Dinsdag 1
Februari
1910.
BLOOKERS
No 7771.
59e Jaargang
UITGAVE:
FIRMA A H VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden ƒ1.
franco per post ƒ4.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10cent. Bij regel-
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, oflicieële- en onteigeninga-
advertentiën per regel 15 cent. Reclames 1—5 regels 1.25 elke regel meer 0.25. Groote
letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naai- buiten worden in rekening gebracht en kosten
evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bii advertentiën van buiten de stad worden de inrasseerkost.sn in rekening gebracht.
BUREAU:
KORTEGRACHT
KENNISGEVING.
De GEDEPUTEERDE STATEN der Provincie
UTRECHT,
Voorzieningen willende nemen tot het doen
opmaken der Lijst van de hoogpt aangeelagenen
in 'a Rijks directe belastingen ter benoeming
van leden voor da Eerste Kamer der Siaten-
Generaal
Gelet op de 2de alinea van art. 102 der Wet
van 7 September 1896 (Staatsblad no. 154),
ragelende het kiearecnt, enz., zooals die wet is
gewijzigd bij de Wetten van 31 December 1897
(Staatsblad no. 309) en 8 December 1900 (Staats
blad no. 208);
Noodigen de ii woners van dit gewest uit om,
bijaldien zij eldsis dan in deze Provincie in
's Rijks directe belastingen sijn aangeslagen,
daarvan vóór den löden Maart 1910 aan hun
College te doen blijken.
Utrecht, 24 Januari 1910.
De Gedeputeerde Staten
voornoemd,
F. D. SCHIMMELPENNINCK,
Voorzitter,
L. J. RIETBERG, Griffier.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
Gemeente AMERSFOORT
brengen ter algemeene keunis, dat de inge
volge art. 17 van het Koninklijk Besluit van
16 December 1902 (Staatsblad no. 222) opge
maakte alphabetische lijst, bevattende de na
men der in deze Gemeente metterwoon geves
tigde eigenaars of beheerders van éen of meer
ter vordering aan te bieden paarden, gedurende
de maand Februari voor een ieder op ds Secre
tarie dezer Gemeente, kamer no. 3, ter inzage
is nedergelegd.
Amersfoort, 31 Januari 1910.
Burgemeester en Wethouders
van Amersfoort,
De Burgemeester,
WUIJTIERS.
De Secretaris,
J. G. STENFERT KROE8E.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS de
Gemeente AMERSFOORT,
Gelet cp artikel 37 der Drankwet
Brengen ter openbare kennis:
1. dat bij hen is ingediend een verzoekschrift
om verlof tot verkoop van alcoholhoudenden
drank, anderen dan sterkedrank, voor gebruik
ter plaatse van verkoop, door JAN KAMSTEEG
in de achter benedenzaal van het perceel Havik
no. 20 alhier;
2. dat binnen twee weken na deze bekend
making ieder tegen het verleenen van het verlof
schriftelijk bezwaren bij Burgemeester en Wet
houders kan inbrengen.
Amersfoort, 1 Februari 1910.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
De Burgemeester,
WUIJTIERS.
De Secretaris,
J G. STENFERT KROESE.
Een ernstig woord.
De Handels-vereeniging „Rotterdam"
viert heden haar 1272-jarig bestaan en
heeft in verband daarmee een Gedenk
boek saamgesteld, dat voor belangstel
tenden betzij in den boekhandel, hetzij
bij de Ned. Kiosken-maatschappij te Rot
terdam verkrijgbaar is. Er wordt iu mee
gedeeld wat de vereeniging heeft verricht
voor den Middenstand in de tweede koop
stad des Rijks en middellijk voor de
middenstandsbeweging in geheel Neder
land.
Zij kwamen op de goede gedachte, van
een aantal gezaghebbende mannen de
meening te vragen hoe zij denken over
den middenstand. Hun antwoorden zijn
mee opgenomen in het Gedenkboek.
