Zaterdag
Februari 1908.
No 7470.
57e Jaargang,
Feuilleton.
ELISABETH MUSCH.
FIRMA A. R. VAN CLEEFF
ie AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag Donderdag- on Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden ƒ1.
franco per post 1.15. Advertentiën 1—6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bij regel-
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieële- en onteigenings-
advertentiën per regel 15 cent. Reclames 1—5 regels 1.25 elke regel meer ƒ0.25. Groote
letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten
evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
KORTE6RAGHT9
Telephoon 19.
Bij dit nummer behoort een
BIJVOEGSEL.
De BURGEMEESTER van AMERSFOORT,
Gezien artikel dl der Gemeentewet,
brengt ter kennis van de ingezetenen, dat de Raad dezer
Gemeente zul vergaderen op Dinsdag (leD 25 Februari
aansiuuude, des namiddags te 1/, ure.
Amersfoort, 20 Februari 1908.
De Burgemeester voornoemd,
WUIJTIERS.
GEWISSELDE STUKKEN.
Ouder dagleokoning van 13 Februari zonden
20 bewoners van den Bissehopsweg het volgende
adres aan den Raad
(leven met verschuldigden eerbied te kennen
Ondergetoekenden. respectievelijk eigenaren en
bewoners van woningen aan den Bisschopperweg,
l)at zij tot hun leedwezen zagen, dat men bezig
is met het plaatsen van een hooge houten schut
ting tot afsluiting van de Fröbelschool alhier,
waardoor niet alleen -onnoodig het ruim uitziehtweg-
genomen wordt van genoemde arbeiderswoningen
en zoo'n schutting geroodeiijk aanleiding geeft
tot het plegen van onzedelijkheid of het afwerpen
van onreinheid, waardoor genoemde weg, die toch
evenwel geen verlichting heeft, op een slop zal
gaan gelijken.
Redenen waarom U Edel Achtbaren beleefd doch
dringend verzocht wordt, last te willen geven tot
het doen plaatsen van een ijzeren hek.
B en W. antwoordden daarop 17 Februari:
Naar aanleiding van het hierbijgaand adres
van eigenaars en bewoners van woningen aan
den Bissehopsweg hebben wij do eer U in her
innering te brengen, dat art. 2 der Bouwveror
dening", vastgesteld door den Gemeenteraad in
zijne vergadering van 28 Augustus 15106. luidt:
- Alle erven aan openbare straten of wegen ge
degen, zullen daarvan moeten worden afgesloten
door gemetselde muren ter hoogte van twee
-^Meters uit de straal of den weg en ter dikte
yan minstens een ij seis teen, of door een op
«steunen voet geplaatste ijzeren hek ter zelfdor
♦hoogte.
♦Met toestemming van Burgemeester en Wet-
houders kan van deze bepaling worden afge-
weken"'.
Het verzoek van adressanten is derhalve om
twee redenen niet voor inwilliging vatbaar
le. Omdat de eigenaar de keus heeft tot het
plaatsen öf van een muur öf van een ijzeren hek
op steenen voet. Uwe vergadering mist derhalve
de bevoegdheid tot afscheiding een ijzeren hek-
voor te schrijven
2e. Omdat aan ons College door U de bevoegd
heid is gegeven tot eene andere wijze van afsluiting
vergunning te vorleenen.
Van deze bevoegdheid hebben wij gebruik ge
maakt, door aan de afdeeling Amersfoort van de
Maatschappij tot Nut van 't Algemeen vergunning
te geven tot wederopzeggens een houten schutting
te plaatsen. liet is voor den speeltuin der school
noodzakelijk, dat deze goed afgesloten en be
schermd voor wind is. Werd dus geen vergunning
gegeven voor een houten schutting, dan zou een
muur verrezen zijn. Aan de bezwaren van adres
santen zou dan evenmin voldaan zijn. Met het
oog op de omgeving meenden wij een houten
schutting zonder bezwaar te kunnen toestaan.
Op grond van het bovenstaande hebben wij de
eer IJ voor te stellen, aan adressanten te berichten,
dat hun verzoek niet voor inwilliging vatbaar is
UI UK HO YEN.
B. en W. schreven 20 Februari aan den Raad:
Wij ontvingen van de Commissie tot Bijstand in
't beheer van het landgoed ^Birkhoven" het U
hierbij aangeboden schrijven met concept-besluit.
