zetten. De gronden zijn thans in hauden van een
stichting, die ze toen heeft gekocht voor geldbeleg
ging, waardoor er geen kgk op is, dat daar gebouwd
zal worden. Nu hebben we voor dat gedeelte wel
een heel fraai Uitbreidingsplan, maar 't blijft een
prentje in do kast.
't Is eigonanrdig hoe over zoo'n Uitbreidingsplan
wordt gedacht, een plan waarvan de gronden aan
anderen toebebooren. Bijvoorbeeld om bij het be
doelde terrein le blijven. Daar zijn lauen nietplant-
s'tenen geprojecteerd. Er zijn er b\j van 100 M. breed.
Do plaats waar de vijverkom moet worden uitgediept,
eigent een 22M. breedte van do gronden.'t Is toch
te mal om alleen te loopen, te eiscben, dat een
ander ui dat moois op s\jn kosten zal aanleggen
brugien, waterpartijen, plantsoenen, enz. Daarom
nogmaals, wil de QemeeDte werkelijk iets bereiken
niet haar Uitbreidiogeplan dan moot tg vooraf trach
ten dj gronden in handen te krijgen. Een Uitbrei
dingsplan bohorft niit veel te omvattenalleen die
Ïedeelten, waarop kijk is, dat ze binnen betrekkelijk
orlen tijd zullen worden beb.iuwd.
Ik geloof niet, dat mijn medeleden mij voetstoots
gelyb zullen geven. (Ontkenningen.) Ik begeer dit
o»k nut. Maar toch, omdat ik het een zaak van
zóo overwegend belang acht, vraag ik uitstel van
behandeling en daarbij voorlichting van deskundigen
voor do Raadsleden.
Ik vermoed, da' het college van B. en W. hier
geen ooren naar xd hebben en toch acht ik het
noodig. Wanneer ik naga, dat elke poging, bier
aangewend om een betereu k\jk op die zaken te
verkrijgen, telkens wordt afgewezen of bestreden,
dan geloof ik recht te hebbeu dit te vermoeden.
Ik acht bet echter voor lien die na ons komen
\an het grootste belang, dat alles wat betrekking
he. ft op deze ziak goed wordt ouder handen ge
nomen.
't Is meermalen een strijden om „Reohtliaherei".
Mag ik U ook hiervan eeo bewijs leveren
Een jaar ongeveer geleden beeft de Vereeniging
„H, en N." een poging aangewend om alsnog ver
andering te krijgen in den aanleg van den nieuwen
weg nair Birktioven. Onder meer wees zjj erop, dat
een wijziging van het bestaande Uitbreidingsplan
geen beletsel behoefde te xyn voor dj uitvoering van
haar verzoek.
En wat antwoo'dden B. en W. daarop? O.a. dit:
.Een Uitbreidingsplan levert geen bezwaar op;
immers de G rneeute stelt dit plan vast en ban er
dus va afwijken. Hier w- n^chen wij een ernstig
woord vin pro'est te doen hooren een Uitbreidings
plan wordt onder hoogere goedkeuring gemaakt,
ten einde een juiste uitbreiding tut stand te kunnen
brengen en goede verkeerswegen open te houden".
Dit werd geschreven op 28 April 1909.
Een week daarvoor, nl. 15 April 1909, was door
den Inspecteur van bit Bouw- en Woningto-zicht
een gewijzigd Uitbreidingsplan bjj B. en W. inge
diend, het zelfde plan, dat eerst nu nm den Raad
ter goedkeuring wordt aangeboden. Bij de indiening
is uitdrukkelijk geconstateerd, dut de wjjziging in
het Uitbreidingsplan en het uitbreiden daarvan een
gevolg ie van den nieuwen verkeersweg naar
Birkboven.
Het zelfde motief dus als ook „H. en N." bad.
Ik hoop, dit het mij gelukt zjj, den Raad te over
tuigen, dat bier groote belangen voor de toekomst
op bet spel stam, grooter dan mogelijk door velen
oppervlakkig zul worden gemoed.
De Voorzitter: De conclusie is dus, het
voorstel van B. en \V. te verdagen. Wordt dit
gesteund
De hoer Oost er veen: Ja, M. de V.
