Donderdag 4
Februari 1909.
No. 7617,
58e Jaargang.
firma a. h. van cleeff
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden ƒ1.—
franco per post ƒ1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer40 cent. Bij regal-
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieële- en onteigenings-
advertentiën per regel 15 cent. Reolames 15 regels ƒ1:25 elke regel meer ƒ0.25. Groote
letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten
evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
KORTEGRACHTI
Postbus 9.
Telephoon 19.
KENNISGEVING.
De BURGEMEESTER van AMERSFOORT
Brengt ter kennis van de ingezetenen dezer Ge
meente, dat de door den Directeur van 's Rijks
directe belastingen, enz. Ie Utrecht executoor ver
klaard kohier No. 14 van de
Porsoueele belasting
over het dienstjasr 1908 aan den Ontvanger van
's Rijks directo belastingen alhier is ter hand gesteld
aan wien ieder verplicht is, zijnen aanslag op den
bij de wet bepaalden voet te voldoen.
Gedaan en op de daarvoor gebruikelijke plaatsen
aangeplakt te Amersfoort den 8. Februari 1909.
De Burgemeester voornoemd,
WÜIJTIERS.
Tegenstrijdige
Gemeentebelangen.
u.
De Gemeeutekas tegenover de Ityks
Hoogero Burgerschool en hot
vakouderwys.
Onderzoeken wy thans het derde middel,
door het Raadslid genoemdde eventueele
«overdracht der Hoogere Burgerschool aau
het Rijk".
Verplichting tot het overnemeu eener Ge
meentelijke Hoogere Burgerschool bestaat
in geenen deele voor het Rijk. Billijkheids
gronden voor die overneming waren in den
regeleen groot percentage «spoorleerlin-
gen" aan do Gemeentelijke schoolhet be
lang van de school, bijv. als de Gemeente
blijkt niet in staat te zyo, behoorlijk voor
de lokaliteit of voor het ouderwijs te zor
gen of dat in de behoefte aan andere in
richtingen van ondersvijs door de Gemeente
niet voorzien kan worden, wegens gebrek
aan geldmiddelen, tengevolge van hare
hooge uitgaven voor de school.
Het Rijk erkende reeds in 1901 voor de
Gemeente Amersfoort voldoende billijkheids-
gronden aanwezig om haar school over te
nemen. De toen door het Ryk gestelde
eischen ware een gemeentelijke bijdrage van
8 duizend gulden per jaar, benevens de
voorziening iu de noodige lokaliteit v.ior
rekening der Gemeente. Sedert dien tijd
zijn door het Rijk reeds andere Gemeente
lijke Hoogere Burgerscholen overgenomen.
Vele Gemeenten echter hebben vruchteloos
getracht, hun school aan het Rijk over te
doen. Dit jaar wordt de Veendamsche school
door het Rijk overgenomen en ziju als voor
waarden door Minister Heemskerk vastge
steld
1° een jaarhjksche bijdrage der Gemeente
van 40 duizend gulden. Veeudam bezit een
kleiner zielental dan Amersfoort. Zijn Ge-
meeote-linanciën verkeeren evenmin in gun-
stigen toestand. Het ligt dus voor de hand,
dat het Rijk moeilijk een eventueel geringer
bod van Amersfoort zal kunnen aanvaarden.
De vraag is dus of de Amersfoortsche Ge
meentekas gebaat zou ziju, bijv. door een
zelfde bijdrage aan het Rijk, als Veendam
zal geven.
Uit het voorgaande bleek, dat de Ge
meentekas thans jaarlijks f22 duizend aan da
school teil koste legt.
De Veendamsche regeling zou dus voor
Amersfoort een jaarlyksch voordeel van 12
duizend gulden opleveren. Dit op zich zelf
is voor het Kijk nochtans geen reden tot
overneming der school.
Er moeten andere redenen aangevoerd
kunnen worden, die een Amersfoortsche
aanbieding van 10 duizend gulden per jaar
voor bet Rijk aanueemlijk zouden maken.
Hierover straks meer.
2o. De stichting van een nieuw schoolge
bouw voor rekening der Gemeente,
Veendam moet voor dit doel een kapitaal
van 60 duizend gulden in eens beschikbaar
stellen.
Amersfoort, met zijn zooveel talrijker
schoolbevolking, zal voor het nieuwe ge
bouw minstens 100 duizend gulden beschik
baar moeton stellen, zal de Regeering op de
aanbieding kunnen ingaan.
