BLOOKER'S CACAO; imssL zijn overal bekend door hun lichten gang en soliditeit Stoomwasscherij W. G. BURGER, Ilijliiij JET KM' DAALDERS Snel, Sterk. „Eysink" rijwielen Solied. Sierlijk De namaking is vleiend, De namaking is gevaarlijk. !jU vjf koopeks der pinkpillen Feuilleton AMKKIKAA.YSCli SYSTEEM. Wassehen geheel opgemaakt of droog toegeslagen. GOEDE BEHANDELING. De goederen worden te Amersfoort s W oensdags franco gehand en gebracht. PROSPECTUS wordt op aanvrage franco toegezonden PUNCH, RHUM, COGNAC. Ifjionder krarhtlg en voordeelig tooi GHOO. Directe import. Ingang Lieve Vrouwe-kerkhnf. tail ouda an jongi mannen SHSESF*8* XMAmuA %.rnTr m f -OtI Ednard B.ndt, IrunrtMy Breek met de sleur; drink in plaats van koffie, véél goedkooper, véél gezonder, altijd goed. VLEIEND: omdat men slechts de goede producten namaakt. GEVAARLIJKomdat de door den namaker aangewende bestanddeelen niets waard zijn. Indien het product van den namaker eenige waarde had, zou hetzelve onder zijn eigen naam verkocht worden en men zou zich niet bedienen om het te doen koopen onder den goeden naam van een goed bekend merk. Vertrouw U niet aan de middelen die aanbevolen worden, teneinde dezelfde ziekten te genezen als de Pink Pillen, want deze laatsten alleen hebben hunne bewijzen geleverd. MEN HOOTST NIMMER NA WAT SE ECHT IS kU.UX.CS S*-YY eischt op het etiket het hierbovenstaand merkblauwe afdruk op rosekleurig papier. Bovendien bevindt er zich op iedere doos een smal bandje papier, dat dwars over het rosekleurig omhulsel geplakt is en voorzien is van de vermelding Prijs.f 1.75 per doos, 19 per 0 doozen. Eenig depothouder voor Nederland: SNAB1LIÉ, Steiger 27, Rotterdam. Voor de gebruiksaanwijzing raadplege men do ingeslotene Hollandsche circulaire". Verder geve men acht dat de echte Pink Pillen by geen andere personen te verkrijgen zyn dan die onder de artikels als depothouder zijn aangegeven. Zoo gy twijfelt bestelt ze alsdan rechtstreeks aan den heer SNABIL1E, Hoofddepothouder voor Nederland, 27 Steiger, Rotterdam. De namaaksels hebben nooit iemand genezen. De echte Pink Pillen genezen: bloedarmoede, bleekzucht, neurasthenie, aigemeene zwakte, maagziekten, rheumatiek. Oo'; echt verkrijgbaar bij A. van de WEG, drogist, Langestraat 23 en J. van den HOOFF, drogist, Langesiraat 11)7 te Amersfoort en verder bij verschillende apothekers en alle goede drogisten. GEBOMBARDEERD. 1.) „U zult toch zeker wel niet zoo dxroas wezen, met zulk weer zee te kiezen Ik keek op van de boeglijn van mijn bootje, die op de eene of andere manier heel gek was vastgeknoopt, knikte bevestigend en antwoordde „Natuurlijk. Waarom niet? Zoo'n beetje wind als op 'l oogenblik zal noch de „Maybird" noch mij kwaad doen. Wc zijn beiden aan het Ka naal gewend, Trevelan". „Ja, ju, dat lijkt muar zoo, tnenoermaar er komt een bui opzetten en oen flinke ook. Eer do zoo ondergaat, zullen we hier oen zwaron storm uit bet Westen hebben en God moge met u zijn, meneer, wanneer u dan nog in open zee is". „Ik ga. al waait het ook nóg zoo hard, Tre velan," pochte ik. „En, wat meer zegt, ik kom terug'*. Er was een fluitend wysje in de bries, toen wy den kaap voorbij voeren en een re,genboog van schuim voor onzen boeg werd opgejaagd. De „Maybird" boog brutaal voor de aanrollende waietrmiHsa'a; zij helde over ula een stuk speel goed, toen ik den eohoil aanhaalde en haar tegen den wind iuwendde, bijna vlak Zuid. Ik hield van dit vermakelijke gevocht tegen groolo machtenhet was myn lust en myn leven. Al leen een stryd legen hoogere machten aan to gaan dat is iets wat een man aantrekt. Wul schooi het geelachtige schuim boven den ach tersteven uit, wanneer de