Dinsdag 10
Maart 1908.
No. 7477.
57e Jaargang,
KOSTELOOS.
Feuilleton.
FIRMA A. H. VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f\.
franco per post 1.15. Advertentiën 1—5 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bij regel-
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieële- en onteigenings-
advertentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels f 1.25 elke regel meer f 0.25. Groote
letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten
evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
K0RTE6RACHT9
Postbus 9.
Telephoon 19.
Wie zich met 1 APRIL
wensclit te doen in
schrijven als abonné,
ontvangt de tot dien datum
verschijnende nummers
wenacht zorg zal worden gedragen voor de opzending
iu den brief van aanmelding.
Amersfoort, 7 Maart 1908.
De Burgemeester voornoemd,
WUIJTIERS.
KENNISGEVING.
De BURGEMEESTER der Gemeente AMERS
FOORT,
Gezien de missive van den Commsisaris der Konin
gin in de provincie Utrecht van den 6 Maart 1908,
4e afdeeling, no. 997/711. betreffende vers-erking van
het blijvend gedeelie bij het wapen der infanterie.
Brengt ter algemeene kennis:
dat door Hare Majesteit da Koningin voorloopig
is goedgekeurd een ontwerp van besluit, houdende
bepalingen, krachtens welke miliciens van het wapen
der infanterie ter versterking van het blijvend ge
deelte bij da' wapen gedurende het tijdvak van 27
Maart to>. '25 Juii 190S onder de wapeu-n kunnen
komen of blijven, welke bepalingen, met de daaraan
door den Minister van Oorlog toevoegde uitvoerings-
voor-chriften in hoofdzaak neérkomen op het vol-
ge de
lo. De miliciens wien wordt toegestaan om van
27 Maart tot 25 Juli 1908 vrijwillig onder de wapenen
te komen of te blijven, ontvangen oene premie van
honderd twiutig gulden (f120).
Komt voor 25 Juli 1908 door omstandigheden, van
hun wil onafhankelijk (bijv. door ziekte) een einde
aan hun verblijf onder do wapenen, dau bedraagt
de premie éen gulden (fl) voor eiken dag van hun
vrijwillig verblijf.
2o. De premie wordt in eens uitbetaald bjj vertrek
met groot-verlof ot, bij voortgezel verblijf onder de
wapenen, op 25 Juli 1908,
3o. De verlofgangers, die dit jaar voor herhalings
oefeningen worden opgeroepen en die tot het vrij
willig verblijf als hier voren bedoeld zijn toegelaten,
mogen voor bet voloreogen dier oefeningen dadelijk
na 25 Juli onder de wapenen blijven.
4o. Iu bet geheel kunnen tot bedoeld vrijwillig
verblijf worden toegelaten ten hoogste 2200 man,
om het even tot welke lichting der militie zij
bebooreu.
Melden zich meer dan het vereisebte getal aan,
dun hebben zij, die zich bet eerst aanmelden, den
voorrang boven beu die later komen.
5o. De aanmelding van verlofgangers geschiedt
bij den korpscommaudant per brief, waarin hun
volledig adres duidelyk is vermeld en waarbij is
ingesloten een bewijs van goed gedrag, dat ter
Gemeente-secretarie moet worden gevraagd.
Geschiedende deze kennisgeving ingevolge machti-
tigiug van Hare Majesteit om aan bovenvermelde
voorloopig door Hoogstdezelvo goedgekeurde
bepalingen reeds algemeene bekendheid te geven,
onder beding, dat hij die bekendmaking mededeeling
worde gedaan, gelijk bij deze nadrukkelijk gesohiedt,
vau het voorbehoud, dat het vrijwillig verblijf onder
de wapenen op den hierbedoelden voet alleen din
kan geschieden, zoo de voor do daaraan verbonden
premie benoodigde gelden door de Wetgevende
macht worden toegestaan.
Wordende bij deze voorts bepaald, dat gegadigden,
aan wie eoue spoedige aanmeldiug ten zeerste wordt
aanbevolen, ter Gemeente-Secretarie nadere inlich-
tingeu kunneu verkrijgen en dat aldaar des ge-
Marktverbetering.
Het syndicaat der Parijsche groententelers
stichtte een beurs om jongelieden naar het
buitenland te zenden. Op voorstel van den
resident, den heer Duvillard, zal de eerste
jegiftigde naar Nederland gaan. Hij
werd, door tusschenkomst van de Ned. Pomo-
logische vereeniging, geplaatst bij den beer
Velders, te 's Gravenhage. Door de zelfde
bemiddeling zal de zoon van dezen kweeker
met dien van een Franschen teler van plaats
verwisselen. In Zuid-Limburg noemtinendit
Been kind op wissel". Dit stelsel wordt veel
toegepast met kinderen uit het Walenland.