Blijkens de Staatsbegrooting voor 1909
(Memorie van toelichting by Hoofdstuk V)
heeft de Regeering voor Veendam een bij
zondere regeling getroffen.
«Bepaald is thans, dat de Gemeente de
nieuwe school geheel voor haar rekening zd
bouwen, doch dat gedurende 40 jaren de
jaarlijksche tegemoetkoming in de kosten
van de Gemeente aan het Rijk wordt ver
minderd met rente en aflossing van het be
drag, waarmede de totale bouwkosten de
oorspronkelijk aangenomen som van f 60 000
zullen overschrijden.
Dpze annuïteit is eeu geraamd op f1600.
Derhalve zal de Gemeente gedurende 40
jaren f 8400 en daarna f 10000 aan het Rijk
uitkeeren".
Indien Amersfoort voor zich óok zulke
gunstige bepalingen zal weten te bedingen,
zou de Gemeente daardoor de zekerheid ver
krijgen, dat van de werkelijke bouwkosten
niet meer dan 100 duizend gulden te haren
laste zouden komen.
Beschouwen wij nu de redenen, die er
voor het Rijk kunnen bestaan om op zulk
een eventueele aanbieding van do zijde der
Gemeente Amersfoort in te gaan.
Ten eerstehet belaDg van de Hoogere
Burgerschool zelve.
Dit werd reeds door Minister Borgesius
aangevoerd als hoofdargument voor de over
neming van de Amersioorlsohe Hoogere Bur
gerschool door het Rijk.
Sedert dien echter is bovendien een ander
belang in het licht getreden, dat van het
vakonderwijs", dus
Ten tweede: Eene gelijklijdigeaanbieding
aan het Rijk door de Gemeente Amersfoort
om, bij de ontlasting harer financiën, ten
gevolge van de overneming der Hoogere Bur
gerschool door het Rijk, naar de mate van
haar krachten mede te werken met Rijk en
Provincie, om eenigen tak vaD bet „vakonder
wijs", dio hier niet langer gemist kan wor
den, in het leven te roepen.
Het is gebleken, dat de Gemeente niet in
dat gemeentebelang op behoorlijke wijze
voorziet, zoodat een aanbieding in dien geest
nuttig zou kunnen werken.
Heeft do Gemeente dan niet voldoende
lust en medewerking betoond om eenige
inrichtingen van vakonderwijs alhier tot stand
te brengen 't
De bekende lijdensgeschiedenissen der be
doelde inrichtingen bewijzen het tegendeel.
Hetparticulier initiatief"alhier heefialtijd
moeten strijden om de latente weerstand, ja
de tegenwerking der «Gemeentekas" te over
winnen, ten einde de Gemeente in het bezit te
stellen van een behoorlijke Ambachtsschool
en een Huishoud- en Industrieschool.
Heeft de uitkomst niet bewezen, dat die
scholen hoogst uuttig zijn voor de Gemeente?
Dit is het Rijk niet onbekend.
Het schijnt soms of er alleen een Ge
meentekas bestaat, doch geeo Gemeente
F.en paar jaren getreuzel en gejammer
kostle het der Gemeentekas om een paar
honderd gulden subsidie los te laten ten be
hoeve vau een metselcursus of van een vak-
teekencursus voor werklieden.
Welk een geknutsel metHerhalingsschool"
en „Voortgezette klassen eeuer Lagere school",
ter wille van de Gemeentekas, om don schyo
te redden, als zou er in deze Gemeente iets
doeltreffends geschied zijn om te
voorzien in de zóo dringende behoefte
van de kinderen uit den «middenstand" aan
goed geurganiseero handelsonderwijs.
Genoeg dus om te doen zien, dat de be
hartiging der belangen van het vakonder
wijs mede op den weg van ht-t Ryk lig
gende een argument kan opleveren voor
de overneming van de Hoogere Burger
school door het Rijk.
Mocht die overneming op de omschreven
voorwaarden tot stand komen, dan zou de
Gemeentekas jaarlijks £12000 kunnen ten
koste leggen aan de uitbreiding en ver
betering van het vakonderwijs zonder het
bedrag te overschrijden, dat thans door de
Gemeente reeds ten behoeve van de Hoogere
Burgerschool alléén wordt uitgegeven.
