Dinsdag 25
Januari 1910.
u
NO. 7768.
59e Jaargang,
AMERSFOORTSCHE COURANT.
UITGAVE:
Vei-schijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f\.
franco per post f 1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke. regel meer 10 cent. Bij regel-
firma a h van cleeff
te AMERSFOORT.
letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht t
evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de inoasseerkosten in rekening gebracht.
KORTEGRACHTA
KENNISGEVING.
De BURGEMEESTER van AMERSFOORT
brengt, ter voldoening aan de aanicbrijving
van den Commissaris der Koningin in de Pro
vincie Utrecht d.d. 18 Januari 1910, 4e afd.
no. 225/163, ter kennis van belanghebbenden,
dat in de Gemeente Loosdrecht een geval van
MI VUUR is voorgekomen.
Amersfoort, 21 Januari 1910.
De Burgemeester voornoemd,
WUIJTIERS.
Werkloosheid.
Binnenkort zal de Staatscommissie voor
de werkloosheid vragenlijsten verzenden voor
een uitvoerig onderzoek naar den omvang
en de oorzaken der werkloosheid in alle
bedrijfstakken over de laatste vijf jaren.
Die vragenlijsten zullen worden gericht
aan Kamers van Koophandel, de Kamers
van Arbeid, vereenigingen van werkgevers,
vakvereenigingen, algemeene werkliedenver-
aenigingen en verder aan alle vereenigingen,
commissies en comité's, die zich met werk
loosheid bezighouden of daarmee in aanra
king komen.
De commissie is er van overtuigd, dat dit
onderzoek slechts dan resultaat zal hebben,
wanneer zoowel werkgevers, arbeiders, als
belangstellenden hun steun verleenen ter ver
krijging van juiste kennnis der feitelijke toe
standen.
Om de goede invulling der vragenlijsten
te bevorderen, is bet bureau der commissie
versterkt met 8 adjunct-secretarissen, die
voor schriftelijke, maar ook voor mondelinge
inlichtingen ter beschikking staan.
Daar bet wel niet mogelijk is, allen te
bereiken, die in staat en bereid zijn om de
Staatscommissie voor te lichten, stelt zij bet
op prijs, dat ieder, die gegevens heeft doch
geen vragenlijst ontving, aan het bureau een
lyst aanvraagt.
Vooral geldt dit voor de vereenigingen,
commissies en comité's voor werkverschaf
fing of het verleenen van hulp bij werkloos
heid. Opgave der adresseu van de Besturen
aan het Bureau der Staatscommissie, Nieuwe
Uitleg no. 12 te's-GraveDbage, wordt gaarne
tegemoet gezien.
Staatspensioneering.
In opdracht van den Bond voor Slaats-
pensioneering hebben ds. D. A. van Krevelen
en de beer Fransch Netscher een reis gemaakt
naar Denemarken om zoodoende een deug
delijk rapport te kunnen samenstellen over
de Deenscbe wet op de ouderdomspensio-
neering.
De conclusies waartoe de heeren komen,
zyn in de volgende stellingen saamgevat:
a. een stelsel van Staatspeosioneering gelijk
het Deensche, met verdeeling der admini
stratieve en finaucieele lasten tusschen Rijk
en Gemeente, komt ons ook voor ons land
aanbevelenswaardig en uitvoerbaar voor
b. er zal echter een middel moeten worden
gevonden om te voorkomen, dat sommige
lemeenten binnen wier grenzen doorlocaln
omstandigheden veel pensioengerechtigden
mochten wonen (bijv. in industrieele centra
en in visschersplaatsen) onevenredig gedrukt
zouden worden
c. de leeftyd, waarop de pensioengerech
tigdheid ingaat, behoort 65 jaar te wezen.
Wanneer zich tegen dezen leeftijd in den
beginne te veel bezwaren verzetten, dan
dient als overgangsmaatregel in een hoogere
leeitijdsgrens te worden berust; en
d. de geiden tot dekking der onkosten
van zuik een Staatspensioen behooren, evenals
in Denemarken, gevonden te worden uit de
opbrengst van een tegelijkertijd en speciaal
voor dit doel in te stellen directe belasting,
welke geheven moet worden van het bezit.
Nachtarbeid in broodbakkeryen.
•Ter overdenking aangeboden" staat op
het schutblad van het 432 pagina's tellende
en met stateD, grafische overzichten, en
voorziene lijvige boekwerk, dat ten tite
beeft«Bedenkingen tegen het bij Kon
boodschap van 11 Mei 1909 aan de Tweede
Kamer in overweging aangeboden ODtwerp
van wet tot beperking van Zondagsarbeid
en nachtarbeiJ in broodbakkerijen (Bakkers
wet-Talma), door het Bakkers-comité" (Voor
zitter dr. J. Roeters en Lennep, Secretaris
mr. H. Blaupot ten Cate).
We laten bier volgen den inhoud der 17
hoofdstukken.
1. algemeen overzicht der 7 wetsont
werpen.
2. omvang van den Zondags- en den nacht
arbeid.
