Zaterdag 28 November 1908. No. 7590. 58e Jaargang. Feuilleton. THEA. UITGAVE: FIRMA A- H. VAN CLEEFF te AMERSFOORT. franco ner nest en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden /T.— abonnement rpHi piif °'n er^0 fen 1—0 re8e,s 00 centi eIke regel meer 10 cent. Bij regel- advertentiën nar ri?A«7a?£VRD op aanvrau8 kosleloos. Legale, officieële- en onteigeuings- letters nam- nüüTtet>cen.V Reclames 1—5 regels /'1.25 elke regel meer f 0.25. Groote evenals af20nV|kc'Cro^7o°Mntm°''S ''ek°"inf! gebr,Cl" °n k°S'™ Bg advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. KORTEGRACHT9 stbusU. Telophoon 19. By dit nummer behoort een BIJVOEGSEL. kennisgevingen. Sluiting der jaelit. De COMMISSARIS der KONINGIN in de provincie UTRECHT, Gezieq het besluit van heeren Gedeputeerde Staten dier provincie, d.d. 17 November 1908, 4de afdeehng, no. 2925; Gelet op artikel 11 der Juchtwet Brengt bij deze ter kennis van belanghebben den, dat de sluiting der jacht voor de provin cie Utrecht is bepaald op Üopderdag, den 31 December 1908 met zons-ondergung, met uit zondering echter vau: lo.,het schieten van waterwild, aangeduid in artikel 17 der aangehaalde wet, daar, waar het schieten van waterwild geoorloofd is; 2o. het vangen van waterwild met slagnetten en het vangen van eendvogels in eene eenden kooi of een daarmede gelijkstaand toestel; 3o. het schieten van houdsnippen waarvan de sluiting later zal worden bepaald. Utrecht, 20 November 1908. De Commissaris der Koningin voornoemd, F. D. SCHIMMELPENNINCK. Een belangrijke quaestie. Aan het slot der Raadsvergadering van Dingdag 24 dezer deed de Wethouder van Omjerwjjs, de heer M. L. Celosse, in ant woord op een vraag van het Raadslid den heep J. VV. Jorissen, de mededeeling, dat een nieuw Reglement voor bet Middelbaar onderwijs in de Gemeente Amersfoort bijna gereed is, doch dat juist dezer dagen in eeq vakblad een belangrijk artikel voor kwam over de bevoegdheden der Commis- siën van Toezicht en dat de ontwerpers ook dit punt wenschen te overwegen eer zij huu voorstel indienen, welk nader onderzoek mogelijk tot eenig oponthoud aanleiding zou kuqneu geven. Men wete, dat het vigeerend reglement voor het Middelbaar onderwijs in deze Ge meente dateert van 15 Juni 1880. In dit verband kan het zijn nut hebben, dat hel volgende wordt ter kennis gebracht. Den 15 November hield het Centraal-de- Eartement der Vereeniging van leeraren ij het Middlbbaar onderwijs een ledenverga- ao.) J Het gesprek op iets anders brengend, ging de kolonel voort: „Onder ons gezegd, Rita, een groote eer en een mooie onderscheiding moge bet zijn, het regiment van een Vorst ie wordeu, maar er is een werk «tn verbonden, waarvan een gewoon sterveling niet het minste besef heeft. Ik was zoo straks wper in de kazerne en ik zal bJy zijnf .wanneer we alles gofd en wel achter den rug hebben". Na even gezwegen te hebben, ging h\j op nieuw voort: Zie je, Rita, 't is toch eengeluk.dat Josehne hiér is. Als ik bedenk, dat ik op den dag, waar op Z. H. komt, met schulden beladen voor hem had moeten staan nn 't gevaar voorbij is, kan ik 't je wel zeggen ik zou'tnietgekund hebbenik had van te voren myn ontslag ge- "j-l&ar Oltoi" riep zij dootfelyk verschrikt uit, „en dat zeg ie zoo kalm Maar, niet waar, je meent 't nietl „Het is mij heilige ernst," antwoordde hij met nadruk. „Jij zou er meer onder geleden hebben dan ik. Mn zou het ergst gehinderd hebben, dat ik mijn Bohuldeischers niet had kunnen be talen, tenminste niet zoo spoedig »1b ik wel ge- wenscht zou hebben; maar nu is t schip weer vlot en daarvoor moeten we Josefine lederen dag dankbaar zijn en komt er eens een oogen- Wik, d»t Wij het niet eens «jn, laat ons dan bedenken, dat zij ons gered heeft". „Ik sal nooit