BIRKHOVEN 2e momumscoraT. WERKGEVERS Gemengd nieuws. Advertentiëii. MAANDAG 19 JULI 1909 Menige onderneming is een defecte ma chine, waarvan de gleuf wel dubbeltjes op neemt, maar het l.utiljc geen zoetigheid geeft. "Uit den omtrek. Mr. F. Pen, sedert 30 Januari 1884 no taris en sedert 18 September van dat jaar lid van den Gemeenteraad van Baarn, en sedert 1 September 1903 Wethouder dier Gemeente, is daar gistermiddag in den ou derdom van even 60 jaar overleden. Baaru verliost zeer veel a.tn hem. Dinsdag zal een afdeeling militaire wiel rijders der 4e compagnie wielrijders, uit Assen,'ter sterkte van 1 officier, en 45 onder officieren en minderen, een oefentocht naar de legerplaats bij 01,lebroek maken en daar worden ondergebracht om den volgenden dag, na bezichtigiug van het kamp en de vuurmonden, omstreeks 12 uur den terug- marsch aauvaarden. De legerplaats hij Zeist wordt van 20 tot 29 September betrokken door het 4e regi ment infanterie. Donderdag is een ernstig ongeluk gebeurd in het genie-kamp bij Zeist. Bij het afsnijden van een slagkoord, dat aan een kartets was bevestigd, sprong do kartets eensklaps uit elkaar en werden hierdoor de onderoffieren Bange en Rui ters ernstig verwond. Den eersten werd een arm verbrijzeld en liet oog verwond, terwijl de tweede ernstige verwondingen a n het lichaam bekwam. Beiden zijn naar het hos pitaal te Utrecht vervoerd. Een mihcienwdie ook in do nabijheid zich bevond, kwam vrij met den schrik. Inhoud «Wereldkroniek" 17 Juli: Groot vorst Alexis van Rusland. Een maalfeest op een suikeronderneming in Indië,tnol9 af beeldingen. IM herstellingsoord «Rozen- hol" to Terborg. Nederlaodsche tentoon stelling van huis-industrie. Nieuwgekozen Kamerleden. Da «Halve maeo". De onthulling van een vijftal gedenkplaten na mens bewoners der Verecnigde Staten van Nourd-Amerika in ons land. De Calvijn- feesten. Het zevende Concours-hippique op «Zorgvliet" bij 's-Gravenhage. Kroniek van de week. Personalia. De Goethe- Festspiele. Caricaturen uit bet buitenland. Humor en luim. Van herdersknaap tot hygiënist. Bij de ont hulling van het godonktcolten voor Max von Pettenkofer heeft Von Omber als feestredenaar bijzonderheden uit diens leven medegedeeld, die wel niet aan allen bekend zullen zijn, en daar om hier worden overgenomen. J)e latere Ex- ccllenz", kind van een armen boer, heeft in de eenzame Donaurooernssen blootsvoets achter een kudde gedwaald. Toen hij tot zijn streven, schei kundige te worden, en slechts uit nood, om zoo spoedig mogelijk zijn brood te kunnen verdie nen. en tegen zijn zin, studeerde hij in de ge neeskunde. Had hij regelmatig in de scheikun de kunnen studceren, dan zou hij niet de vader der wetenschappelijke gezondheidsleer zijn ge worden. Tusschen zijn eindexamen van het gym- nanium en zijn buitengewoon professoraat liggen slechts tien jaren, en in dien tijd is hij achter eenvolgens geweest: student in de scheikunde en de delfstofkunde, upothekersleerling en be. diende, tooneelupeler, student in do geneeskun de, apotheker, arts, doctor in de genees-, heel- on verloskunde, student in de scheikunde bij Scherer en Liebig, chemicus aan de geneeBkun dige kliniek, adBislont bij de Munt. In deze hoedanigheid deed hij zich kennen als technoloog. De collega's aan do Munt waren verbaasd, toen de doktor do voordeelige otdekking deed, dat zekere oude zilvermunt goud en platina bevatte en het hem gelukte, eenige kostbare an tieke glassoorten weder samen te stellen. Hij bracht ook verbetering in de ceioentbereiding, ontdekte het. houtgras, vond een methode tot herstelling van oude olieverfschilderijen, tot het bereiden van vleeschextract. Maar ook de theorie trok den buitengewonen man aan. Voor meer dan een halve eeuw schreef hij: „over do regelma tige afstanden van de aequivolentiegetallen der zoogenaamde oenvondige radicalen", en daardoor was de hij voorlooper van het periodieke stelsel. Tot hygiënist werd hy, doordat men hem wegens zijD vindingrijkheid in alles om raad vroeg: moei lijkheden met lucht verwarming, met ventilatie met cholera (1854). Van dien tijd af betrad hij den glansrijken weg die wel aan ons allen bekend is. Hoe men vóór honderd jaar reisde Geluk kige toeristen van tegenwoordig, zijt ge niet erkentelijk voor don tijd, waarin ge leeft? Twee machtige krachten, stoom en eleotriciteit, bren gen u in korten tijd naar liet einde van Euro pa. Aan den horizon is niet éen karabijn van een struikroover to zien, diefstallen door gewa pende benden