Dr. A. Kuyper herinnerde aan hetgeen
hy zeide op het eerste Middenstands
congres en dat hierop neerkomtde
Middenstand stelle zijn hoop niet te veel
op de Regeering, verwachte niet alles
van wettelijke maatregelen, doch steke
zelf de handen uit de mouwen.
De huidige Burgemeester van Rotter
dam, mr. A. R. Zimmerman, zond een
breedvoerig antwoord en schreef óok
De middenstand zoeke het niet te veel
bij Regeeringshulp, bij Staats-commissies
en bij wettelijke bepalingen. Hij vervolgt
Hoe ik uw zaak ook wend of keer, ik
zie geen instelling of maatregel, waar
door de Staat of de Gemeente uw belan
gen, als speciale middenstandsbelangen
opgevat, zou kunnen behartigenwaar
mede natuurlijk niet gezegd is, dat de
werkzaamheid van de overheid U on
verschillig moet laten, maar slechts, dat
zij niet in het bijzonder op uw klasse
gericht kan zyn.
Kan ik dan ook in dit opzicht niet
deelen hetgeen zoo vaak al3 uiting van i
uw streven aan den dag trader is nbg
een puut, waarop dat streven niet met
mijn inzichten samenloopt. Meermalen
toch meende ik op te merken, dat de
middenstandsbeweging, of althans het
verlangen van meerderen die er aan deel
nemen, vjjandig staat tegenover het
grootbedrijf, de concentratie 'ier winkel
ondernemingen. Ook dat gevoelen is niet
het mjjne.
De middenstandsbeweging zal vooral
dkn nuttig werk doen, indien zij gaat
in de richting van concentratie van ge
lijksoortige ondernemingen, en indien ze,
zoolang die concentratie nog niet moge.
lijk is, streeft naar onderlinge afspraken,
welke de voordeelen van het warenhuis-
systeem aan afzonderlijke ondernemingen
ten goede doen komen.
Ten aanzien van inkoop, van admini
stratie en reclame zouden reeds nu in
die richting resultaten te bereiken zijn
en vooral ware dit mogelijk wat betreft
het meest kenmerkend onderscheid tus-
schen het groote „koophuis" en den win
kel ik bedoel
contante betaling.
Een erger vjjand dan het credietgeven
heeft de middenstand niet, omdat dit
hem dwingt, aan allen te hooge prijzen
te vragen, d.w.z. prijzen waardoor èn de
kassiersrente èn de kwade posten worden
goedgemaakt. Het op rekening schrijven
brengt in al uw bedrijven een onreëel
element, verhindert een juist overzicht
over de uitkomsten, maakt den midden
stand afhankelijk en houdt de uitbrei
ding van zaken tegen.
Hier ligt het groote verderf, te grooter
naarmate naast de winkels inrichtingen
verrijzen, welke contante betaling eiscben,
dientengevolge hun kapitaal herhaalde
lijk kunnen omzetten en dus hun prijzen
met een kleiner bedrag voor rente en
schade behoeven te belasten.
Het is mij altijd een raadsel geweest
waarom uw beweging haar aaneenslui
ting niet vóór alles aan het verkrijgen
van coutante betaliug heeft dieustbaar
gemaakt en hoe men maar steeds bevan
gen blijft in het denkbeeld, dat groote
rekeningen klanten „binden". Kan op
een zóo onwerkelijken grondslag een
groote economische klasse zich hand
haven 1
Meer dan tentoonstellingen, congressen
Staatscommissies en requesten zou een
krachtig, gemeenschappelijk optreden tot
afschaffing van het crediet aan klanten,
den middenstand tot zegen zijn. Oók wat
zijn maatschappelijke positie betreft.
