BLOCKER'S
DAALDERS
CACAO
De Patent-ROSS
'WERKGEVERS
mm
LIJNZAADKOEKEN5
Methorst Van Lutterveld
Gloeikous
BERN. BROM, Langestraat 27, Amersfoort,
Feuilleton
Gouden ketenen.
die BETROUWBARE werkkrachten
behoeven, worden beleefd verzocht wen
te wenden tot den Secretaris der afdee-
IaÖVMK*
STEUN VAN MILICIENS,
Schimmel p e tin in c k s tr a a t 41.
LAMAISON BOUWER Co.
Manrhaizeo 39
Belasten zich met
aan- en verkoop van
Eifeoten, Wissels en
Coupons.
Sluiten prolongation.
Safe-inrichting.
WESSANEN LAAN,
WORMERVEER.
Opgericht 1765.
Koninklijke Fabrieken.
Voedert uw vee met de zuivere murwe
merk de „Ster" en W L,
uitmuntende door hoog eiwit- en vetgehalte
en voedingswaarde
EERE-DIPLOMA Parijs 1900.
NEGEN GOUDEN MEDAILLES
Cacao is verre te verkiezen boven
andere dranken; waarom wordt dan
cacao nog niet zoo geregeld ge
bruikt als b.v. koffie en thee, alhoe
wel die verslappend op de zenuwen
werken? Gedeeltelijk doordat het
moeite kost met den sleur te breken,
doch ook doordat tot dusverre wer
kelijk goede cacao vrij hoog in
n's was.
lieraan is tegemoet gekomen
door het in den handel brengen van
inbussenvani kilo(2pondl .ƒ1.50
0 .„0.80
4 2
1 hectogr. (1 ons) 0.18
Nu groot en klein in dezen lijd,
Zich mei het Vorstlijk huis verblijd
Het harte doet ontvlammen,
Geven wij elkeen den raad
tAaneied ren burger van den Staat I
Eet nu „Oranjestammen" I
Mijd reet t Biscuiisfabriek »DE I
LINDEBOOM"
I Amsterdam firma wed. B. van i
DOFSBURG.
Rembrandt was groot en zeer beroemd,
Zijn naam wordt steeds met eer
genoemd,
Ook Zeppelin en Edison,
Hun roem gaat heel de wereld om.
Doch allen zinken in het niet
Door den roem die de „Fron Frou''
geniet.
Die spant van alle toch de kroon
Want Ie echte is met „De Lindeboom"
Mijdrecht Biscuitsfabriek »DE
LINDEBOOM"
Amsterdam firma wed. R. van
DOESBURG.
Kassiers en Commissionairs in Effeeten
(Commanditaire Vennooten H. OÏENS ZONEN, te Amsterdam)
AMERSFOORT HAARN
Muurhuizen 15, (naast de Nederl. Bank). Mollerusstraat,
Telephoon 49. Telephoon 14.
Verschaffen wissel- en credietbrieven op Binnen- en
Buitenland.
Assurantie. Administratie.
Dames, bij het koffie zetten,
i !f nog beter bij do thee,
Koopt dan Doesburg's „Roulettes"
Zeker is U dan tevröe.
Vraagt alleen dan zonder schroom
't Bekende merk „De Lindeboom".
Mijdrecht
A msterdam
Biscuitsfabriek »UE
LINDEBOOM"
firma wed. B. van
DOESBURG.
l)e bekende distillaten,
wijnen en likeuren, van de
firma VETTER Co., distill.
Ie klasse, zijn alhier ver
krijgbaar in de oude Slijterij
op het Lieve Vrouwe-plein,
naast het Kapelbuis, Tele
foon 131.
Gebruikt steeds
en U bevoordeelt uzelven.
Zy is beslist de BESTE en STERKSTE der wereld.
Let op bovenstaand fabrieksmerk.
Hoofddepothouder voor AMERSFOORT en omstreken
14).