zyn onmogelijk, en toch klaagt ge soms over den lang6n duur der reis, enz. Welnu, denkt u een honderd jaar terug en ge zult de zekerheid roemen, welke de reiziger te genwoordig geniet. Bij besluit van 7 Januari 1801 (14Nivosejaar 9) werd een wet afgekondigd, geteekend door den eersten consul, Napoleon Bonaparte. Iedere diligence, die van Parijs vertrok, moest verge zeld zijn van een korporaal of een sergeant en vier soldaten, met geladen geweren en ieder voorzien van twintig scherpe patronen 's nachlB moesten minstens twee gewapende gendarmes te paard mederiiden. Vervoerde uien meer dan 20000 franc, hetzij aan de Republiek of aan een particulier toebehoorend, dan moesten minstens vier gendarmes dag en nacht medegaan. De koetsier en de postiljon hadden iedereen jucht- mes en twee pistolen. Was de landstreek bepaald onveilig door rooversbenden, dan werd het mi litair escorte vermeerderd. Bij iederen overval moeeten de soldaten direct schieten en mochten zij zich niet terugtrekken, voordat hun patro nen verschoten waren. Zooals men ziet, waren indien tijd de uitstap jes per diligence nu-juist geen pleizierreisjes 1 Amerikaansch-practisch. Voor de recht- bank te Chicago verscheen dezer dagen een dood arme man, die notabene Dollar heet en die, door honger gedreven, drie kuikens had gestolen om ze op te eten. Hij werd terstond gevat en kwam nu, na een paar weken voorloopige hechtenis, voor het gerecht. Do rechters hielden rekening met de ornstan digheden, vooral met de voorloopige hechtenis en veroordeelden Dollar tot tuchthuisstraf, voor een tijd van vijf minuten een straftijd, die verstreken was nog eer men in het tucht huis recht begonnen wan met het douche-bad, dat het reglement ten opzichte van niouvy-aunge- komenen voorschrijft. Toen Dollar zich afdroogde na hec bad, was by al weer vry man. Rochefort over de kamerdichters. In zyn Figiiro-kroniok sohryft HeorU de Roohshefort onder meer t Wat de martnelyko jeugd betreft, die begint gewoonlijk met ons de zoogenaamde winhoop van jonge meisjes te beschrijven, die'nooit an ders dan in haar verbeelding bestaan hebben. Ze sproken over witte doodslakens on zwarte kruisbeelden op borsten die ze nooit gezion bob ben. ,Ze bezingen in eeq kamer van 25 frano per maand de lènte builen 'en de berglucht. En toch dwingt niemand hen andere dan in proza to schrijven. Als gij in verzen schrijft, doet gij dat omdat ge or pleitier ia hebt en dun moet gij u houdon aan de regelen der ayntuxis, die door alle tijd en heen. debekoring en de harmonie van dat soort literatuur hebben uitgemaakt. Ik stel voor, maatregelen të nemen tegon dien zondvloed van dichters. Niemand heeft hot recht de geneeskunde uit te oefenen zondor dokters- diploma. Een advocaat mag slechts pleiten na ernstige examens te hebben afgelegd. Waarom dan de schrijvers van vorzenbundele niet aan de zelfde verplichtingen onderworpen? Als, na geweigerd te zyn door een speciale jurv bestaande uit Edmond Rostand, Harancourt, Zamacoisen anderen, die hardnekkige verzenmakers nog blij ven volharden, moeten zy onderworpen worden aau ernstige straffen wegens onwettige uitoefe ning der dichtkunst.'Zes maanden gevangenis straf voor een Bonnet, twee jaar eenzame op sluiting voor een gedicht van 85 paginaB, dwang arbeid voor oen tragedie, levenslang by recidi ve. Jonge dichterres8en, die in het leven wan delen als in oen tranendal, moeten worden ver- veroordeeld tot ongetrouwd blyven, toneindo geen kinderon ter wereld te brengen, die steed8 tranen in de oogen hebben. Dat waree en mid del om onze mooie taal wat meer ongeschonden te houden. Honden als schillwacb ten. In een Itali aanse!) blad wordt medegedeeld, dut een proef, genomen met honden als schildwachten, uitste kend voldoet. Te Bologna bijvoorbeeld heeft men wachtpos ten om de vesting toevertrouwd aan honden terwijl de wacht rnstig slaapt, waken deze vier voetige schildwachten. Drie manschappen zijn nu voldoende op pos ten, waarvoor vroeger tien of vijftien man ge bruikt werden. Rondom controlceren de „dienst doende" honden, en nooit, worden deze slapende aangetroffen, wat niet altyd van menschelijke schildwachten kan gezegd worden. die BETROUWBARE werkkrachten behoeven, worden beleefd verzocht zich te wenden tot den Secretaris der afdee ling Amersfoort en omstreken van de NATIONALE VEREENIG1NG TOT STEUN VAN MILICIENS, [Schimmelpenninckstraat 41. Aanvang ACHT uur. Entree f0.60.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1909 | | pagina 6