De afdeelingen Noord- en Zuid-Holland
van de Vereeniging tot bevorderingder bij en-
teelt in Nederland hebben besloten, in Juli
en September aanstaande te Amsterdam sen
houigbeurs te houden.
En de ij rakers op de Veluwe eu in de
Gelderscbe vallei?
dat zelfs de onderwijzers dit niet vooral
vermoeden.
En vooral volhouden; niet volstaan met
eenpaar oefeningen in het jaar.
HoofdeD van scholen met meer dan éen
verdieping behooren ook een vasten
regel te stellen voor het ontruimen der
bovenste verdiepingen en hebben er op toe
te zien, dat niemand, wie ook, van dien
regel afwijkt.
Alleen door oefening wordt een paniek
voorkomen. En een paniek is erger dan de
brand zelve.
Naschrift. Te New-York is brand uitge
broken in een school vaD vyf verdiepingen.
In den tijd van éen minuut en elf seconden
waren de 800 kinderen zonder paniek op
straat.
Uitvoercijfers van tuinbouw- en pluimvee
producten naar Duitschland in 1906, volgens
de «Handelsberichten" van het Departement
voor Landbouw, Nijverheid en handel;
levende kippen waarde 2 650 000 Mk.
versche groenten 11 069 000
versche appelen 1 404000
levende gewassen, bloembollen 4651 000
aardappelen 2669 000 b
Schoolbrand.
Tot dusver heeft de vreeselijke ramp in
de school te Cleveland nog niet tot gevolg
gehad, dat iu de scholen hier ter stede
brandalarm werd gemaaktalthans niet in
alle scholen.
Zou het, met een zbo ontzettende ramp
voor oogeD, waarbij rond 180 kinderen een
vreeselijken dood vonden, niet zeer goed zijn,
de put te dempen eer het kalf verdronken is.
Het kan zoo gemakkelijk.
Het geheele geheim bestaat hierin, dat
elke maand, maar nooit op een te voren
vastgesteld tijdstip, het Hoofd der school
brandalarm doet maken middels de school
bel.
En er worde bij bevolenbij alarm
kleeren in de hand meenemen en niet
in de corridors aantrekken.
De deuren naar tuin of speelplaats dienen,
ook bij het aller ongunstigste weder, steeds
open te zijn en natuurlijk naar buiten open
te slaan.
Dus iedere maand alarm; maar zoo,
Alcohol eu beschaving.
Gisteravond juist het omgekeerde van 9
Januari. Toen, bij de vergadering voor de
werkloosheid, verhuisden we van het tooneel
naar de zaalnu, bij den openbaren propa-
ganda-avond van bet A. D. C., gingen de
rond dertig toehoorders naar bet tooneel.
Prof. Kenninok Voorzitter van het
A. D. C., de ijverige combinatie der ver
schillende drankbestrijdings-vereenigingen
hier ter stede, sprak eeu woord van welkom,
herinnerde, dat het A. D. C., hoe heterogeen
ook van bestanddeelen, zich stipt houdt aan
éen artikel van zgn ongeschreven wet en
wel aan de neutraliteit, doch niet in zake
drankmisbruik, waar tegenover het onverzoen
lijk staat en sprak den wensch uit, dat ook
deze bijeenkomst mocht bijdragen tot berei
king van het doel.
P ro f. d r. J. v a n R e e s, buitelngewoon
hoogleeraar in histiologie (weefsel eer) aan
de Gemeentelijke universiteit van Amsterdam,
die vervolgens het woord verkreeg, zeide
ongeveer
Al is deze vereeniging ook neutraal, toch
heb ik van haar Bestuur verlof gekregen,
mijn eigen overtuiging als drankbestrijder
uit te spreken en dus te bespreken de vraag
of matigheid dan wel geheelonthouding een
beter strijdmiddel is.
Ik zal spreken over de rol, die de alcohol
speelt ten goede dan wel ten kwade tegenover
de beschaving.
Beschaving is niet het eigendom der be
schaafde volken, die integendeel veel onbe
schaafds vertoouen, terwijl de zoogenaamd
wilde volken veel beschaafds hebben. Denken
we aan de iijne beschaving van den. Javaan,
bijvoorbeeld aan zijn diep besef van betame
lijkheid, zoowel tegenover zijn superieuren
als te middeu zijner grootste feesten en ver-
felijken we dat eens met onze alcoliol-
ermissen.
En evenals men spreekt over de bescha
ving van bet individu, kan men spreken over
de beschaving van de gemeenschap, bet ras,
de bevolking, waar evenzeer gestage wissel
werking is.
