Donderdag 24 September 1908. No. 7562. 57e Jaargang. KOSTELOOS. Feuilleton. THEA. UITGAVE FIRMA A. H. VAN CLEEFF te AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden fi.— franco per post f 1.15. Advertentiën 16 regels 60 centelke regel meer 10 cent. Bij regel- abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosleloos. Legale, ofücieële- en onteigenings- advertentiën per regel 15 cent. Reolames 1—5 regels f 1.25 elke regel meer 0.25. Groote 'etters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. KORTEGRACHT9 stbus 9. Telephoon 19, |ie zich met 1 Octo ber wenscht te doen inschrijven als abonné ontvangt de tot dien datum verschijnende nummers KENNISGEVING. De BURGEMEESTER van AMERSFOORT, Gezien artikel 41 der Gemeentewet, brengt ter kennis van de ingezetenen, dat de Raad dezer Gemeente zal vergaderen op DINSDAG den 29September aanstaande, des namiddags te l'/i ure. Amersfoort, 24 September 1908. De Burgemeester voornoemd. WUIJTIERS' Gesplitste bestekken. De vereeniging „Handel en Nijverheid", die onder haar leden heel wat middenstanders telt, die, hetzij als principaal van eenig bouwwerk, hetzij als uitvoerder of aannemer daarvan, by het vraagstuk der al dan niet gesplitste bestek ken groot belang hebben, heeft thans aan haar leden verzonden twee vragenlijsten, waarop zij gaarne vóór 15 October antwoord zou willen ontvangen. In de commissie ad hoe werden benoemd de heeren J. van der Wal Kz., Voorzitter; C. Prins Jr., \V. van Schaik, W. van den Donker en J. H. van der Meiden, Secretaris. De eene lijst bevat 7 vragen, te beantwoorden door voorstanders der gesplitste bestekkende andere 6, voor tegenstanders daarvan. Den 23 December 1907 verzocht de plaatse lijke afdeeling van den Bond van schilderspa troons in Nederland aan den Gemeenteraad, bij aanbesteding der Gemeentenwerken een split sing in de bestekken in te voeren, waarbij de schilderwerken voor door de Gemeente te slich ten gebouwen afzonderlek zouden worden aan- steed. Als toelichting op liaar request gaf zij het ter zake behandeldo op het Nationaal cocgres voor ambachtsnijverheid, ten vorigen jare te Amsterdam gehouden, waarin wordt betoogd, dat het niet alleen wenschelijk, doch door de om standighedenen met het oog op veredeling van 2.) Als Thea zoo sprak, was het haar steeds volle ernstdat merkte Gillberg maar al te goed, maar toch dwong hij zich steeds, om haar te lachen. „Maar kind, wees toch verstandig dat gaat immers niet. En hier is het immers óok mooi. „Hier?" Zij trok het sierlijke neusje op. „Hier is alles afschuwelijk de stad en de menscheD. Alleen mevrouw Von Eckern is aardig en mooi, die zou best in Kjöbnhavn geboren kunnen zijn maar de rest?" Dat zij het telkens weer over „Kjutmhavn had, was in 't minst geen bewijs, dat zij bekrom pen van geest was. Integendeelzij had een scherp, gezond verstand, maar zij leed aan heim wee zij verlangde naar het heerlijke Noorden en durfde dit haar man, dien zij oprecht lief had, niet bekennen. Zij zaten juist aan tafel, toen de uitnoodiging der Eckern's kwam en hoezeer zij ook de mooie vrouw vereerde, toch hield zij thans slechts met moeite haar tranen in. „Moeten wij er werkelijk heen Moeten wij Als er éen mogelijkheid was geweest, zou ny tegenover haar vleiende stem niet onverbiddelijk gebleven zijn. Over de tafel heen greep hij haar handje en bracht het aan zijn lippen. Thea, wees verstandig 1 Je hebt immers zoo even zelf gezegd, dat mevrouw Von Eckern zoo mooi en lief is, dat zij best een Deensche zou kunnen zijn". „Ja, zij well" riep zij met v mr uit, „n het ambacht en de sociale wetgeving ook nood zakelijk i8, de aanbestedingen naar de verschil lende vakken te splitsen, zooals ook vroe ger algemeen plaats had. Feitelijk geschiedt de splitsing toch, omdat het werk wordt uitbesteed aan éen persoon, die het, ge- plitst naar verschillende vakken, weer aan an deren uibesteedt. Bij deze wijze van doen is echter de besteder niet vrij in de keuze der uitvoerders, evenmin als de urchitect, terwijl de aannemer, die immers zooveel mogelijk tracht te verdienen, niet altijd eerlijke middelen gebruikt. De afdeeling zelf lichtt8 haar verzoek toe door de volgende voorbeelden le. Hoofdaannemer A heeft voor een tame lijk lagen prijs zeker werk aangenomen. Tijdens den bouw raakt bij in financieele moeilijkhedenhout- en steenleverancier, mede in 't geval betrokken, redden hem, tegen het aangaan van cessie op de betalingetermijnen. Gevolg hiervan is meestal: de schilder krijgt zijn geld als er wat overschiet. 