Dinsdag 10 Mei 1910. No. 7812. 59e Jaargang. FIRMA A H VAN CLEEFF AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden franco per post f 1.15! Advertentiën 16 regels 60 centelke regel meer 10 cent. Bij regel- abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieëie- en onteigenings- advertentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels ƒ1.25, elke regel meer f 0.25. Groote lettere naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten «orden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incisseerkosten in rekening gebracht. KORTEGRACHT S Lbus 9. Telefoon 19. KENNISGEVINGEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT brengen ter kennis van belanghebbenden, dat ingevolge de Wet van 8 November 1815 (Staats blad no. 51) alle vorderingen ten laste van het Rijk over het jaar 3909 vóór den 1 Juli e.k. moeten worden ingediend bjj de autoriteiten, door wie de bevelen tot het do m van leveran- tiën zijn gegevenen dat de belanghebbenden, die hiertoe van de tussehenkomst van het Ge meentebestuur wenschen gebruik te maken, hunne declaratiën vóór den 30 Juni a. s. ter Secretarie behooren in te leveren. Amersfoort, 7 Mei 1910. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, W UI JTIERS. De Secretaris, J. G. STENFERT KROESE. De BURGEMEESTER der Gemeente AMERS FOORT Gelet op de aanschrijving van den Commis saris der Koningin in deze Provincie dd. 3 Mei 1910, 4e afdeeling no. 1964/1338, Brengt ter keunis van belanghebbenden de volgende minis'erieële beschikking: MINISTERIËN van LANDBOUW, NIJVER HEID en HANDEL en van FINANCIËN. De Ministers van Landbouw, Nijverheid en Handel en vun Financiën, Gelet op de Koninklijke besluiten van 22 Juni 1896 (Staatsblad no. 98) en 25 Juni 1906 (Staats blad no. 135) mede gelet op de gemeenschappelijke beschik kingen van de Ministers van Binnenlandsche Zaken en van Financiën van 21 Mei 1901 (Ne- derlandsche Staatscourant van 26, 27 en 2S Mei d.a.v., no. 121) en van de Ministers van Land bouw, Nijverheid en Handel en van Financiën van 3/7 Augustus 1906 (Nuderlandsche Staats courant van 16 Augustus d.a.v. m. 190); Brengen ter kennis van belanghebbenden, dat ten aanzien van den invoer van paarden, be stemd voor het vanwege do ,,Vereeniging tot bevordering der paardenfokkerij in Nederland" in Juli e. k. te 's-Gravenbage te honden inter nationaal concours hippique, afwijking van de verbodsbepalingen, vervat in boven aangehaalde ministerieële beschikkingen, wordt toegestaan onder voorwaarde a. dat aan het eerste kantoor worde over gelegd een door den secretaris, gedelegeerd com missaris, van het concours hippique afgegeven bewijs, dat do paarden voor genoemd concours hippique bestemd zijn 1). dat dat de paarden voorzooveel zij na afloop van het concours hippique hier te lande moch ten blijven, niet in het verkeer worden gebracht dan na door den districts-veearts te 'sGraven- hage of een zijner plaatsvervangers te zijn ge keurd en gezond bevonden. 's-Gravenbage 11/18 April 1910. De Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel, Voor den Minister, de Secretaris-Generaal, (get.) VERSTEEG. De Minister van Financiën, Namens den Minister, de Secretaris-Generaal, (get.) HESHUSIUS. Amersfoort, 7 Mei 1910. De Burgemeest r voornoemd, WUIJTIER8. van 3/7 Augustus 1906 (NederlandBche Staats courant van 16 Augustus d.a.v. no. 190); Brengen ter kennis van belanghebbenden, dat ten aanzien van den invoer van paarden, be stemd voor het vanwege de West-Brabantsche harddraverij- en concours-hippique-vereeniging, den 16 Mei e.k. te Bergen-op Zoom te houden internationaal concours-hippique, afwijking van de verbodsbepalingen, vervat in bovenaange haalde ministerieele beschikkingen, wordt toe gestaan onder voorwaarde a. dat aan het eerste kantoor worde overge legd een namens het bestuur van de vereeni- ging afgegeven bewijs, dat de paarden voor ge noemd concours-hippique bestemd zijn b. dat de paarden, voor zooveel zij na afloop vnn hot concours-hippique hier te lande moch ten blijven, niet in het verkeer worden gebracht, dan na door den districts veearts le Teteringen of een zijner plaatsvervangers te zijn gekeurd cn gezond bevonden. 