c. JAMIN WERKGEVERS Het BESTE en GOEDKOOPSTE adres Banket, Koek, Suikerwerken, Cacaopoeder, Chocolade, Engelsche Biscuits, Limonades, Drops en Jams is Langestraat No. 54 - AMERSFOORT. - 65 Filialen in Nederland 65. FLEHITE VRAAGT LOUIS VAROSSIEAÜ's Meiwijn en Vruchtenwijnen UITNOODIGING W. F. A GROENHUIZEN, Feuilleton Gouden ketenen. TT 1 I 1 10 m 111 AW O Li" I lT7" I jC! 'I1L' ti /-I u TT n VOOR Oudheidkundig; Museum is dagelijks Ie bezichtigen toor nlel-ledeii a IO cent. 2 Kosteloos des Dinsdags van 10 tot en van U/s tot 8 uur. 1 uit de Fabriek 't WESTLAND te Alphen aan den Rijn Aan oude u jongt mannen fCtttKw m ff ;ii{f Ednard Itsdt, IriHutn*. die BETROUWBARE werkkrachten behoeven, worden beleefd verzocht zich te wenden tot den Secretaris der afdee- ling Amersfoort en omstreken van de NATIONALE VEREENIG ING TOT STEUN VAN MILICIENS, Schimmelpenninckstraat 4 1. I FABRIEKEN van MELKPRODUCTEN AmersfoortHarderwijk Controle den heer W. A. van den Bovenkaiup j Uitsluitend prima Melkproducten, ktekiemvrjje Melk uitsluitend in flessclien. Koffie en Slagroom. Karnemelk. Boter onder Rijks-controle f 1.40. Dames, bij het koffie zetten, 'f nog beter bij de thee, Koopt dan Doesburg's „Roulettes" Zeker is U dan tevièe. Vraagt alleen dan zonder schroom 't Gekende merk „De Lindeboom". Mijdrecht Biscuitfabriek »L)E LINDEBOOM" Amsterdam firma wed. B. van DOESBURG. om nu eens mijn reuzen-collectie te ko men zien iu GOUENeo ZILVEREN HORLOGES, REGULATEURS, PENDULE- GARNITUREN, STAANDE KLOKKEN, alles in stijl en gewoon. Fantasie-klokjes, wekkers en een rijke keuze in Barometers, Thermometers —o— enz. enz. enz. o REPARATIE-INRICHTING le KLAS goed en billijk bij HORLOGE- en INSTRUMENTMAKER, LANGESTRAAT 42. Rembrandt was groot en zeer beroemd, Zijn naam wordt steeds met eer genoemd, Ook Zeppelin en Edison, Hun roem gaat heel de wereld om. Doch allsn zinken in bet niet Door den roem die de „FronFrou" geniet. Die spant van alle toch de kroon Want de echte is met „De Lindeboom". Mijdrecht Biscuitsfabriek »DE LINDEBOOM" Amsterdam iirma wed. B. van DOESBURG. Nu groot eo klein in dezen lijd, Zich met het Vorstlyk huis verblijdt, Het harte doet ontvlammen, Geven wij elkeen don raad Ain ied ren burger van den Staat Éot nu „Oranjestammen" I Mijd reel t Ri&cuitsfabriek »DE LINDEBOOM" Amsterdam firma wed. B. van DOF.SRUI'G. „Mij moet je verontschuldigen," sei Malwin». .,1 k heb om elf uur mjjn kleinen Hans sloeg een gat in de lucht. „Altijd nog die vieze dorpskinderen Nu, een mensch zijn zin is een mensch zijn leven Maar jij,Tina? Weet jij wat? Wij gaan naar 't oude beukenboschje en jij vlecht ons een lauwer pardoneen beukenkrans. De nieuwste onder zoekingen hebben onloochenbaar vastgesteld, dat niet de eik, maar de beuk de echte Duitsche boom is. Een krans uit jou hand met God, voor Koning en Vaderland Tina antwoordde niet dadelijk. Het duurde maar een ondenkbaar oogenblik, maar toch bemerkte Gall weg, dat zij inwendig strijd voerde. Niet over een ja of neen, maar over de wijze van weigeren. „Voor jonker HaDS een krans winden Laat hij daarom een ander vinden. Pardon, mijnheer Von Gallweg rijmen is mijn zwakke zijde. Maar ik heb werkelijk geen tijd, anders ging ik waarschijnlijk toc h nog wel mee. Het is zoo mooi onder deoude beuken.JIk breng je naar de school, Wiwi. Tot vanavond dus". Vlug had ze gesproken, als moest ze daardoor ne moeite, die het haar kostte, bedekken. Tina, je wordt iederen keer meer onuitstaan baar" zei Hans. Maar aan «le trap keerde ze zich nog eens om en zeide, zonder Hans aan te zien „Ik kan er niets aan doen, Huns." Het moest scherisend klinken, maar Gallweg voelde in den toon ietB van een verdediging; misschien meer tegen haar eigen ik dan tegen HaDS. Er lag iets van trotsch in die vier wild uitgestooten woorden, maar toch 6ok iets van smart. Hans antwoordde ditmaal niet. Hij sloeg de beenen over elkaar, Btreek een waslucifer langs zijn rechter voetzool, wierp haar weg toen ze niet dadelijk brandde, haalde zijn cigarettenko- ker te voorschijn en stak met veel omhaal een cigaret aan. „Rook je niet, Musch 1 Och ja, 't is waar ook, jij bent een harstochtelijk niet-rooker. Ik ben vandaag wat zwak van memorie. No, wat zullen we uitvoeren Het mooiste wat hier is, heb je nu al gezien." Hij deed eer. paar trekjes en blies zware rookwolken uit „Vindt jeTinaniet heel mooi Maar «11e rozen hebben doornen. Alle Misschien juist deze niet, maar och, vroeger was dat alles anders. Hoe