Wij kunnen ons geheel vereenigen mot de be
schouwingen en conclusies van de commissie,
weshalve wij de oer hebben U voor te stdlen te
besluiten, zooals de Commissie adviseert.
Dat voorstel, van 19 Februari, luidt
Ter voldoening aan uw verzoek om voorlichting
betreffende de ter zijde genoemde onderwerpen
hebben wij de eer U het volgende te berichten.
Op den voorgrond stellende, dat het doel van
het Raadsbesluit van 3 September 1907, No. 310,
tot aankoop van Birkhoven" is geweest het
verkrijgen van oen mooie, boschrijke openbare
wandelplaat*- meenen wij, dat deze bedoeling het'
meest tot ar recht zal komen, indien het bezoek
van de bosschen zoo aantrekkelijk mogelijk ge
maakt wordt. In hooge mate kan hiertoe mede
werken liet aldaar slichten van een goed ingericht
koffiehuis, waar wandelaars de gelegenheid vin
den te rusten, huisgezinnen met kinderen een
vrijen dag of middag kunnen doorbrengen, waar
bezoekers van buiten de Gemeente een rust
plaats na hunne wandelingen in cle bosschen
kunnen vinden en waar ook gelegenheid is tot
verblijf »en pension" voor hen, die in de schoone
bosschen rust of herstel van gezondheid zoeken.
Aangezien het hier betreft een eigendom van de
Gemeente, zal op den voorgrond moeten staan,
dat do exploitatie in geen enkel opzicht reden tot
klagen mag geven en dat het geheel een zoodanig
aanzien moet verkrijgen, dat het als 't ware tot
een bezoek van het landgoed uitlokt.
Wij meenen, dat wegens deze eischen eene
onderhandsche verhuring de voorkeur verdient
boven een publiekebij eene publieke verhuring
toch is het bijkans onmogelijk, die eischen te
stellen ten opzichte van den persoon van den
huurder, waaraan deze moet voldoen, indien hij
ROMAN en HISTORIE.
door
P. J. FfiEDEKIgS.
5 (Slot).
Het; ie gebeurd aldus schrijft nu Rumpfdat
Monsieur Vun don Bosch, gouverneur vau Mevrouw
Buat haar zoontje (den ons bekendeu Philippus
Cornells) do» morgens ten hall zeven by my, rot; te
bedde zijnde ('l was December volgpus de „Hol
landsche Mercurius" van Januari 1674) kwam, zeer
ontsteld zijnde en wegens zijn alteratie mij in bet
eerste abord niets anders zeggende dan „Mijnheer,
wij zijn verloren", schoon ik hem drie li viermaal
om Godswil bad, alzoo ik beducht was, dat Mevrouw
De Bait eenig naricht gekregen had van een groot
ongeluk, Zijn Hoogheid of onzen Staat overkomen,
hij zoude zich toch explieeeren en my zeggen waarin
eigenlijk dit grooto, ons voorgevallen ongeluk bestond,
zoo kwam er eindelijk met een groote, verbaasde
stem dit bescheid uit„Le roi a arrété Madame De
Buat i u lui envoyant trois excempts", waarop ik,
van myn vorige verbaasdheid zoowat gerustgesteld,
repliceerde: „Is 't anders niet? God zy gedankt, dut
ons oir'eluk niet meer te beduiden hcoft."
D zaak hail dan o'r :udcriaad niet veel le he-
tcek"i\nnde ollicinr, d e als garuisaira in Beije's
huis aas gekoute i, was ecu galant hoor, die tinar
geen overlast aandeed en die, als waro hy naar gast,
deelnam aan de talrijke soireeB, waarbij ook Huygens
en Rumpf zelcteu ontbraken. Al het verdrietelijke
bestoud dan ook in de trosten van het arrest, welke
niet onaanzienlijk waren; docb Rumpf vernam al
heel spoedig, dat de grootuioedije Koning die wel
zou kwijtschelden eu hij hield Belje dan ook voor,
dat vele voorname Parysche dames in stilte jaloersch
op haar waren.
En inderdaad, bet geval had voor Betje een hoogst
gunstig en door haar zeker nimmer verwacht ver
loop.
