FRO u Frou Fro u..<^vb^> FRO U j R1EMANN LANTAARNS Feuilleton. THEA. u X steerf-de Echte I Mryrou" aa& 72 dit \M/ merk voorliet, B iscuittd.>rjek\/„de Lindeboom Firm. Wed. B.van Doesburgg Vraagt ook onze fijngekruide BOTERSPECULAAS en overheerlijk ZANDGEBAK, merkBoterroulettes. Ook verkrijgbaar in luxe-ve r p a k k i n g. ^7 CREDI ETVEREENIGING te Amsterdam. Correspondentschap te Amersfoort mr. II. J. 31. rau den BEKGH, WILHELMIHASTRAAT 5. Zij stelt zbh ten doel het verleenen van Credieten onder per soonlijke of zakelijke zekerheid of in-blaiico; het incasseeren van handelspapier; het ontvangen van gelden a déposito en rekening-courant. Voor en ONDERDEELEN van REPARATIES aan wende men zich uitsluitend tot D. KAMPERMAN, Rijwielhandel, Kampstraat 4 te Amersfoort. Desnoodig opzending naar de fabriek voor groote reparaties en opnieuw vernikkelen. SPOORTREINEN. Aank. uit de richtinf WINTERDIENST 1908/9. TBAMDIENSTEN. SPOORTREINEN. 5.05- 15.10" 6.3: 7.41 7.56 8.15 8.50 9.34 10.29 10.36 10.18 10.46 11.17 11.90111.1' 1.37 LMf 1.42 1.52 2.55 2.56 3.46' 3.43 1 8.59 4.25 4.26 5.37 5.46 5.20 7.02 7.09 7.28 6.28 7.09 7.31 2.17 3.16 3.57t •i-G'J 8.441 9.04' 9.07 9.12^ 9.53 9.57! 9.42 0.4610.511 9.C ll.54ll2.39 J 9.13 9.46 Station Kampstraat Sta tlon Vertrek in de richtingen van vertrek Iterates vertrek ütr. Amnt. WJI'. 5.10 C>,37 Apeto Koel. 5.20 6.20 6.22 6.56 6.26* 6.30* 6.57 7.151 7.08 6.67 6.36* 6.47* 7.19 7.23 7.50 7.33z 7.39? 7.26 7.37 7.59 7,45 7.46 7.56 7.39z 7.50* 7.57 8.18 8.02 8.— 7.59 z 8.l0z 7.56 8.06 8.46z 8.10 8.20z 8.311 8.35 8.54 8.42 8.53 9.- 8.57 8.64z 9.04z 9.20 9.08 9.38z 9.19 9.05 z 9.15 z 9.20 9.24 9.38 9.48 9.19 9.30 9.58 z 9.39 9.51 10.02 9.48z 10.04 10.04 10.10 10.21 10.07 z 10.18* 10.25 10.26 10.33 10.33 z 10.44* 10.30 10.41 10.50 10.50 11.01 10.46 z 10.57 z 11.08 11.08 11.19 11.05* 11.16* 11.25 11.25 11.31 11.33 11.31 z 11.42z 11.20 11.27 12.—z 12.11z 12.26 12.11 12.40 12.16z 12.26a I2.26z 12.37 z 12.42 12.41z 12.51» 1.09z 1.20* I2.51z LÖiz 1.05 1.20» 1.31* 1.45 1.36 1.66f 1.6» 1.46» 1.572 2.07 z 2.18* 2.30 2.27 2.26» 2.36 z 2.49 2.56 2.40z 2.61* 3.— 2.59» 3.10z 2.56 3.07 3.24 3.22 3.22» 3.36 3.33 z 3.46 3.10z 3.33z 3.20» 3.43z 4.-t 3.5G 3.50 3.50* 4.01z 3.46 3.57 4.05 4.02 4.06 4.17 4.03 z 4.14z 4.2,H 4.30 z 4.41 z 4.27 4.38 6.04 4.45 4.56 4.42z 4.52» 5.05 6i04* 5.15 z 5.01. 5.12 5.26 5.36 5.23z 5.34* 5.47 5.43 5.40z 5.50z 5.36 5.46 5.50 6.— 5.53 6.03 5.50* 6.01* 6.12 6.10 6.06 z 6.172 6.03 6.14 &82l 6.3 z 6.43* 6.54* im 7.05 z 7.152 6.54 7.05 7.14 7.12 7.14 7.18 7.28 7.15z 7.25* 7.20 7.85 7.35» 7.46z 7.28 7.86 8.18 7.66z 8.06* 8.14 8.13 s 8.24? 8.28z 8.39* 8.57 9,- 8.39? 8.492 9.08z 9.19 z 8.49* 9.—* 9.05 9.18 9.20 9.32» 9.43* 9.62 9.52 10.06 1004 10.02 10.— 10.112 10.04 10.18 10.11» 10.18* 11.12 Deze tramdienst vertrekt des Vrydags (mai te Amersfoort) te 6.26 van de Remise en te 6.36 van het Station, op andere dagen te 7.18 van de Kom f Deze treinen loopen niet op Zon- en Feestdagen. markt wtimise naar de Kampstraat Öp Zon- en Feestdagen is de dienst beperkt'on rjjden slechts de tramdiensten met z aangeduiddes morgens nog te 9.68 en 10.55, en des avonds behalve te 10.