Zaterdag 27
Maart 1909.
No. 7640.
58e Jaargang
BL00KERS
CACAO;
firma a h. van cleeff
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden ƒ1.—
franco per post ƒ1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10cent. Bij regel-
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosleloos. Legale, officieële- en onteigenings-
advertentiën per regel 15 cent. Ree amès 1—5 regels 1.25 elke regel meer 0.25. Groote
letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten
evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
KORTEGRACHT9
Postbus 9.
Telephoon 19.
Bij dit nummer behoort een
BIJVOEGSEL.
KEN X I 3 6 E T ING.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS vmi
AMERSFOORT,
Gelet op nrtt. 6 en 7 in verband met art. 27 der
HINDERWET,
Brengen Ier kennis van bot publiek, dot een
door ben aaD Gedeputeerde Staten van Utrecht
ingediend verzoek, met bijlagen, om vergunning
tot het uitbreiden ven de Gemoente-gaifabriek inet
a. het verlengen der stokerij en van de stcen-
kolenloods met een bijbouw voor wnsch-, kleed- on
scbaftkamer en het verplaatsen van de kolenlift
b. bet verlengen der regeneratie-'oods
c. twee nieuwe stoomketels, elk van 2.6 attnos-
phcer druk, alsmede een exhauster ran 4 P.K., vier
regulateurs, een waterkoelor en een condensator,
een en ander te plaatsen ia het ketelhuis en de
machinekamer
d. het verruimen der smederij, door uitbreking
van een muur:
in het perceel alhier gelegen aan het Smallepnd.
bij het Kadaster bekend onder sectie D. Nos1933,
en 742 op de Secretai ie der Gemeente ter visie ligt, en
dat op Diusdag, den 6 April aanstaando, dea voor-
middags te half elf uren, gelegenheid ten Raad-
huize wordt gegeven om, ten overstaan van het
Gemeentebestuur of van een of meer zijner leden,
bezwaren tegen het oprichten van de inrichting in
te brengen.
Tot het beroep, bedoeld in art. 15, le lid der
Hinderwet, zyn, volgenB de bestaandejurisprudentie,
alleen zij gerechtigd, die t vereenkomstig artikel 7 der
Hinderwet voor het Gemeentebestuur of een zijner
leden z ij n verschenen ten einde hun bezwaren
mondeling toe te lichten.
Amersfoort, 23 Maart 1909.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
De Secretaris,
J. G. STENFERT KROESE.
le Burgt
wuij'
tiers:
De steinbos van 1909.
Op uitnoodiging van de anti-revolutionnaire
propaganda-club „Groen van Prinsteror" hield
de heer N. Oosterbaan, uit Doesburg, Donder
dagavond ook hier in de groote zaal van „De Ver-
eenigiug" zijn redo over „De stembus van 1909".
De heer H. P. G o o s s e n b ging voor in ge
bed en zeide in zijn inleidend woord, dat de ko
mende stembusstrijd misschien een klein beetje
maar toch niet zoo heel veel zal verschillen
Ynn dien van 1905, doch dat daarbij iets anders
zal gelden dan „Prins Joris" en zijn medestan
ders doen hooren, het nu al vrij vervelend ge
worden liedje van „wat heeft nu een doode aan
een rijksdaalder".
De heer Oosterbaan, hierna het woord
verkrijgend, zeide ongeveer
Wanneer we de eerste maanden van 1909 ver
gelijken met die van 1905 dan treft ons een
groot onderscheidtoen was 't éen oplaaiïng
van felle haat, thans is 't zoo echt-IIollandsch
kalm. Komt dit hiervan, dat niet meer het per
soonlijk element op den voorgrond wordt ge
drongen, dat het niet meer is vóór of tegen
Kuyper of Heemskerk of De Meester, maar dat
alle partijen zich hebben opgemaakt om hun
programma's aan te bevelen en dus het zake-
lyke op den voorgrond te brengen? De linker
zijde schijnt beter dan in 1905 te begrijpen, dat
het niet andermaal aangaat, schoone beloften,
te doen, doch dat zij moeten beantwoorden do
vraag dor kiezers: wat hebt gij met uw meer
derheid gedaan.