„Op 15 Februari" (dus 1674) scbiyft Rumpf,. is
Madame De Buat met haar karos niet zes paarden
te Versailles geweest en heeft Zyue Majesteit ne
vens Monsieur De Pomponue voor haar genadig
ontslag bedankt, ray bij haa-- thuiskomst met onge
meen verheugd gelaat verhalend hoe beliefd Zijne
Koninklijke Majesteit haar ontvangen had."
tu trouwe, het was voor iemand als Betje een
volkomen ongedacht buitenkansje; het maakte haar
bekend aan bet Hof van den Zounekouing en aan
de beiu-mondo van Parys. Hoe langer zoo meer
begon haar dan ook in het leven in Frankrijk's
hoofdstad aan te slaan éh .van nu aan zien wij
haar beur tijd vrijwel gelijkelijk verdeelen tusschen
Parijs en Den Haag, in be.de plaatsen de „Iïeynaert"
blijvende, zooals Susanna wuygens haar had geken
schetst, eu de rol spelend. Heike Haussaye en Droste
ons deden kennen.
in 1685, tijdens de herroeping van het Edict van
Nantes, was zij te Parijs en zij haastte zich nu, over
te gaan tot de Roomscbe kerk. Ühristiaan Huygens
schreef aanstonds„L'on dit que Madame De Buat
a quelque manage en title ei que o' est lil le motif
de sa conversion."
Was 't om de genademiddelen der kerk was 't
door do toespraken van Bossuetwas 't. om de
verbeurdverklaring barer goederen iu Frankrijk te
voorkomen? Haussaye schrijft: „Elle lui converiie
tl la foi cutholique par M. l'arohevèque de Paris,
eene gemeentelijke inrichting als deze naar be-
hooren zal exploiteeren. De Commissie heeft zich
daarom op ruime schaal gewend tot verschillende
personen, die naar haar oordeel in aanmerking
kwamen voor een verhuring, rnet het resultaat,
dat zij U het hierbijgaand concept-besluit kan
aanbieden, ter toelichting waarvan het volgende
diene.
Het heerenhuis in zijn tegenwoordigen toestand
moet belangrijk veranderd worden, indien het op
behoorlijke wijze voor het aangegeven doel ge
bruikt kan worden. De kosten van de noodzakelijke
veranderingen worden geraamd op f6139 en be
staan in hoofdzaak in de volgende werkzaamheden:
het bijbouwen van een 3-"tal waranda's, het uit
breken van een muur, ten einde van twee kamers
éen groote te maken, het maken van een grooten
waterdichten kelder (waarvan de kosten wegens
den waterstand zeer hoog zijn), het bijbouwen
van privaten met waterdoorspoeling, het verbou
wen van eenige kleine vertrekken.
Wij zijn van oordeel, dat de bovengenoemde
werkzaamheden beslist noodzakelijk zijn voor het
gebruiken van het heerenhuis als koffiehuis.
Voorts achten wij het van veel belang, indien
de huurder gelegenheid heeft eenige personen „en
pension" te houden. Het is toch niet te ontkennen,
dat het van vele wisselvallige invloeden afhangt
of het bezoek van het koffiehuis zóo groot zal
zijn, dat de huurder eere belooning voor zijn
arbeid zal ontvangen. Door hem de gelegenheid
te geven in den zomer eenige kamers voor het
houden van pension beschikbaar te hebben, zal
ook aan het bedrijf van den huurder meer vast
heid ten grondslag liggen. Hierbij moet worden
opgemerkt, dat het ook in't belang van de Gemeente
is, dat de eerste huurder dadelijk in de gelegen
heid zij, zijn bedrijf goed in te richten. Het is
om deze redenen, dat de commissie U voorstelt,
boven de meest oostelijke muur aan den voorgevel
de verdieping uit te breiden.
In 't geheel zullen dan op de bovenverdieping
5 kamers (waarvan 2 kleine) voor pension geschikt
zijn. Het gevolg van deze verbouwing zal tevens
zijn, dat het huis een geheel ander aanzien zal
verkrijgen. De kosten voor deze uitbreiding worden
geraamd op f 1604, welke uitgave wij in alle
opzichten verantwoord achten, lettende op de zeer
belangrijke verbetering, die hierdoor verkregen
wordt..
Wij' hebbmi nog overwogen of eene verbouwing
op grooter schaal mogelijk is, maar zijn. wegens
de hooge kosten, tot eene ontkennende beant
woording gekomen.
