenen uit Opbeusden, Arnhem, Driel, West Pannerden, enz. Toen werden er weder onderhandelingen geopend tusschen de Gedeputeerde Staten van Utrecht en van Gelderland en don Mi nister van Binnenlandsche Zaken nadat, op uitnoodiging van Gedeputeerden van Utrecht, door den Waterstaat in dat gewest een nieuw plan met begrooting was opgemaakt. De hoofdtrekken van bet ontworpen kanaal zyn de zelfde gebleven als in het plan der Siaats-comraissie van 4855. Het kanaal zou evenzeer in vyf panden worden verdeeld, doch de alraetingen werden veel ruimer ge steld, namelijk een bodemsbreedte van 8 M., een diepte van 4.60 M. 14 M. breedte op den wa terspiegel, en kunstwerken 5 M. in den dag, hetgeen noodig was omdat die moesten over eenkomen met het inmiddels door de Genie af gewerkte gedeelte der Grebbe-linie van Kruip- onder tot Veenendaal, maar óok om te kunnen voldoen aan de nieuwere eischen van de scheepvaart, daar toen reeds pramen byua niet meer werden gebruikt. Een zijtak zou worden gegraven naar Lekskesveer bij Wageningon ten einde ook by den laagsten waterstand van den Rijn een steeds toegankelijk acces te hebben en óok om de verbinding van Utrecht met Gelder land te verbeteren, uit welken hoofde ook een zijtak naar De Klomp werd ontworpen. De kosten werden geraamd op f800000, waaronder f300000 voor de zijkanalen en het bouwen van of veranderen der vaste- in beweegbare bruggen. te botleu. Het was iu de eerste dagen van April; her en daar zag men eeu groen grassprietje opschie- ttn uit bet verdorde kruid, dat den bodem bedekte. Am den voe.t van eeu berkeboom stonden zelfs doe, vier blauwe bloempjes. .Viooltjes," fluisterde Gemma eu buktedoch on- mddellijk stond zij weer rechtop. „Waarom zou ik dit bloempjes afbrekenik heb toch niemand, aan wim ik zo geven kan," dacht zy eu ging in vlug- get. stap verder. iy werkte dien dag mot verdubbelden ijver, maar er twaoiea toch minuten, waarin haar vlijtige taan- dei goen bezigheid hadden en dan atond zy stil te luiteron, als verwachtte zy geruepeu te worden, tot zij sr besef van kreeg, dat du louter inbeelding wat, It den namiddag hield er een rytuig voor de her- bar; stil. Zj snelde naar bet veusterdoch toen zij zagdat Baratinsky uit bet rytuig slapte en door haat vader •n Angelina begroet werd, looade zij ecu diepen, smKlelijkeu zucht. Zij zocht haar kamertje op en gin; op baar bed liggeu, maar de zwoele lucht in bet kleine vertrek dreigde haar te verstikken. Daarom Btoid zij spoedig weer op en aloop door de actater- deu bel buis uit den tuin in. Langzaam naderde zij le plek waar zy dien ochtend de viooltjes bad gezin. Niet ver van naar bemerkte zy Angelina, die, itralend van geluk, voortliep aan den arm vau Baruinsky, wiens borst met eeu ruikertje viooltjes prijke. Genui verborg zich vlug achter een boomstam en virvolgde haar weg eerst, toen bel paar verdwe nen was. Slechts weinige schreden verder Btond zy by ten borkeloom de viooltjes waren er niet meer Alleon een enkel bloempje stak nog het blauwe kopj. beschroomd uit bet weinige groen omhoog. „Aigeliua heeft de bloemen geplukt en ze aan Baritiinsky gegeven", mompelde Gemma eu «en bittee lach speelde baar om de lippen. Tan Gemma het bosclye verliet, suisde bet drte span van Bariatinsky haar voorby. Om niet gezien te worden, hurkte zij vlug achter bet dichte struik gewas neder. Nauwelijks was het rytuig uit bet gezicht of zy verliet Uaar schuilplaats en ging naar het dorp. Daar kocht zy een enveloppe, schreef er iu den' winkel oen adres op en trad weder naar buiten. Eeu poos bleef zij besluiteloos voor den winkeldeur staan, toen richtte zij baar schreden naar een rnara- kramerawagen, getrokken door een paar magere paarden eu bestuurd door een ouden man. „Goeden avond, Bloch," zeide zij, toen zy den wagen bad bereikt. „Ga je de greus over?" „jawel, jullrouw, zaken „Zou je dan dezen brief willen meenemen eu zorgen, dat die aan zyn adres komt?" „Hm", kucbtte de oude en liet zyn paard stilstaan. „Waar moet die brief been f" „Naar bet slot van prinses Bariatinsky." „Daar kom ik niet langs, maar ik wil dien omweg wel maken." Tevergeefs trachtte Gemma den ouden man een geldstuk iu de hand te drukken. „Waarom zou ik daarvoor iets van de juffrouw aannemen zeide hy afwerend. „Ik ken u immers eu ook uw vader? Als uin den herfst van den ouden Bloch ganzen koopt, zal hy den prjjs wel zóo stellen, dat hij dezen dienst betaald krjjgt." Gemma moest lachen, „Hartelijk dank, Blooh." „Ach, wat is dank?" zeide bij, de schouders