September 1907. Dinsdag 24 56e Jaargang, No. 7405 KOSTELOOS. Feuilleton. ANGELINA. C0UR1IT. UITGAVE FIRMA A. H VAN CLEEFF te AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden fl. franco per post f 1.15. Advertentiën 1—6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Legale, officieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent.Heclames 1—5 regels f 1.25; elke regel meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. inroepen, is thans deze plicht der naas tenliefde t) opgelegd als een plicht der wet. Die plicht moet zes wekenlang nage komen worden, terwijl men vier weken kosten van het loon kan afhouden, indien de ziekte of het ongeval van den inwo- nenden arbeider of de dienstbode door opzet is veroorzaakt, het gevolg is van onze delijkheid of van een lichaamsgebrek, dat bij in het in dienst treden verzwegen werd. Dus van aftrekken van loon is geen sprake meer. Immers, wie wil of kan nu deze dingen alle gaan onderzoeken en gaan bewijzen. Wel niemand, omdat dit zou worden een eindelooze bron van ellende en twist. Voorzichtig en beter is het daarom, verzekerd te zijn, opdat de kosten van dokter, apotheker of ziekeninrichting (als de opname daarin bevolen wordt) niet uit eigen beurs behoeven te worden betaald, zonder vooruitzicht ze ooit terug te kunnen krijgen, terwijl men de kans loopt, dat zulks een paar keer in het jaar zich herhaalt. Natuurlijk moet men, als gevolg daar van, zich ook kunnen verzekeren tegen de kosten van een plaatsvervangster ge durende zes weken, omdat men die toch wel noodig heeft, terwijl het loon der zieke dienstbode doorgaat. Bovendien is het loon van'een plaatsvervangster voor betrekkelyk korten trjd in den regel hoo- gér dan het gewone dienstbodenloon. „Alweer verzekeren?" zal menigeen roepen en zuchtend vervolgen„Op die manier verzeker ik mij nog arm". Maar als ge nu opeens werkelijk voor de dikwijls groote uitgave staat, dan is 't toch nog erger. Daarom nog eensdenkt hierover eens na. Te Groningen bestaat de Naamlooze Vennootschap „Stad en Lande" op wier Statuteu de Koninklijke bewilliging werd verleend bij besluit van 23 Juni 1907 no. 97. Zij wil de risico voor U dragen. Haar vertegenwoordiger te Amersfoort is de heer W. G. Krüseraann Jr.,Korte- gracht 6, die bereid is IJ de voorwaar den mee te deelen. Zoudt U dien heer niet even om in lichtingen vragen. De Gemeents-begrooting voor 1908. II. UITGAVEN. Aan de Departementen van Algemeen bestuur houdt men weinig rekening met den elders geldenden regel, dat men zichzelven het laatst noemt en evenals bij de Stiats- begrooting de Hooge collegiëu van Staat voorafgaan natuurlijk na het Huis der Koningin komen ook in de Gemeenle- begrooting volgens het algemeen geldend model op de eerste plaats de kosten van het bestuur der Gemeente, welke voor 1908 zijn geraamd op f23300.83, tegen f23805 be groot voor 1907. De jaarwedden van den Burgemeester, de twee Wethouders, den Secretaris en de amb tenaren en bedienden ter Secretarie zijn uitgetrokken op f 17 195.83. De vergoeding van reis- en verblijfkosten voor deze categorie van ambtenaren is, evenals die voor de leden van den Raad weer begroot op f30. De kosten van licht,brand, bureau-behoeften en die van adveitentiën voor het Gemeente bestuur zijn geraamd op f1900; die van de stukken, welke ten behoeve van de Gemeente worden geschreven of gedrukt, op f1200. De eerte post is f 150 hooger dan voor 1907 geraamd wegens steeds uitgebreider werk zaamheden, doch een goede f 375 minder dan de uitgaaf in 1906 wegens het aanschaffen eener schrijfmachine. De post drukwerk werd evenals voor 1907 'geraamd op 11200; in 1906 werd daarop uitgegeven f 1004.43. Het onderhoud van het