2e. Hoofdaannemer B is door samenloop van een en ander in zijn betalingen ten achter, neemt, om deze betalingen toch te kunnen doen, een werk aan, ziet cessie te verkrijgen bij een Bankinstelling ende nieuwe crediteuren mogen geduld hebben tot een eventueel ander werk. 3e. Hoofdaannemer Cj wil van een werk het overcompleet materiaal rentegevend maken en bouwt een of meer huizen daarvan en gebruikt zoolang voor de arbeidsloouen het geld der cre diteuren. Gevolg hiervan is: de Bchilder krygt zijn geld als de hypotheekbank uitkeering doet. 4e. Hoofdaannemer D is zonder werk, doch wil por 6é werk hebben; hij stelt daarom de onderdeelen van dit werk, in 't bijzonder het verfwerk, op veel te lagen prijs en tracht dan den een of ander minder goed onderlegden on deraannemer te vinden, die het voor dit prijsje wil hebben. Lukt hem dit niet, dan ziet hij, ofschoon zonder vakkennis, zelf zoo'n onderdeel uit te voeren, tot schade van het werk. 5e. Hoofdaannemer E staat er financieel goed voor, vindt echter een half jaartje rente al te aanlokkelijk om daar niet van te profiteeren, en laat dus de onderaannemersmaar zoo lang wachten. 6e. Hoofdaannemer F neemt het minder nauwkeurig op met zijn crediteuren, ziet zoo veel mogelijk betalingen los te krijgen, maar zoo min mogelyk uit te voeren, en vertrekt dan naar 7e. Hoofdaannemer G dan eindelijk kan en wii zijn verplichtingen tegenover de onderaan nemers behoorlijk vervullen. de anderen; die verschrikkelijke majoorsvrouw hoe heet ze ook weer? o ja, Mangold, die zoo rijk is en toch altijd wollen onderrokken draagt en wollen kousen, omdat haar ijdelbeid haar gierigheid niet kan overwinnen. En dan die mevrouw Von Ahlert, die met haar man zooals je me verteld hebt thuis als kat en hond leeft, die iederen dag ruzie hebben op vechtens af en toch voor het oog van de wereld als een paar tortelduifjes met elkander omgaan, alleen om te zorgen, dat de meerderen er niets van zullen merken en dan die vrouw van kapitein Von Taller, die niet wil, dat baar man thuis den mond opendoet en aan ieder een, die 't hooren wii vertelt: ik doe alles, wat mijn lieve Rudolf wilmijn wil komt te genover zijn geluk zelfs niet in aanmerking En dan de vrouw van majoor Von Rock- hausen, die haar man en haar dochter door haar eeuwigdurende jaloezie het leven tot een hel maakt, en dan Hij viel haar in de rede: „Je blijkt alles wat ik je op reis uit de grap verleid heb, goed onthouden te hebben I Ik heb je dat echter niet gezegd om je tegenover de andere families op te stokenje zult je inte gendeel herinneren, dat ik alles gekscherend, niet boosaardig of hatelijk heb geschilderd. Ik- zie 't nu te laat in. 't Ware beter geweest, in dien ik mijn mond had gehouden." „Dacht je, dat ik toch niet spoedig alles te weten zou zijn gekomen Ik heb immers met eigen ooren den wollen onderrok van mevrouw Mangold hooren ruischen, toen we haar een visite maakten. En de vriendelijkheid van me vrouw Von Talier tegenover haar man, toen zij ons bezochten, was veel te groot om echtte zijn. Ware liefde toont een vrouw haar man alleen dan, wanneer zij met hem alleen is." ?,Zoo Nu toon ze mij dan eens", plaagde hij haar. Wat de sohilderspatrooDS schreven van schil derwerk is Datuurlijk voor alle andere vakken, die bij den bouw betrokken zijn, te varieeren. Het adres werd door den Gemeenteraad in handen gesteld van B. en W., die het advies vroegen van de Commissie voor de fabricage, welke onder dagteekening van Juni 3 1908 rap porteerde „Wij