— nog te 8.52, 10.5-1 en 11.57 van het Station; des morgens nog te 8.10 en des avonds nog te 617 van de Kampstraat naar het Station, en behalve te 10.11 nog te 11.06 en 12.02 van de1 Kampstraat naa- de Remise. Bj) vertraging .S de aankomst der treinen zullen de betreffende trams aan het Station ;vai nten, zoolang als de verdere dienst dit toelaat. De trams zijn bii de voormaliee D' aankomst aan, of n& vertrek van het S 58). Daar kwam neg een particuliere quaestie bij, die den kolonel de gedachte aan zijn ontslag minder erg deed schijnen. Was hij niet meer in dienst, woonde hij eenmaal in een klein stadje of op het land, dan behoefde Josefine niet meer bij te springen en zou hij met zijn pensioen kun nen rondkomen. Er was dan geen reden meer voor Rita, zich zoo elegant te kleeden en groote partijen te geven. Zeker, het zou haar moeilijk vallen, zich aan dat nieuwe leven te gewennen, ook hy deed niet gaarne afstand van zijn beroep, zijn positie, maar zij hadden immers elkaar, en hun liefde voor elkaar zou hen ongetwijfeld over alles heenhelpen. Hij liet dus Jo3efine rustig stoken en deze ging dan ook ijverig voort, haar broer spelden prikken te geven. „Je moet mij van de tegenwoordigheid van die mevrouw Ahlert verlossen. Zij moet het toch bemerken, dat ik bij alle andere dames visites maak, alleen bij haar niet. Maar ik k£n niet naar haar toegaan ik kan mij niet anders voordoen, dan ik ben en ik ki\n gean vriend schap huichelen, wanneer ik slechts verachting koester." En evenals zij tegen mevrouw Ahlert stookte, zoo deed zij het ook tegen mevrouw Gillberg. Deze was nu al ruim acht dagen te Kopen hagen zij had een telegram ontvangen en was oogenblikkelijk vertrokken, nadat z|j eerst me vrouw Von Ekern een briefje had geschreven, waarin zij deze verzocht, haar bij de andere da mes te verontschuldigen, dat zij op reis ging zonder iemand goedendag te zeggen. Zij had daartoe echter niet den tijd, want de reis was zóo plotseling opgekomen en do trein vertrok I al over een goed unr. Iedere geloofde aau het telegram, zelfs de dienstboden, die het immers met eigen oogen gezien hadden, doch ook 's middags den twist tusschen hun mevrouw en haar naan hadden afgeluisterd. Zelfs zij waren er vast van over tuigd, dat alleen het telegram de aanleiding tot de reis waB. Slechts éen geloofde dit niet, namelijk Josefine. „Dat telegram is maar een smoesje en nog wel een heel onhandig, want 't is zoo oud als de uitvinding van de electriciteit zelf. Sedert wij die in toepassing hebben leeren brengen, ontvangen alle echtelieden, die weg willen, te legrammen alleen reeds met 't oog op de dienstboden. Maar mij bedriegen zij daarmee niet. Dat mevrouw Thea op reiB is, vindt zijn oorzaak in haar uitlatingen inzake de aanstaande onderscheiding en de garde. Ofschoon ik na tuurlijk over den inhoud'der anonieme brieven niet meer heb losgelaten dan ik voor God en mijn g6weten kan verantwoorden, zoo is die zaak toch op de eene of andere wijze ruchtbaar geworden, en ik kan naar waarheid zeggen, dat mevrouw Thea het thans nog meer bij de an dere dames verbruid heeft, dan reeds het ge val was door haar optreden tegenover mevrouw Von Rockhausen. Ik begrijp niet, dat Otto niet handelend optreedthet schijnt hem steeds aan de noodige energie te ontbreken, wanneer hij maatregelen moet nemen tegen een der dames van het regiment." Urenlang kon mevrouw Josefine aldus haar schoonzuster zitten vervelen, die met Btille be rusting toeluisterde, daar zij wel moest zij had Josefine immers, zooals deze niet moede werd iederen dag te herhalen, „zooveel te dan ken, dat het werkelijk niet te veel van haar gevergd was, indien deze eensgezellig met haar wilde babbelen." Babbelen noemde Josefine het, wanneer zij aan haar medemensohen geen haar heel liet, wanneer zy zich alle moeite gaf, haat en vij- nn/lanhan (g zaaiOD. loeveel moeite zij ook deed, haar broer lap r hi tegen Thea in 't harnas te jagen, dit gelukte haar niet. Ook vanavond, nu men na 't eten in de ka mer van den kolonel bij elkaar zat, bracht zij het gesprek op haar vijandin en zij was vaat besloten, thans ietB te bereiken; er moest nu eindelijk eena een eind aan komen. Het kwetste haar