BLOOKER's DAALDERS CACAO [iMnB! c. m oumi FLEHITE laiMtanmin THEE Slijterij JET KAPELHUIS" Stoomwasscherij W. G. BURGER, Feuilleton, Cacao is verre te verkiezen boven andere dranken; waarom wordt dan cacao nog niet zoo geregeld ge bruikt als b.v. koffie en thee, alhoe wel die verslappend op de zenuwen werken? Gedeeltelijk doordat het moeite kost met den sleur te breken, doch ook doordat tot dusverre wer kelijk goede cacao vrij hoog in prijs was. H ieraan is tegemoet gekomen door het in den handel brengen van in bussen van i kilo (2 pond) 1.50 0 4 ('A °"4? A 1 hectogr. (j ons) 0.18 LAMAISON BOUWER Co. Buurhuiien 39 Belasten zich met aan- en verkoop van Eifeoten, W i b a e 18 en C o u p o n 8. Sluiten prolongation Safe-inrichting. „Een fare Br. rel/teiv fietan'a [5^ l S&ui' 87 n»k Oudheidkundig: Museum Is d a g e I IJ k s te bezichtigen voor 11 Iet-leden AIO cent. Kosteloos des Dinsdags van 10 tot 12 en van l1/, tot 3 uur. Wen eischc op flcsch en kurk het merk PUNCH VAN BEERTJE. H B DL BEER, Amsterdam. van H. Rarenswaay Zonen Gorixchem. verkrijgbaar by Lanoestraat 18, AMERSFOORT. verschoenen 111 alle ma ten, verschil- lende qnali- teiten en di verse prijzen bij „NIEUW PARIJS", Uangestraat 37, Amers foort. CREDIETVEREENIGING te Amsterdam. Correspondentschap te Amersfoort mr. H. J. SI. van den BERtill, WILHELMINASTRAAT 5. Zij stelt zich ten doel: het v-ileenen van Credieten onder per soonlijke of zakelijke zekerheid ofin-blauco het incasseeren van handelspapier; het ontvangen van gelden a deposito en .tekening-courant. PUNCH, RHUM, COGNAC. Bijzonder krachtig en voordeelig voor GROG. Directe import. ingang Lieve Vrouwe-kerkhof. =1» ZEIST. %i AMEKIKAANSCH SYSTEEM. Wassehen geheel opgemaakt of droog toegeslagen. GOEDE BEHANDELING. BILLIJKE PK1JZFN fjp goederen tt orden Ie A mer stoort 's H oensdags franco gehaald en gebracht. PROSPECTUS woidt op aanvrage franco toegezonden GEBOMBARDEERD. 2-) Wat deed mij ontwaken? Ik kon het niet zeggen. Er was een geluid als van een donder slag in mijn ooren; mijn lichaam kreeg een plotselingen schok en toen ik mijn oogen opende en om me heen keek, voelde ik, dat datgene, waarop ik lag, heftig schudde. Er volgde een tweede vreeselyke schok en ontzet sprong ik op. Wat was dat Waar was ik Tientallen vra gen kruisten mijn brein, toen ik daar stond te staren, met mijn door het zout pijnlijk gewor den oogen. Ik bemerkte, dat ik op het dek van een oorlogsschip stond maar geen levend wezen was te bespeuren. Het w.s een heldere dag, en ik waB door en door koudzelfs de opgaande zon kon die doodelijke kilheid niet verdrijven. Maar ik nam er nauwelijks nota van; een al te groots verbazing hield me bezig. Ik bevond me ongetwijfeld op een oorlogsschipde ronds, draaibare toren op het voorschip zei ine dat, en een paar ouderwetsche kanonnen bevestigden deze verzekering! Maar welk een oorlogsschip! Niet het heldere en schitterende vaartuig, dat ik soms had bezocht, wunneer ik met een vroo- lyk gezelschap in de officierekajuit bad gedi neerd. Neen, dit schip was een en ai roest eu geheel verlaten. De dekken zagen er droevig verlaten uit in vergelijking met die, welke ik gezien had. Geen vroolijke Jantjes bij de ka nonnen, geen teeken van leven. De planken van het dek wared half vergaan en niet te onder scheiden overal zag ik sporen van verval. De davids waren leeg nergens was een boot te zien. Ik wendde mijn oogen van het schip af •n keek over boord. Ver weg, zóo ver, dat het slechts een dunne lijn aan den horizon vormde, zag ik landov®r stuurboord zag ik drie groote, donkere schadu" wen op ongeveer vier mijlen afstands langzaam opstoomen. Ik bemerkte direct, dat het Eu« gelsche oorlogsschepen warener was geen vergissing mogelijk. Maar toen ik zoo staarde, schokte een dolle ontploffing de lucht en deed ze trillen. Bijna te zelfder tijd slingerde het schip, alsof er een aardschok onder de kiel plaats had. Een tweede ontploffing, het schip slingerde weer en een ontzettend gekraak deed roe wegsnellen in een woest verlangen naar veiligheid. Ik begon de voorvallen in mijn gedachten te combineeren. De schepen in de verte werden in rook gehuld en zoo nu en dan bemerkte ik door den rook witte lichtflitsen. Na elke licht- flikkering schudde bet schip en herhaalde zich het scherpe, krakende geluid. Toen wist ik wat er gebeurde. Ik was inderdaad aan de zee ont snapt, maar bevond me aan boord van een dryvende schijf. Ik herinnerde me allerlei zaken, toen deze werkelijkheid voor me opdaagde. Ik had inde couranten gelezen, dat H. M. „Leander'", een verouderd type