Donderdag 7 November 1907. DM TWEE IDS. No. 7424. 57e Jaargang. Feuilleton. UITGAVE firma a. h. van cleeff te AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag Donderdag- eu Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden franco per post 1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10cent. Bij regel- abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, ofticieële- en onteigenings- advertentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels ƒ1.25 elke regel meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. KORTEGRACHT 9 ostbus 9. Telephoon Bij dit nummer behooren TWEE BIJVOEGSELS. KEN 1IIS6IV [1G. JmSSü? WETHOUDERS d« Ge- Gelet op arit. 6 en 7 'der HINDERWET dJrSi.to4 ken.Dis V2Q het Publiek. dat'een door de Directie der Amersfoortsche Stoomweverij inge- W «nS met bÜlaKeD- 0U1 vergunning tot het oprichten van eene stoowmachin», dienende tot het m beweging brengen van 120 weefgetouwen, tweespoelmachines, een afscheer- eD een opboom- machine, een lift, twae slijpsteenen, een boormachine, twee centrifuges en een centrifugaalpomp, een wasch- macbine, een appreteermacbine, twee scbuurma- cbmes, een sterkmacti ne. een meet-en een klander- machine, eea draaibank, twee scheermachiues en eeu paproermachine, in het perceel alhier gelegen Heiligenbergerweg No. 60, hjj het Kadaster bekend onder 8ectie B. No. 3407, op de Secretarie .let Ge meente ter visie ligt, en dat op Donderdag, den «ovember aanstaande, des voormiddags te baif elf uren, gelegenheid ten Raadhuize wordt gege ven om, ten overstaan van het Gemeentebestuur of van een of meer zijner ledeD, bezwaren tegen het oprichten van de inrichting in te brengen. Amersfoort, 7 November 1907. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, WUIJTIERS. De Secretaris, J. G. STENFERT KROESE. MEN ZEGT. Het is om gek te worden in de laatste dagen, als men aanhoort, wie zich, zooals „men" zegt, van ous Nederlanders al hebben van kant gemaakt, omdat ze, zooals de zeilde «men" «lweer zegt, zooveel en zooveel niil- lioeneu hebben verloren. Wat die millioenen betreft, daarop ziet „men" niet op twee of drie. Waarom ook? „Men" valt het even gemakkelijk om te vertellen, dat het er drie, als acht zijn. »Men" vertelde, dal de Rotterdamscbe spaarbank fout was, en die zelfde »men" dacht er, dat rondstrooiend, niet bij na, boe- veel personen, die daar bun spaarduitjes hadden, door een «run" op de Bank alles zouden hebben kunnen verliezen, a 1 s zy niet in staat ware geweest, zooveel geld los te maken, dat zij allen kon voldoeu. „Men" was even gerust onder de dekens gekropen als ooit te voren. Wy zullen nu amen" maar verder laten rusten om even aan te stippen de gevolgen, die het amen zegt" had kunnen hebben ook voor onze stad, als de spaarbank te Rotter dam niet zoo door en door-soliede was ge bleken, dat nii reeds de bedrogen en beangst gemaakte menschjes zoo spoedig doenlijk hun losgemaakt gelilje er weer heen brengen. Een spaarbank, die uw rente garandeert, 1LÏ De visitatie begon en wat zij aan het licht bracht, werkte als knuppelslagen op de aanwezigen, die, met uitzondering van den inspecteur, tot hiertoe nog altijd aan de onschuld van het jougemenech hadden geloofd. Jane drukte onwillekeurig de beide han den tegen de borst en Rider stond als versteend. De politieagent, die met de visitatie van den beschuUigdj belast was, haalde uitde binnen borstzak van de overjas een bos valsoho sleutels, zoogenaamde loopers of dievensleutels, en een aantal wasafdrukken, waarnaar die sleutels vervaardigd waren, voor den dfDavid waggelde, als wilden hem zjjn beenen niet meer dragen, en zonder zelf te weten, wat hy deed, sloeg hij rich met de vlakke hand voor het voor hoofd en riep: „Dat is mijn ongeluk! Aan die sleu tels eu afdrukken had ik met gedacht! De vuorwerpou werden aan deu officier van justilH overhaudigd, die onmiddellijk het bewijs leverde, dat een der valsche