's Gravenhage 25/27 April 1910. De Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel, (get.) A. S. TALMA. De Minister van Financiën, (get.) KOLKMAN. Amersfoort, 9 Mei 1910. De Burgemeester voornoemd, WUIJTIER3. De BURGEMEESTER van AMERSFOORT brengt ter kennis van belanghebbenden, dut, volgens mededeeling van den Commissaris der Koningin in deze Provincie dd. 4 Mei 1910, 4e afdeeling no. 1983/1351, op 12 en zoo no dig ook op 13 Mei 1910 e-ne schietoefening zal worden gehouden van het fort Hoek van Hol land, dat er gevuurd zal gevuurd worden m--t kanonnen van licht kaliber (G c.M), waarbij onveilig wordt gemaakt een driehoek, gevormd door bet fort, een roode vlag benoorden en een bezuiden het zeegat, tot op 3100 M. van hot fort, dat op de dagen, waarop gevuurd wordt, van het fort eene roode vlag zal waaien, die 3 uur vóór het begin der oefeningen halfstok en éen uur vóór de oefeningen geheel voorgebeschen wordt, Amersfoort, 9 Mei 1910. De Burgemeester voornoemd, VVUIJTIERS. De Burgemeester van Amersfoort, Gelet op du aanschrijving van den Commis saris der Koningin in deze Provincie dd. 4 Mei 1910, no. 2029/1365 Brengt de volgende Ministerieele beschikking ter kennis van belanghebbenden. MINISTERIËN van LANDBOUW, NIJVER HEID en HANDEL en van FINANCIËN. De Ministers van Landbouw, Nijverheid en Handel en van Financiën Gelit op de Koninklijke besluiten van 22 Juni 1896 (Staatsblad no. 98) on 25 Juni 1906 (Staats blad no. 135); mede gelt t op de gemeenschappelijke beschik king van de Ministers van Binnenlandsche Zaken en van Financiën van 21 Mei 1901 (Ne- derlandscbe Staatscourant van 26, 27 en 28 Mei d.a.v., no. 121) on van de Ministers van Land bouw, Nijverheid en Hundel en van Financiën Florence Nightingale. Aanstaanden Donderdag zal Florence Nightingale haar 90sten verjaardag vieren. Wat deze merkwaardige vrouw heeft gedaan voor de ziekenverpleging, voor de reorganisatie der hospitalen, tijdens den Kritnoorlog en later, te Edinburg en te Londen, voor de opleiding van ver pleegsters, heeft een omwenteling in de ziekenverpleging te weeg gebracht, die niet alleen in Schotland en Engeland, maar ook in ons land zijn gezegende uit werking heeft gehad. Als vrucht van haar streven is als van zelf ontstaan de vereeniging „Hetlloode Kruis", want het werk van Dunant is slechts een voortzetting van deu arbeid van Florence Nightingale. Schrijf 't maar op. Er is in de Nederlaudsche Pers nu I zóo veel geschreven over de voordeeleu I van contante betaling, dat men inder daad kon verwachten, dat iemand het tegendeel kwam aanprjjzen. Eu dat is thans geschied. Men begrgpt niet goed, dat het gezond beginsel van contante betaling en de bezwaren van het tot schulden maken aanleiding ge- vend crediet konden worden bestreden. I Toch is het zoo. In een uitvoerig artikel, getiteld „Tegen contaute betaling", schrjjft de heer Albert vau Waasdijk in „De Middenstander", het weekblad van de handelsvereeuiging Rotterdam", zijn j beschouwing van de zaken. Hg noemt zich „iemand uit de tegenovergestelde groep, n.l. de koopers", wien het af schaffen van het crediet of, voorloopig althaus, het niet meer leveren op lan- geren termijn toch óok wel eeu weinig zal interesseeren. Dit laatste is juist. Zeer zeker raakt de quae?tie van contante betaling of crediet den kooper, doch reeds dadelijk schjjut het ons niet onnoodig, er op te wyzen, dat de schrijver, die het stand punt van de koopere wil aanduiden, toch in zijn persoon niet „de koopers" vertegenwoordigt. Deze zijn lang niet allen voorstanders van crediet op lange- ren termijn. Er zijn er, die er over kla gen, dat de winkelier zelfs op ver zoek talmt met de indiening der re kening. Er zijn er ook, die, hun koop lust kennende, het systeem der contante betaling of van het zeer beperkt crediet en den korten termijn zouden toejuichen, omdat ze daarin een krachtig hulpmid del zien tegen hun eigen zwakheid. Wij meenen dit even te moeten aanvoeren, alvorens den heer Van Waasdijk tegen contante betaling aan het woord te laten. De heer Van Waasdijk beschouwt de poging der winkeliers om tot een gezon der systeem van betaling te geraken als een ideaal, waarvoor hg respect heeft, doch dat hij desniettegenstaande een weinig ridiculiseert eu waaraan hij niet gelooft. Die poging is volgens hem een uitvloeisel vau zuiver eigeubelang, al schijnt het dan ook, dat de winkeliers den koopers de onrust en de zenuwach tigheid willen bespareu, die verbonden zijn aan herhaaldelijk gepreseuteerde quitanties en ongeduldige briefjes van uiet-betaalde leveranciers. Dat ideaal omschrijft hij aldus„Geen faillissemen ten meer, geen vermindering, geen zor gen, geen echtelijken twist en vooral geen schulden, geeu onbetaalde rekenin gen meer. Doch werd het