vergeten, wat zij voor ons ge- dering te Nijmegen, waarbij *U hoofdpunt' op de agenda voorkwam De plaats der Commissie van Toezicht in de organisatie van het Middelbaar onderwijs. Drie stellingen werden door de inleiders ter sprake gebracht. Stelling I, verdedigd door den heer T. Hascwinkel, leeraar aan de gemeentelijke Hoo- gere Burgerschool met 5-jarigen cursus te Arnhem, luidde als volgt: »De bevoegheden, in sommige Gemeenten bij algemeene verordening aan de Commissie van Toezicht toegekend, kunnen belemme rend werken op den goeden gang van zaken aan de school". De heer Hazewinkel wenschto vooraf na drukkelijk ta constateeren, dat geen persoon lijke grief tegen eeu bepaalde commissie of eenig commissielid hem bij zijn overwegin gen heeft geleid, doch wenschte, waar hij zal opkomen tegen enkele verordeningen, die voor de Commissie van Toezicht zijn vast gesteld, volkomen objectief te blijven en hield zich overtuigd hiermede te handelen in den geest der vergadering. Wut de bevoegdheid der Commissie van Toezicht betrelt met bet oog op de Rijks scholen, die is eenvoudig genoeg aan te geven met de Wet op het Middelbaar onderwijs in de hand. Slechts een enkele maal heeft zich daaromtrent een kwestie voorgedaan doch sedert 1871 niet meer. Sommige Gemeenten hebben rechten aan de Commissiën van Toezichtgegeven, waar door het geen commissies van advies meer zijn, doch commissies van beheer. Als er een kwestie is, heeft men natuur lijk beroep op Burgemeester en Wethouders; maar dat zal niet veel helpen, want deze moeten de eeomaal vastgestelde verordening handhaven. Men kan nu de vragen stellen: le. Is het wenscbelyk, dat de C. v. T. recht hebbe van ingrepen? 2e. Is dit uit een juridisch oogpunt te verdedigen. De tweede vraag zal mr. De Visser be antwoorden Wat betreft de eerste heeft spr. alle Ge meente-verordeningen uit ons land nagegaan (die van Enschede en Kampen toevalliger wijs uitgi zonderd). In 13 Gemeenten (Almelo, Amsterdan, Delft, Dordrecht, Gorkum, Den Haag, Gro- daan heeft," zei mevrouw Von Ekern. Voor het eerst kwam er echter ernstige twijfel bij haar op of hetgeen zij uit eerzucht voor haar man gedaan had, wel altijd .het goede was geweest. Mevrouw Von RockhauBen kwam thuis in een stemming, waarin zelfs haar dochter haar maar zelden gezien had. De vernederingen, waaraan zij had blootgestaan, wéren oorzaak, dat zij in haar zenuwachtige overspanning iu een stroom van verwenschingen losbarelte, waarin aan me vrouw Josefine, maar vooral mevrouw Thea het grootste deel was toebedacht. Reeds op straat sprak zij op zóo luiden toon, dut Elsbeth voortdurend in angst verkeerde, dat een der voorbijgangers zou verstaan wat zij zeide. Te vergeefs smeekte zij haar moeder, zich terwiile vaa haar iets in te houden-. Elsbeth was blij, toen zij er eindelijk waren. Haar geheime wensch, dat haar vader niet thuis zou zijn, werd vervuld; doch verheugde Elsbeth zich daarover, haar moeder wond dit nog meer op. „Papa is er nooit, wanneer ik zijn hulp noodig heb." Elsbeth waagde het niet te vragen, in hoe verre haar vader haar moeder moest helpen. Wat er was voorgevallen, had haar moeder haar onderweg met de noodige overdrijving geschilderd. Heel tactvol vond zij het optreden van mevrouw Josefine ook niet, maar misschien had zij het goed gemeend en op haar manier getracht, haar moeder van haar eeuwigdureude Uverzucht te genezen. Over de vraag, of de in geslagen weg de goede was, kou men van mea ning verschillen, dooh naar Elsbeth s heilige overtuiging was er niet de minste reden om zicb zóo op te winden. En zeer zeker begreep zy niet, waarom haar moeder de stroomen van haar toorn zoo uil- niugen, Hilversum, Sneek,Tiel, Utrecht, Veeu- dam, en Zaltbommel) zijn streng in het oog gehouden de voorschriften der Wet op het M. O. In alle overige zijn in meerdere of mindere mate bevoegdheden aan de C. v. T. toegekend, wélke aanleiding tot botsingen kunnen geven. Tot die bevoegdheden behooren: le. Het vaststellen van het pro gram m a en alles wat daarmee samenhangt. In 4 Gemeenten (Amersfoort, Arnhem, Schiedam, Zierikzee) bezit de C. v. T. dat recht. Dit is echter een onderdeel van liet inwendig bestuur der school en behoort tot den werkkiitig van den Directeur. Natuur lijk kunnen B. en W. zich nadere goedkeu ring voorbehouden. 