DAMES HANDWERKEN
s
ROB. LEVY,
De SINT NICOL&AS-ETALAGE is GEREED.
TAFE1LOOPERS TH_ï==S
1
Zeer gemakkelijke HANDWERKEN voor kinderen, geprikt en streepjesteekening.
I
0
MODE-MAGAZIJN
Langestraat 40,
AMERSFOORT,
Telefoon 103.
Feuilleton.
SAROLTA.
Linnen bleekjes in elke grootte, loorgeteekend, ook met i jour rand, vanaf 15 cent.
Congres-stof kleedjes 50 bij 50 C.M., begonnen, met materiaal, f 1.45.
Tullen antimacassars vanaf 20 cent.
Tullen tafelloopers ?anjf 65 cent
Orer-handdoeken, ïoorgeteekend, met i jonr rand, 55 cent
Gobelins in groote kenze.
Enssenplatten nit trijp of velvet 45 tot 75 cent.
Gemaakte kussens, ïoorgeteekend, met materiaal, fl.50.
Reiszakken van linnen in verschillende modellen.
Plnche Boordendoozen 75 cent.
Pluche manchettendoozen 95 cent.
Toetsenloopers, ïoorgeteekend, 45 cent.
Kleedjes ioor achter de vascbtafel 75 cent.
Garnituren Voor op de waschtafel 35 cent.
Journalen vanaf 25 cent-
Borstelzakken vanaf 12 cent.
Lucifershangers vanaf 9 cent.
Nachtzakken vanaf 22 cent.
Waschzakken vanaf 38 cent.
Alle quinquallerieën van hand
werken, alsétui's, sigarenkokers,
portretlijsten, theewarmers, boor-
dendoozen, manchetdoozen, dassen-
doozen, zakdoekendoozen, messen-
mandjes, sleutelmandjes, blakers,
aschbakken, speldekussens, brief
kaartenstanders, kofferkleeden,
kachelhoedj es, kleerdragers, servet
banden, borduurramen, boekom
slagen, pennenwisschers,bladwijzers
rookstellen, thermometers, brief
wegers, spreihangers, handdoek
rekjes, enz. in over-rijke keuze.
0
0
0
0
0
0
0
0
34.)
Mr. Meyer deed alsof hij een oogenblik na
dacht en zeide:
„De hotelhouder heeft niet het minste recht
meer; de vordering is verjaard en de schuld
vervallen. Heeft hij den kofier vrywili.g terugge
zonden, dan ekent hij op de welwillendheid
van de dame tot betaling dwingen kan hy haar
niet".
„Ik dank u. Ik bon er van overtuigd, dat de
man op haar welwillendheid rekeneD kan. Zij
zal betalen; maar dat bij haar er niet toe dwin
gen kan, wilde ik van u hooren. Verjaard, juist.
U hebt mij en dat wil zeggen myn vriendin een
groote dienst bewezen".
„O, dat is de moeite niet waard", antwoordde
de advocaat.
Toen hij, na afscheid genomen te hebben van
lady Mac, in de vestibule een kofier zag staan,
die hem ook al getrofien bad bij zyn komen en
waarop een etiket stond „Hotel Stadt Moskou,
Dresden", lacht-j hij even. Hij docht: tante
Mac zal mij voor den dienst, dien ik baar vrien
din tbuns bewezen heb, nog wel eens nuttig
kunnen zijn. Ei, ei, tunte Mac u hebt dus in
uw jeugd koffers beleend... tout comme chez
nous. Wanneer ik om de hand van gravin Fanny
kom, zal tante mijn voorspraak moeten zyn".
Intusschen bracht Sarolia den geheelen dag
in haar kamer, in bed, door. Zij maakte geen
visites, ontving die niet. Haar toestand werd,
naarmate de dag van het vertrek van haar man
naderde, al slechter en slechter-, niettegenstaande
bet suikerwater met verschillende kleursels,
dat dokter Wiedemeyer haar te slikken gaf.
„Kan ik werkelijk op reis gaan vroeg Er-
win herhaaldelyk aan den ouden vertrouwden
huisdokteren deze bleef by zijn eerste opinie.
Graaf Erwin verlangde eigenlijk weinig an
ders dan een bevestiging van hetgeen ook zijn
meening was. Hij hield van zyn kleine opge
wonden vrouw, maar hy was nog sterker dan
de dokter van meaning, dat het huwelyk in
het leven van den man geen groote verandering
mag brengen.