meenen, dat een dergelijke splitsing niet mogelijk is, daar, wanneer het voor de schil ders ingevoerd wordt, alle andere ambachten zullen verzoeken een dergelijke splitsing ook voor hen in te voeren. Geschiedt het voor alle ambachten, dan zou, wanneer het werk niet op tijd opgeleverd werd, de eene aannemer zich steeds achter den anderen verschuilen en het zou voor de Directie onmogelijk te bewijzen zijn, wie de nalatige onder hen is. Ook op het werk zelf zou het een bron van oneenigheden tus-chen de aannemers zijn. „Ten slotte ligt het naar onze meening op den weg van de onder-aannemers, te onder zoeken of de hoofdaannemer van bet werk soliede is. Zijn zij hiervan niet overtuigd, dan moeten zij zelf zoo verstandig zijn, geen werk van hem in onderaanbesteding aan te nemen. „Wij adviseeren U derhalve aan den Raad voor te stellen, afwijzend op het adres te be schikken". B. en W., zich geheel vereenigend met dit advies, gaven onder dagteekening van 15 Juni den Raad in overweging, afwijzend op het ver zoek te beschikken. In de Raadsvergadering van 30 Juni daar aanvolgende kwam het verzoek ter tafel. Uit de discussiën bleek, dat de meest tot oordeelen bevoegden, twee architecten, ten-deze een zeer uiteenloopende meening hadden. We laten deze diBCUBsiën thans volgen. De heer Salomons, M. d. V., ik geloof, dat B. en W. in deze zaak te veel zijn afgegaan op de Commissie van fabricage. Ik heb mij over dat advies verwonderd en heb die verwon dering direct uitgesproken toen ik in het advies las, dat de splitsing niet mogelijk is. Ik ken nit mijn ondervinding verschillende feiten, die het advies van de commissie weerspreken. Ik heb zelf de gesplitste aanbesteding meermalen toegepast, en steeds met het meeste succes. Over het algemeen iB bel principe van de ge splitste aanbesteding billijk. Er zijn plaatsen, waar de aanbesteding nooit anders gebeurt dan in onderdeelen. In de eerste plaats wordt de prijs daardoor billijker, maar buitendien heeft ae aanhusteder dan de zekerheid, dat hij den- gene krijgt, dien hy het liefst heeft op het werk. Ook heeft men op die wijze de zekerheid, dat het werk wordt gemaakt voor den prijs, waarvoor het kan gemaakt worden. Het gebeurt Zij sprong op, ging op zijn schoot zitten, sloeg haar armen om zijn nals en kuste hem teeder. Daarop ging zij echter weer Bnel zitten. „Dat had je oppasser eens moeten zien," zei ze met een blosje van verlegenheid, terwijl zij met de hand haar kapsel in orde bracht. „Wat heb je mij toegetakeldjijjijEn opnieuw bood zij hem haar mond voor een kus. „En je zult verstandig zijn en meegaan naar den kolonel?" „Ja, maar alleen omdat mevrouw Von Eckera zoo mori en zoo aardig is. Naar de anderen krijg je me echter niet heen; dat zeg ik je nu al." „Daar spreken wij later over. Natuurlijk moet je óok naar hen en als we dan gelukkig bij alle families hebben afgegeten, moeten wij ze al len bij ons vragen. Natuurlijk niet te gelijk, daar is onze eetkamer te klein voor, maar zoo langzamerhand iedere keer zoo'n stuk of vijf echtparen evenveel en jongelui." „Maar dat is verschrikkelijk, Frits I Dat hadt je mij eerder moeten zeggeu. Als ik dat geweten had, had ik je nooit getrouwd." „Werkelijk niet?" iij keek hem met een betooverend lachje aan: ^Misschien toch wel maar alleen misschien!" Daarop werd zij weder ernstig. „Is dat bij al le regimenten zoo, zooals jij 't vertelt, of alleen hierl omdat de Eckern's zoo gastvrij zijn Dat is toch verschrikkelijk! Wat heeft men dan aaD elkaar? Overdag heb je dienst, 's avonds moeten wij naar de eene of andere vervelende partij, bij je kameraden of bij je meerderen. Dat is bijna nog erger dan do dienst, die je van huis hondt." „Dikwijls wel," gaf by haar toe, „al is 't nu wel niet zoo erg als 't jou op 't oogenblik voor komt." Zij zweeg een heelen tijd. „En als wij ze dan allemaal moeten aitnoo- vaafe, als een aannemer een werk aanneemt dat het nadeelige risico van een onderdeel van het werk gedekt moet word«n door hetgeen overschiet van een anderen post. Het