2'\ De regeling en beslissing om trent toelatings- en overgangs examens. Dit recht is toegekend aau de C. v. T. te Amersfoort, Apeldoorn, Arnhem, Breda, Leiden, Nymogen, Botterdam, Win schoten, Zierikzee en Zutphen. Hier oordeelt do C. v. T. over leerlingen, die zy niet per: soonlijk kent. 3e. T ij d e I ij k o of d e f i n i t i e v e ver wijdering van leerlingen, iu li t belang van orde en tucht. De handhaving van orde en tucht berust echter in hauden van den Directeur, dus deze behoort dat recht te hebben. Het recht tot definitieve verwijdering heeft ,deC. v. T. te Amersfoort, Apeldoorn, Breda, Deventer, Enkhuizen, Haarlem, Rotterdam, Zaandam en Zierikzee. 4e Te Apeldoorn, Arnhem, Deventer en Schiedam hebben de leeraren de toestem ming der C. v. T. noodig voor het geven van lessen buiten de schooluren. Dit is een inbreuk op de persoonlijke vryheid van den leeraar. Dit alles kan aanleiding tot botsingen geven, die vermeden moeten worden ter wille van den goeden gang van zuken aan de schooldaarom ware het 't beste en in 't belang van het onderwijs, dat aan de C. v. T. de plaats gegeven ware, welke haar van rechtswege toekomt, maar dal haar geen bevoegdheden waren verleend, welke, gelijk de tweede spreker zal aantoon en, in strijd ziju met den geest der wet Mr. dr. De Visser, uit Arnhem, voerde daarna het woord over de volgende stellin gen 1. De werkkring der Commissiën van Toe- goot over Thea. Thea kon nu tocli waarlijk niet méér doen dan vriendelijk naast haar te gaan zitten, oribe vangen met haar te praten en door dubbele vriendelijkheid te trachten te doen vergeten, dat eenmaal een geschil tusschen huu beiden had bestaan? Daarbij kwam, dat Elsbeth in stilte met Thea dweeptedie was altijd heel anders tegenover haar dan de overige da mes die haar natuurlijk ook bij zich noodigden, maar gewoonlijk meer uit plicht dan uit gene genheid. En in hoevele gezinnen van het batal jon, waarover haar vader het bevel voerde, noodigden de oudere dames haar alleen uit, ja dongen zij zelfs naar haar vriendschap, opdat dit haar vader welgevallig zou zijn en opdat deze den man goed zou behandelen, wiens vrouw vriendschap bewees aan zijn kind. Elsbeth wist wat al die vriendschapsbetuigin gen te beteekenen hadden. Haar vader was een degelijk officier, die zichzelf de hoogste eischen stelde. Hij had den naam, in dienst wel recht vaardig, uiaar onverbidderlijk streng le zijn. Hij was onomkoopbaar; kruiperigheid en vleie rij hadden geen vat op hem. Daar de anderen dit wisten, trachtten zij, door met Elsbeth goe de maatjes te worden, ook bij hem in een goed blaadje te kome.i, vooral in den laatsten tijd. nu de dienst nog zwaarder eischen stelde dan gewoonlijk. De vrouw van een kapitein die, uit louter angst voor een mogelijk ontslag, in tegenwoordigheid van zyn meerderen zoo zenuw achtig was, dat hij de eenvoudigste commando's nauwelijks uit kon brengen de vrouw van dezen Laklagenswaardigen officier had juiBt dezer da- §en, ofschcon zy meer dan tien jaar ouder was an Elsbeth, deze verzocht, haar met jy en jou aan te sproken. Zij had van geen tegenwerping willen hooreu en de nieuwe vriendschap met een hartelijke kus bezegeld. Het had Elsbeth op