Donderdag 8
Juli 1909.
No. 7684.
58e Jaargang.
UITGAVE
firma a h van cleeff
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden /"l.
franco per post 1.15. Advertentiën 1—O regels 60 cent; elke regel meer 10cent. Bij rogel-
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieële- en onteigenings-
advertentiën per regel 15 cent. Reolames 1—5 regels f 1.25 elke regel meer f 0.25. Oroote
letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten
evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasaeerkosten in rekening gebracht
BUREAU:
kortegracht 9
Poetbus 9.
Telephoon 19.
KENNISGEVINGEN.
De GEDEPUTEERDE STATEN van
UTRECHT,
Gelet op artikel 162 der Provinciale Wet,
Brengen ter kennis van belanghebbenden, dat
het uitvoerig en beredeneerd Verslag over den
toestand per Provincie in 190 tegen betaling
van f 1. ter Provinciale Griffie algemeen
verkrijgbaar is gesteld.
Utrcht, 7 Juli 1909.
De Gedeputeerde Staten
voornoemd,
F. D. SCHIMMELPENNINCK,
Voorzitter.
L. J. RIETBERG, Griffier.
De BURGEMEESTER van AMERSFOORT
brengt ter kennis van belanghebbenden, dat
volgens schrijven van den Commissaris der
Koningin in de Provincie Utrecht, 4e afdeeling
no. 3017/2130, de navolgende schietoefeningen
zullen plaats hebben, waarbij gevuurd zal wor
den met kanonnen van zwaar en middelbaar
kaliber (24 en 15 c.M.)
Op 9 en zoo noodig ook op 10 Juli a.3.
van hel fort IJmuiden, waarbij onveilig
wordt gemaakt een sector tol op 9000 M.
van het fort en begrensd aan de N. zijde door
eene lijn vanaf het fort in de ware richting
N. N. W. en aan de Z. zijde door het Noordcr-
hoofd en een lijn in de wure richting W.W.
van het uiteinde daarvan. De N.lijke grens
van dezen sector zal op het fort aangegeven
worden door een stel palen met rooden driehoek
als topteeken.
Op don avond vóór en op de dagen, dat ge
vuurd, wordt zal een waarschuwingsbord worden
geglaatst op het terrein van den liijksvischuf-
slag.
Op de dagen, waarop gevuurd wordt, zal van
het fort eeneroode vlag waaien, die drie uur vóór
het begin der oefening halfstok en óen uur vóór
de oefening geheel voorgeheschen wordt.
Amersfoort, 7 Juli 1909.
De Burgemeester van Amersfoort,
WUIJTIËRS.
Manieren.
Het is een nationale ziekte, de gerin
ge dunk, die de Nederlander van zich
zelf en van zijn eigen land heeft. Uit
drukkingen als „dat is alleen ook maar
weer in Nederland mogelijk", of „dat is nu
weer net iets voor zoon akelig klein
landje", liggen in veler mond bestorven.
„Iets groots en goeds kom daar eens
om in ons land
Nu vindt men in andere landen na
tuurlijk wel equivalenten voor deze uit
drukkingen ook daar zijn natuurlijk
veel menschen, die hun eigen laud niet
objectief kuunen zien, die een Zondag-
schen kijk hebben op het buitenland,
die al het goeds, dat zij in verschillende
landen hebben gevonden, bijeengaren
en dat dan triomfantelijk tegenover het
niet-goede in eigen land zetten. Maar
tegenover deze slechte gewoonte, het
gevolg van een onvoldoend gevoel voor
perspectief, vindt men in het buitenland
veelal in een sterk ontwikkeld nationa
liteitsgevoel een tegenwicht, dat als zoo
danig in Nederland lang niet zooveel
beteekent.
Uit hygiënisch oogpunt zou het dus
wellicht het verstandigst zjjn, den Ne
derlander maar niet meer met nieuwe
gebreken aan boord te komeu, doch
hem slechts op te monteren met het
vele voortreflijke, dat hem onderscheidt
van de iuwoners van andere landen.
