Donderdag 13
Januari 1910.
No. 7763.
53e Jaargang,
AIERSFOORTSCEE COURANT.
FIRM4 A H VAN CLEEFF
te AMERSFOORT,
Verschijnt Dinsdag Donderdag' en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden fi.
franco per post f 1.45. Advertentiën 1—6 regels 60 cent; elke regel meer 10cent. Bi; regel-
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieële- en onteigenings-
advertentiën per regel 15 cent. Reclames 1—5 regels f 1.25 elke regel meer f 0.25. Groote
letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten
evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën vaD buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
BUREAU
KORTEGRACHT 9
Zelfzucht.
Er zijn drie soorten menschen.
Tot de eerste soort behooren zij, die
altjjd en overal denken om zichzelf alleen,
die nooit iets voor een ander doen of
laten, als 't hen-zelf niet bevoordeelt ot
als zij er ook maar iets voor moeten op
offeren, die zoo brutraal mogelijk een
ander gebruiken en wegwerpen, als hjj
hen van geen nut meer is, die zonder
blikken of bloozen over een ander trach
ten voort te schrjjden, zonder ook maar
in 't minst naar hem om te zien.
Ook de tweede soort leeft voor zich-
zelve, maar minder onmeedoogend. Indien
noodig, is zjj zoo nu en dan te bewegen,
meer of minder voor anderen te doen
of te zijn, wordt zij bereid bevonden,
voor die anderen te dulden en te dragen.
Grjjp hen in de ziel en zij zijn in staat
tot zóo groote opofferingen van tijd en
geld, als gjj niet van hen hadt durven
verwachten.
De derde soort kan nog korter worden
gekenschetst. Tot haar rekenen wij hen,
die altijd en overal bereid zjjn, zich op
te offeren, zonder murmureeren of tegen
spreken niet alleen, maar zelfs zóo, dat
dit zich opofferen hun tot een tweede
natuur geworden is; 't gaat volkomen,
van ganscher harte, zonder dat zjj zich
zelf daarbij eenigen dwang behoeven aan
te doen.
De eerste en de laatste soort zjjn zeld
zaam, komen echter vooral de laatste
misschien nog meer voor dan men,
zoo oppervlakkig beschouwd, zou meenen.
In iedere ware moeder en in iederen
rechtgeaarden vader ontwaakt die laatste
sdort, als zij haar eersteling, na de bange
ure, met een glimlach vol zaligheid in de
armen houdt, als hij den eersten kreet
hoort van dat kleine wezentje dat hem
en haar het recht geeft op den hoogsten
titel, dien wij kennenden vader- en
moedernaam. Meestal zelf nog eerder.
De tweede soort komt 't meest voor;
is die van de gewone menschen.
Doch, nader beschouwd, is de indeeling
niet zoo gemakkelijk als zij hier schijnt.
Er zjjn er, die in verschilleude tijdper
ken van hun leven, zelfs op verschillende
uren van den zelfden dag, ook met be
trekking tot verschillende menschen,
onder alle drie rubrieken moeten wor
den gerangschikt. De zelfde man, die
hard en onverbiddelijk is in zaken, in
zjjn houding tegenover zjjn ongeschikten,
is mild waar zjjn hulp ten behoeve van
de lijdende menschheid wordt gevraagd
en zjjn gansche bestaan is éen toewjj-
ding aan de belangen van zjjn gezin;
voor zichzelf zal hjj 't er nooit eens van
nemen. Eén en al zelfzuchtig hier, éen
en al liefde daar, beiden in het zelfde
menschenleven.
Daar noemden wjj de tegenstelling:
zelfzucht en liefde. Er is hier veel mis
verstand. De moralisten, die de zelfzucht
verdedigen, bedoelen niet die grove,
breede zelfzucht, die wjj in de eerste
plaats noemden. Zóo dwaas zjjn zjj niet.