bereikt, dan zullen, volgens hem, de winkeliers daar mee zichzelf 't allerminst genoegen doen en hun economische politiek duur beta len". Mocht het systeem van contaute be taling worden doorgevoerd tengevolge van samenwerking en 3trikte solidariteit, dan zouden de winkeliers toch weer ge dwongen worden om dat systeem te la ten schieten en weer te gaan verko >pen op crediet. Waarom Omdat het systeem van tegenwoordig ook door het publiek den winkeliers is opgedrongen. Niet maar voor hun pleizier is dat systeem inge voerd. liet is toch niet aan te nemen zegt de heer Van Waasdijk dat de winke liers uit vrijen wil de voorkeur hebben gegeven* aan het verkoopen op bet eer lijke gezicht, in plaat3 vau tegen contante betaling. Daaraan zullen zij zelf wel al tijd ver de voorkeur hebbeu gegeven echter, in hun verkoopijver, om het den klanten zoo gerieflijk eu zoo gemakkelijk mogelgk te maken, hebben zg langer of korter crediet toegestaan, omdat bij het publiek daaraan de behoefte ontstond. „En nu opeens, na jaren en jaren van dwiugelandij, steken de winkeliers de koppen op, roepen verward door elkaar dat het niet langer zoo gaat, dat ze ver drukt worden en dat ze hun geld niet langer renteloos onder de menscheu wil len latenalsof in de prijsbepaling hun ner goedereu met die rente geen rekening werd gehouden. „Mocht dit waurlyk niet zoo zijn, dan is het toch dwaasheid van de winkeliers om bij contante betaling een zeker per centage in mindering te breDgen van de koopsom. „De koopers hebben behoefte aan cre diet". Die behoefte hangt volgens den schrg- ver samen met de psychologie van het koopen. Want het koopen is voor gegoe den en minder-gegoeden een exquis genot, „een heerlijk blij en betrekkelgk onschul dig genoegen", voor de levensvreugde, de gemoedsrust en de gezondheid mis schien nog eerder noodig dan een dag naar buiten. Zoo denkende, vindt men contante betaling een fantasieloos systeem, een systeem voor drooge, met principes volgepropte gewetensvolle menschen. De zen zijn niet eens de beste koopers, want hun gebrek aan fantasie doet hen zich behelpen met het strikt noodige. Men koopt in een roes, niet omdaf men iets noodig heeft. Eu onmiddellijk in den zak tasten, werkt ontnuchterend en doodt den kooplust, zelfs van de meest kapi taal-krachtige. Ook de financieel minder sterken zul len bij een systeem van contante betaling beperkt worden in de keus, hoe zg hun geringe gelden kunnen besteden. Wat gebeurt er namelijk wanneer de winkelier den kooper dwingt, niet meer uit te geven dan hij betalen kan 1 Dit de kooper koopt en betaalt het noodza kelij k-noodigc het overbodige koopt hij niet, omdat hg het niet betalen kan. Komt er later geld, dan is de kooplust misschien verdwenen en vervangen door de behoefte aan een ander artikel. Nu, zonder contaute betaling, hangt de keuze van de te koopen artikelen af /an den kooper zelf; bij contante beta ling wordt de vrije koop belemmerd. Dat zullen bijvoorbeeld vele winkeliers in goedkoope luxe-artikelen bespeuren. Hun strijd om het bestaan zal moeilijk worden. De heer Van Waasdgk erkeut, dat het koopen op crediet of juister, zonder aan betalen te denken zijn schaduw zijde heeft. Doch ten slotte wordt er dan toch betaald en kan de kooper zich op nieuw overgeven aan zgn hartstochtelij- ken kooplust. Waren alle menschen wijs, dan konden vele winkeliers hun zaak wel sluiten. Zg speculeeren velen hunner ten minste op de ijdelheid der menschen en die ijdelheid druischt iu tegen het systeem van contante betaling. „Iedereen is gevleid door 't vertrouwen van een ander aldus eindigt de heer Van Waasdijk zijn bestrijding der con tante betaling in 't bijzonder van den winkelier, en dat dit geschonken vertrou wen niet al te zeer zal worden beschaamd, daarvoor staat borgde onverwoestbare kooplust van de klanten". We zouden niet gaarne de redeneering van den heer Van Waasdijk tot de onze maken aldus de „Arnh. Crt.", waar aan we dit artikel ontleenen al tref fen we in zgn betoog eenige opmerkin gen aan, die niet onjuist zijn. We wijzen er op, dat de kooplust, die door hem niet. onaardig als een soort gezondbeidsvoorwaarde wordt genoemd, zich volstrekt niet laat beperken door contante betaling. Dat bewijzen de groote warenhuizen, waar geen crediet verleend wnrdt en de lage prijzen gebaseerd zgn op het stelsel van contante betaling en den herbaalden omzet der geïnde bedragen.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1910 | | pagina 1