Donderdag 5
November 1908.
No. 5780.
58e Jaargang.
FIRMA A H. VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag- Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden fi.
franco per post 1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10cent. Bij regel-
abonnemont reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieële- en onteigenings-
advortentiën per regel 15 cent Reclames 15 regels 1.25 elke regel meer f 0.25. Groote
lettere naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten
evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
KORTEGRACHT 9
3tbus9. Telephoon 19.
kennisgevingen.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
Gemeente AMERSFOORT
brengen ter algemeene kennis, dat bij hun
besluit van heden, ingevolge art. 8 der HIN
DERWET, aan D. JUFFER en zijne rechtver
krijgenden, wonende alhier, vergunning is ver
leend tot de oprichting eener inrichting, die
nende tot het bewaren van benzine in het per
ceel nlbier gelegen Kampstraat 64, sectie E no.
4200, onder de navolgende voorwaarden
1. de kelder, waorin de benzine bewaard
wordt, moet door een ijzeren klepluik worden
afgesloten en voorzien van een stevig slot, zgn.
nachtslot,
2. de metalen bus of bussen, ter inhoud van
28 Liter, dienende tot bewaring der benzine,
moeten onontplofbaar gemaakt zijn
8. niet meer dan 80 Liter benzine mag in
voorraad worden gehouden;
4. het uitnemen en overgieten van benzine
moet steeds in den kelder geschieden, waarin
nimmer vuur of kunstlicht aanwezig mng zijn,
Amersfoort, 3 November 1908.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
I)e Secretaris,
J. STENFERT KROESE.
De Burgemeester,
TJ IJ TIERS.
AHMKSKT™ WETH0lmBB3
Gelet op art. 87 der Drankwet,
brengen ter openbare kennis
lo. dnt bij hen is ingediend een verzoekschrift
om verlof tot verkoop van alcoholhoudendeD drank,
anderen dan sterkedrank, voor gebruik ter plaatao
van verkoop, door BAREND KRABBENBOS, in de
beneden-lokaliteit van bet perceel aan de Lavendel-
straat no. 7 alhier j
2e. dat binnen twee weken na deze bekendmaking
ieder logen het verleenen van het verlof aohriftelyk
oezwaren bij Burgemeester en Wethouders kan in
brengen.
Amersfoort, 4 November 1008.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
WUIJTIERS.
De Secretaris
J. O. STENFERT KROESE.
Nog eens de
arbeisdovereenkomst met een
inwonende dienstbode.
Hot wil ons voorkomen, dat hetgeen we
in ons vori* nummer schreven over d-^ze
arbeidsovereenkomst danig heeft gepakt.
Van zeer verschillende zijden ontvingen we
allerlei vragen om nadere inlichtingen, iu
allerlei vorm.
Het moest trof ons daarbij de verzuchting:
«maar als nu het contract in allen vorm is
geteekend en ik zie den eersten dag den
besten al, dat ik bedrogen bon, moet ik dan
zoo'u dienstbode een vol jaar houden
We kunnen doze schrijfster al aanstonds
gerust stellen.
De arbeidsovereenkomst kan dan dadelijk
worden verbroken en de dienstbode op
stianden voet weggezondeu zonder eenige
schadevergoeding.
De wet geeft twaalf gevallen aan voor
wat zij noemt «dringende redenen» (vroe
ger heette dat «wettige redenen») welke
zijn:
1. Wanneer de dienstbode bij het aan
gaan der arbeidsovereenkomst haar aan
staande mevrouw heeft misleid door het
vortoouen van valsche of vervalschtegetuig-
schriiten, of haar opzettelijk onware inlich
tingen heeft gegeven over de wijze waarop
haar vorige dienstbetrekking eindigde.
2. Wanneer de dienstbode in ernstige
mate de bekwaamheid of gescb'k'theid blykt
te missen voor den arbeid, waartoe zy zich
verbond.
3. Wanneer zy zich, ondanks waarschu
wing, overgeeft aau dronkenschap of lieder
lijk gedrag.