Als wy voor heden toch die hygiëni
sche overweging op zy zetten, is het
omdat wij dezer dagen opnieuw onder
den indruk zjjn gekomen van do slechte
maniereu en het wonderlijke standsge
voel, die in ons vaderland zooveel
slechts en kleins op hun rekening hebben.
De wonderlijke voornaamdoenerij en
quasi-deftigheideenerzjjds—anderzijds het
gemis aan werkelijke welgemanierdheid,
aan die beleefdheid en urbaniteit, die
een deel van ons zelf is en ons dus te
genover iedereen onszei ven, dat is even
beleefd, doet zijn dat zjjn wel uationale
ondeugden, die te onzent heel veel on
aangenaams en onbillijks, heel veel
op niets berustende, scherpe tegenstel
lingen en vijandelijkheden op haar reke
ning hebben.
Wij werden er onlangs aan herinnerd,
toen eenige Duitschers een Hollander
uit het gezelschap tegen een kellner
hoorden spreken.
„Je, je" zei een der vreemde
lingen, een zeer ontwikkelde Duitsche
regeeringsambtenaar, „wat klinkt dat
vreemdIs dat uw gewone aan
spraak 1"
„Neen, tegen iemand dien wjj niet
kennen, zeggen wij „u", doch als die
iemand een pet op heeft of een onder
geschikte betrekking bekleedt, dan ziju
er niet weinig beschaafde Nederlanders,
die aan hun gevoel van „tot hooger stand
te bphooren" uiting meenen te moeten
geven door „je" te zeggen".
„Mijn betnel, dat is het oud-Duitsche
„er". Neen, dat doen wij niet meer, ten
zij-
Onze Duitsche gast v/as te beschaafd
om den ziu te voleindigendoch men
behoefde niet te raden wat hij bedoelde.
Eenof andere ongelikte beer uit het aller
platste platteland vati Pruisen zal wel.
licht een dergelijke onbeleefdheid uitspre
ken, maar overigens behoort die ,ver-
nederingsuitdrukkiug" in Duitschland
tot de geschiedenis. En die dan weer
te vinden in dit kleine land, in een
volk, dat trotsch en terecht trotsch
gaat op zijn oude beschaving
De Duitscher was verbaasd. En eveu-
zeer verbaasd zou elke Franselmiau, elke
Engelschniau.elke Amerikaan zijn, wan
neer hjj hoorde, dat wij een heel systeem
van taalvormen hebben, waarmee wjj
dengene, met wien wij spreken, kunnen
laten voelen, dat wij ons voornamer re
kenen dan hij, zelfs wanneer wij hem niet
kennen.
Wij kunnen tegen een getrouwde vrouw
„mevrouw" zeggen, maar ook .juffrouw"
en „vrouw", al naarmate wij haar hoof-
delyken omslag taxeeren. Wij gebruikeu
het mooie woord „vriend" om iemand
te doen gevoelen, dat zijn plaats aan
's levens disch niet die is van ons of van
onze vrienden.
Nu hebben wjj van dat alles niet het
monopolie. Gelijksoortige verschijnselen
merkt men ook op in met het onze ver
gelijkbare landeu. Doch zien wij wel,
dan is dit systeem van vernedering van
den aangesprokene nergens zóo uitge
werkt als bij ons en wordt het elders
meer bij minder beschaafden en dan
met een tikje vertrouwbaarheid ge
vonden tusschen menschen die elkaar
kenuen. Op het land zal men wel overal
dergelijke half vertrouwelijke, half v er
nederende uitdrukkingen vinden. Doch
overgeplant in het moderne stadsleven,
dat het vertrouwelijke wegneemt en
alleen het vernederende luat bestaan,
vooral wanneer aanspreker en aange
sprokene elkaar niet uit dagelijkschen
omgang kennen, zal het wel nergens zoo
erg ziju als in ons land.
Nu is hiervan wel een verklaring te
vinden.