Waar ik zal bespreken de rol, welke de
alcohol speelt op al deze onderdeelen, wil ik
eerst nagaan welke rol hij speelt op het
lichaam, mijn speciaal terrein van studie,
al is dit niet het gewichtigste deel van den
strijd tegen den alcohol. De zedelijke gron
den van dien strijd wil ik voor 't oogenblik
laten rusten, en alleen spreken over de
lichamelijke.
Het lichaam is opgebouwd uit vijftig bil-
lioen celletjes, van zeer teeren bouw; het
meest vatbaar voor invloeden van buiten
zijn de hersen- en wervelcellen (verlengde
merg en ruggemerg, gangliën) en een hun
ner allereerste levensvoorwaarden is voort
durende aanvoer van zuurstofwordt die
aanvoer verkort, dan doet de cel minder
waardig werk, evenals wijzelf lusteloos en
slaperig worden in bedorven luebt.
De volkomen gezonde toestand dier cellen
is mee de grondslag van de waarde welke
bet lichaam beeft voor werkzaamheid, dus
ook van het gehalte der beschaving, dat we
innemen (een zenuwlijder).
En hoe weet men nu zoo beslist, dat de
alcohol eeu zeer slechte werking heeft op de
cellen
Alcohoi brandt gemakkelijk (vergelijk
brandspiritus of eau-de-cologne met zuivere
petroleum) en heeft dus een hevig verlangen
om zich te vereenden met betkoulzuur uit
de dampkring. De alconol verbrandt daarbij
evenals bet gas in eeo lamp en de voedsels
in ons lichaam, welke door dat verbrandings
proces warmte geven aan ons lichaam.
Als nu alcohol in ons lichaam komt, open
baart zich al heel gauw deze behoefte om
te verbranden en die verbranding gaat zeer
spoedig, veel vlugger dan de voedsels en
hierdoor ontstaat ook veel grooter slijtage
aan de machine, te meer omdat alcohol geen
bouwstoffen geeft gelijk voedsels als suiker of
vet.
Na alcohol-gebruik geeft hel lichaam meer
warmte ai en dit komt ten slotte neer op
een tekort aan warmte, some zelfs tot De
alcohol stort zich op de zuurstof in de weef-
seldeelen en onttrekt de daarvoor noodige
warmte, tot groote schade vooral van slijmvlies
van slokdarm en maag (maag-catarrh bij
den drinker), darmkanaal en lever (lever
kwaal bij zelfs matige drinkers in de tropen)
maar vooral voor de cellen van het centraal-
zen iwstelsel,de hersencellen en de kiemcellen,
door welke de individuen vau latere geslach
ten worden getroffen.
Het centraal-zenuwstelsel nu beeft in ons
lichaam een bijzondere en ook bijzonder
4)
Ia het algemeen was liet de gravin vrjjwel ouver-
scnillig of <lo graaf haar gelijk gaf, of niet, want z\j
wist toch, dat zij de verstandigste was en dat hetgeen
zij eenmaal goed of juist had genoemd, ook zoo
bleef. Toch was het haar in dit geval aangenaam,
dat de graaf haar iuzichton deelde, want onder het
spreken hvi zij begrepen, dat deze oud-officier zeer
trotsch op zjjn adel zou zyndat bleek duidelijk
uit de advertentie. Menigeen zou het allicht aan
genamer geweest zijn, op zijn eigen katuer te eten,
zijn eigeu baas te zijn en lo kunnen laten en doen
wat hij wilde. Gast te zyti, logt niet alleen gasthee-
ren, maar ook gasten verplichtingen, en vaak lastige
dingen, op en dat b(j dit vrijwillig op zich nam,
was een goed teeken en sprak voor hem.
En wat de gravin ook eerst iu stilte gehoopt had,
werd haar nu plotseling volkomen duidelijkzij
zou natuurlijk dagelijks met item over den adel en
over adelli'ko geschiedenissen kunnen spreken, want
eeu cavalurie-officier, die op dat gebied niet thuis
was, besto ij er natuurlijk met.
Iu ust opzicht kende zij maar éen roemlooze
uitzondering eu dat was haar man. Die was wel
trotsch op z(jn adellijken naam, maar vau het hooge
voorrecht van adel te zyn, was hij niet zóo volko
men doordrongen als zij wel wenschte.
Hij was haar te onverschillig, maak te zich te gaarne
populair; hij wwatn zijn buurman Weidemanu vaak
veel hartelijker tegemoet dan een adellijken bekende.
Tevergeefs had zij beproefd, bem hierin te verbete
ren, misschien zou het den baron gelukken, die dan
behalve rijleeraar voor haar dochters ook nog op
voeder vau haar mau zou kunneu zijn. Eu bij deze
gedachte sloot zy natuurlijk iu gedachten den
nieuwen huisgenoot met volle sympathie in de ar-
meu.