Gemeentehuis zal vorderen f850 (jaarlijksche schoonmaak met witten f150, toelage concierge voor schoon- maakbehoeiten f250, onderhoud tuin f25, herstellen daken, goten, deuren, sloten, enz. f I00on Jerhoud 12 kachels met toebehoren, benevens vegen der schoorsteenen flOO; onderhoud ameublement f 80diverse kleine uitgaven f145). Voor 1907 was deze post geraamd op f1456; in 1900 werd daarop betaald f2'270.68. B. en W. zijn met het oog op den staat der geldmiddelen al weder om genoodzaakt, geen voorstel te doen tot het doen aanbrengen van waterleiding en closets. De kosten voor den Burgerlijken Stand zijn evenals voor 1907 geraamd op f 800in 1906 werd uit dezen hoofde betaald f715.75. Die voor het Bevolkingsregister zijn als voor het loopende dienstjaar begroot op f 100in 1906 vorderde deze tak van dienst f31.91. Op het hoofd „verkiezingen" is slechts f250 gebracht. Hopen we, c!at bewaarheid wordt hetgeen B. en W. schrijven, namelijk, dat »in 1908 geen periodieke verkiezingen gehouden worden". Voor 1907 was de raming f550; in 1906 werd uitgegeven f234.92®. Voor de ververschingen bij die verkiezingen wordt f100 uitgetrokken, tegen f200 voor 1907 en nihil uitgaven in 1906. Voor boekwerken wordt, als in 1907, ge raamd f250; in 1. 06 werd daarvoor uitge geven f 185.77. De onkosten voor de Militie worden begroot op f130, tegen f125 in 1907 en f 133.63 in 1906. De kosten van aanplakken en omroepen worden evenals voor 1907 begroot op f90; in 1906 vorderde dit f51.40. Voor briefport en andere kleine uitgaven ter Secretarie meenen B. en W. f 175 te moeten stellenin 1906 werd hiervoor uit gegeven 175.36. De kosten van commissiën uit het Ge meentebestuur worden geraamd op f 180 in '906 vroegen deze f169.48. Totaal f23 300.83. Afdeeling II van het Eerste hoofdstuk der uitgaven, behelzende de kosten van bet be stuur der Gemeente-inkomsten, worden ge schat. op f6430. De jaarwedden van den Ontvanger cn diens vervanger bedragen f2400de bureau-kosten f675; de toelage van den ambtenaar, belast met do vervolging f 250de kosten voor het schrijven, bezorgen en ophalen der beschrij vingsbiljetten, het uitreiken der aanslag biljetten, het ophalen van schoolgelden, enz. zijn weer begroot op f 400; die van verpach tingen op f75; die voor de Commissie van Wie zich met 1 OCTOBER wenscht te doen in schrijven als abonne', ontvangt de tot dien datum verschijnende nummers Sla dit NIET over. Vooral niet gij, die een inwonende dienstbode hebt. Want het is van groot belang, dat gij dit leest. In de toepassing er van is U natuurlijk volkomen vrjjmaar overwe gen en er eeus over praten, kunt U toch in ieder geval. Als straks de wet in werking treedt en ge volgens die wet wellicht opeens een aardig bedrag kunt neertellen, zouden we niet gaarne het verwijt hooreu maar waarom heeft de courant ons daarvoor nu niet gewaarschuwd. Ieder Nederlander wordt geacht de wetten des lands te kennen; maar ook bijna ieder Nederlander ie er—althans voor zichzelven volkomen van overtuigd, dat hy die wetten niet kent. Nu zouden we een veelgetakten boom kunnen planten over dat gemis aan wat- men pleegt „Bürgerkunde" te noemen, doch dat zou toch weinig baten. Het artikel zou te lang worden en ongelezen blyven en ons doel is, dat men het leest en eens bespreekt. Daarom geen beschouwingendoch feiten. De nieuwe wet op het Arbeidsscontract die straks, dodr de Koningin bekrachtigd, in werkiug zal treden, brengt een geheele verandering in do verhouding tusschen U en uw inwonende dienstboden. Waar gij voorheen bij ziekte of ongeval uit een geviel van menschlievendheid uw zorgen aan de zieke huisgenoot ginjjt wijden en geneeskundige hulp liet 805 „M)tar.Polenk#," riep Stwolinsky