Wethouder Sanders: Hetgeen de heer
Van Duinen met veel empbase heeft gez. gd,
doet me twijfelen aan zijn practischen zin. De
heer Van Duinen vergeet, dat er vóór de Woning
wet onmogelijk een Uitbreidingsplan te maken
was en dat we geen rekening kunnen houden
met onze blauwe idealen, doch ons hebben to
gedragen naar de voorschriften. Het is onmogelijk
anders te handelen.
Hetgeen de heer Van Duinen wenscht, is zoo
onpractisch nle maar eenigszin9 mogelijk. Onjuist
is het, dat de Gemeente alle gronden zou moe
ten koopen waarop bouwverboden zijn gelegd.
De heer Van Duinen, die dit wenscht, vergeet,
dat de Gemeente dan veel te hooge prijzen zou
moeten betalen en daardoor haar financiën iQ
gevaar zou breng. n. Hetgeen de heer Vau Dui
nen wenscht, gaat geheel builen de practijk om.
De heer Van Duinen heeft niet alleen ver
sterkt hetgeen B. en W. voorstellen, doch is
óok in totale tegenspraak met hetgeen hij vroe
ger zeide. Hetg-en bij nu doet, is napleiten.
De heer Van Duinen had zijn voorstel moeten
doen in de Commissie voor de fabricage, welke
het voorstel van B. en W. aannam met alge-
meene stemmende heer Van Duinen is lid
van die commissie en heeft meegewerkt tot die
aanneming.
Hoe kan men meer met zichzelven in strijd
zijn dan weinige dagen geleden een voorstel
aan te nemen en nu uitstel daarvan te pleiten.
De heer Van Duinen wees op den nieuwen
wegnaar Birkhoveu. De groote verdiensten van
dit plan ik kan dit zeggen, want ik was
toen geen Wethouder is juist, dat die zeer
goede verkeersweg daardoor is verkregen.
De heer Plomp: De vereeniging „H. N."
wenschte, dat B. en W. een Uitbreidingsplan
zouden maken waarbij de Gemeente zou wor- I
den bevoordeeld ten koste van de gemeente-
narend:t hebben B. en W. terecht op de kaak
gesteld.
De heer Van Duinen had dit niet in open
bare zitting moeten htrhalen; het was te veel
spreken in het belang der Gemeente en in het
nadeel van de ingezetep^De heer Van Duinen
had dit niet mogen zeggen.'
De heer Van Duinen: De heer Sanders
verwijt mij, dat ik niet tegenstemde in de Com
missie van fabricage. Ik heb juist gezegd, dat
ik in den laatsten tijd een heel anderen kijk
kreeg op deze dingen. De Gemeonte is nu be
nadeeld ten faveure van groudeigenaren.
De heer Plomp: Toon dit s. v. p. aan.
De beer Van Duinen: Dat is heel ge
makkelijk. De eigenaren waren wel geneigd ge
weest de Wuytierslaan zelf aan te leggen.
De Gemeente, die eenigen haast had bij dien
aanleg, had dit geld kunnen uitschieten en do
belendende eigenaren hadden het daarna terug
gegeven.
Ik vraag slechts een onderzoek in het belang
der Gemeente; dat is alles. Laat mij onprac
tisch wezen. goed. doch men sta het onderzoek
toe. B. en W. hebben reeds genoeg kunnen zien
welke onaangenaamheden de zelfde zaak bijvoor
beeld aan Amsterdam heeft berokkend.
Wethouder Sanders: De lieer Van
Duinen heeft het door mij aangevoerde nog niet
weerlegd, doch komt met slechts fatuite bewe
ringen, die slechts leiden tot een hoogst on
vruchtbare discussie. Ik moet herinneren, dat de
heer Van Duinen nog 18 Maart heeft gestemd
vóór dit voorstel, waarvan de Commissie voor
de fabricage adviseert tot aanneming.
De heer Van Duinen: Waarom niet
Wethouder Sanders: Ik vrees inder
daad, dat de discussie minder practisch wordt.