sleutels op do deur van het kantoor en een andere op de voordeur paste; een,waarmede de brandkast geopend kon wordeD, werd er evenwel niet onder gevonden. „Hoe komen deze valsche sleutels in je bezit? legt het dour u saamgebrachte geld niet in een brandkast, doch werkt daarmede. Dat is natuurlijk, hooren wij al zeggen anders ware uitbetalen van rente onmogelijk Och, lieve; heusch, er zijn personen, die oordeelen, dat hun geld, a I s ze bet brengen, in de brandkast gaat der Bank en daar blijft óok. De Rotterdamscbe spaarbank bad dan ook het geld, door de inleggers gebracht, rendabel uitgezet, gelukkig zóo, dat zij, zelfs bij een «run", een stormloop op haar brandkast, kon voldoen aan de eischen van allen, die terug betaling verlangden. Wat voor die Bank pleit. Maar verbeeldt u nu eens, dat de Bank, hoe soliede dan ook, op een gegeven oogen- blik geen zoo solied bij anderen belegd kapitaal had kunnen loskrijgen, omdat de terugbetaling daarvan niet kon geëischt worden op dat oogenblik Dan zou het door »men" uitgestrooide praatje over die Bank aan welk praatje eenige »men's" heel aardig hebben verdiend door het vèr beneden den prijs opkoopen der spaarbankboekjes hebben veroorzaakt een wantrouwen in heel het land tegen alle mogelijke spaarbanken, en de gevolgen zouden allernoodlottigst zijn geweest niet voor de Banken, doch voor de spaarders zelf. We willen nu maar aannemeu, dat de spaarders niet dadelijk de losgemaakte gelden zouden hebben opgeteerd, doch die zelf zouden hebben bewaarddan reeds zou er een rente verlies zijn veroorzaakt, dat voor de spaarders, in massa, over de millioenen liep, waarvan de terugslag zou zijn gevoeld niet alleen door de spaarbank zelf, doch ook door hen, die de spaarders aan den arbeid zetten. Het geld is nu eenmaal rond en moet rollen. Eq er is niet zooveel voorraad daarvan de menschen zeggen bet wel, doch het is zoo niet of iedere gulden moet per jaar eenige malen komen in andere handen om zijn rente te kunnen opbrengen. Als alle lui deden zooals sommigen ten plattelande en een op bet huishoudgeld over- gespaarden gulden in een kous duwden,zonder dien rendabel te maken, dan zou er niet kunnen worden gebouwd; zou er ten leste niemendal meer kunnen gebeurenzou er ten slotte van sparen geen sprake meer zyq, omdat er geen geld meer zou zijn te verwer ken dus, niet te verdienen viel óok. Men heeft nu gemaakt, dat te Rotterdam voorloopig veel geld zal blijven id een oude kous en dus onttrokken wordt aan de circu latie, die toch maar alleen welvaart kan brengen. De smen", die deze paniek heeft veroor zaakt, zal vermoedelijk wel nooit worden uitgevonden. Jammer genoeg! Wat beoogde je er mede?" vroeg de officier op heel anderen toon dan by tot dusver had gebruikt. „Die sleutels zyn tegeu mijn wil en buiten myn weten in myn bezit gekomen, e i ik geloof, dat ik de wyze, waarop dat is geschied, kan verklaren," zeide Hicks. Hij wilde verder spreken, maar werd in de rede gevallen. De politieagent, die de wacht bij de deur hield, riep met luider stem „Daar is een nieuwe getuige, die gewichtige me- dedeeliogen heeft te doen." De persoon, die de kamer binnentrad, was de aan al de aanwezigen welbekende Tbomas Stratton, lid der makelaars-iirma Stratton Kent. Hy werd door den officier uitgenoodigd, plaats te nemen, terwijl net gerechtelijk verboor van David werd voortge zet. Hicks verhaalde nu de voorvallen zijner nachte lijke reis en hoe by in het bezit derinbrekerswerk- t igen was gekomen. Hij had het station bereikt op het oogenblik waarop de trein zich in bewegiüg zette en was nog ijlings in den laatsten wagen, de rookcoupé, gesprongen. Daar bad zich spoedig een jongmenach by hem aangesloten, die blijkbaar be hoefte gevoelde, zich met iemand te onderhouden en een gesprek met hem was begonnen. De vreem deling had zich ulszoon van een koopman uit Boston voorgesteld, wiens vader onder de kooplieden zeer bekend