op- balend en dreef zijn paarden aan. „Als de Christenen den armen jood noodig hebben, buigen zy voor hem als een knipmes hebben ze hem niet meer noodig, dan geven zy hem een schop aio eeu hond." „Zoo handel ik niet, Blocb; dat zal je zien," riep Gemma bem nog toe. „Wat zal ik zien?" bromde de grysaard in zich zelf. „Ik zal niets zier\ want ik ben gewend mijn oogen te sluiten voor ieder, aan wien ik een dienst heb bewezen eu hem uit den weg te gaan, tot bij my weer noodig beeft." De Minister van Binnenlandsche Zaken hechtte zijn goedkeuring aan dit plan en ver klaarde zich bereid om bij afzonderlijk wets voorstel de noodige gelden aan te vragen opdat het werk van Rijkswege zou worden uitgevoerd, mits de beide Provinciën de helft der geraamde som wilden bijdragen in dier voege, dat voor Utrecht zou komen 3/io tot een maximum van f 240 000 en voor Gelder land 2/10 of f160000. Maar óok moesten beide Provinciën voor de helft dragen de kosten van onderhoud. Ed hierop hokte het weer. De Gedeputeerde Staten van beide gewesten gaven aan de Provinciale Staten in over weging, de gestelde bijdragen te verleenen, doch om met de Regeering in onderhande ling te treden over het onderhoud. De Provinciale Staten van Utrecht namen, in de zomerzitting vaa 4870, dit voorstel aan met 30 tegen 4 stemmen, onder beding, dat binnen twee jaar met de werken zou worden aangevangen. Die van Gelderland echter verdaagden de beslissing tot de win tervergadering en verwierpen 2 November 1870 met 33 tegen 20 stemmen het voorstel. En zoo was het uit »De vergadering der Provinciale Staten (van Gelderland) was en bleef blind vooral ue voordeelen, voor het buitenkansje, dat haar in dit voorstel des Ministers werd aan geboden aldus »De Nederlandsche Stoom- post" van 4 December 1870, welk Haagsch blad vervolgt Waren de werken, op Gelderland's grond gebied te maken, welligt onbeduidend en vorderden ze niet eens wat de provincie zou bydragen? De schutsluis te Wageningen alleen was begroot op ruim f455 000 zon der de daarvoor Doodige onteigeningen bij te rekenen. Men ziet. de van Gelderland ge vraagde som van f 160 060 werd alleen daar door bijna reeds verslonden." Het kennelijk dooreen vakman geschreven artikel eindigt aldus Wanneer eens een verligter nageslagt opgestaan zal ziju, dan zal het zich en teregt verbazen, dat van 1817 tot 1870 door vele mannen, waarvan velen geheel belangloos, vrugtelooze pogingen zijn aangewend om een werk tot stand te brengen zóo nuttig en zóo goed als deze kanalisatie". Er zoudon weer zeven jaren overheen gaan eer de plannen andermaal werden ter hand genomen. (Wordt vervolgd.) Deelden we in het vorige nummer mede, Gemma stond aan den rand van het boscbje, toen Suikowsky uaar de herberg van Ferrari reed. Ofschoon de prins haar voorby reed op een afstand van nauwelijks dertig scbredeu, bemerkte hy haar toch niet, daar zijn oog onafgewend gericht was op de planken hut. Gemma wilde door roepen zijn aandacht trekken, maar zij bracht geen geluid over haar lippen. „Hij heeft mijn stille boodschap begrepen," dacht zy. „Hy is gekomen, en nuwat za! er nu vol gen „Gemma", hoorde zij haar vader zeggen, en on middellijk daarna hoorde zy ook de stom vau haar zuster. „Wat wil de prins toch?" dacht zy nu weer. „Waar om zond ik hem die bloem?" Als door een plotseliugen schrik aangegrepen, snelde zy in wilde vlucht de weide over. Nu eens hurkte zy neer achter een boom, dan weer achter heuvel, doch geen enkele schuilplaats scheen haar veilig genoeg. Daar droug opeens de klauk van wel bekende stemmen in baar oor, toen hoorde sy voet stappen en op eenigen afstand zag zij Angelina en SulkowBky de plek naderen waar zy zich bevond. Zij sprong weg van den boom, waar achter zij geschuild had en in stormachtige haast drong sy in een dicht boscbje Kreupelhout. Het geluid der bre kende takjes verried haar nieuwe schuilplaats. „Daar is zijriep Angelina vroolyk. Even boos op zteb zelve, omdat rij waa wegge scholen gelyk een wild dier, als op haar zuster, omdat die haar als het ware aan 3ul kowsky over leverde, kwam zy langzaam te voorschijn. Zwygend stak da prius baar de hand toe. Zy gaf hem haar rechterband, maar sloeg de oogen niet op. Slechts eveu keek zjj hem vluchtig aan, toen hy een verdord blad uit haar erg verward kapsel losmaakte. Nog altyd zwygend trok Snlkowsky Gemma's hand door zijn arm en zoo volgden zy Angelina, die zingend naar de herberg terugkeerde. (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1907 | | pagina 1