Of hij ook tennis zou kunnen spelen? dacht
Aleia. Wat had het voor nut, dat men met veel
onkosten iu den tuiu een groot tennisveld had aau-
gelegd? Z\j zeil was eeu hartstochtelijke liefhebster
vau bet spel, maar gewoonlijk ontbrak eeu partner.
Dagmar had voor deze sport niet de minste sympa
thie en wanneer zy zich ten slotte liet verleiden
voor éeu keer de raket ter band te nemen, dan was
het toch altijd maar voor een paar minuten en
vervelend legde zij dan het ding weer neer. Zij
speelde slecht en het altijd maar verliezen, verveelde
haar tenslotte evenzeer als de eeuwige vermaningen
van haar zuster. Wanneer Hans en zyn vrienden
er waren, kou Alexa haar lieveliogsspel spelen, maar
dan weer werd or niet ernstig gespeeld ;dan werden
moppnn verteld, or werd gelachen en gekheid ge
maakt, zoodat men ten slotte meer stond to praten
dan dat er werd gespeeld.
Of hij wel tennis zou spolou Wat zy eers ge
hoopt had, wis; zij nu plotselingjvel heel zeker
want een cavalerie-o
raket niet evengoed
van adel, die met de
kan omgaan als met zyn
paarden, was natuurlijk een onmogelijkheid.
Ook zij heette in gedachten den nieuwen gast
reeds van harte welkom, on in baar opgewektheid
riep zij
„Papa, ik zou vandaag uog maar aan de courant
schrijven, want anders snoept een ander hem ons
misschien nog af".
„Werkelijk, Alexa, je gebruikt uitdrukkingen die
allesbehalve passend voor je zijn."
„Alexa meeut het zoo erg niet, Constance. Maar
overigeus heeft ze gelijk. Hoe denk jullie er over?"
De gravin zweeg nog een oogenbliktoen zeide
zij ten slotte:
„Schrijven op die aunonce verplicht nog tot niets."
„En wat denkt jy ervan, Dagmar?"
Deze was onder het laatste gesprek nog stiller
geweest dan anders. Zy kon niet weer kwijtraken
tien gedachte, die haar dadelijk had geoccupeeH.
Zou aiisscliieu deze officier de zelfde zijn, dien zij
bnua dagelijks in de manego had zien rijden en die
zich volstrekt geen moeite had gegeven te verbergen,
dat haar uiterlijk hem beviel? Duidelyk genoeg
hadden zyn blikken haar dat gezegd on eindelijk
had zy haar nieuwsgierigheid niet meer kunnen be-
dwingeu en den stalmeester, die naast baar reed,
met eeu paar woorden naar hem gevraagd. Die.
bad zijn naam uiet goweten, wist alleen, dat by eeu
officier buiten dienst wae, die nooit auders dan
„mijnheer de barou" geuoemd werd eu ervan leefde
dat hij voor anderen, vaak voor hooggeplaatste per
sonen, paarden africhtte, daar njj een bekend voor-
tretijjk ruiter was. Of de freule aau hem voorgosteld
wilde worden, had de man ten slotte gevraagd.
Energiseh had zij toen het hoofd geschud en sjj
was met geen woord meer op de zaak teruggeko
men. Maar nog koeler dan voorheen had zij zijn
blifckeu beantwoord en toen zy eeumaal haar kar
wats in de garderobe had laten liggen en by baar
die aanbood, om haar onwillig paard over de hin
dernis te drijven, toen had zij dat ding zonder een
woord vau dank. alleen met eeu hooghartig knikje
aangenomen, zoodat zy eigenlijk zichzelf er over
schaamde.
Op den baron scheen dat al heel weinig indruk
gemaakt te hebben. Slechts een seconde had een
spotachtig lacr.je om zijn mood gespeeld; toen was
hij weer met zijn paard begonnen.
Dagmar was boos geweest over de stille bewijzen
van hulde, die hy haar gebracht had, maar toch vond
zy het een bewys van onopgevoed beid, ja byua van
gobrekaan tact, dat hy na dat voorval zich niet meer
liet zieD. De schuld daarvan, die by baar rustte,
schoof zij op hem. Zij was onbeleefd geweest en
noemde nu hem iemand zonder tact.
Maar hoewel hy oogenschyulijk beeletmul niet
meer op haar letto en haar zelfs niet aankeek, wan
neer zy beiden alleen in de manege reden, voelde
zij toch wel, dat hy voordurend zijn blikken op haar
gevestigd had, zoodra zij Item niet kou zien. Dat
maakte baar onrustig en nerveus: dat brscht zy
van zichzelf over op bet vasthouden van de teugels
en dat degee die haar onderricht gaf, haar dan
tn zyn tegenwoordigheid inoest wjjzen op fouten
en haar terechtwijzen, hinderde haar nog meer.
(Wordt vervolgd.)