In de eerste dagen van 1905 schreef „Land
en Volk"wij gaan met vol vertrouwen de
toekomst te gemoet; het „Handelsblad" stuk de
nationale driekleur uittoen heette het5248
toen deden de mannen van links een razenden
rondedans om het Kabinel-lCuyper en werd er
geschreeuwd, dat dr. Kuyper moest zakjes
plakken. Doch wanneer de mannen van li aks
zich die dagen voor den geest roepen, zullen zij
wel moeten vragenO schoons dagen van het
verleden, waar zijt ge gebleven en wanneer zult
gy weerkeeren.
Als men toen de schildwachts in het kamp
der vrijzinnigen had gevraagd naar het wacht
woord, dun zouden zij hebben geantwoord: unti-
Kuyper, anti-elericual. Alle kleuren van de
linkerzijde droegen over hun eigenlijke plunje
het kleed van het anti-clericalismo en in die
cape leken allen wonderwel op elkaar.
Zoo is gekomen :lo meerderheid 52-48 en daarop
steunt nd het kabinet-Do Meester, dat in op
dracht had, de zieltogende antithese om-koud
te helpen en in to luiden een tijdperk van
zegenrijke sociale hervormingen.
Men had de voorstanders van het openbaar
onderwijs beloofd, dat, indien er een vrijzinnige
meerderheid zou komen, een streep zou worden
gehaald door hetgeen Kuyper had gegeven voor
het bijzonder onderwijs en dus een der erger
lijkste partijwetten, zooals de heer Borgesius
dut noemde, zou worden te niet gedaan. Inder
daad lazen de openbare onderwijzers de eerste
Troonrede van voor tot achter en van achter
naar voren door, doch vonden niets. Het Kabi
net-De Meester heeft dan ook aan de onderwijs-
quaestie niets veranderd dan hooger salarissen
toegekend. Ook de beloften voor het vakonder
wijs werden niet. nagekomen; men vergete
intusschen niet, dat het weer dr. Kuyper was,
die het vakonderwijs op den voorgrond schoof.
Minister Itink offerde op het altaar der verzoe
ning en legde in het Parlement de verklaring
af, dat de Bijbel op de openbare schcol mocht
gelezen, iets waarmee de openbare school leelijk
in haar maag zit. De frontmakers voor de
openbare school zijn danig teleur gesteld.
Op de tweede plaats zou men inluiden een
tijdperk van zegenrijke sociale hervormingen
doch Minister De Meester heeft niets meer tot
stand gebracht dan het Arbeidscontract, dat hij
overnam van zijn voorganger. Van de vele
beloofde sociale wetten hebben de arme kiezers
niets ontvangenmen heeft hun oudbakken
broodjes, nos eens weer in den oven opgewarmd,
als nieuwbakken opgedischt.
Minister De Meester zou bezuinigen op de
militaire uitgaven 'ten bate van de sociale
wetten. Wij hadden ons reeds verheugd over
den brutalen moed der tegenpartij, die altijd
de militaire uitgaven heeft opgedreven, dat zij
op die wijze de liiezers trachtte te bedotten en
zeiden dan ook tot de arbeiders, dat men het
militaire monster niet op dieet zou stellen.
En wat was het resultaat? Dat 20 December
1907 mr. Troelstra deed uitkomen,voor dat
1901 de Begrooting van Oorlog f28 352 272 was,
tegen f2(i 660000 voor 1907. nog ongerekend
de 1G millioen voor de zeeversterkingen. Mi
nister Staal, deze vreemde eend in de politieke
bijt, zeide, dat hij wel zuinig zou wezen, doch
dat hij niet wist of hij kon bezuinigen, en zijn
opvolger, Minister Van Rappard, was anderhalf
millioen hooger.