de lippen gelegen, de zicht op het Middelbaar is door de wet be perkt tot bet toezicht op de nale ving der wet. 2. Verordeningen, welke aan deze Com missiën de regrliog of het beheer der aangelegenheden van de school opdragen, zooals o. a. het toelaten of weigeren van leerlingen, het vaststellen der programma's, het straffen der leerlingen, enz., zijn in strijd raetde wet en behooren dus te worden vernietigd. Mr. De Visser bewees nu mot tal van duidelijke uitspraken van verschillende auto- liteiten, dat de letter en de geschiedeuis der wet, het oorde I van den wetgever zelf (nie mand minder dau mr. Thorbecke) en andere autoriteiten, eenstemmig luiden De C. v. T. heeft toezicht te houden op de behoorlyke nakoming der wet en de daarop betrekking hebbende verordeningen. Zij kan adviseereu, zoo noodig proces verbaal opmaken, doch m e o r niet. Waar zij zich inlaat met het b.e heer van de school daar hun lelt zij in stryd met de wet. Dool zij dit krachtens plaatselijke ver ordening dan is die verordening in slrjjd met de wet en behoort zij te worden ver nietigd. Niet genoeg is men er blykbaar op belacht geweest, dat de leden der C. v. T. krachtens huu ambtseed verplicht zijn, hun tuak te bepalen tot het Louden van toezicht en dat zij zelf zulke verordeningen, die in stryd zijn met de wet, ter vernietiging behooren voor te dragen. Het beheer der school komt toe aan deu Directeur onder den Minister van Bin- nenlandsche zaken aan Rijks-schoten en onder B. en W. aan Gemeentescholen. Mr. De Visser herinnerde er nog aan, dat het niet overal gemakkelijk gaan zul, ge- uoemde verordeningen uit de wereld te helpen en dat misschien in sommige gevallen een rekwest aan do Koningin noodig zal blyken tenzij de C. v. T. zelf de verordeningen niet meer zal willen handhaven, nadat het haar duiielyk gemaakt zal zyn, dat door de C. v. T. alleen toezicht moet worden uit geoefend en dat de leden deu eed hebben afgelegd, zich aan de wet te zullen houden. De uiteenzetting der juridische gronden, waarop de stellingen van den tweeden spreker berusten, zal dezer dagen volgen in het Weekblad voor Gymnasiaal en Middelbaar ander toe te voegenof we elkaar met u of met jij aanspreken, of ik dagelijksch of nimmer bij u kom, dat is mijn vader totaal onverschil lig; hij komt 't zelfs niet van my weten I Maar in de treurige oogen van de kapiteins vrouw las zij zulke hoopvolle vorwachtiagen, zoo'n dringende bede, dat haar man nog niet gepensionneerd zou wordeD, dat zy uit mede lijden zweeg. Bij Thea was 't echter heel iets andersDie gaf zich, evenals mevrouw Von Ekern, in heel haar frissche oorspronkelijkheid. Voor haar scheen er geen dienst, geen bevordering, geen kazerne-binnenplaats en geen paradeveld te be» Btaan. Elsbeth wist, dat zij de jonge vrouw sympathiek was en dat deze niets van haar ver langde dan haar gezelschap. Zy bezocht baar dikwijls, of haalde haar af om boodschappen te doen of om te gaan wandelen. Zij begreep niet, waarom haar moeder Thea aanmerkingen had gemaakt over haar baltoilet en zij had het in haar hart moeten goedkeuren, dat Thea niet in dit verwijt beruBt had. Het liefst had haar moeder haar toen reeds den omgang met Thea opgezegd, maar dat durfde zij niet met het oog op mevrouw Von Ekern. Die zou daaruit natuurlijk mett het volste recht de gevolgtrekking gemaakt hebben, dat de vrede tusschen de dames nog niet hersteld was. Maar nu moest het toch met iederen omgang van haar kind met de ander uit zyn. Dat stond vast bij mevrovw Von Rockhausen. Daaraan kon geeu twijfel meer bestaan; op weg naar huis had zij haar dochter dit reeds voorge- fweekt en herhaalde zij het zoo energiek moge- (jk. (Wordt vervolgd),

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1908 | | pagina 1