Zaterdag 9
October 1909.
No. 7724.
59e Jaargang,
AMERSFOORTSCHE COURAIT.
FIRMA A H VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden ƒ1.—
franco per post ƒ1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10cent. Bij regel-
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieële- en onteigenings-
advertentiën per regel 15 cent. Reclames 1—5 regels ƒ1.25 elke regel meer 0.25. Groote
letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten
evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
KORTEGRACHT 9
istbus 9. Telephoon 19
KENNISGEVINi
Oproeping in werkelyken dienst.
De BURGEMEESTER van AMERSFOORT,
brengt ter kennis van de hier na te melden
milicien verlofgangers dezer Gemeente
Ie. VAN N1EENBU11G, TIMOTHEUS
lichting 1901, lotingsnummer 65, van het le
Regiment Veld artillerie
2e. EYEltS, GERARDUS,
lichting 1901, lotingsnummer 15, van het le
Regiment Veld-artillerie
3e. ISING, HERMANUS HEINRICH,
lichting 1907, lotingsnummer 1, van het 5e Re
giment Infanterie;
dat zij op Maandag, den 25 October 1909
de miliciens-verlofgangers VAN NIEENBURG
en EVERS uiterlijk des morgens vóór tien uur
bij hun korps ter standplaats UTRECHT en
gemelde milicien-verlofganger ISING uiterlijk
des morgens vóór acht uur bij zijn korps ter
standplaats AMERSFOORT voorzien van
hunne zakboekjes, verlofpassen en al de in hun
bezit zijnde voorwerpen van kleeding en uitrus
ting, krachtens art. 131 der Militiewet 1901, we
gens het niet overeenkomstig art. 130 dier wet
voor den Militie-commissaris verschijnen, voor
den tijd van zes weken onder de wapenen moe
ten komen
dat op gemelden dag van opkomst onder de
wapenen het aan hen verleend verlof wordtin-
getrokken
dat zij zich in geen geval zullen kunnen be
roepen op het niet-ontvangen eener bijzondere
oproeping, maar dat deze kennisgeving, welke
uitsluitend dient als rechtsgeldig bewijs, dat de
oproeping behoorlijk is geschied, hen bij niet-
verschijning ter opkomst onder de wapenen in
verzuim stelt.
Amersfoort, 8 October 1909.
De Burgemeester voornoemd,
WUIJTIERS.
Kleinigheden.
Van levenswijsheid en practischen zin ge
tuigt de bekende spreuk ouzer vaderen Wie
't kleine niet eert, is 't groote niet weerd.
Zij wisten het, want in hun landshistorie
was 't gebleken en in hun handel en bedrijf
ervoeren zy het telkens weeruit hot kleiue
komt het groote voort. Kleiu was het aantal
dergenen, die het aandurfden den worstel
strijd te beginnen met het machtige Spanje,
maar uit den strijd, dieu zijn aanvingen, werd
de roemrijke Republiek der Vrije Nederlanden
geboren. Met kleine middelen waagden zij
het, den groudslag te leggen tot groote on
dernemingen, die straks buu rijkdom en
maciit bekend deden worden in alle lauden
en over alle zeeën. Weinige woorden zullen
hun, Bijbelvast ea practisch als zij waren,
zóo naar den zin en uit het hart gegrepen
geweest zijn ais dat van den proiëet Zacha-
ria»Wie veracht den dag der kleine dio-
gen".
Eu toch hebben ook zij niet altijd de be-
teekenis der kleinigheden gevoelden gewaar
deerd. En wij doen dat evenmin. Wij ver
achten zoo vaak den dag der kleine dingen
en door dat te doen, geven wij blijk van
dwaasheid, van onvoorzichtigheid, van onge
loof.
Of is 't niet dwaas, alleen van beteekenis
te achten het groote, het belangrijke, hetgeen
zich aandient met veel ophef, hetgeen van
zich doet spreken in ruimen kring, en ge
ring te aehtim het kleine, het onaanzienlijke,
het schijnbaar onbeduidende, dat wegschuilt
in de stilte?