Want het zou aan de onafhankelijkheid
van den winkelier ten goede komen,
indien hij tot zgu clientèle stond in
4
MEN MOGE U NAMAAK
OPDRINCEu,
HOUDT VAST A*N
DAALDERS
CACAO;
CE WEET DAT DIE
UITSTEKEND IS.
een zuivere verhouding van zakendoen.
Er is veel meer in het Gedenkboek,
dat ernstige overweging meer dan waard
is.
Met de bovenstaande aanhaling meeuen
we reeds te kunnen volstaan om er de
aandacht op te vestigen óok van niet-
leden van middenstands-vereenigingen,
wier Besturen het Gedenkboek tea ge
schenke ontvangen en er stof in vinden
om den geheelen winter nog in hun
vereenigingen te
Kapitaal en rente.
Neen, ilc zal u met raden uw geld teste
ken in Amenkaansche spoorweg- of andere
waardenhier zul niet een» gesproken wor
den van het kapitaal, zoo moeilijk verdiend
iu Nedlaud, dat zoo gemakkelijk verloreu
wordt iu de Vereenigde Staten, zonder dat
zij, die het verliezen, eenig recht kunnen
doen gelden op de meewarigheid hunner
medeburgers.
Ik weet uiet of wij Nederlauders adminis
tratief talent bezitten. Vroeger dacht ik dit
steedsmaar hoe dit gunstig oordeel te hand-
haveu on toch rekening te houden met de
dobb -Izucht van zoovele landgeuooteu Maar
hetzij goede ilau wel slechte adminstrateurs
van hun stoffelijk goed, vele onzer verwaar-
loozen hun geestelijk, onaantastbaar kapitaal,
en wel verre vau er reuta van te trekken, ver
geten zij het' te genieten. Ongetwijld, niet
enkel in ons landbet is algemeen-meusche-
lijk, het goede dat wij bezitten te vergeten
en mei hongerige oogen en onvoldaan hart
uit te staren naar het onverkregeu goed of
naar 's buurmaus bezit.
Denk niet, dat ik de stemvork wil doen
klinken voor een gezamenlijk aan te heffen
loflied op de Tevredenheid. Zij is goed, voor
zoover zij meesukkeitmaar een verstan
dige ontevredenheid Ijjkt mij ijveriger, be-
zielender, rijker, ec daarom: Leve de Onte
vredenheid, kiem vin allen vooruitgang!
Doch op verstandige wijze ontevre
den te zjjn met het bereikte, is iets; en iets
geheel uuders is liet, geen oog te hebbeu
voor het geluk dat ous deel is, voor het
goede dat wij beeiuea. Zeker, voor vele
menschen is het leven zeer jammerlijk en
ieder onzer ontvangt op zijn beurt een stoot,
een stomp, een wond, die ham lang heugt.
E; zijn oogenblikken in het leven, waarin
men denkt, dat het aan onze ziel kuagend
verdriet geeu scherper tanden hebben kan.
Hoe gelukkig, dat het zoo is. Hoeveel
armer zou ons leven zijn, hoe laf van smaak
iu den mond, hoe kleurloos voor onze oogen,
hoe eentonig voor ouze ooreu, hoe klam
voor ons gevoel, hoe duf voor ouzeu reuk,
indien het geheel zonder trauen kon geleefd
worden.
Die nooit zjjn brood met tranen beeft gegeten,
Die nooit in elupslooze nachten.
Wanhopend in zijn bed heeft opgezeten,
Kent niet den trooat der goddelijke machten.
Welbeschouwd is er geluk ook in onge
luk, en dit is hetgeen hier wordt bedoeld
met het kapitaal, dat wij rentegevend moe
ten maken.