Fijngemanierd is de Hollander over
het geheel zeker niet. Beleefdheid is
veelal een uiterlijk aanwendsel, slechts
dienend om den toehoorder en toeschou
wer duidelijk te maken, dat wij „heer"
noch „weledele heer" doch minstens
„weledelgeboren" of misschien zelfs
„hoogwelgeboren" zjjn. Beleefdheid, die
uit diepere beschaving voortspruit, die
niet met die klein-burgerlijk-Nederland-
sche maniertjes een ander kan wordon,
omdat dit met haar wezen in strjjd zou
zijn, beleefd dus zonder aanzien des per-
soons, die voor een werkmansvrouw
evenzeer doet uitwjjken als voor een
hoogwelgeboren vrouwe of een (getrouw
de) juffrouw men vindt haar hier te
lande weinig. Integendeel over het
geheel zijn wjj in dien zin niet welge
manierd.
Eer wij het straatpubliek zjjn gemis
aan manieren verwijten, mochten wjj dit
wel eens bedenken, mochten wjj wel eens
overwegen of het niet hoog tijd dat
de beschaafde Nedei lander het elders ge
geven v- orbeeld volgt en zich niet langer
bljjft wyd- n aan al die burgerlijke atads-
ondersclieidinkjes, die den buitenlander
ten slotte datgene zoo bijzon-Ier duideljjk
maken, wat de weledelgeboren Neder
landers juist zoo graag zouden verbergen:
hun afstamming van een kranig maar
eenvoudig, ruw, boersch volkje van vis-
schers en schippers.
Opr. Haarl. Crt.
Katholieke vereeuigingon.
De «Tijd" deelde onlangs het volgende
schrijven mede, dno* de bisschoppen gericht
aan de geestelijke adviseurs der Katholieke
vereenigingen
UEerw. gelieve ter kennis van uwe ver-
eeniging te brengen de volgende besluiten
van liet gezamenlijk Episcopaat:
1. Het is en blijft de ernsnge en uitdruk
kelijk» wensch der Bisschoppeu, dat de hun
ondeihoorig» Katholieken zich voreenigeu en
vereenigd bljjven in Katholieke orgauisatiën.
U»ze moeten het spreekt vuu zeJf niet
slechts vereenigingen van Katholieken, maar
inderdaad Katholieke vere.-nigingen zjjn,
waarin do Katholieke beginseieu tot hun
volle recht komeu. Wat ook het naaste doel
dier vereenigingen moge zijn, het Voornaamste
n hoogste doel, zoowel vau de vereem-
giug als van den enkelen meiiscb, is de
dienst vau God.
2. Aan de aldus ingerichte vereeuigingon
staan de bisschoppen toe, zich, voor zooverre
dit noodig of we.,scheljjk is, aaueeu te slui
ten in Bonden (men vermyde vooriaau, óok
om de gelijkvormigheid, den naam vau Se
cretariaten) die huu werkzaamheid uitstrek
ken over het geheele land. De algeraeene
statuten dier vakbonden zullen de goedkeu
ring behoeven alleen van den bisschop, in
wiens diocees die algemeeue vakbond zjjn
zetel beeft gevestigdterwijl ook de alge-
meene adviseur duor dien bisschop zal wor
den benoemd.
3. de taak van dien aigetneenen advi
seur, evenals vau alle plaatselijke adviseurs,
kan niet zijn technische adviezen te geveu
over vakaangelegenheden, noch eeuigo ver-
autwoordidjjkheid op zich to uemeu voor hot
ft-ancieel beheer; zij i3 door zjjn priesterlijk
karakter vanzelf aangewezen. Hjj heeft n.l.
te waken, dat geen besluiten gouomeu wor
den in strijd met den godsdienst en de ze
denleer, te zorgen voor de godsdienstige en
zedelijke belaugen der vereenigingen on liarer
leden, ou den vrede zoowel ouder de leden
onderling als met andere vereenigingen en
standen te bevorderen.
4. Bij bot episcopaal bestaat geen bezwaar,
dat de Katholieke vakbonden een Bureau
stichten, zooals ten vorigen jare is voorge
steld, en worden mitsdien de toon ontwor
pen statuten vau dat bureau, zooals zij uaa
de bisschoppoo zjjn voorgelegd, goedgekeurd".