De heer Oosterveen: Zijn er overwegende
bezjvnren om nog éen zitting te wachten Ik
zi«? hier niet voldoende in om te kunnen be
slissen. Als er geen haast bij is, laat ons dun
nog éen keer wachten we kunnen ons in dien
tusschentijd beter op de hoogte stellen.
IntUBSchen is veel te borde gebracht, dat niet
ter zake doet. De Wuytierslaan was reeds aan
besteed toen „H. N." kwam met haar beden
kingen en het zou voor de Gemeente heel groute
kostpn hebben gebracht als daar toen nog op
ware ingegaan.
De heer R ij k e n sAls ik over het geheele
voorstel mag spreken
De Voorzttter: Ik wenschte eerst te doen
stemmen over het voorstel tot verdaging.
De heer Vele Heyn: Ik zou gaarne de
meening van B. en VV. vernemen.
De Voorzitter: B. en W. kunnen zich
niet vereenigen met verdaging.
Wethouder Sanders: De heer Van Dui
nen heeft geen enkel steekhoudend motief aan
gegeven voor do verdaging en ik zie daarvan
geen enkel nut in.
De heer Veis Heyn: Ik wil dan aan den
voorsteller vragen welk effect het uitstel
zijn meeniDg zal sorteer en.
De heer Van Duinen: Als de Raad meent,
zóo volkomen op de hoogte te zyn en geen
inlichtingen meer te behoeven, is 't mij wel
Wethouder Sanders: Ik memoreer.dal
de motiveering, welke de beer van Duinen thans
geeft, heel anders is dan zooeven, toen ik het
door hem gesprokene nog niet had weerlegd.
Het voorstel tot verdagen wordt nu verwor
pen met 8 tegen 7 stemmen (vóór verdagen, de
heerenRuys, Salomons, Oosterveen, Rijkens,
Vso Duinen, Van Esveld en Hagedoorr.).
De heer Rijkens: Ik heb een paar opmer
kingen op dit voorstel, éen van algemeenen en
éen van van bijzonderen aard.
De weg, die ten Zuiden van den Utrechtscheweg
is geprojecteerd in het verleDgde van de Paulus
BuyslaaD, loopt vlak langs het nieuwgebouwde per
ceel van den heer De Groot. Hoe is men er (oe
gekomen, dezen heer vergunning te geven om den
voorgevel te bouwen vlak tegen den weg, want die
stond ook op het vorige Uitbreidingsplan. Wnt hem
is vergund, zal men moeilijk anderen kunnen wei
geren, andera gait willekeur heerschen. Maar dan
krijgen we daar ook een straat in olasts van een
laan en bet zal toch wel niet' de bedoeling zijn, in
d*t gedeelte der Gemeente straten aan te leggen.
Ik geloof, dat de toestand daar nog kan worden
verbeterd, als men besluit bet verlengde vnn de
Paulus Buyalaan twee of drie Meter meer Oostelijk
to leggen en dan met een zuchten bocht naar de
Rioglaan te doen loopen. Men komt dan óok op
grond van den heer De Groot, d->ch deze eigenaar
zal stellig met zoo'n verandering genoegen temen.
Mgn andere opmerking betreft het afwijzend ad
vies van de Gezondheids-commissie. Een der rede
nen, waarom deze Commissie met dit Uitbreidings
plan niet is ingenomen, is, dat er geen pleiueu en
terreiuen voor openluchtspelen op zijn aangegeven.
Ik bon dit geheel eens met de Gezor dheidscom-
missie. We zouden er wat voor geven als we in de
oude stad enkele pleinen hadden voor die open
luchtspelen. Dan zou hel publiek ook vrij wat min
der last ondervinden van de jeugd, die nu die
speelplaatsen zelf improsiveert, heigeen ten deele
vergpeflijk is.
Liteu we nu ten minste zorgen, dat ze op bet
Uitbreidingsplan niet ontbreken.
Ik stel voo-, dit plan aan B. en W. te renvoyee-
ren niet verzoek alsnog rekening te houden met
dit b. zwaar van de Gezondheids-commissie.
Wethouder Sanders: Bij het perceel
van den heer De Groot is inderdaad afgeweken
van de rooilijn en dit op billijkheidsgronden. Het
omleggen der Punlua Buijs-laan is nochtans niet
mogelijk, omdat de gronden zijn overgedragen.