Wij weten het wel, dat kleinigheden
menigmaal de oorzaken zyn van groote
dingen, maar wy letten er Diet op. In de
kiem slaapt de vrucht. (Jit een eikei wordt
een woudreus geboren. De sneeuwvlok ont
wikkelt zich tot een lawine. Het beekje op
de bergen schiet voort en wordt een mach
tige stroom. Kleine druppels water, kleine
korrels zand, vormen oceanen met het
vasteland.
En zoo kan men voortgaan. Laat het kleine
roer breken en het groote schip is overge
leverd aan het geweld der golven. Neem éen
klein rad uil het uurwerk en stil staat het
;eheel, zoodat het geen dienst meer kan
loen. Eén pin rake los en de machine van
duizenden paaidekrachten is machteloos
geworden. Roer en rad en pin, kleinigheden
op zich-zelf, te verwaarloozen omdat ze
klein zijn, wie zou zoo dwaas wezen, het te
doen?
Er dient op kleinigheden acht gegeven te
worden. Niet alleen, wanneer hun beteekenis
zóo duidelijk voor de hand ligt, maar te
allen tijde, overal, in alle omstandigheden,
ook dan als wy de onmiddellijke waarde ir
van niet kennen, of zelfs verraoedeD. In
menige kleinigheid ligt een verborgen schat,
die wacht op zijn ontdekker, of 'rr slaapt
een geheim in, dat den tooverpiius verbeidt,
die het ten leven zal wekken. Wij hebben
allen wel eens een hanglamp zien slingeren,
of een appel zien vallen, of een zeepbel zien
opgaan KleinighedenWie denkt er aan
om er zich langer mee bezig te houden dan
éen oogenblik Wie? Mannen alsGalileïen
Newton en Young, mannen, die de kleine
diugen niet verachtten.
In den Dom tePisa vulde een kerkeknecht
een hanglamp. Nadat dit geschied was, bleef
zij éenigen tijd in slingerende beweging. Een
achttienjarig jongeling keek aandachtig daar
naar en bet denkbeeld kwam in hem op, dat
men door middel van zulke geregelde slin
geringen den tijd zou kunnen meten. Vijftig
jaren achtereen bleef dit voor hem een
onderwerp van ernstig onderzoek, tot het
hem eindelijk gelukte, het toe te passen
voor de vervaardiging van heteersle^slinger-
uurwerk. Die jongeling was Galilëi.
Door het zien vallen vaa een appel kwam
Newton tot de outdekkiug van de wet der
zwaartekracht.
En dr. Young werd tot zijn schoone theorie
der straalbreking geleid, doordat hij met
aandacht op de mooie kleuren van een
zeepbel had gelet.
Ontdekkers zijn altyd mannen geweest,
die op kleinigheden letten en al ontdekt men
niet altijd wereldbewegende groote diugen,
tevergeefs is het nooit, voor het kleine een
oog te hebben en het in waarde te houden.
Immers, eea kleinigheid kan een zaak dom
mislukken en door een kleinigheid kan iels
een eigenaardige waarde krijgeo, die het
anders niet hebben zou.
Michel Angelo was eens bezig met het
vervaardigen van een standbeeld. Op zeke
ren dag kwam iemand, die hem bij dezen
arbeid meermalen bezocht, weer eens zien
hoever hy gevorderd was. De meester wees
het hem: «Hier heb ik wat bygewerkt en
daar wat afgenomendie spier deed ik een
weinig meer uitkomen j in deze lip legde ik
een uade-ra uitdrukking en in' dit been
zoebt ik wat meer kracht te brengen". «Maar
dat zijn kleinigheden!" riep de bezoaksruit.
„Zeker", antwoordde Michel Angelo, «klei
nigheden zijn het, maar die kleinigheden
juist brengen het werk tot volmaking".
Wie ziju werk, hetzy ian kuastwerk of
gewoon werk, tot volmaking wil brengen,
het zoo goed mogelijk wenscbt te doen
worden, lette op do kleiuigheden. Wie in
het kleine niet getrouw is, hoe zal hij over
het groote gesteld worden Dat geldt ook
hier.
Niet alleen echter op het gebied van het
natuurlijke en het maatschappelijke leven,
maar ook op geestelijke en zedelyke levens
terrein moet gerekeud worden met de klei
nigheden. Het pasgeboren wicht, onbewust
van eigen leven, vertoont nog niets van den
genialen denker, den gruoten geleerde, den
invloedrijken industrieel, den machtigen
Staatsman, die het later misschien worden
kan.