Tot dusver hadden de sociaal-democraten de
beschermende hand uitgestoken boven hot
Kabinet; toen trokken ze die terug en het
Kabinet-De Meester viel.
Oók zou men, om het geld voor de sociale
wetten te krijgen, de belastingen hervormen,
maar niet ala de rechterzijde door een tarief,
doch door met de andere Rijksdirecte belastingen
te goochelen. De groote finnncieele specialiteit
De Meester kneep hier een stukje af, deed daar
een brokje bij, door bijvoorbeeld het minimum
te verlagen van f (150 tot f 550, door den land
bouw aan te slaan, de tabak te belasten, enz.
In 1905 trokken de vrijzinnige propagandisten
rond en jammerdenstel u voor, dat de arbei
der, vermoeid van een langen dag werken,
's avonds zijn schamele woning binnentreedt op
zijn belaste klompjes en met zijn belaste pet
deze „gruwel van Christelijkheid" sloeg echter
op do luxe- en sportpetteu uit het buitenland
rookemi zijn belaste tabak. Maar zij
kwamen na de belastingvoorstellen-De Meester
niet terug om te vertellen van de onbelaste
klompen, de onbelaste pet, doch de zevenmaal
hoogeretabaksbelasting, en om eens tlink erop
te wijzen, dat die voorsteilen ver van democra
tisch waren omdat zij den zwaarsten last leg
den op de zwakste schouders.
In éen opzicht heeft dat Ministerie zijn belofte
trouw nagekomen, namelijk nopens de Grond
wetsherziening met het bekende blanco-artikel
SU de schoonste uitvinding dezer eeuw
waarnaar thans geen sterveling meer omziet. Als
men thans aan zelfs de meest vooraanstaande
politiekers zou vragen wat er in stond, dan zou
blijken, dut het totaal vergeten is. Dat is wel
een eenig feit in onze parlementaire geschiedenis.
Toen daarentegen Thorbecko in 1844 zijn
ontw-rp lot Grondwetsherziening indiende, is
hot blijven loven en de gronaslag geworden
van de herziening van 1848.
liet kan dus niet ontkend, dat het Kabinet.
Do Meester niet heeft gegeven wat het beloofde.
Dit is echter niet te wijlen aan het hoofd
van Kabinet of aan allen te samen of aan hun
bekwaamheid, doeh hieraan, dat het moest
steunen op een linkerzijde, welke wist waarover
men het niet eens was, doch niet, waarin wel.
Borgesius zoowel als Troelstra, de eerste 29 Ja
nuari 1905 door zijn rede over „hot allegaartje",
de laatste in December van dat jaar toen hij
■prak over het halfsteens muurtje, bleken bei-
Breek met da sleur; drink
in plaats van koffie,
DAALDERS
véél goedkooper,
véél gezonder,
altijd goed.
den goede profeten, wam het Kabinet kon het
zelfs zijn vier jaar niet uithouden en zoo kwam
de toestand, door den heer Borgesius 18 Novem
ber allerzmderling8t genoemd.
Wel zonderling en eenig in de parlementaire
historie is het, dat in Nederland de Tweede
Kamer een linksche meerderheid heeft met een
reehtsch Kabinet en dat een kiezerskorps van
50 000 man, dat niet gediend is van een vrij
zinnig Kabinet, nochtans wordt vertegenwoordigd
door een minderheid in die Kamer, welke min
derheid wel is gediend van een rechtsch Kabi
net.
De leider der oud-liberalen, de heer Tydeman,
begreep.dat de linkerzijde niet in staat was tot
regeeren en hij, die zijn parapluie maar zou
meenemen, slaakte een zucht van verlichting
toen het Kabinet-De Meester ontTag vroeg. En
de heer Troelstra noemde niet ten onrechte dal
Kabinet de kiijgsgevangeue der Kamer.