Zjj weten heel goed, dat deze zelfzucht,
tot hoogste en eerste levensbeginsel
gemaakt, de menscheljjke natuur zou
doen afdalen tot de dierljjke, een eind
zou maken aan alle innerljjke beschaving
en den levensstrjjd zou terugvoeren tot
wat hjj in den aauvang waseen onver-
biddelijken oorlog van allen tegen allen,
onder de harde leus: wee den overwon
nene!
Wat deze moralisten bedoelen, verdient
een beteren naamzelfliefde. "Van liefde
nu zjjn verschillende bepalingen te ge
ven. In dit verband ken ik geen .betere
dan die van Leibnitz„liefhebben, is
vreugde vinden in volmaking".
Mag men zichzelf liefhebhen Aldus
opgevat zeker ia even groote mate als
den medemensch. Laat ons nog een
schrede verder gaan en met de bekende
Pransche spreuk zeggen, dat goed geor
dende liefde begint bjj het eigen ik. De
vraag is nu maar, wat men verstaat
onder volmaking.
Laat het antwoord zoo eenvoudig mo
gelijk zjjn. Volmaakt is wie of wat ten
volle beantwoordt aan de hem gestelde
eischen. Een volmaakt werktuig is an
ders dan een volmaakt paard, en dit
weer anders dan een volmaakt mensch.
Wjj stellen telkens andere eischen; aan
den mensch deze, dat hjj ten volle
mensch zjj, meer dan werktuig, meer
dan dier. Mensch zjjnde, zjj hem niets
vreemd van wat den mensch tot mensch
maakt.
Wie zichzelf wil liefhebben, wie vreugde
wil vinden in zjjn volmaking, leere door
het menscheljjke in zich het werktuig-
ljjke en dierljjke overwinnen, oefene zich
eiken dag in de moeilijke kunst, door
het hoogere het lagere te beheerschen
zelfverloochening is de weg der zelfliefde.
Wie zjjn zelfzucht wil overwinnen, be
ginne met zelfzucht.
De weg is lang en moeilijk, een weg
van menige bittere ontgoocheling en
harde teleurstelling, maar óok de weg
der reinste vreugde.
Er is een legende van de moeder van
Petrus. Zij was niet toegelaten tot het
paradjjs der zaligen. Petrus is daarover
diep bedroefd en kan maar niet inzien,
waarom niet. Zijn Heer zal 't hem doen
inzien. Hjj laat Zjjnen engel afdalen naar
de duistere diepten der onzaligen om
Petrus' moeder te halen. Zjj klemt zich
aan den engel vast en aan haar weer
andere onzaligen. De engel stijgt snel.
Maar hjj moet nog sneller stijgen en 't
gelukt haar, eenigen van zich at te
schudden. Des engels vaart vermindert,
maar zjj bespeurt dat niet. Weer schudt
ze enkelen van zich af en ten slotte
bljjft er nog maar éen over. Petrus ziet
haar naderen. Maar nu nog éen wanho
pige pogingook aan den laatsten on
zaligen greep ontworstelt zjj zich. Doch
in dat zelfde oogenblik laat ook haar de
engel los en stort zij terug naar de
duistere diepten, waarin zelfs Petrus' oog
haar niet kan volgen.
Treffende waarheid. Wie alleen om
zichzelf denkt, alleen voor zichzelf streeft
en werkt, kan niet worden opgenomen
in het paradjjs. Hij behoort niet thui9,
zou zich ook niet gelukkig gevoelen in
de plaats van hoog en rein geluk en
zielebljjdschap.
Wjj hebben vernomen de leer van
den üebermensch" wiens ongebreidelde
zelfzucht hem uit kracht van zjjn meer
derheid gebruikt en weer wegwerpt naar
welbehagen. Wjj kennen een uög grooter
gevaar dan ligt in deze leerde mensch
is zelfs niet meer „l'homme machine",
maar een verlengstuk der machine, een
werkkracht, en anders niet. Men heeft
hem noodig, gebruikt hem en schaft hem
weer af. 't Gevaar der koudste en meest
brute zelfzucht.