is in het belang van den besteder, dat het werk in on derdeelen wordt uitbesteeddan kan zoo iets niet voorkomen. Verder wordt door de CommisBie van fabricage als bezwaar genoemd, dat de onder-aannemers zich achter elkaar zouden verschuiven wat den tijd van oplevering betreft. Dat bezwaar is ge makkelijk te ondervangen door in het bestek een bepaling op te nemen, waardoor dat wordt uitgesloten. Ik heb er in mijn praktijk nooit last van gehad en op andere plaatsen gaat het, naar ik vernomen heb, óok goed. De architect, die over het werk is gesteld, kan beoordeelen welk vak achterlijk is en kan op grond van zijn bevinding ingrijpen. Ik weet niet welk bezwaar er tegen de inwilliging van het ver zoek kan zijn en geef dus in overweging, het toe te staan. De heer Kroes. M. d. V., mag ik den heer Salomons met een enkel woord antwoorden Ik ben het geheel oneens met den heer Salomons. Ik heb mijn advies gegeven in de Commissie van fabricage en ga volkomen mee met B. en W. Alle omstandigheden wiizen er op, dat als wij beginnen met afzonderlijke aanbesteding voor den schilder, wij dat ook znllen moeten doen voor den metselaar, den loodgieter, den grondwerker, enz. Dan zou ik den architect wel eens willen zien, die in staat is, der. kluwen in de hand te houden en er uit te komen. Ik zou er geen kans toe zien. Als een schilder nir' met een aannemer te doen wil hebben, dar. is hij niet verplicht, in te schrijven voor werken, die zulk een aannemer uitbesteedt. Ik heb nog nooit van een aanbe- steder gehoord, die succes heeft gehad met ge splitst' aanbestedingen. De onder-aannemers schuiven altijd de schuld op elkaar. Als men zegt tot den schilder: „Gij zyt niet klaar", dan geeft hy de schuld aan den stukadoor of aan den behanger. Ik weet werkelijk geen beter middel dan publieke aanbesteding. De voor beelden, die worden aangehaald, loopen te zeer uiteeD op de eene plaats gaat het goed op de andere slechtmaar als men zich streng houdt aan de bepalingen van het bestek, dan is men het beat gewapend. De Voorzitter. Ik geloof ook, dat het een bron van groote oneenigheid zal opleveren, als wij ingaan op het verzoek. De heer Kroes. Er zyn schilders, die last hebben van de aannemers. Het adres noemt daarvan voorbeelden; maar ik kan feiten noe men van schilders, die wel werken onder aan nemers. Zij zeggen„Ik heb met de directie digen, kan dat dan niet in eens, bijvoorbeeld al len te zamen in een hotel? Dan hebben we de zaak in eens achter den rug". „Dat zou in ;de eerste plaats zeer duur zijn en bovendien onbeleefd", zei hij. „De gezellig heid in het regiment moet tegelijkertijd ten goede komen aan de kameraadschap. Met zoo'n „voedering in massa", zooals men dat noemt, gebeurt dat niet. Hoe vaker wij gasten bij ons hebben, des te meer zullen we bij de overigen den naam krijgen, goede kameraden te zijn". „Maar dat kost handen vol geld," klaagde zy „en zes kleine partijen geven ook veel meer werk dan éen groote". „Dat heeft er niets mee te maken en of wij hel betalen kunnen of niet, doet er ook weinig toemen zou ons 't verwijt maken, dat wij boven onze krachten leven en voor de buiten wereld een stand trachten op te houden, die in geen enkel opzioht in overeenstemming is met de poBitie van een jong officier zooals ik". „Dat begrijp ik niet". „Dat zul je met ter tijd wel begrijpen, wan neer je eerst maar eenB een werkelijke soldaten vrouw bent". „BrrLachend deed zij of zij huiverde „Soldatenvrouw wat is dat „Een soldatenvrouw," antwoordde hy ernstig, „noemt men bij ons een vrouw, die'met haar uian kommer en leed deelt, die met hem voor zijn dienst en zijn beroep leeft, die eenvoudig en niet veeleischend is, die niet klaagt en weent wanneer haar man eenmaal ten oorlog moet uittrekken, doch die zich om zijnentwille daar over verheugt, die haar zonen opvoedt tot dege- 2"'ke mannen, tot trouwe aanhangers van hun eizer, die mst haar man éen is in de liefde voor Keizer en Rijk". (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1908 | | pagina 1