w»o. In den te stork verwarmden wagen was bet zeer broe.end geweest; dit had ook David ondervonden toen xyn reismakker zyn overjas had uitgetrokken met de opmerking, dat men het rioh even goed ge- Want voor zulke «men's" die„op't kantje af zóo veel onheil stichten, zou een voor beeldige bestraffing waarlijk geen overdaad zijo. We beleven zulke benarde tijden, die nog heel lang zullen nawerken, zulke moeilijke dagen en voor velen ook nachten dat het waarlijk niet uoodig is, de angst nog te ver- grooten door amen zegt's" van dat allooi. Mogen de menschen wijzer worden en dergelijke gevaarlijke verzinsels niet helpen verspreiden. Mogen óok onze landgenooten leering heb ben geput uit de financieele gebeurtenissen der laatste paar weken, schokkende feiten die nóg een paar weken terig niemand had durven voorspellen zonder groot gevaar te loopen, als ontoerekenbaar te worden aange zien. S. VLIEGENDE WINKELS. Het seizoen voor de beunhazen op winkel gebied is weer aangebroken. Gewoonlijk ziet men ze verschijnen tegen den ti,d van te verwachten seizoendrukte, of eenige weken vóór St. Nicolaas, om met hun moderne wyze van winkelen het publiek gelukkig te maken. Ik hoor myn lezers reeds opmerkingen maken, terwijl zij het bovenstaande lezen. En waarlyk, ik zou die minder vleiende woorden verdienen naar aanleiding van het gezegde omtrent bet «gelukkig maken van het publiek". Ik had er echter reden voor om op die wyze de kwestie in te leiden. In Den Haag, de schoone winkelstad bij uituemendheid, is namelijk bet vraagstuk aer Vliegende winkels, dezer dagen in den Ge meenteraad behandeld, be kwestie was deze de Gemeente 's Gravenhage is eigenares van een winkelhuis, dat tijdelijk ledig stond. Nu deed zich daarvoor een huurder voor, die het huis voor den beschikbaren korten tijd wenschte te huren, om er een vliegenden winkel in uit te oefenen. Geheel zonder tegenspraak is dat echter niet gegaan. Er werden zelfs in den Raad stemmen geboord, die, o.i. volkomen terecht, aanmerkten, dat de Vliegende winkels met oneerlijke middelen zaken deden, en die dit handeldrijven brandmerkten als oneerlijke concurrentie, en van oordeel waren, dat de Gemeente dit niet in de hand mochten werken. De meerderheid in den Raad bleef voor deze argumenten gevoelloos, en het gevolg was, dat het winkelbuis vooreen paar maanden zal worden verhuurd aan een «Vliegenden winkel". 't Loont de moeite van het lezen wel, indien makkelijke kou maken, Hicks had ingdijks zjju overjas uitgetrokken an, toen zyn reisgenoot na eenigen tijd had voorgewend, dat bij siaap kreeg en ook werkeljjk was ingedommeld, geineend, dat een kort slaapje ook hem geen kwaad zou doen; weinig minuten later was hij ingelyks ingesluimerd en eerst ontwaakt, toen de conducteur den naam van het doel zyner reis, Newburg, afriep. David was opgesprongen en had naar zyn jas ge grepen. Die was evenwel verdwenen en met haar zijn reisgenootmaar wel lag op diens plaats eeu zelfde ovQrjas, wel ka gene gedragen had. Hij hield dit voor een verwisseling, ïooals die op reis, vooral als men bij nacht en in haast reist, licht kan voorko men. Om zich te bedenken, was er niet lang tyd; derhalve schikte by zich geduldig in de verwisse ling en trok de achte-gelaten jas in plaats van de zyne aan. Nadat Hicks deu trein had verlaten, wilde hy de stad ingaanmaar hy had nog geen tien schreden gedaan, toen een politieagent de band op zijn schou der legde en zeide: „gy zjjt myn arrestant!" „Dezen keer hebben we den rechte," zeide een tweede er nu zich bijvoegende politieagent, terwijl beiden het jongemensch in huD midden namen en hem naar de wachtkamer leidden om op den eerstvolgenden naar New-York vertrekkenden trein te wachten. „Wat moet deze arrestatie beduiden i" had David verontwaardigd uilgeroepen. „Hier moet een dwaling of een vergissing ia het spel zijn." „Je bent toch David Hicks, of ben je het wellieht niet men eens kennis neemt van den inhoud van den Haagscheo brief van den correspondent van het «Alg. Handelsblad", voorkomende in genoemd blad van 29 October j.l. 