Lezen wij dit stuk wèl zegt „De Tjjd"
dan vallen daarin vooral drie punten op
te merkeu
le. de uitdrukkelijke wil onzer bisschop
pen, dat hun onderh-jorigen zicb zullen ver-
oeuigen in Katholieke, dus niet in mteicon-
fessiorieele of zoogenaamd Christelijke ver-
eetiigiugen
'2e. de goedkeuring, voor het vervolg
door onze bisschoppen verleend aan Bonden,
die hun werkzaamheid uitstrekken over het
§eheele land, niet slechts over een enkel
tocees
3e. de toestemming tot stichting van een
Centraal-bureau, hetwelk do verschillende
Kuttiolieke vakbonden zal omvatten. De wen-
schelijkheid vau eeu dergeljjk Centraal-bureau
werd ten vorigen jare in de eerste dagen
van Augustu «uitgesproken op het Congres van
vau katholieke vakboudeu gehouden te Utrecht.
Reeds in deze beschikking meegedeeld in
de Zondag hier gehouden ledenvergadering
van den R. K. volksbond.
Een gevolg zal zjjn, dat de R. K. werk
lieden-organisatie» geheel los zulleu staan
van den R. K. volksbond.
Eu Let ia ook volstrekt niet onmogeljjk,
dat nu overal ook andere R. K. vuk-orgam-
siitiöa zullen worden opgericht.
Prot De Vries Groot Woordenboek der
Nederlandsche taal.
Dezer dagen hield te Amsterdam, ten huizo
van prof. Quack de commissie vun bjjstnnd
van prof. Do Vries' «Groot Woordenboek
der Nederlaudscbe Taal" haar joarljjksebe vei-
gaderiog.
Men z.tl zich bnrinoeren, dat die commis
sie tot stand kwam te Amsterdam op het
Nederlaudsch congres van 1887, waarvan
prof. Quack Voorzitter was, om het «Woor
denboek" door financieel» hulp te redden.
Zjj tracht spoedig nageuoeg 30 UUO frank
aan vrjjwilliga giften bijeen eu verzukeide
de toekomst der groote taulkundige onder
neming van prof. Mutihjjs de Vries, uit Lei
den, die in 1892 gerust het huofd kou neer
leggen, wetend, dat zjjn standaardwerk met
keuuii eo i>i$i»it zou worden voortgezet door
dr. A. Kluyver en diens jongere medewer
kers. Ouder hen telde men weldra tjjiieljjk
een paar Vlamingen, dr. W. de Vrees»,
thans docent aan de Gentsche Huogeschool,
eu dr. A. Lodewjjekx, thans t oogleeraar aan
het «Victoria college", de Zuidufnkuansche
Universiteit te Stelleubosch bij Kaupstad.
Heden bestaat du Redactie van bet „Woor
denboek" uit de beere» drs. A- Kluyver,
A. Beets, G. Boekeuoogen, J. Heinsius en J.
Knuttel. De eerste vierde m Augustus 1908
de 25ste verjaring van zfju intrede in de
Redactie.
De beide Regeeringen van Noord en Zuid,
maar vooral die van Zuid-Nederland, hebben
de groote nationale wetenschappelyke onder
neming officieel onder haar hoede genomen,
door, v»n den beginne af, iedere verschijnende
aflevering geldeljjk te steunen. Verleden jaar
werd die j lartjjksshe toelage z-lf» verhoogd.
De Nwderlandsche Regeering, die per afle
vering 1000 guldeu scheuk, verhooude haar
subsidie tot 1500 gulden, en de Belgische
bracht evenzoo de hare van 1000 op 1500
franc per aflevering. Verder schenkt de
provincie Antwerpen 100 franc, per afleve
ring, de provincie Oost-Vlaanderen 100
franc 's jaars, terwijl de provincie Limburg
100 franc schonk. Ook ao stad Antwerpen
schonk toelagen, in den tyd van Jan van
Kijiwjjck.
De uitgave gaat geregeld voort. led jr jaar
verschynen een vijftal aflovwi iogao. Van tijd
tot tjjd wordt aldus een deel van het groot
«Woordenboek" compleet. Met nog éen ai-
leveiing, door dr. Boekeuoogen te bezorgen.