ontsteld, „wat moeudat beduiden? Het geld behoort jou toe." „Ja hebt het mij geleend vooreen bijzonder doel," sprak' sij op vastberaden toon. „Nu de stand van zaken geheel anders ia geworden, krijg ju het na tuurlijk töiug." Zij legde het pakje voor hem nedei. Hij zweeg en staarde op den vloer. „Wat denk je nu te doen?" vroeg Stwolinsky. Zij haalde de schouders op. „Daarover heb ik nog niet nagedacht. Tot Janu ari blijf ik op het landgoed en dan.de wereld is ruimik zal wel ergons een plekje vinden, waar ik mijn hoofd kan neerleggen." HU keek, haar aan en zij glimlachte, doch in haar oogen glinsterden tranen. „Polenka I" Hjj trok onbarmhartig aan zijn laDgen kevel en werd nog donkerder rood. „Je me$nc)el.vroegen.„.. ik had je wel vroeger kunnen zeggenof eok „Ja, dat meende ik I Een paar lieve woorden bijvoorbeeld..... /-v Bijvoorbeeld ikjaf zie je, als ik niot bang was, m|j belachelijk te maken óf je te beleedigen.dan Polenka I" Zij stond op en trad vlug Op hem toe. „Nu?" zeide *ij aanmoedigend, terwijl zy haar hand op zijn sebouder legde. „Ik... Hm... Neen, jjt l$an niet... Het is een verwonschte zaak," mompelde hjj. „Wat komt er van Ook haar gelaat begon te gloeien, maar van toorn en ongeduld. „Hoor eena, Peter," zeide ze driugena, „als jenóS niet benierkt hebt, hoe ik van je houd, dan ben j* nog groolor ezel, nog grooter wijsgeer bedoel ik, dan je oppasser Jefim. Ik weet reeds lang, dat je mjj lief hebt, al heb je mij voortdurend vermeden." „Maar boe iB dat mogelijk?" stamelde de lange officier, ec zijn gelaat straalde van vreugde. *Kijk mij look eens goed aan; ik ben^eap ware vogelver schrikker... en... heb je mjj lief? Heb je my zöo lief, dat je met mij zou willen trouwen „Ja, domme Peter!" riep Polenka, half lachepd, half ontroerd, en sloot hem den mond met een kus. Onder de helpende hand van haar kamenier kwam Angelina weldra weer tot bewustzijn. Zij gelastte het verschrikte meisje, over bet voorval te zwijgen en liet zich aankleeden. Ondanks Angelina's verze kering, dat zij zich heel wel gevoelde, was Anna toch bezorgd, want zjj zag, hoe bleek haar meesteres was en hoe haar nu en dan een rilling door de leden voer. Inderdaad bleef Angelina slechts met inspanning van al haar krachten op de bsendoch zij wilde baar omgeving volstrekt niet laten bemerken, hoe lijdend zij was, om geen reden te geven dat men baar nog op bet laatste oogenblik zou verhinderen, op te treden. „Zijn er soms nog brieven voor mij gekomen vrofy: zjj aan de kamenier, op een toon, dien zy vóór onverschillig wilde doen doorgaanhaar oogen verrieden echter haar belangstelling in 't antwoord, dat vplgep zou. Met een half onderdrukten zucht keerde zjj zich om, toen zy vernam, dat er niets gekjyjeg was. Zy Ring ann het vm^ter »iUan. en ^K- naar bui ten. De wind blies fluitend door de kfle booirsu; de luebt was onbewolkt. „Misschien doet het mjj goed, als ik eens in de frissche lucht ga," dacht zij en stond op. Toen zij bleek en^lyrjeud door de.gaDg liep en Benedetto voorbjjwandelde, waagde dezo te zeggen, dat do wind zoor scherp was en zjj beter zou doen met tbuis te blijven. Hjj kreeg geen antwoord ea toen zjj he».aankeek stonden haar oogen zoo wezenloos, dat hy ór van schrikte. Angelina had wel gehoord, dat iemand tot baar sprak, maar do woorden had zjj niet verztaan. Buiten gekomen, sloeg de wind baar in hot gelaat. Gewillig liet zij zien door hem meevoeren. Zoo kwam •zti in de nabjjheid van den Brandenburgerpoort. Met de oogen naar den grond gericht, had zij tot /Jaar nergens acht op geslagen nu sloeg zij de mogen op en richtte ze naar een rytuig, datiuvlug- gou draf de straat langs kwam naar de poort, Was het mogelyk? Haar ademhaling dreigde