kleine boot naar de diepte schoot en dan weer omhoog vloog; wut nam de gierende wind in kracht toe tot het was als het voortdurend rommelen van een nade rende donderbuiwat klapten en zuchtten de zeih'B wat trilde elk touwtje zyn persoonlijken stormzung dat voliiiuukle de ware stem van den storm 1 „Nu zul het heginnni," lachte ik in mezelf toen een stormt Lug neerkwam. liet jacht schudde over «fon geheele lengte; het kroop, schoot met den kop naar beneden, hield plot seling op als een schichtig paard, en toen werd het door dc volle kracht van den storm uangegrepen. Ik gieep myn roer juiBl bij tijde. Anders zou het zyn omgeslagen, en de geheele geschiedenis zou zijn ufgeloopen, eer ze nog goed en wel was begonnen. Maar de „Maybird" schoot vooruit by de aanraking van haar roer en ik minderde het zeil zooveel als noodig was om hunr voor de schnimendo zeeën vrij te houden. Het was opwindend, het was dol ple zierig. Do schuimvlokken sloegen tegen mijn hoofd en schouders; ik bekommerde mij er niet om. Ik werd zóo meegesleept door de 9nelle be weging en het buitengewone vermaak van dit alles, dat ik in 't geiieel niet opmerkte hoe hand over hand de duisternis met den storm toenam. Plotseling, zag ik door de mistige lucht, die vol was van vederachtig schuim, den om trek van hot schuimgetopt groen voor ino uit het gezicht verdwijnen. De lucht werd doods kilik huiverde, keek achter me, zag een reusachtige groene golf in dolle woede op den achterstreven aanrollen, zag een andere volgen, een nog hoogere en toen kwam do storm in al zijn zwaarte neer. Ik kon voor het oogenblik niets doen. Het land was reeds lang uit het oog verlorenalles om me was de warreling en de etryd van do elementen. Nu snukle ik naar licht, wachtte op een gelegenheid om ren reef te leggen in hel klappende grootzeil. Hou verlangde ik naar éen enkel streepje licht, naar iels dal de dreigonde eentonigheid verbrak. We vlogen er over 1 ,Het handige, lichte scheepje hield moedig stand tegen de hongerige, achtervolgende golven, die het in dreigende hoogte ophieven en met een sissend g luid neer ploften, dat te loor ging door het monsterach tig geloei van andere opkomende golven. Ik had alle beBef van tijd verloren, maar besefte toch, dat hol al laat was. Ik had hon ger en was nat; het kwam even in mij op, dat, zoo ik niet spoedig terugkeerde en op land aanhield, ik den gein elen nacht op zee moest hlyven. Vun plan zijnde alleen een iniddag- toehtje te doen, had ik geen provisie meege nomen ik had geen olie in mijn lantarenser wus niets dut eenige comlort kon verschuilen. Hoe lung ik zoo voortdreef, zou ik niet kun nen zeggen. Alles wat ik weet, is, «lat na vele uren met den storm te zijn voortgevlogen, do siormwind zyn hoogtepunt had bereikt en mee- doogenloos op mij losbarstte. Ik hoorde, dat de mast een waarschuwend gekrnak gaf. Ik liet zoo sobielijk mogelijk de strakgespannen scioot vieren, maar het was to laat. Met het gedonder van eon kanonschot sloeg de mast overhoord, de Bchoot knapte af, als waren ze van paktouw, en een oogenblik later zat ik als versuft met het losse eind van een atgebroken touw in mijn verstijfde vingers. We joegen nog vooruit, maar nu deed de verminderde vuurt van het jacht mij den storm in al zyn woede gevoelen. Er was een voort durend bonsend geluid, wnar ik op dat moment geen naam voor kon vinden, maar het schip, schokte pijnlijk bij iederen bons en weldra be greep ik, dat het want den gevallen mast nog vasthield en dat elke golf hem tegen het jacht beukte als een stormram. Hij moet afgekapt worden, zei ik en greep naar mijn mes. Het was verdwenen hoe, weel ik niet. Er lag een kleine bij! in het zeilkastje