Onder de huur, zooals deze in het concept
besluit nader is omschreven, is begrepen een ge
deelte van den moestuin en een kleine weide (ge
deeltelijk respectievelijk van de perceelen no. 1741
en 1255). Voor het exploiteeren van het koffiehuis
Francois t1e~Hurlaymuis eu abjurant Püórésie elfë
ne crut point devoir abjurer le putanisme."
Of de overgang gemeend wns? Vreemd mag het
heeten, dat zy in haar Hollandsch testament, 12
Augustus 16S9 vourdeu bekeuden Haagechen notaris
Gijsbert de Cretser verleden, de bepaling maakte
uat„bij «oo verre H. Ed. alhier te lande «al komen te
overlijden", zy wil begraven worden in het familie
graf in de goed-Protestantsche Kloosterkerk te
's-Gravenhageterwijl in haar Fransch testament
(dal wel 15 Mei 1696 geteekend is, doch gemaakt
moet ziju vóór den dood barer kamenier, d.i. vóór
"24 September 16S7, en dus bijna gelijktijdig met
het Hollaudsehe) staat„Si je meurs eu France ou
si jo viens 4 inourir eu chemin pendant quelque
voyage", dat zij begraven wil worden iu de Lieve
Vrouwe-kapol barer Heerlijkheid.
Doch volgen wij haar op haar Terderen levens
weg.
In 1685 vinden wij en bewij.-bnar voor de
laatste maal haar iu Den Haag en te Breda.
Iu 1689, by het uitbreken vau den Negenjarigen
oorlog, moet zij als „naturalisée frany iise" in Frankrijk
blijven in Holland liepen baar goederen sedert de
verheffing vau den Prins geen gevaar meer. Droste
zocht haar in het zelfde jaar te Parijs op.
Met den dood barer kamerjuffer ontviel haar de
laatste band die baar aau het vaderland hechtte en
bleef zy alleen achter in eeu vreemd land, waarin
zy het zich een voorrecht achtte genaturaliseerd
te ziju. In Holland was haar naam óok door
haar vader iu oneer; imar man stond niet goed
aangeschreven en bijna ieder wist, dat zij Imar pen
had geleend t >t strafbare correspondentie.
Treffend m het, dat wij haar kort na 1187 als
mot to zien bezigen „C'est eu Dieu quo i'-y mis
touto ma con fiance"; voorwaar eeu motto, dat men
van eeu vrouw met een zóo veel bewogen leven
niet zou Sibben verwacht.
Universeel erfgenaam der goederen in Frankrijk
was Franyois Palloy, imar intendant. Het zij intus-
schen gezegd, dat bet fransohe testament overigens
de volkomen goedkeuring kon wegdragen van
B ssuet, in wiens diocees zij woonde, van de
Jezuieten, de Paters Ctpueynen en den deken van
haar kerspel. De „ceniniesse- en ma paroisgp d Paris
et trois cent dans l'église des Jésuiles de la rue Saint
Antoino", evenals de „annuels" in de Sainte Vierge
te Saint Cyr sur-Mo in ziju eerlijk gelezen en worden
iu laatstgenoemde plaats nóg tweemaal per week
gebeden.
De Hollandsche goederen zorgvuldig van die van
Buat gescheiden vielen ten deel aan de klein
kinderen van baar jongste zuster, die gehuwd is ge
weest met Karei baron Van Boetaelaar.
In bet Hollandsche testament heet het, dat oud
tante Buat deu 29 Augustus 1699 overleden is;uit
bet Begraafboek van Saint Cyr evenwel leeren we,
dat zy den 11 Agustus overleed, in den ouderdom
van 60 jaar.
Een zonderlinge speliug mag het wel heeten.dat
noch vnti Cornelis Musch, noch vau Betje of Buat
eea portret bestaat, geschilderd dan wel gegraveerd
of geëist. Wel zegt Van I.ennep, dat in de kraam
kamer de geschilderde portretten van Musch en
zijn vrouw hingen, doch ook dit is phantasie, al
noemt hij Honthorst en Miereveld nis de schilders
er van. Of die portretten niet bestaan hebben?
Vermoedelijk wel. Wie weet in welke Almeti-gallerie
van dezen of genen dollnrkoning ze thans hangen.
Zelfs een grsfieekeu \an de eenmaal zoo gevierde
vrouw is niet te vinden.
Sic transit.