stil te staan, de grond scheen onder haar voeten weg te zinken. Die slanke, bleeke heer, die, in een kostbare pelsjas gehuld, in het rytuig lagzou dat werke lijk Fedor wezen? Zy wilde op het rijtuig toesnellen, doch haar voe ten weigerden baar den dienst. Daar reed het span haar op een afstand van ongeveer tien schreden voorbij en verdween buiten de Brandenburgerpoort. De kreet, die zij had geuit, was in het gedruiscb op straat ongehoord verloren gegaan. Een eenvoudig gekleede vrouw, die zag dat An gelina wankelde en naar een steun zocht, kwam op haar toe om haar hulp te verleenen. „O, zeer wel zeer wel," stamelde Angelina. De vrouw week ontsteld terug. De glimlxch op dat bleeke, betraande gelaat joeg haar schrik aan. „Een krankzinnige", mompelde zy, terwjjl zij met een gemengd gevoel van ontsteltenis en nieuwsgie righeid Angelina nakeek, tlie met onzekere schreden wegsnelde. „Hy is hierl Hij is hier! Hij is gekomen!" klonk het aanhoudend in Angelina's binnenste. „Hjj heeft my willen verrassendaarom heeft hjj mjjn brief niet beantwoord. Ach, ach I" Zij snikte en lachte tegeljjk. „Goed, dat ik hem nu zag. Door de vreugde zou ik vau avond geen woord hebben kun nen uitbrengen, als ik onverwacht zijn geliefd gelaat onder de toeschouwers had opgemerkt." Tehuis gekomen, zonk zij uitgeput op een divan neer, doch na weinige minuten sprong zjj weder op. „Ik kan niet wachten tot van avondik moet hem spreken nog vóór mijn optreden, zoo spoedig mogelijk", dacht zjj en schelde om Benedetto. De bedieude versoheen. Vlug schreef zy een paar regels op een visite kaartje, sloot het in een «ouvert en adresseerde het •an Fedor. „Prins Bariatiusky vertoeft te Borljjn," aaide zjj BUREAU KORTEGRACHT 9- Postbus 9. TelephooD 19. gejaagd, „ik heb hem zooeven gezien. Ga dadelijk uit om te onderzoeken in welk hotel hij verblijf houdt en geef hem dezen brief." Aarzelend nam Benedetto het kleine couvert aan. Vol bezorgdheid rustte ejjn blik op zjjn geliefde meester.-;. „Ga heen, Benedeitol Maak voort!" drongzjj aan en Benedetto verliet de kamer. Onmiddellijk ging hy op weg naar het voornaam ste hotel en juist wilde hij den portier vragen, of hier prins Bariatinsky logeerde toen hy dezen uit een rijtuig slappen en het hoiel binnentreden zag. In verstrooidheid keek Fedor naar den opge- smukten livreikneebt, die hem in den weg trad. ,.Mjju meesters laat u dit brengen," zei Benedetto niet beesohe stem. „Je m-esteres?" Fedor kneep de oogen half dioht en bekeek het adres. Hjj hetkeude Angelina's hand schrift en daarbij ontging /et niet aan Benedetto's aandacht hoe onaangenaam de prins verrast was. „Moet je op antwoord wachten vroeg Bariatinsky, den brief besluiteloos in de haud houdend maar nog eer Benedetto kon antwoorden, voegde by er bij„Het is goed, ga msar heenDoch onmiddel lijk daarop zei bij weer, dat by moest wachten. Met haat in zyn hart volgde Benedetto elke beweging van den prins. „Hoe weet je meesteres, dat ik te Berlijn ben vroeg Bariatinsky, terwjjl bet eindelijk het couvert opende. „Heeft zij mjj misschien gezien? Och ja..-" mompelde hy onder het lezen. „De stad is groot en toch...." Hjj schudde misnoegd bet hoofd. „Zeg aan je meesteres, dat ik haar tegen vjjf uur zal komen bezoeken," zeide hy na eenigbedenkent hij liet Benedetto staan en ging verder, naar binnen. Angelina wachtte intueschen brandend van onge duld op de terugkomst van Benedetto. Eindelijk trad hy haar kamer binnen. Doodsbleek en over het geheele lichaam bevend, stond zjj op. „Den brief.... gauw.... zeg..." „ÜieD heb ik den prins zelf in handen gegeven." „O I" Een zucht van verlichting. „En htj (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1907 | | pagina 1