4. Wanneer zy zich schuldig maakt aan
verduistering, diefstal, bedrog of andere mis
drijven, waardoor zij bet vertrouwen onwaar
dig wordt.
5. Wanneer zij een huisgenoot of een
mede dienstbode mishandelt, grovelijk belee-
digt of op ernstige wijze bedreigt.
0. Wanneer zy die personen verleidt of
tracht le verleiden tot handelingen, slrijdig
met de wetten of de goede zeden.
7. Wanneer zij opzettelijk of ondanks
waarschuwing roekeloos huu eigendom be
schadigt of blootstelt aan ernstig gevaar.
8. Wanneer zjj opzettelijk of ondanks
waarschuwing zichzclve of anderen blootstelt
aan ernstig gevaar.
0. Wanneer zij bijzonderheden aangaande
de huishouding, welke zij behoordo geheim
te houden, bekend maakt.
10. Wanneer zij hardnekkig weigert te
voldoen aau redelijke ba velen, haar door
of namens haar mevrouw verstrekt.
11. Wanneer zy op andere wijze grovelijk
de plichten veronachtzaamt, welke de arbeids
overeenkomst baar oplegt.
12. Wanneer zy door opzet of roekeloos
heid buiten staat geraakt, den bedongen
arbeid te verrichten.
We schreven: de dienstbode kan dan op
staanden voet worden weggezonden zonder
schavergoediug.
Immers de Kantonrechter heeft te beslis
sen uls do dienstbode zich tot hem wendt.
Hij beslist of inderdaad hardnekkig gewei
gerd of grovelijk beleedigt is en kan uitma
ken, dat plotseling wegzenden toch wel wat
al te erg is.
We moeten hier tevens laten volgen de
•dringende redenen" voor de dienstbode om
de arbeidsovereenkomst onmiddellijk te kun
nen verbreken.
1. Wanneer de mevrouw de dienstbode,
baar familieleden of huisgenooten grovelijk
beleedigt, ernstig bedreigt of mishandelt of
gedoogt, dat een barer huisgenooten derge
lijke handelingen pleegt.
2. Wanneer de mevrouw of een barer
huisgenooten de dienstbode verleidt of tracht
te verleiden tot handelingen, strijdig met
de wetten of goede zeden.
3. Wanneer de mevrouw het verschenen
loon niet op den bepaalden tyd voldoet.
4. Wanneer de mevrouw uiet op behoor
lijke wijze voorziet in den bedongen kost en
iawoning.
5. Wanneer de mevrouw op andere wyze
grovelijk veronachtzaamt de plichten, welke
de arbeidsovereenkomst haar oplegt.
6. Wanneer de mevrouw de dienstbode
ondanks dezer weigering, gelast, arbeid te
verrichten voor een andere huisvrouw zon
der dat de aard der dieustbetrekking dit
meebrengt.
7. Wanneer de dienstbetrekking blijkt te
zyn ernstig gevaarlijk voor het leven, de
zedelijkheid, de gezondheid of den goeden
naam der dienstbode, terwijl by het aangaan
der arbeidsovereenkomst daarvan geen ver
moeden bestond.
8. Wanneer de dienstbode door ziekte
of andere oorzaken buiten haar schuld
niet langer den bedongen arbeid kan ver
richten.
In beide gevallen kan schadevergoeding
worden gevraagd, welko de zelfde is als
wanneer men zonder «dringende redenen»
;Jo arbeidsovereenkomst verbreekt. Derge
lijke vorderingen tot schadevergoeding ver
jaren reeds na zes maanden.
We mogen niet nalaten, te herinneren aan
de typische uitdrukking: «pluk nu veeren
van een kikker».
Een andere dame vraagt«maar als ik
nn het dienstmeisje heb gehuurd op eeu
onwaar getuigenis».
üok hierin voorziet de wet op bet Ar
beidscontract.
Als tot nu toe mogen zoogenaamde «mon
delinge getuigen" worden gegeven, doch
raadzamer is het, schriftelijke te vragen.
