BLOOKER'S
CACAO;
.,Dk
Maison HARTEL,
KOOP,
BUSSEN
DAALDERS
Stoomwasscherij W. G. BURGER,
Feuilleton.
KORTEGRACHT 21, AMERSFOORT.
Bericht de volledige keuze in zeer gehleede
COSTUMES, MANTELCOSTÜMES, BLOUSES,
BOKKEN, JUPONS en PEIGNOIRS.STOFFEN
en GABNEERING.
in plaats van losse cacao of poederchocolade,
gij betaalt minder
en krijgt betere kwaliteit.
vierkante bussen van 1 ons. 18 CtS.
'/a pond. 42'/a
pond. 80
2 pond. 150
Van der ZOO de JONG Van OPHOVEN
Amersfoort. W. stsillu.'l 43. Telefoon 9il
Openen handelscredieten aan handelarer
en indnstrieelen tegen borgstelling, crediet-
hypothcek of andere zekerheid.
amekikaansch systeem.
Wassehen geheel opgemaakt of droog toegeslagen
GOEDE BEHANDELING. BILUJKE ™»-
06 goederen worden te Amersfoort 's Woensdags franco gebaald en gebracht.
PROSPECTUS wordt op aanvrage franco toegezonden.
ZOMERDIENSTREGELING 1910
(AMSTERDAMSCHE TIJD.)
SPOORTREINEN.
Aank. uit de richtingen
TRAMDIENSTEN.
10.49
10.56
11.31 tl
11.40
11.05
11.13
11.38
11.50
6.05f
6.18
6.58
7.29
7.50
9.—
9.39
10.17
11.25
1.03
10.03
10.29
1.23[
10.02
10.08
Station
Kampstraat
Station
vertrek
Remise
Ham l<e.
.ank.
6.46*
6.50*
6.56*
7.07*
7.51z
7.58z
7.45
7.56
8.04
8.15
7.58z
8.09 z
8.20z
8.31 z
8.16
8.26
8.40
8.51
8.55 z
9.06z
9.14z
9.24z
9.02
9.13
9.28
9.39
9.25 z
9.35 z
9.682
10.08 z
9.55
10.06
10.11
10.22
I0.()8z
10.18 z
10.37
10.48
10.25z
10.36z
10.53 z
11.042
10.50
11.01
11.12
11.23
11.092
11.202
11.28
11.39
11.252
11.36z
11.46z
11.57z
11.40
11.47
I2.10z
12.21 z
12.30z
12.41 z
12.461
12.57 z
1.061
1.162
1.192
1.30 z
1.812
1.42 z
1.46 z
1.57 z
2.06 z
2.17 z
2.27 z
2.38z
2.43 z
2.54 z
3.07
3.14
3.—
3.11z
3.17z
3.27 z
3.14
3.25
3.30
3.41
8.272
3.3Sz
3.56
4.06
3.53z
4.03z
4.09 z
4.202
4.06
4.17
4.23
4.34
4.20
4.31 z
4.51
5.02 z
4.48
4.59
5.09
5.20
5.05z
5.16 z
5.24z
5.35 z
5.21
5.32
5.46
5.56
5.43z
5.54 z
6.01 z
6.11 z
5.56
6.06
6.14
6.24
G.llz
6.22z
6.27z
6.38 z
6.24
6.35
6.56z
706 z
7.06z
7.16z
7.26
7.35 z
7.11
7.22
7.88
7.48
7.35z
7.45z
7.55z
8.067
7.48
7.55
8.16z
8.27z
8.33
8.44 z
8.48z
8.59 z
9.07z
9.18z
9.26z
9.37 z
9.43z
9.53 z
9.56z
10.06 z
10.20z
10.31 z
10.31z
10.38z
SPOORTREINEN.
Vertrek in de richtingen
ütr. i
5.40
7.17
7.55
8.19
8.3U
9.19
9.40
1.25[
1.34
Am»t.
6.42
7.15
7.88t
7.57
8.08
8.22
Nljk.
5.30
6.57
8.10
Apeld.