zeide zij ook weer: Ik kan er niets aan veranderen". Hij wierp de cigaret weg, zette den voet op de leuning van den stoel eo bleef een tijdje op de steenen zitten staren. Eindelijk zeide hij, zoowat voor zichzelf heen brommend. „Wie kan 't weten, misschien wordt het eens nog. wel weer anders.". Toen vervolgde hij „De lust om naar de beuken te gaan, is weg Weet je wat, Musch, laten we onze hangmatten halen en onder de kastanjes wat gaan soezen. Dat is het beste wat men doen kan. En al zijn 't dan geen beuken, dan zijn 't toch kastanjes. Wel heel gemeene, want ze zijn niet te eten. Vroeger deden we 't wel, als kinderen, maar bitter waren ze I Kom I Lieve deugd, .vat maakt men zich toch vaak druk over kleinigheden." Iians was den geheelen dag merkwaardig on rustig en geagiteerd geweest. Hij liep trap op, trnp af, deed driemaal een andere das om, zoo dat zijn zuster ten slotte vroeg, waarom hij zicb den eersten dag zoo inspande. Tegen den middag ging hij in den tuin en plunderde de rozen om een groot bouquet te maken. Zijn moeder was hij uit den weg gebleven. Zij had een paar malen beproefd hem een kwartiertje alleen te spreken, er was zooveel tusschen hen te bepraten en nu juist slechts weinig aangenaams. Maar hij zeide telkens „Toe, vandaag nietGun mij vandaag mijn vrijheid." Wel had hij evenals vroeger, gerui- men tijd in de keuken doorgebracht, zittende op de keukentafel en er naar gekeken hoe Alwioe de aardappelen schilde. Haar eeuwig gelijkluidend: „jawel, jongeheer" kalmeerde hem. „Alwine, oude trouwe ziel, zou jij wel in een groot slot willen wonen?" „Jawel, jongeheer." „En alle dagen kalfsgebraud eten of liever nog varkensgebraad. Daar hou je immers nog meer van?" „Jawel, jongeheer." „En een ton vol geld hebben en er maar altijd in kunnen grijpen en dat ze toch nooit leeg wordt, zooals in sprookjes?" „Jawel, jongeheer." Zoo was het wel twintig minutendoorgegaan, tot hij eindelijk opsprong en wegliep. Hij de deur draaide hij zich nog even otn „Alwine nee n vandaag wat meer koffieboonen voor de koffie. En niets van je vieze cichorei. Als ik dat proef, steek ik je levend aan het spit." „Jawel, jongeheer." Vergenoegd lachte zij. Iedereen mocht hem gaarne. Hij had zoo'n prettige manier om met ondergeschikten om te gaan. Aan de koffie presenteerde mevrouw Von Iiagelitz Gallweg tot viermaal toe van het eigen gemaakt gebak, „Mama zou meenen een plicht der gastvrij heid niet le vervullen, wanneer zij niet aldoor presenteerde". Plotseling de kapotte porseleinen mand neei ze'tende, zeidu zij: „Hans, de Vorst, wat nu ik ben niet gekleed." Plotseling scheen de zoon al zijn rust weer gekregen lo hebben. Hij zette don monocle in het oog en zag niet blijkbaar welgevallen naar de elegante landauer, die juist van den weg den tuin intreed en zeide met kracht: „Moedertje, nu als 't u belieft niet klein doen en niet verder dan «Ie trap van de veranda geen balven stap verder". „Maar mijn schort, en ook Wiwi.... lieve hemel „Neen, mama Hij was opgestaan, hoorde nog hoe zijn groot moeder zeide: „Hans heeft gelijk. Voor Peter Woldegg behoeven wij toch geen complimenten te maken". Hans ging do trappen der veranda af, zoo dat hij juist onderdaan was, toen het rijtuig stil hield. „Doorluchtigheid, hoe verheug ik mij, dat ik toevallig zelf thuis ben De Vorst sprong uit het rijtuig. De beide dames volgden. Hans, die haar geholpen had, kuste beiden de hand. „U laat toch uitspannen Ik zal dadelijk „Neen, waarde Iiagelitz, wij zijn, om zoo te zeggen, op onzen grooten rijtoerFred,rijzoo- lang in de schaduw" Ik wilde alleen maar uw mama aan mijn vrouw en mijn schoonzuster voorstellen, en natuurlijk ook uw grootmama. Op de veranda had men met zeer gemengde gevoelens de eerste begroeiing aangezien. De oude vrouw was rustig blijven zitten, had haar lorgnon voor de oogen genomen en keek met eenigszios ironisch lachen naar den langen ma- geren Vorst in zijn overdreven elegante lingel- sclio kleeding en de beide dames. Mevrouw Von Hagelitz was opgestaanzekere verlegenheid mengde zich met een gevoel van nieuwsgierig heid en trots over dit bezoek en over de ont dekking welken kranige» indruk Hans maakte naast do figuur van den gast. Mal wine bleef heel kalmzij nad gebeld en het meisje gezegd de kolfio te brengen. Toen wendde zij .zich tot Gallweg en zeide zacht: „Ik had toch niet gedacht, dat de Amerikaanschen zoo mooi (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1909 | | pagina 4