De dienstbode zelve kan by het eindigen
der arbeidsovereenkomst een (geschreven)
getuigschrift vorderendit mag niet worden
geweigerd.
In dat getuigschrift moet dan staan welke
soort arbeid de dienstbode heeft verricht
eu hoe lang zij in betrekking was. Alleen
waDneer de dienstbode dit nadrukkelijk
verzoekt, mag er meer aan worden toege
voegd. In dit geval kan de dienstbode vor
deren dat óok wordt vermeld hoe zij haar
werk deed en hoe de arbeidsovereenkomst
is geëindigd. Heeft de dienstbode de arbeids
overeenkomst doen eindigen op onwettige
wijze dau mag de mevrouw dit in het ge
tuigschrift vermelden.
Weigert een mevrouw het door de dienst
bode gevraagde getuigschrift, zet zy er,
tegen beter weten in, oijuistheden in, of
plaats zij op een zeer gunstig getuigschrift
het eene of andere geheime teekeD, als
waarschuwing, dan wordt het gaDsch andere.
Dan is de mevrouw zoowel jegens de
dienstbode als jegens andere mevrouwen,
die door zoo'n valsch getuigenis er zouden
ÏDloopen, aansprakelijk voor alle daardoor
veroorzaakte schaden.
Men z\l dus wel buitengewoon voorzich
tig zijn met het afgeven van een geflatteerd
getuigschrift.
Weer een andere schryft, dat haar de om
slag van een geschreven arbeidsovereen
komst maar balf aanstaat.
Zy is ook niet verplicht, zoo'n contract te
scbryveu, doch het is zeer raadzaam, die
kleine moeite er voor over te hebben.
Immers de oude bepaling »de meester
wordt geloofd op zijn woord" komt by de
invoering der Wet, op 1 Februari 1909, te
vervallen en het is derhalve beter, alles even
op schrift te stellen.
Men beeft daarbij een leiddraad aan bet
model, dat we ia het vorige nummer gaven
en zoo'n heksenwerk is het waarlijk niet,
wijzigingen te maken voor tweede meid,
kindermeisje, noodhulp, enzoovoort.
Boveudieu zyu nu reeds formulieren voor
zulk een arbeidsovereenkomst verkrijgbaar
in den boekhandel.
En men bedenke wel, daf, boe meer wets
bepalingen er zyn, er des te meer kans is op
handelingen in strijd met de wet, er des te
meer mazen zyn om uit dit net te kruipen.
Ook daarom is het goed, dat, eer men de
arbeidsovereenkomst aaogaat, even op schrift
stelt een zegeltje is daarvoor niet noodig
en een gewoon velletje papier al voldoende
„wat men over en weer afspreekt omtrent
de diensten dio worden verlangd, het loon,
de uitgaansdagen, de kleediag en wat dies
meer zij.
Ingeval van verschil beslist de wet over
al betgeen niet schriftelijk is overeenge
komen.
Natuurlijk geldt dit voor de meer vaste
betrekkingen en voor de inwonende
dienstboden. Met eon schoonmaakster, die
nf en toe eens komt helpen, behoeft men
geen arbeidsovereenkomst op schrift aan te
gaan.
Een lezer roerde mondeling een andere
zaak aan, op welke ds. Vundorink by zijn
lezing voor „Handel en Nijverheid" reeds de
aandacht vestigde, namelijk -le quaestie der
„nietige afspraken".