7.03
8.24
Kaal
7.—
8.25
9.21
9.40
10.16
9.22
10.-
9.17
9.12
10.43
10.53
11.16
11.45
12.29
11.42t|
11.49
11.46
11.52
1.06
1.05
1.04
1.40
216
2.19
2.47
3.30
3.15
4.20
4.25
4.48
4.22
4.10
5.25
6.—
6.3C
6.10
5.42
6.20
7.26
7.34
7.40
7.55
8.33
9.07
9.21
9.26
9.44
9.44
9.03
10.13
10.41
10.23
10-26
10.22
9.05
9.34
10.13
11.23
12.14
t Deze treinen loopen niet op Zon- en Feestdagen. Deze treinen loopen slechts van 15 Juli tot
15 September. Deze trein loopt slechts van 1 Mei tot 14 Juli en na 15 September. Deze tramdienst
vertrekt des Vrijdags (markt te Amersfoort) te 6.40 van de Remise en te 0.56 van het Station, op andere
dagen te 7.38 van de Remise naar de Kampstraat Op Zon- en Feestdagen is de dienst beperkt en
rijden slechts de tramdiensten met zaangeduid; des morgens nog te 10.17, en 11.16, en des avonds nog
te 3.43, 10.28en 11.28 vaa het Station; des avonds nog te 6.40 van de Kampslraat naar het Station. l ij
vertraging in de aankomst der treinen zuilen de betreffende trams aan het Station wai nten, zoolang als de
verdere dienst dit toelaat. De trams zijn by de voormalige l)trechtschepoort ongeveer 4 minuten
vóór aankomst aan, of nè vertrek van het Station.
DODO.
6.)
Friedel en Kberhard fluisterden met elkaar.
Toen kwam de oudste plotseling bij de tafel,
die in het midden van het vertrek stond, nam
een stoel, ging naast zijn vader zitten en zei
„Wij moeten er töch eens over praten, beste
papa. Ik was naartuurlijk bij oom om de pa
pieren te zoeken voor de formaliteiten bij
de begrafenis. En later was ik ook bij den no
taris. Nu, oom heeft geen testament nagelaten."
„Maar EberhardDe vader hief afwerend
de hand omhoog. „Laat dat nu". En ook moe
der oordeelde„Zoo vlak na de begrafenis".
„Ik zie werkelijk niet in, waarom wij er niét
over zouden spreken," ging Eberhard voort.
„Dat zijn dingen, die toch eenmaal moeten ge
beuren, en aan onze liefde voor oom Reinharddoet
het geen afbreuk, als wij er over praten. Niet
waar, Friedel Na dan, ik was bn den notaris.
Oom heeft een paar malen met hem over zijn
testament gesproken, maar toen het er op aan
kwam, schynt hij er een afkeer, een bepaalde
vrees voor gebad te hebben. Er is zoo'n bijge
loof maak je je testament, dan ga je gauw
dood. De notaris vertelde mij, dat oom had go
sproken over een groot legaat aan zijn vader
stad. Grappig, terwijl hij toch altijd zoo gespot
had met de bekrompen luidjes".
„Ja, maar oom hield toch bijzonder van zyn
geboortestad," bracht de majoor hiertegen in.
Hij zei het op ietwat gedrukten toon. Nog geen
minuut na Reinhard's dood bad hem de her
innering verlaten aan het laatste kwartier by
het sterfbed, aan bet worstelend zoeken van
den zieke naar een paar woorden, aan de pijn
lijke uitdrukking op zyn gelaat. Dit alles drukte
hem als een zware las'.
„Het kan zijn, papa, maar wij hebben alleen
met de feiten te rekenen; wij zijn universeele
erfgenamen. Pardon, mama, u natuurlijk! Het
zal wel een aardig sommetje aan sucessie-rech-
ten kosten, maar nu, waarom zou ik het
niet ronduit zeggen, de notaris meende, dat oom
nog veel rijker was dan men dacht. Iets zekers
kon hij natuurlijk niet zeggen, maar hij dacht
toch wel zoo van een zes of acht millioen mark."
Er was eensklaps diepe stilte in het vertrek.
Bijna plechtig stierf de klank van Eberhard's
laatBte woorden weg. In de eerste oogenblikken
hadden zij een verlammenden invloed. Vooral
de ouders konden de grootte der som, die de
zoon had genoemd, zich niet goed voorstellen.
Voor hen was die soui voorloopig slechts een
ledige klank, waarachter toch voor hen iets
reusachtigs verborgen lag, iets beangstigends.
Ida had de handen onwillekeurig in haar
schoot gevouwen. „Lieve hemel", dacht zij, „nu
komt er dan toch een eind aan het kromliggen
en uitzuinigen. Dat ik dat nog eens beleven
mag, aa al die ontberingen; dat ik nu voor de
rest van mijn leven nog wat jaren zonder zorgen
zal hebben!'
Gudareza had het hoofd ver voorover op zijn
borst laten zinken. De beide oogen had hij
gesloten. Zijn gedachten gingen terug: „Als je
maar een klein deel vaa die jnillioenen haat
gehad toen je trouwde, wat zou je carrière dan
anders geloopen zijn. Je badt bij de garde
kunnen blijven en deftig kunnen leven. En dan
zou er niet van je gerapporteerd zijn, dat je
rijden veel te wenschen liet. Och, als je geld
hebt, dan is er voor ieder ruiter een geschikt
paard te vinden."