Hij was eigenlijk meer een getrouwd jong
gezel dan een volmaakt echtgenoot; hij had
zich nooit door iemand van zijn plannen laten
afbrengen en nu zouden zijn handelingen af
hankelijk worden van de grillen eener vrouw?
Neen. De woorden van tante Mac over Ilona
en hem, die hy onlangs bij zyn komen in de
ontbijtkamer wel degelyk had gehoord, ver
sterkten hem nog in zyn plan, zijn reis te on
dernemen.
Hy aarzelde lang, of hij met tante Mac of
met Ilona over die woorden zou praten, maar
bjj was bang Ilona te beleedigen en dus liet
hy het na. Dat Ilona hem niet lief had, daar
van was hij volkomen zeker. Hy vond het beter,
zóo kort voor zyn reis over niets te spreken.
Na zyn terugkeer zou hy tante eens onder han
den nemen.
Toen Sarolta, zag dat zij met haar ziek zijn
niets bereikte, beproefde zy het met teederheid.
Als Erwin aan haar ziekbed kwam, waarop
zij zoo gezond als wat lag, in kant gehuld,
keek zij hem aan met üaar groote, vochtige
oogen. En wanneer hij zich over haar heen-
boog, sloeg zij baar beide armen om hem heen
en trok hem naar zich toe en drukte wilde
warme kussen op zijn lippen en vroeg heifi
met innige teederheid;
„Kan je het dan zoolang zonder my uithou
den, lieveling",
„Het duurt niet lang. Ik ga geen wereldreis
maken".
Toen, op den avond vóór zijn vertrek, werd
zy plotseling weer beter. Zij stond voor hem in
in zijn kamer met vlammende oogen.
„Dus je gaat inderdaad
„Natuurlijk, myn schat".
Zij strekte den rechterarm naar hem uit. Als
een Medea stond zy daar.
„Dan is alles tusschen ons uitl UitI Dat zeg
ik je I"
„Kalmeer je, mijn schat", was al wat Erwin
antwoordde.
En zij verdween.
Zij vergezelde Erwin niet naar het station.
Dokter Wiedemayer was daar.
„Ik ben bijna geneigd, om te keeren", zeide
de graaf. „Zij heeft mij gedreigd, dat het tus
schen ons uit was".
De goede oude dokter lachte.
„Ik vraag u bij voorbaat om exouus, maar
wat u daar zegt, meent u niet. Dat zijn woorden,
die een man als u niet kunnen bang maken.
Het woordje „uit" moet aangenaam zyn om uit
te spreken, anders zou het zeker zoo vaak niet
gebruikt worden. Ik weet uit heel zekere bron,
dat het in alle kringen gebruikt wordt, in alle
rangen en standen. Wanneer een vrouw een
japon wil hebben, die zij niet kan krijgen, of
als zij niet naar een opera mag gaan, die zy
zien wil, dan is het altijd „uit" tusschen hem
en haar. Dat moet men niet zoo ernstig opne
men. Wanneer u terugkomt, zal het uiet uit
zyn, maar eerst recht goed beginnen".
De graaf stapte in en wuifde zijn ouden vriend
goeden dag maar toen de trein de laatste hui
zen van Fensionopolis voorbij was, overviel hem
een naamlooze angst, een beklemming, een ver
langen naar zijn vrouw, zoodat hij het liefst
aan de noodiem had getrokken en den trein
tot staan had gebracht.
Maar dat ging toch ook niet. Een teruggaan,
was ook eigenlijk oamogelijk, omdat hij nu het
eerste gesprek met Sarolia over zijn reis den Vorst
van Monaco zijn toezegging had gedaan.
Hy drukte zyn gloeiend voorhoofd tegen het
portierraampje, maar daar bedacht hij zich plot
seling een zin, die hij in een feuilleton had ge
lezen waarin vlak boven het „wordt vervolgd"
stoud„En de graaf leunde met zijn voorhoofd
tegen het coupé-raam."
Hij moest luid lachen in de coupé waarin hij
alleen zat, stak een sigaret aan en giug in een
hoek zitten.
Uit...
Uit tusschen hem en haar.
Zij had het hem gezegd en het zou geen drei
gement alleen zyn.
Zij had hem voor de keus gesteld tueschen
zijn vriend, den Vorst van Monaco, en haar,
zijn vrouw hij bad den Vorst gekozenwelnu,
dan zou hij zyn vrouw verliezen.
O, hoe zy dien Vorst haatte I
(Wordt vervolgd.)
Snelpersdruk, firma A H. van CLEEFF, Amersfoort.