Als 't dien kant uitgaat, waar gaan
wjj dan heenl Wie durft er zich inden
ken, dat het menscheljjke in den mensch
gaat zwjjgen Dan is er niet slechts, dan
overheerscht, neen heerscht „la béte
humaine", de nieuwste diersoort, de
vreeseljjkste.
Tegenover deze leer staat reeds sinds
een eeuw een andere, die van den wjjs-
geer Kant: „laat een mensch u nooit
middel zijn, maar altijd doel". Wie deze
leer tot de zjjne maakt en daarnaar
doet, werpt een dam op tegen de golven
der zelfzucht. Ook al9 zjjn dam wordt
doorbroken, zullen nieuwe arbeiders ko
men en zjjn werk voortzetten, dat staan
zal als een baken in de zee der tjjden,
een aan wjj zing naar veilige haven, naar
betere toekomst, naar heerljjker, mensch-
waardiger bestaan.
Electrische centrales.
Te Zutfen werd ten Raadhuize een bijeen
komst gehouden vau 8D afgevaardigden uit
38 Gemeenten uit de Graafschap en van de
Veluwe om aan te hooren de plannen voor
een inter-provinciaal kabelnet voor levsring
van electrischen stroom, ontworpen door de
beeren mr. Kakebeeke, Hofstede Crull en
Tjeenk Willink.
De meesten der aanwezigen waren Bur
gemeesters, Wethouders of Raadsleden.
De Burgemeester van Zutfen leidde de
bijeenkomst, waarin de ontwerpers inlich
tingen gaven en veel sympathie werd be
tuigd met de voorgedragen plannen.
Op voorstel van mr. Van Everdingen,
Raadslid te Ter borg, werd besloten, dat
voornoemde drie heeren, nadat zij eveneens
een bijeenkomst zullen gehouden hebben te
Zwolle en te Enschede, met de Dagelijkscbe
Besturen van verschillende Gemeenten in
opdracht van deze bijeenkomst uitnood:gin-
gen zullen zenden aan iedere Gemeente om
een vertegenwoordiger af te vaardigen naar
een volgende bijeenkomst, waar, uit al de
daar aanwezige vertegenwoordigers, een cen-
traal-comité zal worden gekozen, dat deze
aangelegenheid nader zal onderzoeken met
behulp van een deskundige en daarvan rap
port zal brengen aan de Gemeenten.
De ontwerpeis hebben op zich genomeD,
in eeu brochure op populaire wijze nadere
inlichtingen te geven.
De Leeuw. Ct. geeft thans eenige cijfers
omtrent de exploitatie der electrische cen
trale te Leeuwarden, tot de oprichting
waarvan door den Raad dier Gemeente den
21 December is besloten.
Volgens de berekeningen, overgelegd door
den heer Bellaar Spruyt, te Maastricht, zul
len de kosten van oprichting der centrale
totaal f250000 bedragen en voor het ge
bouw f62 500, voor de machine-installatie
f88000, voor het kabelnet f70 000 en voor
diversen f29500.
De exploitatie-rekening zal, volgens ra
ming, over het eerste bedrjjfsjaar een na-
deelig saldo opleveren van f15500, over
over het tweede jaar f 11900, over het
derde jaar f83000, over het vierde jaar
f4700, over het vijfde jaar f1100 en over
het zesde jaar een voordeelig saldo
van f2500.
Daarna zal de electrische centrale eeu
uitbreiding moeten ondergaan, waarvan de
kosten f 40 000 zullen bedragen en waarvoor
de centrale met f3200 per jaar voor reute
en afschrjjviug wordt belast.
De opbrengst voor de stroomlevering is
voor verlichting gebaseerd op gemiddeld 17
cent per uur per kilowatt; voor drijfkracht
op gemiddeld 8 cent per kilowattuur (1 ki
lowatt is gelijk aan 1.36 paardekracht).
