Opheldering.
Een dag of tien, twaalf geleden zond
de hoer Joh G. F. van Achlerborgh ons
oen stuk, getiteld „Amersfoortsche belan
gen" met verzoek, hot in onze courant
te willen opnemen.
Een paar dagen later kwam hij vragen
of we daartoe geneigd waren. Hij zeide
ons, dat hij zich juist tot, ons wendde,
omdat hij van velen had vernomen, dat
de Amersfoortsche Courant de meest ge-
lezene was, enz enz.
We antwoordden, dat we het stuk zou
den opnemen als hij daaronder zijn naam
plaatstewaartegen hij niet het minste
bezwaar had.
Woensdag j.l. ontvingen we van hem
een briefkaart met verzoek tot plaatsing
van de volgende advertentie in het eerst
volgende nummer
„Amersfoortsche B e 1 a n g e n."
„Leest het ingezonden arti
kel onder dit hoofd in deze
courant van Zaterdag 27 Maart
a.s.
De s c h r ij v er."
Hetgeen dan ook geschiedde.
Zaterdagochtend was de heer Van
Achterbergli andermaal te onzent en deelde
mede, dat hij in alle plaatselijke bladen
van dien dag nog een advertentie deed
opnemen waarin hij nogmaals wees op
zijn stuk. Hij verzweeg echter, dat deze ad-
vertentiën van gansch anderen inhoud wa
ren dan die, welke hij ons Donderdag deed
opnemen.
Het stuk werd gezet en afgedrukt, óók
in het grooter aantal exemplaren, door
inzender verzocht. Do loopers stonden
gereed, de courant te gaan bezorgen, toon
we in do plaatselijke bladen de volgendo
advertentie lazen
Amersfoortsche Belangen,
„G e ni e e 111 e - c r i t i e k, door
D e E e m 1 a n d e r gewei
gerd.
•Lees vooral de Amers-
foortsche Courant van
heden 2 7 Maart",
Dat de schrijver zijn stuk eerst aan
bood aan een ander blad, dat opneming
er van weigerde, was voor ons volstrekt
geen reden, het niet te verspreiden. Wat
de eene Redactie meent niet te kunnen
opnemen, vindt wel meer gastvrijheid
in do kolommen van een ander blad
Doch het feit, dat de hoor Van Aehler-
bergh tegenover ons, die hij toch een
dienst kwam verzoekon, geen open kaart
speelde, ja zelfs den eigen ochtend
ons nog eens meedeelde, dat hij onze
courant de voorkeur gaf boven elke
andere, terwijl toch zijn den vorigen
avond verzonden advortentiën dit lo#^
genstraften, deed ons besluiten, hem niet
verder ter wille te zijn on zijn, i. al
was do courant ook gohoel gereed, niet
te verspreiden.
Toon de heer Van Achterborgh 's avonds
bij ons kwam en we hem do zaak uiteen
zetten, erkende hij ruiterlijk, dat hij ons
standpunt billijkte, al deed het hem ook
zeor leed, dat het stuk niet werd ver
spreid.
Het was intusschen ook met hot
oog op do Arbeidswet te laat gewor
den om een ander hoofdblad af te drukken
en daarom deden we in de stad alleen
liet Bijvoegsel bezorgen, waarbij een los
blad. waarop »Door bijzondere omstan
digheden wordt het hoofdblad aanstaan
den Maandagavond verzonden".
Dezen ochtend drukten we het hoofd
blad weder af. doch zonder het Inge
zonden sink, met het voornemen, dat
blad hedenavond te doen rondbrengen.
Gelukkig komt ons nu tor oore, dat in
do stad geruchten worden verspreid als
zoudon we het stuk niet hebben durven
plaatsen omdat hot critiek zou bevatten
op het Gemeente-boleid en we daarom te
elfder ure het rondbrengen er van zoudon
hebben ingetrokken.
Erger nog, dat het Gemeentebestuur
geïnfluenceerd zou hebben, en ons zou
hebben verboden de courant te verzen
den.
Krasse beschuldigingen voorwaar,
waartegen slechts óon ding kan gedaan
het verzenden der courant zooals die Za
terdag werd afgedrukt inet het ingezon-
stuk.
Hetgeen bij deze geschiedt.
Het is waar, de Amersfoortsche Cou
rant bevat ile ol'ficioele kennisgevingen
van hot bestuur der Gemeente.
Doch we stellen or prijs op, uitdruk
kelijk te verklaren, dat nimmer recht-
streoks noch zijdelings door of van
wege het Gemeentebestuur is getracht
ook maar oenigen invloed te oefenen op
den inhoud van onze courant.
Het grootste bewijs, dat we volkomen
vrij zijn en ons ook vrij achten, is wol,
dat we onmiddellijk bereid waren hot
stuk op te nemen zoodra de heer Van
Achtorbergh het onderteekende, waarbij
wij hem nog voorhielden, dat oen getee-
kend stuk een gansch anderen indruk
mankt dan een ongotoekend.
De leden van het Dagelijksch Bestuur
zullen bij het lezen van deze Ophelde
ring" wel hun schouders ophalen oroi
de verre van faire insinuatie, welke men
doende is rond te strooien.
Wij doen desgelijks.
De Redactie.
Amersfoort, 29 Maart 1909.