Wat de plaatsen voor openluchtspelen aangaat,
ging men in op de wenschen der Gezondheids
commissie dan zou do Gemeente zulke terreinen
moeten aankoopen en daarvoor is het thans
zeker niet de goede tijd. De Woningwet geeft
geen ander middel aan de hand.
De heer R ij k e n sIk ben hot niet eens met
die uitspraak. Als men vooraf weet waar zulke
terreinen zullen komen, zal mendaarniet bouwen.
Ik geloof ook niet aan de l ezwaren tegen het
omleggen der Paulus-Buijsiaan, want het terrein
aan weerszijden behoort aan den heer De Groot,
die, naar hij mij meedeelde, bereid is tot deze
verbetering.
De toegang kan dus verbeterd en ik zou wen
schen, dat dit alsnog gebeurt.
Het voorstel tot renvoyeeren wordt alsnu
aangenomen met 8 tegen 7 stemmen (tegen.de
heeren: Tromp van Holst, Joriasen, Plomp. Ha
mers, Veis Heyn en de beide Wethouders).
Punt 15 (Comis8ie van onderzoek progressieve
Inkomstenbelasting).
De heer Plomp: Als in deze vergadering
werd gevraagd of progressieve belasting niet de
eenig juiste is dan zou zeker ieder toestemmend
antwoordendoch vraagt men of een progres
sieve inkomstenbelasting in het belang is van
Amersfoort dun zal het antwoord heel anders
luiden.
Amersfoort hunkert er naar, dat iemand met
fortuin er zich komt vestigen Amersfoort heeft
geen handel, geen industrie, weinig oude gezeten
families en dus niet zekere ruime inkomsfhn.
Voert men progressie in dan zullen vermo
gende menscheu er zich niet vestigen, want
Amersfoort ligt omringd van andere Gemeenten,
die lagere belasting heffen en heeft buiten zijn
uitstekend onderwijs en wat natuurschoon niets
aan te bieden.
De progressie zal brengen ontlasting van ze
kere kringen der bevolking, doch overbelasting
van de overigen^ vooral van ds meer bezitienden.
Zoodra dezen door overlijden of vertrek weg zjjn,
zal men weer niet uitkomen.
Wij hebben geen progressie, maar wel zekere
dezressie, juist door do vrijstelling van oe on
belastbare f400, meestal f500.
Zoo betaalt men thans voor een inkomen van
f 600 f3 ,per f100 dus 0.50
1000 15 150
2000 45 2.25
3000 75 2.50
4000
105
135
2.62»
2.70
5000 135 *7U 4
Progressie is ook daarom gevaarlijk omdat
zij de uitgaven zooveel vergemakkelijkt
Bovendien is het een slecht oogenbhk, thans
met dit voorstel te komen omdat inde Tweede
Kamer juist wordt gewerkt aan de verruiming
van het belastinggebied der Gemeenten terwijl van
de gegevens van den Staat ook inzage zal wor
den gedaan voor de gemeentelijke belastingen.
Progressie is ook hierom niet wenschelijk
omdat zij op de eerste plaats drukt op de groote
fortuinen en men iemand niet moet stellen
tusschen zijn geweten en zijn beurs.
Elke Gemeente, en ik zou bijna zeggen vooral
Amersfoort, heeft behoefte aan meiwclien met
fortuin, die door bun opcenten op de Personeele
belasting niet alleen bijdragen in de Gemeente
kas, doch bovendien een krachtigen middenstand
maken, die op zijn beurt weer den arbeidersstand
in het leven houdt.
De heer J o r i s s e n Waarvoor is deze com
missie van onderzoek noodig Ik vertrouw toch,
dat de onderteekenanrs van het verzoek de zaak
nl hebben onderzocht. Welnu, zij hebben dan
slechts een uitgewerkt voorstel in te dienen en door
een Memorie nader hun zienswijze duidelijk
maken, terwijl ten slotte het voors'el in de
Raadsvergadering komt. Waartoe dan deze com
missie
Ik zal daar tegen stemmen.