De heer Sprujjt wijst er op, dat het elec
trische licht vroeger per kaars en per uur
ongeveer negeumaal zoo duur was als gas
licht. Sedert 1900 kwamen echter nieuwe
gloeilampen in gebruiktevens door het
debiet mag men rekenen, dat bet electrische
gloeilicht gemiddeld nu niet meer dan 50
pet., dus de helft, duurder is dan gasgloei
licht.
De directe bedrjjfskosten, dus de uitgaven,
verminderd met rente, afschrijving en saldo,
zijn voor de vol belaste centrale geraamd
op f25480, d. i. 7V4 cent per nuttig afge
leverd kilowattuur.
Wet op het Nederlanderschap,
Bij de Tweede Kamer der Staten-generaai
.6 ingediend een wetsontwerp tot wijzigiug
der Wet op het Nederlanderschap en het
ingezetenschap, waarvan de strekking is om
de verplichting a;>n in bet buitenlaud wo
nende Ncderlauders opgelegd, om vóórdat
zij tien jaren buiten het Kjjk eu zijn koloniën
ol bezittingen in andere werelddeelen woon
plaats hebben gehad aan den Burgemeester
of het hoofd 'van het plaatselijk bestuur zjjner
laatste woonplaats io het Rijk of aan den
Nederlandschen gezant of den Nederlandschen
consulairen ambtenaar in het land waar hij
woout, kennis te geven, dat zjj Nederlander
wenschen te blijveo, willen zij hun Neder-
landscbe natiouaiiteil niet verliezen, te be
perken tot de Nederlanders, die in het bui
tenland zijn geboren.
De Ministers van Justitie en van Binnen-
landsche Zaken, die dit ontwerp hebben
ingediend, zijn overtuigd van de gegrondheid
der klachten over de hardheid der tegen
woordige bepalingen,doch willen de verplichte
kennisgeving handhaven. Op de eerste plaats,
omdat van in den vreemde geboren en
opgevoede Nederlanders n)ag worden gevor
derd, dat zjj na hun meerderjarigheid telkens
binnen tien jaren van b.ua wensch om met
Nederland verbonden te bljjveD, moeten doen
blijken, en ook omdat aanwezigheid van
Nederlanders in het buitenland, geheel buiten
den gezichtskring van de Regeering of haar
ambtenaren geplaatst, tot moeiljjkueden zou
kunnen aanleiding geven.
Een overgangsperiode strekt er toe, aan
hen, die hun Nederlanderschap reeds inge
volge de tegenwoordige bepalir,ger hebben
verloren, doch die hun nationaliteit zouden
hebben beboudeD bjjuldien de nieuwe lezing
van gemeld artikel reeds van den aanvang
in de wet ware opgenomen, collectief het
Nederlanderschap terug te geven.
Dat men dit meedeele aan de verwanten
die voorat in DuUschland arbeiden.
De volkstelling.
Professor dr. P. van Geer is maar slecht
te spreken over de inrichting der telkaarten
teu dienste van de volkstelling, welke thans
is gehouden.
Uf schrjjft hij uit deze volkstelling
iets goeds zal voortkomen, kan op goeden
grond betwijfeld worden. Schatten van geld
en arbeid zal zij kosten, doch het resultaat
zal, evenals bij de vorige tellingen, mager
zjjn.
Afwijkingen met de telling van den Bur-
gerljjken Stand zullen zich ook nu voordoen
en op rekening van de onnauwkeurigheid
van laatstgenoemde gesteld worden. Ten
onrechte, want uit zulk een ingewikkeld
stelsel van telling, met zijn omhaal, kan geen
betrouwbare uitkomst verwacht worden.
Om een goede telling te verkrijgen, moe
ten in de eerste plaats alle noodelooze vra
gen, als die welke op het kerkgenootschap,
op het beroep, op het blind- of doofgeboreo
zijn, ter zijde worden gelaten, alle omslag
over boord worden geworpen, om zich te
bepalen tot enkele zóo scherp gestelde vra
gen, dat elke nadere toelichting overbodig
wordt.
Dat kan geschieden op telkaarten, niet
grooter dan gewone speelkaarten, die ge-
makkeljjk in te vullen en even gemakkeljjk