En de ton gouds dan, die de Gemeente
in dat geval laat ons onderstellen over
eenkomstig de Veendamsche regeling ter
tegemoet koming in de kosten van den bouw
der nieuwe school zou moeten bydragen?
Wel, indien de eventueele onderhandelin
gen met het Rijk, evenals in 1901 niet tot
een goed einde mochten leiden, zal de Ge
meente tbch verplicht zijn, genoegen te
nemen met de vermoedelijk enkele duizen
den guldens bedragende verhooging van het
Rijks-subsidie, welke haar bij het onver
anderd blijven van «len bestaanden omvang
der school in den schoot zullen worden
geworpen.
Immers de Minister heefc onlangs nog in
de Tweede Kamer verklaard, dat Amers
foort in de eerste plaats aan de beurt zou
komen om geholpen te worden, het volgend
jaar.
Maar dit kan niet wegnemen, dat de Ge
meente den bouw eener nieuwe school toch
op zich zal moeten nemen. Uitstel kan in
deze nooit leiden tot afstel en het Amers
foortsche unicum van c-en meer dan tien
jarig gebruiken van hulp gebouwen voor
de school zal weldra tot de geschiedenis
moeten bebooreu. De uitgaven verhoogen
dan toch door de annuïteit der bouwsom.
Het Raadslid vreest „dat de Gemeente
het op de duur niet zal kunnen uithouden".
Is dit inderdaad het geval, dan bestaat er
slechts éen vierde „middel" de opheffing
der school.
Het mag echter betwijfeld worden of dit
in het belang der Gemeente zou wezen. Het
Raadslid Van Duinen beeft nog onlangs zoo
welsprekend gewaagd van den nieuwen koers
der gemeentelijke politiek"over een meer
«kaufmaunische" opvatting der Gemeente
belangen, méér dau tot dusver geschiedde,
daarbij het oog houdend „op de toekomst"
bij het beheer der Gemeente.
Met éen uitzondering was de Raad immers
eenstemmig van oordeel, dat de aankoop van
«Birkhoven", en de aanleg van den weg naar
dat gemeentelijk landgoed, gezondeleekenen
konden geacht worden van dien nieuwen
koers.
Maar de uilgaven, daarvoor aan de Ge
meentekas opgelegd, bedragen toch meer
dan die voor een nieuw schoolgebouw zou
den zijn. Eq die konden nu al meer dan
tien jaren, «onmogelijk'' door de Gemeente
kas bestreden worden
Dit geeft een eenigszins anderen kijk op
het uithoudingsvermogen der Gemeente dan
het Raadslid heefc; tenzij Z.E.A. de belangen
der Gemeente méér gebaat acht door het
bezit van een landgoed, dan door een bruik
baar schoolgebouw.
Doch het valt moeilijk aan f nemen, dat
dit gevoelen door don Raad zou woi den ge
deeld. De vereeniging „Handel en Nijver
heid" toch, die een «flinke reclame zal gaan
maken in de Koloniën om de aandacht van
repatrieerenden te vestigen op de plaats onzer
inwoning" zooals een plaatselijk blad
dezer dagen meedeelde zal wel beter oog
hebben voor den invloed, die een goede
school kan hebben op de keuze van »repa-
trieereuden" van een plaats van inwo
ning".
Hoe dit ook zij, het Gemeentebelang kan
niet gediend worden door het langer voort
duren van den strijd, gevoerd Jour »de Ge
meentekas" tegen het Mi Idelbaar onderwijs.-
Een compromis is mogelijk, als verkre
gen kan worden de overneming door het
Rijk van de Hoogere Burgerschool alhier:
zoo mogelijk op de aangegeven voorwaarden.
De alsdan vrijkomende 12 duizend gulden,
der jaarlijksche uitgaven van de Gemeente
kas voor de Hoogere Burgerschool kunneu
voor dat doel gebezigd worden. Die gelden
toch zijn toereikend om zoowel te bestrijden
de annuïteit van de ton gouds voor het
gebouw, als de jaarlijksche uitgaven, benoo-
digd voor de noodzakelijke uitbreiding van
het vakonderwijs.
Op die wyze kan de vrede tot stand
komen.
G. J. BUIJS.
Artikel 4.
ARBEIDSWET.
Een voor industrieelen zeer belangrijk voor
stel, waarvan zij wel eens heel goed kennis mo
gen nemen.