En dan vlogen zijn gedachten de toekomst
in, en het lichte beeld van Signe stond plotseling
voor hemnu lag ook, eensklaps, voor haar
het leven wijd en heerlijk open. Zij behoefde
maar toe te grijpen, en alles wat zij zich ge
droomd, wat zij gehoopt, waarnaar zij gesmacht
had, was nu voor haar bereikbaar.
Slechts aan haar, aan zijn lieveling en tevens
het kind zijner smaiten, dacht hij in dit
oogenblik. Hij was ook wel blij voor die anderen
daar zeker, óok voor Ida, maar dat kwam
§as op de tweede plaats. Ver vooraan stond
igns. En merkwaardig genoeg mengde zich
onder dat gevoel zekere atille bitterheid.
Het eerste woord, dat hij liet hooren, gaf
daarvan uiting„Als oom Reinhaid z;o rijk
was, had hij Signe's wensch ook wel kunnen
inwilligen."
„Zeker", stemde Friedel toe. „Die paar duizend
zouden er voor Item niet op zijn aan gekomen.
Ik wil geen kwaad vin den goeden ouwen man
zeggen en zal de laatste zijn om het te doen,
maar een beetje gierig was hij toch. Anders
had hij trouwens zijn millioenen niet zoo bij
elkaar kunnen scharrelen."
Dodo had tot dusver met het gelaat naar het
venster gestaan. Op haar hadden de mededee-
lingen van haar broer eigenlijk het minst indruk
gemaakt kind als zij was. Even, vluchtig ha
zij gedacht„nu zal mama gelukkig niet mee
eiken cent driemaal hoeven om te draaien, en
papa, met zijn twee dozijn potjes, hoeft ook niet
meer zoo angétig te rekenen." Maar nu keerde
zij zich eensklaps om, rood van ergernis, en riep
tegen Friedel „Foei, hoe gemeen, foei,
foei I"
Het was zóo oprecht gemeend, zóo de uiting
van de meest echte, eerlijke verontwaardiging.
Met gebalde vuisten stond zij. Maar op de an
deren maakte het slechts een komieken indruk.
Friedel lachte haar in het gezicht uit; Eberhard
haalde glimlachend de schouders op; vader
schudde het hoofd en zei„Dodo, scnaam je.
Hoe kan je nu zoo heftig worden? Je maakt je
belachelijk."
„Maar het was ook afschuwelijk wat Friedel
zeihet was afschuwelijkhy moest zich scha
men 1"
„Houd nu op, Dodo 1 Ik wil niets meer hoo
ren", besliste de vader. „Dat ontbrak er nog
maar aan, dat jullie hier, een uur na de begra
fenis, ruzie kreeg." Ea toen wendde hy zich tot
zijn oudste: „Is de notaris werkelijk zoo goed
op de hoogte
»öij gaal algemeen door voor buitengewoon
nauwgezet en zeer voorzichtig in zijn uitlatingen,
papameer kan ik ook niet zeggen."
De moeder had tot dusver heel stil in het
hoekje van de sofa gezeten. Nu richtte zij zich
voor de eerste maal een beetje omhoog. Een
plotselinge angst had zich van haammeester ge
maakt, waaraan zij nu uiting moeBt geven „Toe,
jullie moest mij het pleizierdoen jij, papaa
tje, en jullie, kinderen zet je die dingen nu
niet te vast in je hoofd. Het komt altijd anders
uit dan je denkt en hoopt. Het is nog best mo
gelijk, dat er een testament wordt gevonden.
Ei geloof mij, de som die Eberhard noemde,
zal bepaald fantasie blyken. Zóo ryk kan oom
niet geweest zijn want anders zou hy zeer zeker
meer vcor als allen gedaan hebben."
De woordei werkten ontnuchterend. Tenmin
ste voor een korte poos. Eberhard schudde wel
het hoofd, maar ditmnl kwam hy niet recht
streeks er tegen op. De majoor zat een poosje
stil, trok langzaam de papieren manchetten uit
de mouwen van zijn jus te voorschijn en draaide
aan zijn manchet-knoopen. Toen zei hij ein-
delyk: „Jullie zult zien, dat mama, zooals altijd,
gelijk heeft; ei kan nog een testament gevon
den worden. En dat is ook waar als oom zoo
rijk was geweest, dan zou hij onverantwoorde
lijk hebben gehandeld, als hy ons zoo lang in
de misère had gelaten."
(Wordt vervolgd.)
Snelpersdruk, Firma A. H. v>n (LIIIF, te Amcitfcori.