3. mortaliteit en morbiditeit volgens de
laatste beroepstelling (in 1899).
4. ethisehe bezwaren.
5. arbeidsduur.
6. het internaat.
7. oordeel van gezellen (11765), patroons
(11616), depothouders en bezorgers.
8. waarom een gedeelte der klein-industrie
is vóór afschaffing vaD nachtarbeid.
9. is uitbreiding van het aantal bakkerijen
wenschelijk.
10. slecht brood als gevolg van A.v.n.
11. duurder brood als gevolg van A.v.n.
12. de A.v.n. in de practijk.
13. is A.v.n. noodig.
14. gevolg dei A.v.n. voor kleine bakkerijen.
1">. oordeel der Ned. nijverheid over A.v.n.
16. een vergeten hoofdstuk in de Memorie
van toelichting (de practyk der A.v.n. in
Italië, Zwitserland en Noorwegen.)
17. de Wet op de Bakkersraden.
Men ziet het, een hoogst belangrijk werk,
dat goed is gedocumenteerd.
Wie het uil eenigen hoofde niet toege
zonden krijgt en er belang in stelt, kan het
eenigen tijd van ons ter leen ontvangen.
Nogmaals de A. N. W. B.
De «Kampioen", het orgaan van den A.
N. W. B. is aan het cijferen geweest om
eens de verhouding te weten van het aan-
tül bondsleden per 101) inwoners en per 100
wielrijders (en andere toeristen, loden van
deu Bond) en komt t >t dit leerrijk resultaat,
PROVINCIËN.
11
lï
£§8
aJ
'H =72,
:p
73 JS
es _a> oj
2-
2 d
- j?
c a
ee
<|8
73
«c
c-T-
Noord-Brabant
0.28
5.2
94.8
Gelderland
0.52
6.8
93.2
Zuid-Holland
0.56
11.5
88.5
Noord-Holland
0.75
13.9
86.1
Zeeland
0.40
4.0
96.0
Utrecht
0.73
9.7
91.3
Friesland
0.31
3.3
96.7
Overijssel
0.33
4.3
95.7
Groningen
0.45
3.9
96.1
Drente
0.27
2.8
97.2
Limburg
0.17
3.5
96.5
Het Rijk
0.50
7.5
92.5
Het blad voegt daaraan toe:
Dat 92.5 pCt. van de Nederlandsche wiel
rijders profiteeren van onze wielerpaden,
onze wegwijzers onze waarschuwingsborden,
enz., zonder iets bij te dragen aan de plaatsing
en bet ondorhoud van deze instellingen van
algemeen nut, geeft ons de overtuiging, dat
met de onmisbare medewerking van de leden
een vrij belangrijk percentage wielrijders
tot ons te brengen is.
Drente, Friesland, Limburg, Groningen,
Zeeland, Overysel, Noord-Brabant en Gelder
land moesten minstens gelijk staan met het
percentage van Utrecht in de voorlaatste
kolommet de mooie cijfers van Noord- en
Zuid-Holland* voor oogen, is de bereiking van
9.7 pCt. geen onmogelijkheid.
Rekenen we nu verder mede de vele per
sonen, die van den Bond profiteeren ook
zonder dat zij van een rijwiel gebruik maken
(we denken aan de wandelaars, automobi
listen, ruiters, motorbootvaarders, enz.), en
voor wie de contributie-betaling geen ernstig
bezwaar kan opleveren, dan is de bereiking
van een éentje gevolgd door vijf nullen geen
hersenschim mits ieder lid in zyn kring
ijvert voor de bevordering van het toerisme,
een streven dat opgevat als door den
A. N. W. B. ontegenzeglijk het algemeen
ten goede komt.
Het jongste nummer van het Bondsor
gaan bevat de volgende uitnood iging:
Reeds meermalen hebben we er op gewe
zen, hoe tegenwoordig lal van mooie punten
iu stad en land bedorven worden door de
ergerlijke wyze, waarop men overal recla
meborden aaubrengt, zich in 't minst niet
bekommerend om de ontsiering, die hier
door wordt veroorzaakt.
Het ligt zeker op den weg van den Toe
ristenbond voor Nederland, dit euvel zooveel
mogelijk te bestrijden.
Ten einde daartoe materiaal te verzamelen,
doen wij een beroep op de medewerking
van onze lezers, in de eerste plaats op die
van amateur-fotografen.
Wij verzoeken bun, kiekjes vaD aldus ont
sierde punten (desuood1: ook prentbriefkaar
ten) op te zenden aan den Secretaris der
Redactie-commissie, te Baarn.
Eenige van de meest sprekende foto's zul
len wij waarscbyulyk in bet Bondsorgaan
reproduceeren.
Tot beden heeft dit verzoek héél, héél
weinig uitwerking gehad.
Moge deze herhaling ertoe bijdragen, dat
wy over eenige weken de ontvaDgst eener
g r o o t e collectie foto's kunnen mededeelen.
Een goede huisvrouw.