In het nummer van 14 Januari j.l. deed de
Kamer van Koophandel en Fabrieken opnemen
een kennisgeving waarbij zij, op uitnooaiging
van den Minister van Landbouw, Nijverheid en
Handel, de aandacht van belanghebbenden vroeg
voor dit ontwerp-Algemeene maatregel van be
stuur.
De Minister schreef daarbij
„Het komt mij wenschelijk voor, het ontwerp
aan de openbare critiek te onderwerpen, alvo
rens het aan de Koningin ter bekrachtiging aan
te bieden, omdat het gewichtigebelan-
g en van ondernemers en werklieden betreft.
„Zal een zóo ingrijpende regeling alsdeonder-
werpelijke bij de wet worden vastgesteld, dan
zijn de belanghebbenden alleszins in de gelegen
heid, vooraf hun bezwaren daartegen kenbaar
te maken.
„Nu de regeling bij Algemeenen maatregel
van bestuur zal worden vastgesteld, zouden de
belanghebbenden die gelegenheid missen. Ten
einde hieraan tegemoet te komen, wordt het
ontwerp op ruime schaal verspreid onder hen,
die geacht kunnen worden, belang te hebben
of te stellen ia de aangelegenheden, welke daarin
behandeld worden.
„Met bemerkingen, vóór of op 15 Maart 1909
ter kennis van den ondergeteekende gebracht,
zal kunnen worden rekening gehouden bij de
vaststelling van het ontwerp."
Wel werd in die kennisgeving gezegd, dat een
exemplaar van het ontwerp voor 10 cent ver
krijgbaar was, doch het heelt tot gister moeten
duren eer we zoo'n exemplaar konden machtig
worden.
Het raderwerk der Staats-raachine kan bij
lijden hoogst langzaam gaan.
Het is verboden een persoon beneden 16 jaar
arbeid te doen verrichten, bestaande in trek
ken, duwen of dragen van een last indien deze
arbeid kennelijk zijn krachten te boven gaat.
Het is verboden een persoon beneden veertien
jaar loopwerk te doen verrichten tusschea
negen uur 's avonds en zes uur 's ochtends.
Het ontwerp strekt tot voorwaardelijk verbod
var, het doen verrichten van zekeren atbeid in
fabrieken en werkplaatsen door personen bene
den 16 jaar en vrouwen, „op grond van de ge
varen voor de gezondheid of het leven, welke
die soorten van arbeid, hetzij in het algemeen,
hetzij, bij niet inachtneming van zekere voor
waarden, door de wijze waarop zij verricht wor
den of door de verwerkt' wordende stoffen voor
een persoon beneden de zestien jaren of voor
een vrouw opleveren".
Deze Algemeene maatregel met bestuur werd
reeds herhaaldelijk herzien, aangevuld ongewij
zigd, 't laatst nog bij Kon. besluit van 17 Sep
tember 1906 maar de thans ontworpen wyzi-
giDg is, èn wat den vorm èn wat den inhoud
betreft van meer ingrijpenden aard dan tot dus
ver 't geval was.
Niet alleen wordt daarin de behandelde stof
belangrijk uitgebreid, maar ook verschilt de in
deeling daarvan aanmerkelijk van die van het
thans nog geldende besluit.
Het is wel te hopen, dat van de gelegenheid
om eventueele bezwaren en opmerkingen ter
kennis van den Minister te brengen, door be
langhebbenden en deskundigen een ruim gebruik
gemaakt zal worden. In hoever door Minister
Talma afgeweaen is van de ontwerp-bestuura-
maatregsl van zijn ambtsvoorganger, welke bij
zijn optreden door hem, naar wij stellig meenen
te weten, voltooid aan zijn Departement gevon
den werd, is ons natuurlijk onbekend; maar de
door hem aangebrachte wijzigingen moeten wel
van zeer omvangrijken en ingrijpenden aard
geweest zijn, dat het bijna een jaar geduurd
heeft eer het ontwerp publiek gemaakt is. Met
den bestaanden algemeenen bestuursmaatregel
verschilt het, zooals wij reeds zeiden, in menig
opzicht zóo veel althans, dat het ons niet moge
lijk is, van de afwijkingen een ook maareenige-
zins volledig overzicht te geven. Wij bepalen
ons daarom tot de vermelding van enkele hoofd
zaken.