Ook ai zou de dienstbode het goed vinden
zy wil wel eens hoei gaarne een dienst
hebben en is dan allicht geneigd, iu alles
toe te stemmen mag niet worden over
eengekomen
dat de betaling van het loon langer mag
uitgesteld dan drie dagen na den betaaldag
dat de dienstbode in dat geval afstand
doel van haar recht op schavergoeding
dat de mevrouw iets op het loon mag in
houden dan wegens schavergoeding door de
dienstbode, genoten voorschotteu, by vergis
sing te veel betaalde bedragen
dat de kost en inwoning niet behoeven
te zyu naar de eischeo van gezondheid en
goede zeden en naar plautselyk gebruik
dat niet behoeft gehouden aanbet plaatse
lijk gebruik omtrent godsdienst- of ander
onderwijs
dat de mevrouw de dienstbode niet behoeft
te behoeden voor letsel by den arbeid of
mag afwijken van den plicht, daarvoorscha-
vergoeding te geven;
dat de mevrouw mag afwijken van haar
wettelijke verplichting om haar zieke dienst
bode te doen verzorgen en verplegen
dat de mevrouw geen getuigschrift be
hoeft af te geven als de dienstbode daarom
vraagt
dat de proeftijd langer dan twee maanden
zal duren of door een tweeden proeftyd zal
worden gevolgd
dat de mevrouw zelf zal kunnen uitmaken
of de dienstbode baar een »dringende reden"
gaf tot ontslag op staanden voet
dat de mevrouw, als zij de dienstbode op
staanden voet onslaat zonder „dringende
reden" een kleinere schavergoeding kan be
talen dan de wet voorschrift
dat de dienstbode zich niet tot den kan
tonrechter mag wenden om ontbinding van
de arbeidsovereenkomst.
„Hoe moet ik het loon uitbetalen aan ons
dagmeisje?" vraagt een abonnée.
De wet zegt, dat aan niet-inwonende
werkneemsters het toon, hoo ook vastgesteld,
niet anders mag worden uitbetaald dan uiter
lijk om de veertien dagen. Men mag het
dus wel uitbetalen per week, doch niet per
maand, al is ook zoo'n dagmeisje by de
maand gehuurd.
Nog even iets over het zoogenaamde
«staangeld".
Dit mag afgehouden, indien zulks by de
schriftelijke arbeidsovereenkomst is bedongen,
zoowel om de schade te verhalen, als de
dienstbode die overeenkomst onrechtmatig
verbreekt, als om schade te dekken door
brêkeu, zoekmaken en dergelijke van huis
houdelijke voorwerpen.
Vrywel is dit een wassen neus, waut er
mag slechts een zeer klein deel afgehouden
als «staangeld"van een zeer hoog jaarloon
als f3ü0 ten hoogste slechts f12, van een
loon van f120 slechts f4.80, van '»an van
f 100 slechts f4.00 ten hoogste. Meer dan
deze bedragen mag onder geen beding wor
den afgehouden. Doet meo dat tocb, dan be
gaat men een onrechtmatige daad en komt dan
in minder aangename aanrakiog met den
kantonrechter.
Opleiding tot den officiers
rang.
Ingediend is een wetsontwerp tot wijziging
van de Wet van 21 Juli 1890 tot regeling van
het militair onderwijs by de landmacht voor
zoover daarbij de opleiding voor den officiers
rang en de hoogere vorming van den officier
zijn betrokken.
De ervaring heeft geloerdyzegt de Minister van
Oorlog in zijn Memorie van toelichting, dat in
derdaad zonder de Cadettenschool de toeloop tot
de Kon. Militaire Academie onvoldoende zou
zijn geweest en de opheffing zal dan ook eerst
kunnen geschieden wanneer proefondervindelijk
zul zijn gebleken, dat de toeloop van burger jon
gelieden rechtstreeks tot de Kon. Militaire Aca
demie zoodanig toeneemt, dat ook zonder de Ca
dettenschool de aanvulling van de officierskorp
sen van het Nederlandsche- en van het Neder-
landsch Indische leger alleszins verzekerd is te
achten. Voorzichtigheid gebiedt dan ook voor
alsnog een bron van aanvoer voor de K. M. A.
niet af te suyden, maar de Ministers van Oorlog
en Koloniën wenschen te streven naar een
geleidelijke opheffing van de Cadettenschool
eu dus gaandeweg meer plaatsen open te
stellen voor burgerjongelingen.
Daartoe bevelen zy middelen aan, die den toe
vloed van adspiranten voor een plaatsing aan
de K. M. A. zullen vergrooten. len einde den
toeloop tot de Academie te bevorderen, willen
de genoemde Ministers de toelating tot de K.
M. A. aldus regelen