Nu is de vraagWilt ge door uw stem mee
werken, dat aandien allerzondelingsten toestand
een eind komt. Het kiezerskorps moet thans
bedenken, dat het is in 't belang van land ec
volk, dat het Kabinet niet langer is de krijgs
gevangene der Kamer. De antirevolutionnaire
partij wenscht dan ook aan dezen toestand een
einde te maken, overtuigd a!s zij is, dat de
handhaving der Chr. beginselen veiliger is bij
rechts dan bij ünks.
Wat is het groote doel der Chr. coalitie? Dat
wordt voortgebouwd op de Chr. grondslagen van
ons volk. De verbondenen verschillen in velerlei
opzicht, maar hierin zijn zij 't volkomen eens,
dat de toekomst van ons volk wordt bedreigd.
Dit is de hoofdzaak, dat wij er niet toe mo
gen en ook niet toe kunnen meewerken, dat de
overheid zich losvoelt van een boveniuirdsche
autoriteit omdat wij mannen van de rechter
zijde meenen, dat ook in de politiek dient ge
rekend met de goddelijke openbaring.
Politiek is niet zekere slimheid en gevatheid,
doch dit, dat men vraltgt: hoe moet ten land
wot den bestuurd en geregeerd. Wij Christenen
zeggen, dat dit moet geschieden overeenkomstig
de ordinantiën Gods, zonder buitensluiting van
het Woord des Heeren en alles onder het aller
hoogste gezag. De mannen van de linkerzijde
echter voegen ons toeblijf met uw Bijbel in
uw gezin, in uw kerk, in uw school al heb
ben ze dien thans ook in hun school maar
houd hem buiten de politiek.
De coalitie der rechterzijde bedoelt niet iets
te verwerven, iets te verkrijgen, maar dient om
te behouden wat we niet missen kunnen. We
zijn in Nederland, Gode zij dank, een Chr. natie
en dit willen we behouden.
Doch daarnaast brengt de coalitie een gevaar.
Als vrienden samen op reis gaan, moeten zij
het reisplan vaststellen en inschikkelijk zijn
voor elkaar. Zoo ook moeten wij de scherpe
hoeken en kanten der partijen willen afslijpen
en toch geen l'nsie maken doch ieder onderscheid
onzer partij behouden.
Ala ge de vrijzinnigen beluisttri, komt hun
zeggen hierop neer„gij A. R. gaat nu sameu
met de R. K. maar vergeet, dat in 1S72 Kuyper
zoo en in 1878 zus heeft gezegd en getierd fieeft
tegen uw bondgenooten". Dat is schering en in
slag bij elke vergadering en 't is niet zoo erg
ala derderangs munnekes dit zeggen, maar wel
als mannen van den eersten rang als de heer
Treub dit doen. Dan mag toch wel gevraagd of
dezulken wel goed begrijpen het karakter der
coalitie, waarvan elke party heeft en behoudt
haar eigou idealen, doch in beginselen samen
gaat. Het was toch absoluut onnoodig, dat zekere
predikant de R. K. geestelijken waarschuwde
naar aanleiding van de institutie van Caivijn;
zij wisten dat waarlijk wel zelf en allicht beter
(applaus).
Maar het gebeurt meer, dat zoo tegen deh
stembusstrijd de liberalen het volk bang maken
met het Roomsche spook gelukkig slechts
een spook. Het is waar, er is een tijd geweest
waarin tegenover elkaar stonden de legermacht
van de zonen der Hervorming en de zonen van
Rome, die een strijd streden op leven en dood
maar is Rome nu nóg de geweldige macht van
destijds? Zie naar de bij uitstek Roomsche
landen, waar ge vindt de macht der moderne
levensbeschouwing tegenover de R. K. kerkleer
in die landen heeft Rome meer dan genoeg te
doen met de eigen kinderen dan dat het weet
zal strijden tegen de Hervorming. De strüd van
de 16e en de 17e eeuw is geweest die van
Rome tegen de Reformatie; thans heeft Rome
met de hecht verbonden Chr. partijen do mo
derne weteldbeachouwing, die en door ons èn
door Rome wordt bekampt. Over de kloof
hebben wij elkaar de hand gereikt om te
strijden vóór Chr. cultuur en van dien strijd
is de staatkundige worsteling een onderdeel,
dat maakt, dat de Chr. coalitie zal gehandhaafd
blijven hoe ook door de tegenpartij wordt
gestookt. Doch er wordt zelfs niet gedacht over
een concentratie-programiedere der Chr.
partijen komt met eigen program.