Eén enkel woord, gesproken zonder er
veel bij na te denken, wordt opgevangen
en rondgedragen en brengt iu heel het land
een tijdlang groote beroering te weeg. Eén
uur van onbedachtzaamheid kan maken dat
J. H. W. AUF DEM BRINKE,
48 Langestraat Amersfoort.
In onzen Modelaaion
x x GEËXPOSEERD: x
Model Aeroplane.
Otero.
Marquise.
men jaren schreit, en éen zondige daad is
vaak de oorzaak van onbeschrijfbare ellende,
gekomen over enkele personen ol geheele
gezinnen.
Dit te weteD, leide ons tot voorzichtigheid
en nadenken. Wie onnadenkend zijo weg
gaat, struikelt over kleinighedenalleen door
voorzichtigheid had hij zijn val kunnen ont
gaan.
Hoeveel beter zou het zijn, als wij niet
vaak zoo lichtvaardig oordeelden over het
geen gering schijnt, maar dat ons toch dik
wijls groote en niet altijd aangename ver
rassingen brengt I Hoeveel reiner en rijker
zou -ons leven zijn, als wij niet zoo licht
achtten de kleine gebreken, die ons aankle
ven, waarvoor wij allerlei verontschuldigin
gen zoeken en die wij nalaten met heiligen
ijver tegen te staan, 't Zijn juist de kleine
vossen, die den wijngaard bederven, 't Zijn
meestal byna onmerkbare parasieten, die
de sappen van onzen levensboom rooven.
Eén doode vlieg doet de zalf des apothekers
stinkenzoo verstoort ook éen onbestreden
karakterzonde de harmonie der ziel.
Uw zelfzucht telt den kleinen vrienden
dienst niet, die u bewezen wordt en waaruit
een hart spreekt, en daardoor wondt gij dat
hart en stoot het van u. Uw koppigheid
acht een enkel woord, dat oprechte toenade
ring bedoelt, niet genoeg en een gespannen
verhouding blijft voortbestaan en groeit aan
tot vijandschap. Uw humeurigheid wordt
gewekt door een onschuldige kleinigheid,
die u hindert, en vrouw en kinderen lijden
er onder.
Gij geeft natuurlijk de schuld aan het
kleine, dat buiten u is; maar de schuld ligt
binnen in u, in uw kleine znnde, dit gij niet
telt, maar die u toch meer schaadt dan gij
vermoedt. Zij is u te kleiu, van te geringe
beteekenis, van te onbeduidenden aard om
er tegen te strijden, er tegen te worstelen met
gelijken ernst als tegen groote zonden. Eu
omdat gij dit nalaat, lijdt de teerheid van
uw geweten en stelt cr zich steeds sterker
iets tusachen u en uw God, waardoor uw ge
moedsrust verstoord wordt en uw leven ver
armt.
Aan de kleine zonde toch, die licht wordt
geacht, krijgt de grootere zoDde een houvast
üül var. daaruit u aan ia vaiien cn ie over
meesteren, óok wijl zij u niet wakende vindt.
Eéu eukele zaadkorrel kan ten slotte een
vollen oogst gevenéen kleine zonde wordt
de moeder van vele groote.
Kleinigheden, veracht ze nietOok niet
de kleiue zegeningen, waarmede God of
meuschen hun liefde u toonen. Of eigenlijk,
op dit gebied is niets klein. De arme weduwe,
die haar beide penningen wierp in de schat
kist, werd door Jezus geprezen, want haar
kleine gift was haar gansche leeftocht, ter
wijl de ryken gaven van hun overvloed.
Wat waarlijk uit liefde wordt gegeven of
gedaan, is altijd groot, al schijnt het klein.
De liefde rekent niet naar den gewonen
maatstaf van groot en kleinzij geeft wat
zij heeft en zooveel zij heeft, want zonder
geven kan zy niet leven in geveu openbaart
zich haar wezen. Al haar gaven zyn groot.
Aan de Hoogste Liefde kunnen wij ons
dus veilig toevertrouwen. Dat niet te doen,
is ongeloof. God zegent ons, ook door wat
wij kleinigheden noemen, en in Zyn hand
zijn alle dingen.
