Si
I|® ilMHll
I ROBERT LEVY,
ZONDAG 81 MAANDAG
Amersfoortsche Bank
AMERSFOORT.
feestdag is bet
van Nouveauté's voor
het Herfst-en Winter
seizoen op
4 October 5 October.
MAANDAG GESLOTEN.
Methorst <fc Van Lutterveld
SAFE DEPOSIT
Feuilleton.
THEA.
Q ©♦©♦0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Kassiers en Commissionairs in Effecten.
(Commanditaire Vennooten H. OYENS ZONEN, te Amsterdam)-
AMERSFOORT
Mnarhaizen 15, (naast de Neder). Bank).
Teiephoon 49.
BAARN
Mollerusstraat,
Teiephoon 14.
KORTEGRACHT 20, Amersfoort,
(naast het Postkantoor) Telefoon 86,
beheert Vermogens, roert Administratiën, verhuurt
Safe-loketten.
DEPOSITO-RENTE met den dag opzegging 3 pCt.;
voor langer termijn nader vast te stellen.
De partij bij kolonel Von Ekern was nóg
grootscber, nóg schitterender dan men verwacht
en gehoopt had.
Men was juist van tafel opgestaan en de gas
ten bewogen zich, tot het bal zou beginnen, in
kleine groepjes ongedwongen door de verschil
lende vertrekken.
Kolonel Von Eckern bewoonde het grootste
huis van het stadje had dit met veel weelde
en smaak ingericht, want de Eckern's gingen
voor zeer vermogend door al waren zij ook bij
lange na niet zoo rijk als men algemeen geloofde
en als mevrouw iedereen deed gelooven. Zij
deed dit niet uit lust tot grootspraak, doch
alleen omdat zij in den loop der jaren had in
gezien, dat niet alleen haar schoonheid, maar
ook de glans van haar toiletten, de grooto voet
waarop zij de huishouding voerde, en de schit
terende wijze waarop zij gastvrijheid betoonde,
ten goede kwam aan de carrière van haarman.
Toen zij zich verloofden, was haar man kapi
tein en had hij het plan, ontslag te nemen. Zij
had hem echter de dwaasheid van dit voorne
men doen inzien, hem overgehaald verder te
dienen en thans was haar man reeds sinds drie
jaar kolonel.
Doch dat was nog niet alleskolonel Von
Eckern kon er vrij vast op rekenen, generaal
te worden, ofschoon hij persoonlijk zjjn militaire
bekwaamheden allerminst overschatte. Hij wist
heel goed hoeveel hy aan zijn vrouw te danken
had, die door haar aangeboren lieftalligheid de
harten van zijn meerderen wist te veroveren,
die nooit iemand om zijn vriendschap verzocht
en toch alleen vrienden bezat.
Zijn vouw had hem geholpen, niet uit per
soonlijke eerzucht, maar omdat zij haar krani-
gen, fieren man op het oogenblik nog even
vurig liefhad als op den eersten dag van hun
huwelijk.
En kolonel Von Eskern stond zelfs bij dit
van zijn officieren, die hem soms om zijn streng
heid verwenBchten, bekend als een edeldenkend
man, op wien niets te zeggen viel. Daarbij had
hij het voordeel van ziin gestaltegroot, breed
geschouderd, met een knap, energiek gelaat en
een donkeren ringbaard. Met zijn donkere oogen,
zijn zwart haar en zijn bruine gelaatskleur zag
hij er gewoonlijk veel strenger en onverbidde
lijker uit dan hij in werkelijkheid was. Slechts
enkelen vermoedden, dat in hem een bijna kin
derlijke ziel huiBde en bij de goedheid en de
voorkomendheid zelf was. Hard en streng te
zijn, kostte hem steeds een groote overwinning
op zichzelf. En toch kon hij in dienst vaak niet
anders.
Slechts tegenover éen kon hij onmogelijk
hard zijn, en die eene was zijn vrouw. Haar
schoonheid, haar gracieuse bewegingen, haar
trotsche, edele gestalte, haar fijnbesneden gelaat
met de rozige teint en het weelderige bruine
haar, de manier waarop zij zich kleedde, dat
alles ontwapende hem steeds opnieuw, wunneer
hij zich voorgenomen had, haar de les te lezen,
haar onder het oog te brengen, dat zij ver boven
hun krachten leefden en zyn kapitaal spoedig
tot den laatsten cent verdwenen zou zijn.