De deputatt ï-vergadering der A. R. partij
is nog wel niet gehouden, maar toch is reed»
bekend, dat het eerste punt zal zijn: invoering
van het huismanskiesrecht, geen nieu wig beid,
doch een eisch van reeds meer dan twintig
jaar.
Van 1850 tot 1887 is gesukkeld met een
allerongelukkigst kiesrechteerst in 't laaUte
i'aar is ingekomen eenige verruiming van het
liezerstal. In dat 40-jarig tijdperk verdeelde de
liberale regeering ons volk in drie klassen
de hoogstaangeslagenen, een paar honderd,
verkiesbaar voor de Eerste Kamerde kiezers
met f20 in de kleinste en f160 inde grootste
Gemeentenen de derde klaese, een millioen
menschen omvattend, het door Groen genoemde
volk achter de kiezers. Geld, geld en nog eens
geld was de eenige macht der liberalen en ook
het eenige middel waardoor zy zoo lang kon
den overheerscben.
Welke de houding der A. R. in die dagen
was, blijkt wel 't meest uit de eigenaardige uit
drukking van den heer Groen; ik bied altijd
een gulden luger dan Thorbecke.
De gansche A. R. partij heeft altijd gestreden
voor een ander kiesstelsel. Reeds sedert 1872,
toen de „Standaard" werd opgericht, hoeft zij
steeds geijverd voor kiesrecht-uitbreiding en een
sus-verlaging. Zoo werd reeds in 1887, bij de
Grondwetsherziening, met het caoutchouc arti
kel vaD Heemskerk den Oude, gevraagd om ge-
zinshoofdenkieBrecht, evenals in 18S4 by de
kieswet-Tak daarvoor werd geijverd, zelfs op
gevaar van splitsing der eigen partij. De men»
schelijkerwijze volmaakte kieBwet-Van Houten,
het wolleneat zonder eenigen uitgang, waarin
zelfs de meest ervaren gids het spoor bijster
raakt, is waarlijk niet te wijten aan de A. R.,
die wenschen het huismanskiesrecht d. i. het or
ganisch kierecht, dat sedert 1888 op hun pro
gram prijkt.
Het volk is niet de som van man, vrouwen
kind daaruit moet zich ontwikkelen het gezins
leven, waaruit ontspruit het leven voor kerk
en maatschappij en dat is de cel voor de in
standhouding van het zichsteedB verjongend le
ven. Daarom wenschen wij het kiesrecht te
verleenen aan den huisvader of, als deze sterft,
aan het andere gezinshoofd, de moeder, of, als
ook deze komt le overlijden, aan den oudsten
broer, die dan wel hoofd des gezins zal zyn;
en ook willen we het geven aan de met gezins
hoofden gelijk gestelden, die dus niet gehuwd
behoeven te zün.
En wij willen niet uitsluiten de bedeelden,
zooals thans geschiedt. De Chr. barmhartigheid
rust immers op dit hooge beginsel, dat de lin
kerhand niet weet wat de rechter doet.
Men zegt wel, dat de A. R. zijn reactionuair
en conservatief en dat zij geen kiesrechtuitbrei
ding willenmaar toen de S. D. nog in den
dop zaten ze zitten er eigenlijk nog in en
zullen er ook nooit uitkomen ijverden de
A. R. reeds voor een kiesrechtuitbreiding waar
door meer dan een millioen kiezers zouden
worden toegelaten tot de stembus.
Doch zij willen niet hebbeu algemeen stem
recht; daar ziin zij principieel tegen omdat zij
meenen, dat uit is d" leer der volkssouvereini-
teit en óok omdat zij uit practisch oogpunt