'tls bijna niet te begrijpen, dat een serieus man als bedoelde correspondent op een derge lijke oppervlakkige wijze een oordeel uit spreekt, waarvoor geen enkele verdedigbare grondslag aanwezig is. Integendeel 1 Doch laten wij hel oordeel aan onze lezers zelf laten. Het bewuste artikel laten wy hieronder volgen «Een quaestie, die van meer dan plaatse lijk belang is, werd laatstelijk in den Raad behandeld. Het gold een zoogenaamden «vliegenden winkel" en 't ging om de vraag of de Gemeente tijdelyk een perceel aan den exploitant van zoo'n vliegenden winkel mocht verhuren. Dat mocht niet, meenden sommigen, want het was «oneerlijke mede dinging" jegens den middenstand, en die mocht do Gemeente stellig niet in de hand werken. Daarentegenover echter stelden anderen, dat het hier slechts ging om vrije concurrentie. En de «vliegende wi'.kel" ging er door. «Onzes inziens terecht. Indien de mede dinging, waarvan hier sprake is, inderdaad «oneerlijk" (in den zin van unfair of d 1 o y a 1) kon beeteu, ja dèn had de Ge meente haar niet mogen bevorderen. Maar waar was bier het oneerlijke, bet unfaire, het déloyale? Volgens de tegenstanders zat het hierin, dat. de vaste winkels op booge lasten en op booge buren zitten, terwijl bier iemand gebruik maakte van een leegstaand huis, dit huurde voor weinig geld en zich daardoor een voorsprong ver zekerde bij de »bona-fide" winkeliers. «Maar wat steekt daarin voor oneerlijks, voor «minder netjes" Wat doet die vliegende winkelier nu anders dan wat elke ondernemer doet (als hy wat pienter is)elke gelegenheid gebruiken om zijn productie- of exploitatiekosten te vermin deren. „Onderkruipt" zoo'n vliegende win kelier de anderen 1 Geenszins, want hij is uitteraard een Énder (economisch) wezen klanten immers, vaste klanten, kan bij niemand aftroggelen, daar hij straks toch weer verdwijnt. Tijdelijk zullen vaste klan ten van anderen bij hem komen koopeu, daar zijn prijzen lager zjjnmaar wat beduidt dat meer of anders dan wanneer een gewone winkelier door «uitverkoop" het zelfde doet... een uitverkoop, die dan Dog vaak «finaal" beet... en ten slotte de zaak laat zooals zij was. »Wij kunnen in die «vliegende winkels" niets zien dan iu de groote steden een vry onschadelijk en in de kleinere plaatsen een zeer nuttige, lot meer activiteit aansporende aanvulling van den vasten winkelstand. „Zeker, die ben ik maar wat willeu jelui Tan mfj „Wy hebben bevel, je onmiddellijk naar New-York terug te brengen." „Ik zal me daarnaar dan wel moeten schikken ik verzoek u alleen, my toe te staan, dat ik een kort bezoek aan myn vriend breng waarna ik vol komen bereid ben u te volgen." „Dat is onmogelijk." antwoordde een der politie agenten „onzeinstruction zyastellig, endeeerstvol- gede trein komt binnen tien min uten hier langs." „Welk een ramp 1" riep Hicks. „Zoo heb ik dus de reis te vergeefs gemaakt!" Op den terugtocht vernam de jonge man van de politieagenten, dat Melville Palmer was vermoord en dat er zware verdenking van den moord op hem rustte. Hy had er volstrekt niet aau gedacht, ae jas, welke hem niet toebehoorde, te onderzoeken en zoo kwam het, dat hjj van het aanwezig zyn der inrekerswerktuigen niet» had geweten. Toen Hicks zyu mcdedeeling geëindigd had overtuigde een blik op de ongeloovige gezichten hem, dat men aan zijn woerden geen geloof schonk en hy riep zyn collega's als getuigen op, dat hy nooit zulk een kleediDgstuk had bezeten. Zyn kennissen konden dit eenvoudig bevestigen, en namen deze gelegenheid te baat om getuigenis omtent zijn strik'e waarheidsliefde af te leggen. De officier van justitie wendde zich thans tot den beer Stratou. „Wenscht u getuigenis af te leggen V' vroeg hjj hem. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1907 | | pagina 1