Blagschip, totaal onbruikbaar voor de tegenwoordige wijze van oorlogvoeren, bestemd was om als schijf te dienen voor de zware kanonnen van eenige schepen der Ka- naalvloot, met het doel de weerstandskracht van pantserplaten te onderzoeken tegen mo derne projectielen. Zij zou gedurende een ge- heelen dag aan het aanhoudende vuur van drie schepen van het Dreadnought-type worden on derworpen, en na het bombardement zouden deskundige officieren het wrak bezoeken en een uitvoerig rapport uitbrengen over den uit slag van het vuur. Men zal begrijpen, dat mijn vooruitzichten niet hoopvol waren. Doch ik zag spoedig in, dat er gehandeld moest worden. Het was volkomen nutteloos, met de handen in de zakken zich achter de stalen verschan sing te verbergen met de mogelijkheid ieder oogen blik een granaat van een halve ton tegen mijn hoofd te krijgen. Toen ik tot die conclu sie was gekomen, klonk er een helsch gefluit een geweldige slag en een regen van staalsplin- ters viel om mij neer. Ik zag den granaat zijn weg recht door de tegenovergestelde verschan sing nemen en verdwijnen, een gapende opening en een wolk van metaaldeeltjes achterlatend. Ik moest dat vuren doen ophouden, anders was ik verloren. Ik bukte weor toen het wel bekende geluid van een anderen kogel weer klonk, snelde vervolgens over het dek, bereik te een bedekte gang en zag een deur. Maar juist toen ik deze wou openen, herhaalde zich het donderend geluidde muur van de gang aan mijn rechterhand barstte open, iets wazigs schoot mij voorbij en verbrijzelde de deur, die ik wilde openen, in splintersde gang was on houdbaar; in vreeselijke haast snelde ik terug en bereikte het open dek weer. Toen begon een tüd, dien ik nooit zal verge ten. Waar ik my ook bevond, overal hoorde ik het gefluit van kogels en den schok van metaal op metaal. Het schip schudde nu zonder ophou den naar zee ziende, bemerkte ik, dat de drie slagschepen onzichtbaar waren geworden, ver borgen achter een muur van rook. Maar ik was niet van plan om me maar zóo in mijn dood te (chikken. Er moest iets op gevonden worden om tne uit mijn ontzettende positie te redden. Toen er een oogenblik pauze kwam in het vu ren, baande ik my een weg naar de brug en keek uit naar iets wat mijn tegenwoordigheid aan boord van do andere Bchepen kon meedee- len. Maar de vlaggekisten waren leeg. Ik deed mijn jas uit en besloot dien aan de signaallij nen vast te bindentoen bedacht ik, dat zoo'n klein voorwerp niet opgemerkt zou worden, en deed ik mijn overhemd uit. Zoo goed mogelijk bond ik beide voorwerpen aan elkaar, doch er wa ren geen signaallijnen meer. Het schip was zoo schoon mogelijk onttakeld eer het uit het dok was gehaald. Ik vloog in vliegende haast de brug af, toen een kogel over me heen suisde en de schoor steenpijp van elkaar scheurde. Ik bracht dege- heele dikte van den bovenbouw tusschen mij en het geschutvuur eu keek verlangend naar het land. Muar het was zeer ver weg, en ik kon geen slag zwemmen. Op dat moment was het dek een ware hel geworden. Iedere seconde vlogen er projectielen overheen, splinters verduisterden overal de lucht om me. Ik besloot in den voorsten mast te klimmen om daar mijn geïmproviseerde vlag aan vast te binden, maar ik was nauwelijks een zes Meters hoog, toen de vechttoren boven me naar beneden tuimelde en stukken hout eu me taal om mij heen vielen. Ik geloof, dat ik de zes Meters omlaag ben gevalleu; doch precies weet ik het niet meer. Onmiskenbaar maakten de kanonnen van de Kanaalvloot van elk mogelijk doel gebruik; maar ik interesseerde me allesbehalve voor hun juist mikken mijn belang lag meer in de poedels dan in de treffers. Ik strompelde naar de machinekamer, dorstend naar veiligheid, want elke plek op het dek scheen als gezeefd door het kanonvuur. Geduren de bijna een uur lag ik daar plat op de platen, en toen doorboorde ook een reuzenkogel deze plek en maakte een eind aan mijn droomen van veiligheid. Maar ik wilde niet opstaan om de verschrikkingen boven te aanschouwen en eenige minuten stond ik in de machinekamer, werktuiglijk het gekraak tellend, elke seconde vreezend een kogel te zien aanvliegen. Het wa3 een wonder, dat ik geen honderd maal was go- troffen; ik bloedde nog slechts uit éen vrij ern stige splinterworid in mijn wenk brouw. Maar al was ik ook tot nog toe ontkomen aan de volle kracht van een kogel, toch wist ik zeer goed, dat het gevaar slechts uitgesteld en verre van verdreven was. (Wordt vervolgd). Snelpersdruk, Firmi A. H sen CLEEFF, Amersfoort

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1909 | | pagina 4