De laatste jaren hadden enorm veel gekost
en het was hem vaak niet mogelijk geweest,
de leveranciers zoo stipt te betalen als hij zelf
wenschte en hij aan zijn posite van kolonel
cn commandant van het regiment verplicht was.
Maar zelfs zijn ernstigste zorgen en zijn groot
ste moedeloosheid wist zij met een kus, een
liefkoozing weg te tooveren. Ten slotte had zij
toch ook weer gelijk, wanneer zij zeide„Wan
neer werkelijk op zekeren dag ons vermogen
verdwenen ie, dan is er toch nog altijd je zuster
Josefmevan haar man heeft zij verscheidene
millioeuen geërfd, die later toch aan ons komen.
Zij zal ons wel niet in den steek laten".
En juist in de laatste dagen waren zij, na een
eindelooze correspondentie, het met mevrouw
Josefine, die nu nog in een stad aan den Rijn
woonde, eens geworden, dat deze binnen enkele
weken zou overkomen om voortaan bij haar
broer en schoonzuster in te wonen. Van haar
groot vermogen zou zij ieder jaar een aanzien
lijk bedrag voor de gemeenschappelijke huishou
ding afstaan, doch als tegendienst daarvoor wil
de zij niet alleen thuis, maar ook in het regiment
geheel als de gelijke van haar schoonzuster be
handeld worden. Zij had zelfs een contract op
gesteld, met verschillende paragrafen, voor het
verdere samenwonen en eerst wanneer dit on
derteekend was, wilde zij overkomen en haar
hulp verleenen.
Zoowel de kolonel als zijn vrouw begrepen,
dat het samenleven met Josefine niet steeds ge
makkelijk zou zijn, want een langdurige, onge
lukkige echtverbintenis had haar gemoed ver
bitterd. Maar er hielp niets aan. Josefine moest
komen. Het was hoog tjjd want het eigen
kapitaal was geheel verbruikt en het tractement
alleen was op geen Btukken na voldoende om
in de toekomst op den zelfden voet voort te
kunnen leven.
Al maakte mevrouw Von Ekern zich wel
eens ongerust over de toekomst, toch zag zij
deze heel wat lichter iu dan haar man. Het
was haar heilige overtuiging, dat zij zoo hadden
moeten leven om carrière te maken, want voor
de hoogere rangen is het ook van belang, dat
de betrokken persoon over de middelen beschikt
om een grooten staat te kannen voeren en voor
het oog van de wereld een schitterende rol te
spelen.
Tot op zekere hoogte had de kolonel zijn
mooie vrouw gelijk gegeven; maar toch had hy
menigen slapeloozen nacht achter zich, waarin
hij zichzelf ernstig verweten had uit liefde voor
zijn vrouw zich zóo zwak voor haar wenschen
getoond te hebben en de gedachte, wat er van
hen worden moest, indien zijn zuster, op wie
al hun hoop gevestigd was, in het laatste
oogenblik weigerde hun hulp te verleenen,
bracht hem dikwijls de vertwijfeling nabij.
Maar dit gevaar was nu dan toch voorbij
zijn zuBter kwam en met haar het geld, dat
hij noodig had om ook in 't vervolg weelde
rig te kunnen leven, iets wat zijn vrouw tot
een tweede natuur waa geworden. Hij moest
echter in zijn hart bekennen, dat hij zelf er
óok onder geleden zou hebben, indien zijn
vrouw in de toekomst niet meer overal de
mooiste en elegantste had kunnen zijn.
En heden was zij zoo mogelyk nóg mooier
dan anders. Zy droeg een geelzijden kleed, met
een soort kant afgezet, dat eerst enkele dagen ge
leden was uitgekomen en nu natuurlijk aller
bewondering wekte. Toch kwam bij geen der
dames een gevoel van nijd op. Wat bij een
ander zeer in 't oogloopend zou zijn geweest,
vond men voor haar heel gewoon en vanzelfs
prekend.
(Wordt vervolgd.)