De heer R ij k e n s Ik had niet gedacht, hier
over nog het woord te moeten voerennu dit
blijkbaar wordt verwacht, zal ik echter in her
innering brengen, dat ik bij de behandeling der
Begrooting voor 1910 de wenschelijkheid heb
betoogd van een progessieve Inkomstenbelasting
en aan B. en W. heb gevraagd of zij het voor
nemen hadden met een plan in deze te komen.
Toen mij daarop door B. en W. afwijzend is
geantwoord, beb ik gezegd, dat ik dan zou
trachten eenige geestverwanten in den Rand te
vinden, die met mij een dergelijk voorstel wil
den indienen.
Het thans ingediende voorstel gaat zoover
niet. Het steil met voor, over te gaan tot het in
voeren van een progressieve inkomstenbelasting,
doch alleen tot benoemen eener commissie die
zal onderzoeken of een dergelijke belasting voor
Amersfoort wenschelijk is, of niet. Deze com
missie kan zich allerlei gegevens doen verstrek
ken uit Gemeenten waar men zulk een belas
ting heeft; zij kan vragen of die daar gunstig,
werkt, onderzoeken of zij aanleiding heeft gege
ven tot een exodua van geldelijk vermogenden
of zij vestiging van gefortuneerden heeft tegen
gegaan, enz.
Die commissie zal dat materiaal dienen te
verzamelen en dan eerst zal er in den Raad een
vruchtbare discussie kunnen plaats vinden over
het al of niet invoeren van een progressieve
in kom sten bel asting.
Er zijn er onder ons besliste voorstanders van
een dergelijke belasting; er zijn ook besliste
tegenstanders. Welnu, liet is mogelijk, dat, wan
neer wij het noodige materiaal uit andere Ge
meenten hebben verzameld, tegenstanders in voor
standers veranderen, of omgekeerd. Maar een
open en eerlijk onderzoek zal, dunkt me, ieder
een willenvandaar, dat ik ons voorstel ten
zeerste aanbeveel.
De heer Plomp is ingegaan op de voor- en de
nadeelen en heeft waarheden gezegd als koeien
en onwaurbeden als olifanten. Ik vroeg slechts
een onderzoek.
De heer Jorissen was reeds zoo vriendelijk,
de voorstellers aan te wijzen als de commissie
van onderzoekik meen, dat het beter is als
de Raad die commissie aanwijst.
De heer Oosterveen: Ik vrees, dat het
niet door een commissie zal zijn uit te maken
of werkelijk meerbemiddelde personen Amers
foort verlaten om de progressieve belasting en
zie dan ook het nut dier commissie niet in.
De hoer Plomp: De heer Rijkens had de
vriendelijkheid te zeggen, dat ik waarheden als
koeien en onwaarheden als olifanten debiteerde.
Ik zal niet twisten met den heer Rijkens, die
met zijn bekende bescheidenheid dit heeft gezegd
het zal dus wel zoo zijn.
Ik wil er alleen maar op wijzen, dat men in
Den Huag óok bezig is met een progressieve
belasting. Den Haag kan zich heel wat meer
veroorloven dan Amersfoort en desondanks
schrijft de wel zeer der zake kundige heer Raedt
vaneen gewaagde sprong, en een strop die de
Gemeente zich om den hals haalt.
De heer R ij k e n sJa, dat weet ik óok wel,
doch Raedt is een beslist tegenstander. Treub
komt tot een heel andere conclusie.
De heer Van Kalken: Ik geloof, dat het
heel ongewenscht is, een commissie te benoemen.
Ik acht ook ongewenscht een progressieve be
lasting omdat deze zal blijken niet in het ge
meentebelang te zijn, omdat Amersfoort voeling
moet houden met de omliggende plaatsen. Al
lerlei kunstmiddelen moeten aangewend om de
mensohen hier te krijgen en hier te houden.
Nog onlangs is daarvoor Birkhoven aangekocht.
En moet nu alks weer teniet gedaan Immers
de eerste vraag van wie zich hier wil vestigen,
ishoe is de belasting Wanneer bij de Begroo-
ting. *ef.8 wor(ft voorgesteld, moet het maar al
te dikwijls verschoven om toch vooral de be
lasting Diet te verhoogen.