vóór op het schip, ea d. ./ildo ik halen, maar zoodra had ik ae roerpen losgelaten of het jacht kreeg weer een stoot en do volgende zee sloeg een flink lek. Ik wankelde naur do roerpon terug en drukte ze neer; ik wachtte met kloppend hort, terwyl ik het water tot mijn knieën voelde rijzen, en toen gaf de „Maybird" een soort snik en begon onder my te zinkon. Door oen wonder was de kleine boot nog blijven drijven. Ze had me verscheidene malen een leelijke duw gegeven, wanneer ze door eon golf werd opgenomen en over den achtersteven werd geslingerd. Muar nu zegende ik ze, want hoe ongelooflyk het ook mag klinken, ik was gein zwemmer, ju, ik kon zulfs geen slag zwem men, hoewel ik een stoutmoedig liefhebber van zeilen was. Het gelukte me de boot aan te halen en er in to springen, juist toen do „Maybird" met een steunend geluid onder water schoot. Ik zag haar gaan en voelde, dat het bootje als een kurk door de zuigiug werd aangetrokken. Waar ik mij bevond, kon ik niet zeggen, maar ergens in hel Noorden lug land en leven en, met een vaag idee om beiden te bereiken, wilde ik het bootje wendenmaar het gelukte niet, het vlood weg voor den wind als een gewond dier, moeilijk en zwaar gaande, maar toch, zooals ik aan het afstroomende water kon opmerken, nog vrij vlug. Het was vrij koud en een gevoel van wan- hoop maakte zich van my meester. Waar moest deze vreemde vlucht eindigen Blijkbaar op slechtH éen plaats: den bodem van het Kanaal; want het bootje maakte langzaam water. Ik hurkte neer onder de voorplecht, want de storm blies zoo hevig op myn rug, dat ik mijn kracht zeer Bnel voelde verminderen en hot water op me rees. Zoo ging het verder. Geen woorden kunnen de verschrikkingen van dien tocht uitdrukken. Ik gevoelde, dat mijn bewustzyn mij begaf; de storm scheen wat te minderen, ze raasde min der hevig plotseling stootte de boeg van het bootje tegen een vast voorwerp en scheurde. Hierdoor opgeschrikt en door het water dat mij bijna tot de lippen kwam, stond ik op. Het moest een schip zyn, dacht ik. Want als het inderdaad oen schip was, had ik nog eenige kans op leven. Ik schreeuwde zoo hard ik maar kon, wanhopig gillend; maar geen menschelijke stern werd hoorbaar, geen licht verscheen boven myn hoofd. Ze zullen allen slapen, was mijn inslinktmatige gedachte. Weer schreeuwde ik, en nog eens en nog eens, in mijn uitgeputton toestand denkend, dat ik luid genoeg schreeuwdo om zelfs de dooden wakker te maken. Maar nog kwam er geen antwoord en het bootje schoot plotseling onder me weg in de diepte, rao worstelend in het kille water achterlatend. Iets stootlo tegen myn hoofd, iets hards. Ik klemde me er aan vast; hot bleek een touw. Met mijn geheele gewicht hing ik or aan, liet hield goed en de golven poogden tevergeefs me omluag te trekken. Maar door de vriende lijke aanraking van dat touw der voorzienigheid in myn hand kreeg ik nieuwe krachten. Ik trachtte omhoog te klauteren en schoot zoo een paar decimeter op, hoewel ik een tiental keeren dooduf ophield en die taak te zwaar vond. Doch beneden grijnsde de dood en boven lachte het leven duim voor duim, nu dui- zrlig blijvend hangen boven het woelige water beneden me, dan mo weer een beetje naar boven werkend, kreeg ik onder mijn voeten een dwarsbalk. Daaraan klemde ik my ulo een aap vast en kroop verder naar iote, dat Ilauwtjc3 op een ladder geleek. Ik heb nog zoo'n vang idéé van een stalen ladder te hebben gevoeld en een flauwe herinnering van de treden te hebben beklommen ik viel bewusteloos voorover. (Wordt vervolgd.) Snelpertdtuk, Fit ma A.H, van CLFFFF, Amerefooit.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1909 | | pagina 4