Najaars- en Winterseizoen 1908.
Blouses
Costuumrokken
Peignoirs
Onderrokken
Pelterijen
Kousen
Handschoenen
i
Kanten
Zijdenstoffen
Fluweelen
Ruches
Nouveautés
Ceintuurs
©♦©♦©♦©♦©♦©♦©♦©♦©♦©♦©♦©♦©♦©♦©♦o
A. J. P's MANNA-PUDDING.
i J. POLAK - OMMEN.
ALLE afdeelingen van mijne
DAMES-MODEZAAK
zijn van eene geheel nieuwe sorteering Nou
veautés voorzien.
Mode - Magazijn
BRANDEWIJN
Slijterij JET KAPELHUIS"
ZEISTER ZENDINGSDAG
op 30 September 1908.
Feuilleton.
THEA.
AMERSFOORT,
langestraat 40.
Interc. Telefoon 103.
I
CREOIETVEBEENIOING
te Amsterdam.
Correspondentschap te Amersfoort
mr. H. J. M. van den BERGfl,
WILHELMINASTRAAT 5.
Zij stelt zich ten doel;
het verleenen van Credieten onder per
soonlijke ot' zakelijke zekerheid of in-blanco;
het incasseeren van handelspapier;
het ontvangen van gelden a deposito en
rekening-courant.
*AnKrs?ortM«
De waarde van goede melkproducten be
staat hierin, dat ze zuiver, smakelijk en
duurzaam zijn.
Alleen Amersfortia's melkproducten,
(flesschenmelk, room en karnemelk) voldoen
aan die hooge eischen.
Boter (Rijks-controle) 1.45 per Kilo.
E.Brqndsmci
Inlichtingen omtrent den verkoop worden
verstrekt door den heer H. BOERWINKEL,
Utrechtsche straat, Agent voor Amersfoort.
voor den INMAAK
ingang Lieve Vrouwe-kerkhof.
Deputaten der C'lasse Utrecht maken bekend, dat den 30en dezer in de GEREFOR
MEERDE KERK te ZEIST de
classicale Zendingsdag
zal gehoudeh worden.
In de MOKGENVERGADERING van 10 12 uur treden op de Heeren
Ds. H. A. VAN ANDEL van Baarn, met het onderwerp: Enkele bezwaren tegen
Zendingsarbeid in de weegschaal gelegd, ds. L. ADRIAANSE, em. miss. predikant, met
het onderwerp: „Het biudenlandsch bestuur en de Zending".
In de MIDDAGVERGADERING van 2 4 uur treden op: De Eerw, heer JENS,
Oud-Zendeling, met het onderwerd„Mededeelingen over Nieuvy-Huinea", ds. M. F.
VISSER van Nijmegen, met het onderwerp: „Een grootsche arbeid".
's AVONDS «Va unr> Bid-uur voor de Zending: ds BBEUKELAAR van Utrecht.
Nameus deputaten voornoemd,
L. ADRIAANSE.
Elke smaak bereid met vruchten er in.
Daardoor beslist de beste der 10 cents puddingen.
mcscovisch, orange, citroen, chocolade, amandel, vanille.
N.B. Wjj zonden eone aardige verrassing aan ieder, die deze advertentie uit
knipt en ze ons niet 5 ledige kleine cartonneijes van Manna-pudding als drukwerk
toezendt.
Engros: J. van VOLLENHOVEN, Amersfoort, Afd. Koloniale waren.
smaken:
10 cent
per pakje.
Doermann was met Gillberg zeer bevriend
zij waren al twee jaar bij de zelfde compagnie,
Gillberg als eerste-luitenant, bij nog als tweede,
ofschoon hij binnenkort zijn bevordering ver
vrachtte. Doermann stond bekend als iemand,
die iedereen als zijnsgelijke behandelde en in
den grond 'an zijn hart met volle overtuiging
geen enkele autoriteit erkende. In vele opzichten
werd hij dan ook als een zoogenaamd „lastige
ondergeschikte"' beschouwd,doch daarover erger
den zich hoogstens zijn meerderen, hemzelf
lieten zijn karaktereigenschappen volkomen koud,
evenals de onaangename oogenblikken, die hij
anderen daardoor bezorgde. Hij had een „bui
tenmodel mond" en die maakte hem evenveel
vrienden aJs vijapden, maar ook dat liet hem
koud. Als officier deed nij zijn plicht, hij bezat
een flink hoofd en wat in de onderste randen
nog meer waard is een goed figuur. Zijn pa
ra dobeenen waren beroemd. Bovendien was hij
een aardige kerel, had een jolig, openhartig ge
laat, met een klein, donker snorreije, een paar
levenslustige velen zeiden brutale oogen.
Op zijn oogeD, ofschoon hun grijze kleur alles
behalve mooi genoemd kon worden, was hij zeer
trotsch.
„Die hebben mij al dikwijls geholpen, niet
alleen bij dames die loopen er ten slotte by
iederen oogopslag in maar ook bij mijn meer
deren. Ik heb zelfs al eens een generaal zóo
aangekeken, dat hij den moed niet had, mij zoo
onbeschoft aan te spreken als ik verdiende.
Neen, van mijn oogen kan ik geen kwaad hoo-
ren".
„Maar wat brengt je op dit ongewone uur
eigenlijk hier vroeg Gillberg toen zij met
hun drieën bij elkaar zaten.