Hans moest lachen om zijn goede moeder;
maar daar werd aan de deur geklopt en tege
lijkertijd kwam grootma binnen. Ook zij was
in haar nachtgewaad, zonder de valsche lokken,
de slaapmuts zoo maar op het ronde, kale hoold,
de eene wang al afgeschminkt, de andere nog
prachtig roodin de eene hand haar kruk, in
de andere een kaars»
„Laat toch liggen, Mina I" zeide ze. „Ik hoorde
jullie spreken. Nu, en ik wilde je toch felici-
teeren. Ik stoor immers niet? Hemeltje wat
een geluk. Ons Hansje 1 Nu is alles in orde?
Ik denk zoo, morgen haal je het oilicieele ja
woord en de toestemming van de Vorstin, die,
denk ik, wel de laatste beslissing in handen
heeft. Ik feliciteer je, Hans."
Er lag iets in den loon van zijn grootmoeder,
dat Hans nog meer ergerde dan haar woorden.
Hy richtte zich op, wierp het hoofd in den nek
en zeide
„Dank u, grootmamaar het komt me zoo
voor, alsof.
„Alsof ik met je keus me niet geheel veree
nigen kan? Och, wat, Hansje Je kent mijn opi
nies democratisch heb je ze wel eens ge
noemd. Ik ben or heel tevreden mee. Ik verheug er
me over, dat een Hagelitz weer eens aan geld
komt, en het meisje tr»»k niet zoo'n gezicht
je bruid, bevalt me heel wel. Ze heeft zoo
iets rustigs, niet opgewondens, iets kalms, juist
zooals het voor een Hagelitz past".
„Eu dan
Grootma zette haar kaars op de commode,
stapte, steunende op haar kruk, Hans voorbij
en ging naast haar sohoondochter staan.
„Ja, Mina, zeggen wil ik het hem tóch, en
dat ik hem in jou tegenwoordigheid zeg, is
juist goed. Niet, omdat Hansje een lichtzinnig
kereltje is, die het laatste van zijn erfdeel, en
ik weet ook dat van zijn zuster, er doorgebracht
heeft, 0 neen! Diarvoor ben je een Hagelitz;
die kunnen niet anders. En nu zal je wel een
gouden eluier over dat alles heenwerpen,
niet waar Hansje?"
Mevrouw Von Hagelitz zag verschrikt nu
eens naar haar zoon, dan weer naar de oude
vrouw.
„Waarom is u zoo bitter, mama". Zij had
moeite, haar tranen in te houden. „Lieve hemel,
nu we eens eindelijk een uur van geluk
hebben."
„Laat toch, mama" zeide Hans, op zijn
onderlip bijtend.
„Ik ben dadelijk klaar, lieve kinderenmaar
't moet me van 't hart, anders stik ik, name
ly k dat Hans een lafie, nare vent is.
„Grootmoeder..."
„Stil. Ik zie aan je, dat je heel goed weet
wat ik bedoel; maar je goede moeder schijnt
wel blind. Je hebt natuurlijk niet gezien, dat
hy Bedert jaren onze lieve, goede, mooie Tina
het hoofd op hol heeft gebracht"
„Grootmoeder.
„Ik heb het gemerkt. Ik heb óok gezien, dat
je haar in d6n herfst, toen je hier was, gekust
hebt. Lieve hemel.een kusje in eere.ik
ben niet zoomaar men moet onderscheid ma
ken. Wanneer een fatsoenlijk man bemerkt,
dat een jong, temperamentvol meisje met haar
heele hurt aan hem hangt, en hij slechts een
„flirtation" in den zin heeft, dan.
Hans hief zijn hand op: „Nu... nu is't
genoeg 1^ Goed't is alles waar, wat u gezegd
En daarna kalmer
„Maar ik wil uw zin voleinden dan trekt,
een verstandig man zich terug. Dat heb ik ge
daan. Wat moest ik méér doen Ik ontken niet,
dat ik Tina zeer gaarne mocht, maar ik zag
gelukkig te rechter tijd in, dat het voor mij en
voor allen een ongeluk geweest zou zijn. U zelf
moet toch toegeven, mama, waar zou het been,
wanneer
Mevrouw Von Hagelitz zuchtte, maar knikte
toestemmend.