Gemakkelijk is dit niet, vooral niet voor
jonge menscben. Het is zooveel vei lokkender,
zich geheel over te geven aan het gevoel
van teleurstelling, aan het duorwoelen van
ons verlies, aan bet grievend Jdenken hoe
het geweest is, hoe het had kunnen zijr,
indien
Ja, dat «indien" schuift zich soms onver
wacht in ons leven en geeft het een geheel
andere richting, die soms een werkelijk
betere is, ofschoon wij er op het oogen blik
geeu tranen geooeg voor hebben om het
sitidien'* weg le wisschen. Het verdriet zelf
is bitter, maar het heeft een gevaarlyk-
bedwelmeude zoete kern. Sommige „gevoelige
zielen" blijven er op zuigen als ware het een
jujubesje; o. die ontroostbare weduwen,
altijd in traDen wegsmelten als tr bezoek
isach, die bleeke jonge meisjes, wier bark
dreigt te breken over do ontrouw van den
geliefde, als anderen om baar heen scbik
Hebben; kassian, die bedrogen uitkomende
speculanten, die zooveel verloren hebben in
Arkansas-Texas", of welk ander afonds"
dan ook, doch die niets doen om er zich en
hun gezin weer bovenop te helpen! Wie
zal hard genoeg zijn om deze tranen en
klachten licht te achtenmaar wie zal er
niet l ij denken, dat ook in bet verdriet
bescheidenheid goed staal? „De lijd snelt
voort", zou men dien ougelukkigen willen
zeggen, «treurt niet te lang en vioral niet
to luid".
Gelukkig kan niemand «verslaafd" raken
aan verdriet: onze natuur verzet er zich
tegen. Zij eischt levensblijheid, levensgenot,
en zjj schept het zich, waar bet haar niet wordt
geboden. Zóo zwaar is uiet ons verdriet, of
de tijd filtert het uit ons leven weg, te
eerder naarmate het zwaarder op onze ziel
drukte. Over de zwaarste teleurstelling komen
wij heeuhet verlies, dat wij in 't eer6t
meenden niet te kunnen overleveo, laten
wij achter, «n veel spoediger dan wij den
ken komt het oogenblik, waarop wjj omzien
en ons zelfs verbazeu over den afstand. Zeker,
er zijn ongelukkigen voor wie dit niet geldt
zij sterveu door geleden teleurstelling of
verlies; zoo niet: laat dan de tijd maar zor
gen. De toekomst bezit voor ben nog een
glimlacb, een lied, levensblijbei I, levensgenot.
Geen schooner harmonie dan de harmonie
des levens; nergens meer volkomen even
wicht. Zooals de dag staat naast den nacht,
staat hetgeen wij levensgeluk achten, maar
het misschien niet is, naast hot ongeluk, dat
ook wellicht een anderen naam verdient. Een
Fransch dichter heeft de Smart ons aller
leesmeesteres genoemd. Zoo zij het. Maar
wat leert de Smart ons, zoo niet levens
vreugde Leert de nacht ous niet met bljjd-
schap den dageraad begroeten
Dit nu is het kapitaal, dat door de mees
ten onzer wordt verwaarloosd. Het heeft
met de 'heilige ontevredenheid, welke ons
aanspoort te streven naar het betere van
hetgeen wij bezitten, niets te maken, dat wij
voor bet goede in ons leven geen oog, of
liever geen hart hebben. Jonge menscben
mogen in hun jeugdige zelfzucht wanen, dat
het leven hun al het denkbare geluk schul
dig is, en zich-zeli iu staat achten om het
alles te genieten en wat moeilijker is
te waardeeren. Daarvoor zijn zij jong, dat is
zij weten niet wat het is te leveu. Maar hel,
past den volwassene, anderen een deel van
bet levensgeluk te laten zonder er met
schele oogen naar te zienhet voegt hem
na te gaan wit hij bezit.
Zooals een eerlijk koopman tenminste éen
maal per jaar zyn balans opmaakt, zoo past
het ieder, uu en .1an het debet en het cre
dit ua te gaan van zijn uutastbaar goed;
want vroeg of iaat dreigt een bankroet hem,
1 die dit nalaat. Trouwens, voor velen is de