„Jij bent een vriendelijk gastheer," antwoordde
Doermann. „Vraag je altijd aan je gasten, wat
zij willen, wanneer ze bij je komen
Gillberg keek eenigzins verlegen. „Je moet
ine mijn vraag niet kwalijk nemen, maar daar
je anders wanneer je tenminste komt eerst
's avonds laat je laat zien.
„Als je tenminste komt I Die is goed. Jullie
bent nu veertien dagen van je huwelijksreis
terug en bijna even dikwijls ben ik 's avonds
een oogenblik komen oploopen. Ik weet wel,
dat hoort niet bij een jong echtpaar, dat elkaar
in den eersten tijd zoo enorm veel te vertellen
heeft. Ik neem me dan ook altijd voor, weg te
blijven, maar welke richting ik ook insla op
mijn wandeling, plotseling sta ik niet alleen
voor jullie huis, maar zelfs voor je kamerdeur,
Nu en ben ik eenmaal zoover, dan ben ik ook
al binnen. Ik weet niet, maar jullie kamers, jullie
samenleven ademt zoo'n vredige kalmte.
„Vooral even vóór u kwam riep Theahalf
lachend uit.
„Jonge echtelieden moeten nu en dan eens
kibbelen" verklaarde Doermann op zwaarwichti-
gen toon. „Wat men in dat opzicht in de jeugd
verzuimt, wreekt zich in den ouderdom. Ik
bedoel, zooals in jullie huis vindt men het bij
geen van de andere lui van het regiment
ieder heeft zijn kruis te dragen, de meesten zijn
alleen voor 't oog van de wereld gelukkig,
enkelen geven zich zelfs de moeite niet, hun el
lendige huwelijksverhouding voor hun lieve
naasten te verbergen. Bij onzen kolonel is het
wat anders; wie zoo'n vrouw heeft, die is hors
de concours, die is tegen alle ongeluk beschermd,
die leeft op aarde reeds als in den hemel."
Gillberg voelde zijn misnoegen weer boven
komen.
Wat zijn vriend daar zei, was, naar bij meen
de, koren op den molen van zijn vrouw. Daar
om zei bij
„Niet iedere vrouw kan naar uiterlijk en ka
rakter op mevrouw Von Eckern gelijken trou
wens dat is ook niet noodig. De andere huwe
lijken behoeven daarom niet minder gelukkig
te zijn".
„Zij waren gelukkig, toen de luidjes trouw
den", ging Doermann ernBtig voort. „Toen waren
zij allen evengelükkig als de kolonel het nu
nog is, maar er kwam zooveel tusschcn, dat het
geluk verstoortde financieele zorgen, het onder
danige dienares spelen voor de vrouwen der
meerderen, de dienst, die in ieder huwelijk zijn
invloed doet gevoelen en niet in het minst
de eeuwigdurende angst voor bet ontslag, die
den man voor zijn tijd oud en zenuwachtig
maakt. De slechte luim, die de man van de
binnenplaats der kazerne meebrengt, gaat op het
geheele gezin over. Zijn de kinderen vroolijken
maken zij wat lawaai, dan krijgen zij een draai
om de ooren.
„Maar dat is toch in andere beroepen precies
eender", viel Gillberg hem in de rede.
Maar Doermann gaf dit niet toe: „Iedereen
ergert zich wel eens in zijn beroep, dat is hij
niet alleen zijn temperament, maar ook den
Staat schuldig. Ergeren moet men zich. Maar
waar elders vindt men bij die ergenis ook nog
de voortdurende vrees voor ontslag?"
„Je overdrijft" zei Gillberg.
„Laat me uitspreken", vervolgde Doermann.
„Een excellentie in civiel, een opper-president,
Snelpersdruk, Firma A. H. van Cleeff Amersfoort.
mag nog zoo onbeschoft tegen een ander zijn,
deze lacht in stilte en denktbulder er maar
op los, of je me prijst of niet, 't kan mij niete
schelen, Regeeringsraad word ik toch en zoolang
ik den by de wet bepaalden leeftijd niet bereikt
heb, waarop ik pensioen moet nemen, kan nie
mand mij dwingen mijn ontslag te nemen :vrij-
willig doe ik het natuurlijk in geen geval, dus
waarom windt je je zoo op Neen, beste vriend,
bij ons, Duitschers, is het in éen opzicht ik
bedoel wat het huiselijk geluk betreft slechter
en treuriger gesteld dan overal elders. Licht den
sluier op of liever licht hem niet op. Veel
nood, veel ellende, maai ook veel veinzerij, hui
chelarij, grootdoenerij en ontzettend veel vijand-
Bchap. Een modern huwelijk ik bedank er
voor'.
„U moest trouwen!" riep Thea overmoedig
uit. zoudt ongetwijfeld heel gelukkig wor
den. Wie het meest op het huwelijk tegen
heeft, wordt de beste echtgenoot".
„Ik spreek heelemaal niet over het huwelijk",
verdedigde Doermann zich. „Integendeel, zoodra
ik mijn ontslag heb gekregen en dat zal,
gegeven de welwillendheid, die de meerderen in
dit opzicht hun minderen betoonen wel niet
al te lang meer duren, neem ik een vrouw. Ik
bedoel wanneer ik niet meer als roemzuchtig
militair tijdgenoot bij een parade in het zand
voortstrompel, doch als burger, met een paraso
boven 't hoofd, al dien onzin van d6 tribune af
gadesla, dan zit ik daar niet alleen, doch aan
de zijde van een trouwe vrouw. Als burger trouwt
men, als soldaat blijf ik vrijgezel. Zoo moest
ieder er over denken. En wie dat niet doet, is
eeB.
(Wordt vervolgd).