„Ja, mama, dat is waarl Het is verschrikke
lijk. Een geluk is, dat hy te rechter tijd
„Te rechter tijd De oude vrouw lachte.
„Een geluk, dat onze goede oude Heckstein óok
met blindheid geslagen was, een ongeluk echter,
dat ik, mijnl ior Hansje in den herfst niet te
ruggetrokken heb." Ze nam het licht en hief
het in de hoogte, alsof zij moeder en zoon eeus
goed bekijken wilde. „Nu ja. Jelui bent 't na
tuurlijn eens. Hoe zou dat anders kunnen Dat
is nu eenmaal's werelds loop. En tot je gerust
stelling wil ik ie óok nog zt-ggen, dat Tina niet
aan een gebroken hart sterven zal. Daarvoor
s'eekt een veel te gezonde kern in haar. Zy zal
lijden, maar er zich doorslaan en, geve God,
nog eens een goeden man liefhebben en gelukkig
maken. En nu, goeden nacht I"
Zachtjes liep Hans, nadat hij zijn moeder, die
weende, nog eenuiaal in de armen had gedrukt,
de trap opaaar zijn slaapkamer. Gelukkig; Gall-
weg sliep al. Of niet? In ieder geval was hij
verstandig genoeg om te doen alsof hij sliep.
Dus geen verklaringen en lange redenaties I
Den volgenden middag ging Hans officieel het
jawoord vragen,
Het ging daarbij zeer kalm toe. Rulli liet
zich zwijgend omarmen en kussen. De Vorst
toonde, toen het hem als een feit werd meege
deeld, zijn gewoone lachje en zijn groote gele
tanden en wenschte van ganscher harte geluk.
De Vorstin scheen een weinig bewogen, hoe
zeer zij moeite deed, het te verbergen. Zij was
ook de eenige, die een warm, deelnemend
woord vond „Maak Ruth gelukkig". En daar
bij zag ze Hans eigenaardig aan. Hij wist niet
recht, wat hij uit den blik der donkere oogen
maken moestvreugde twijfel of berouw 1
Bij den lunch, zeide Ellinor
„We moeten pa toch kenniB geven."
Ruth knikte vry onverschillig:
„Dat moeten we, natuurlyk. Maar waar is
pa op 't oogenblik?"
De Vorst trok een lang gezicht, zooals iemand,
die een ongenamen gast krijgtmaar spoedig
weer kreeg zyn gelaat de gewone uitdrukking
't leek thans als was 't van leedvermaak.
„Natuurlijk, Elly. En we willen hopen, dat
pa spoedig hier komt."
De beide dames laohten. Hans kwam slechts
zooveel te weten, dat pa óf te Parijs in C'onti-
nentHl-hotel, óf te Nupels, óf te Monle-Carlo,
óf te OoBtende was. Neen, toch te Paiijs. Daar
zou men althans zijn adres wel weten.
„Jij schryft dus, Rath?"
„Schrijven? Ooh, Elly, ik smeek je, telegra
feer aan pa."
HanB meende, dat hy aan mynheer Forster,
zijn toekomstigen schoonvader, een fraai epiBtel
moest zenden en sprak in dien geest. Wel werd
zyn plan op prys gesteld, maar men vond toch
boter van niet. Zelfs Ellinor verklaarde
„Neen, neen, mijnheer Von Hagelitz par
don, Hans. Dan moet pa terugschrijven. Hy
wil het liefst alles kort ufdoen. Ik zal hem
seinen »A1 't verdere mondeling". Toen wachtte
zij eon oogenblik. „Ja, en met de aankondigin
gen moet natuurlyk óok gewacht worden. En
dan ik heb wel eens gehoord, dat men als
officier eerst zijn commandant kennis moet ge
ven niet waar Dat kan dus ook eerst, als
pa hier is." (Wordt vervolgd.)
Snelpersdruk, Firma A. H. van CLEEFF, Amersfoort.