Ook voor het kleine, het gewone, het alle-
daagsche, dat wij gewoonlijk voorbij gaan
zonder er veel aandacht aan te wijdeu en
dat wij gedachteloos aanvaarden, alsof 't ons
toekomt, past ons dankbare erkenning. Ons
leven wordt er door onderhouden en gesterkt
het dient alles om ons te doen worden wat
wij zijn moeienhet is bestemd als middel
tot onze volmaking.
Voor God bestaan geen kleinigheden. Hij
bekleedt de leliën des velds met heerlijkheid.
Hij voedt de jonge raven, als zij roepen. Ja,
ook de haren uws hoofd zijn alle geteld.
Wie gelooft in Gods voorzienigheid, gaal
goedsmoeds zijn weg. Alles in T leven krygt
waarde voor hem, want alles heeft zijn be
stemming. Bij God vergeleken, zijn ook de
grootste dingen op aarde slechts kleinigheden.
Maar in het licht van Gods wijsheid en liefde
gezien, zijn wat wij kleinigheden noemen
groote dingen, omdat zij ons dienen tot
leering, tot waarschuwing, tot volmaking.
Veracht dan den dag der kleine dingen
niet!
Laïcus.
Levenswoorden.
Te Londen, schrijft, de heer Ch. Boissevain
in het Handelsblad", bestaat een Bartholo-
meus-club van welke bijna uitsluitend win
keliers lid zyn. Een eukele maal belegt zij een
vergadering met dames, waarby de echtge-
nooten en de dochters der leden worden ge
nood en een lezing, toespraak of voorstelling
wordt gehouden. Veelal voert dan een bekend
letterkundige of Staatsman het woord voor
dit beschaafde publiek, dat belang stelt in
allerlei zaken en vraagstukken van den dag.
Dezen dagen was rechter Bentoulderede-
naar en deze, bekend om zijn humor, een
voud en openhartigheid, vertelde veel van
zijn levenservaringen en besloot met. een
schets te geven van een »Cude of lite", een
wetboek voor het leven.
Hij vestigde in zijn boeiende causerie er
de aandacht van zijo talrijk gehoor op, dat
in het leven veertien «vergissingen" vrij alge
meen worden gemaakt, en wel de volgende:
1. Men richt zijn eigen standaard op van
wat goed en verkeerd is en verwacht, dat
iedereen daarnaar haudelt.
2. Men schat wal anderen vreugde moet
aanbrengen, naar hetgeen ons zeiven het
meest vermaakt.
3. Men verwacht, dat alle meuschen het
eens zullen zijn in deze wereld.
4. Men verwacht een juist oordeel en
ervaring van jonge menschen.
5. Men poogt allen, hoe hun karakter of
aanleg ook zij, in een zelfden vorm te stampen.
6. Men weigert, toe te geven aangaande
kleinigheden van geen belang.
7. Men acht volmaaktheid mogelijk m
hetgeen men zelf doet.
8. Men plaagt zichzelve en anderen naar
aanleiding van veel, waaraan niefs meer te
doen is.
9. Men verzacht niet alle leed, dat men
verzachten kan.
40. Men toont geen consideratie voor al de
omstandigheden, welke anderen ongeschikt
uiaken om to slagen in den levensstrijd.
11. Men acht onraogelyk hetgeen wijzei-
ven niet kunnen doen.
12. Men gelooft alleen hetgeen ons be
perkte verstand begrijpen kan.
13. Men leeft alsof het huidige oogenblik
te allen tijde duren zal.
14. Men schat lieden volgons hun natio
naliteit of volgens eenige andere geheel
uitwendige hoedanigheid.
Ieder van deze leeketeksten werd toege
licht door een korte leekepreek met gelij
kenis en toepassing.
By voorbeeld bij tekst 2 merkte de rech
ter op, dat er geen vervelender schepsel is
dan de man, die ons altijd wil opdriDgen
zijn manier van zich te vermakeD, die vol
strekt wil of dat je naar het concert of naar
de comedie gaat, de zelfde boeken leest
als hij. Maar den hinderlijksteu vorm hier
van toont de visscher of de jager, de golf-
speler of de kaartspeler, die van eigen hel-
dendaden steeds den mond vol heeft 1