ijdelheid, dat zij niets van haar broer ge daan kon krijgen en het begon haar te vervelen, zoo dikwijls het zelfde te moeten zeggen, zon der een stap verder te komen. Om meer nadruk te leggen, stelde zij zich schijnbaar op een zeer onpartijdig standpunt, evenals een ambtenaar van het openbaar minis terie, die een aanklacht laat hooren, en zij ein digde met de woorden: „Je zult me moeten toegeveD, dat ik de quaes tie zeer objectief behandel en daarom verzoek I ik j>, mij nu eens niet met gewone je ontwijkende antwoorden af te schepen, maar kort en duide lijk te zeggen, hoe jij over de zaak denkt". De kolonel, die ongeduldig had zitten luiste ren tijdens de lange uitwijding van zijn zuster, stond thans op en kwam vlak voor haar staan. „Je hebt gelyk ik zal je korten bondig mijn meening zeggen niet omdat jij 't verlangt, of omdat je 't recht hebt, my naar mijn mee ning te vragen, maar om de zeer eenvoudige reden, dat ik verlaDg, dat dit thema nooit meer, zelfs Diet met een enkel woord, zal worden aan geroerd ik heb waarlijk wel andere dingen aan mijn hoofd. Haast tegen ruijn wil heb ik me onder jou invloed bezig gehouden met de uit latingen van mevrouw Von Gillberg. Ik heb er lang over nagedacht en ben tot de overtuiging gekomen, dat ik niet de minste reden heb, een aanmerking te maken, of er zelfs maar notitie van te nemen. Reeds daarom niet, omdat het bier woorden geldt, door een dame in haar eigen huis geuit, terwijl ik er niet bij was, en omdat 't my tegen de borst stuit, mij met zaken te bemoeien, die ik yan derden hoor". „Doe ik dat somB wel?" vroeg ziin zuster. „Laat me uitspreken" viel de kolonel uit. ^Daarover zullen we 't straks misschien nog wel Snelpersdruk, Firma A. H «an CI.EEFF, Amerefoorl. hebben" „Ik zei dus, dat ik me niet wil bemoeien met zaken, die ik hoor van de achterwacht. Afgezien daarvan zie ik niets laakbaars of on passende in de woorden van mevrouw Von Gillberg en ik zie niet in, in welk opzicht zij eenig nadeel zouden kunnen doen. Ik vind die woorden hoogstens niet tactvol, want wanneer iemand een geschenk krijgt en hij verheugt zich daarover, dan getuigt het niet van tact, wanneer een derde zegt„het geschenk is niets waard". Je ziet, dat ik mevrouw Thea niet on voorwaardelijk in bescherming neemmaar in éen opzicht geef ik haar volkomen gelyk. Zy heeft het volkomen bij :t rechte eind, indien zij zegt. dat de garde niet beter is dan ieder ander regiment. Ik zou me mijn leven lang hebben moeten schamen, officier te zijn, indien ik niet de vaste overtuiging had gehad, dat het eene troependeel volkomen evenveel waard is als 't andere. Alle deen hun plicht, alle zijn bereid ten stryde te trekken het regiment te Po8emuckel evengoed als dat te Potsdam. Het is misschien prettiger om in garnizoen te liggen te Berlijn dan hier en zeker is het een eer, direct onder de oogen van Z. M. te dienen, maar toch is het eene regiment volkomen ge lyk aan het andere. En al krijgen wij nu de beloofde onderscheiding, daarom moet ons dat niet trotsch en verwaand maken, daarom moeten wij ons zelf niet als betere, voornamere raen- schen gaan beschouwen. Niet de uniform be paalt de waarde van een regiment, maar de geest, die het bezielt en de geoefendheid, die het zich door den dienst weet eigen te maken. Ware het anders, dan moesten we ons, dadelyk nadat ons de onderscheiding is verleend, scha men, dat wij haar niet eerder hebben gekregen. Zoo denk ik over deze quaestie; ik zal 'er voor zorgen, dat myn officieren er net zoo overden ken en ik verzoek jou, Rita, er nnnr te streven, dat de dames eveneens zoo ooxdeelen." (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1909 | | pagina 4