Er is een spreekwoord, dat zegt: „Een
vrouw kan meer in haar voorschoot het huis
uitdragen dan een man er met. vier paarden
kan inbrengen".
Ook in onze middenstandskringen mag
men wel eeDS aan dat spreekwoord herin
neren.
Want het middenstandsvraagstuk is voor
een groot deel een vrouwenvraagstuk.
In middenstandsbedrijven, waar geen goede
bezem keert, waar moeder de vrouw er
maar op los leeft, kan geen welstand heer-
schen, óok al gaan overigens de zaken nög
zoo goed vooruit.
En van den anderen kant heeft de onder
vinding geleerd, dat menig middenstandsbe-
d rij f, dat er vroeger bard mede te sukkelen
had, er weer geheel bovenop kwam, dank
zij ie energie en de y ver eener flinke vrouw.
Ik ken een bakker, wiens zaak beelemaal
verloopen was omdat zijn overleden vrouw
familie was van het huishouden van Ja
Steen. Wat de man verdiende, had zy dub
bel en dwars opgemaakt, 't Was oen zooge
naamd „vlot huis"; ook voor 't personeel.
Een gelukkig toeval bracht onzen bakker
eenigen tijd na 't overlijden zijner eerste
vrouw, met een andere vrouw in aanraking.
Met een menscb, zonder een duit geld
en zelfs (naar men zeide) met iemand ver
beneden des bakkers stand.
Onze bakker hertrouwde.
Hij kreeg een flinke vrouw.
En nu is bij drie jaar met die vrouw
getrouwd. Zijn zaak bloeit, zijn onderband-
sche schulden beeft bij betaald, en bij is
reeds druk bezig een hypotheek van f6000,
die op huis en bakkerij staat, af te lossen.
Wanneer de man geen tegenspoed krijgt,
heeft hij over vijf jaar alles vrij.
Dat is het werk eener degelijke vrouw!
Ja, op zulk een vrouw is van toepassing
het, mooie gedichtje van Duitschland's groot
sten dichter Schiller
•Eert de vrouwen, zij vlechten en weven
Hemelsche rozen in 't aardsche leven''.
Een goede middenstandsvrouw moet op
de eerste plaats zijn huisvrouw. Huis
vrouw en huismoeder.
Deze woorden sluiten vanzelf in, dat zij
op de eerste plaats moet zyn zedelijk, en
dat zij baar kinderen zedelyk moet opvoe
den.
Daarnaast moet zij huiselijk zijn.
In de keuken moet zij zelf flink mede
kunnen aanpakken. Zij moet daar haar vak
kennen. Eerst dau kan zij op baar personeel
gebieden. Dan zal bet personeel ook eerbied
voor haar hebben en gaarne naar baar raad
luisteren.
In den zelfden geest moet zij haar doch
ters opvoeden.
De dochters moeten niet alles aan de
dienstmeid overlaten. Moeder moet er voor
zorgen, dat ook zij mede aanpakken.
Het zelfde goede voorbeeld moet de vrouw
van den middenstander geven in haar
kleeding.
Tegenwoordig kleeden de menschen zich
zon graig boven hun stand.
Schertsend zegt professor Lemaire „Vroe
ger meende men nog auilere dingenzoo
byvoorbeeld, dat er schoon gekleede gravin
nen waren, schoon gekleede burgervrouwen
en schoon gekleede boerinnen. Nu zijn er
niets meer dan gravinnen, scboone en leelijke.
Elkeen wil schijnen wat zij niet is en om
ééns per week op straat of in de kerk de
oogen op zich te kunnen trekkeD, lijdt men
gaarne acht dagen gebrek".
Inderdaad zoo is bet dikwijls.
Nu willen wij hiermede volstrekt niet
zeggen, dal wij onder alle omstandigheden
deze mooie kleederdracht afkeuren. Wie het
werkelyk kan doen, kleede zich ook
deftig. Wij gunnen een vrouw gaarne een
mooi kleed, eeu lieven hoed, een warmen
pels.
Wij vinden 't aardig, als de jonge doch
ters zich chic en netjes kleeden. Dat geeft
nog zeker décor aan het zwakke geslacht.
Maar nog eens: in alies den gulden mid
denweg.
En een werkelijk goede huisvrouw zal
ook hier de voeten niet verder steken dan
de deken reikt.
Zij zal, ook in de kleeding barer dochters,
deze steeds wijzen op 't oude Hollandsche
spreekwoord: Meisje, „Zet de tering naar
de nering. Of uw nering krijgt de tering".
Aldus het Weekblad" voor den handeldry-
venden middenstand", die dit met een kleine
wyziging overnam uit den »R. K. Midden
stander".
Sprekende cijfers.
Laitinen heeft, ten einde den invloed te
leeren kennen, dien alkohol uitoefent op het
lichaam van den gebruiker, op het onderzoek,
door hem by dieren verricht, gelijksoortige
onderzoekingen laten volgen bij menschen.
Blijkens mededeelingen, gepubliceeid in de
•Annales academiae scientiarum Fji mcae"
heeft bij ook dien weg bewandeld 3jj zyn