Een verstandig koopman keert de zaak juist
om en zegt: ik moot het juist hebben van de
groote klanten en niet van de kleintjes (Gelach).
Mijn hoofdbezwaar is, dat de middenstand de
enkele kapitalisten nog zou zien heengaan en
dat er geen andere zullen komeD. Iets anders is
een progressieve schoolgeldhefling, waarover al
eens gesproken is.
Ik acht een commissie van onderzoek nergens
nuttig voor.
l)i heer Veis Heyn: Ik heb nu al veel
voor on nog meer tegen h«-t voorstel gehoord,
maar het verwondert me, dal de voorstellers
komen met een commissie en niet vragen het
advies van B. en W. in een zóo belangrijke zaak.
Dit ware m. i. de aangewezen weg.
De heer Rijkens: Wij vroegen dit pread
vies niet omdat we de meening van B. en W.
bennen, die ziel: in October tegenstanders ver
klaarden van progressie.
De heer Veis Heyn: Dus, omdat men
B. en W. zoo opzij zet, moeten in decommiEsie
aalleen voorstunders worden benoemd?
De heer Rjjkens: Volstrekt niet.
Wethouder Sanders: Is het practisch,
deze commissie thans te benoemen M. i. niet.
Het is absoluut foutief een belasting te wijzi
gen als dit niet absoluut noodig is. Den Haag
moest 4 millioen hebben voor niet-vruchtdra-
gende werken en tracht die te vinden door wij
ziging der belasting. Voor Amersfoort is dit
voorshands niet te verwachten. Bovendien zal
wellicht het belastinggebied der Gemeente wor
den uitgezet; de Twtede Kamer werkt daaraan.
Ik vrees, dat het eenige resultaat van de hier
voorgestelde commissie zal zijn een totaal acade
mische beschouwing. Bovendien is wijziging van
ons belastingstelsel op 't oogenblik niet noodig
en als dit later noodig mocht blijken, weten we
thans niet of wijziging mogelijk zal wezen. Ik acht
liet voorstel dan ook onpractisch.
De heer Plomp: Do heer Rijkens zegt in
zooveel woorden, dal men geen onpartijdig ver
slag kan uitbrengen als men tegenstander is van
eenig voorstel.
De heer R ij k e n sDe heer Veis Heyn meent,
dat B. en W. zijn opzij gezetdat is niet hel
geval. Als zij den gewonen weg hadden bewan
deld, zouden zij het voorstel zelf naar hun col
lege hebben gerenvoyeerd om prte advies.
De heer Sanders acbl het onderzoek niet noodig;
ik verbeeld ine, dat het wel nuttig en wel prac
tisch is.
Wil men vreemdelingen lokken dan heeft men
juist te zorgen voor meer aantrekkelijkheden en
die kan men bekostigen uit de progressie, welke
licht een paurduizend gulden meer geeft. Telkens
komen verzoeken in om loonsverhooging van
onderwijzers, reinigers en andere Gemeente-werk
lieden en telkens worden dezen afgescheept u,et
de bewering, dat er geen geld is. Ik ben er van
overtuigd, dat de progressie eenige duizenden
meer geeft en daardoor wat nieir loon kan
worden uitbetaald.
De heer Hamers: Ik ga geheel mee met
deo heer Sanders en zal stemmen tegen de com
missie.
Het voorstel wordt nu verworpen met 10 tegen
5 stemmen (voor het onderzoek, de heeren
Van Duinen, Rijkens en Tromp van Holst
de vierde voorsteller, de heer Gerritsen, was
afwezig benevens de heeren Van Esveld en
Hagedoorn).
De overige punten gaven geen debat.
(Slot volgt.)
Luitenant-kolonel W. tt. Pieper?, van het
le regiment huzaren, is benoemd tot lid der
commissie voor het officiers-examen van de
Kon. Militaire Academie te Breda.
Jhr. C. J. Sandberg tot Essetiburg is, na
verdediging van stellingen, aan de Rijks
universiteit te Utrecht bevorderd tot doctor
in de Staatswetenschappen.
De jongedames A. E. van Laaren en H.
C. Branderhorst legden aan die Universiteit
met gunstig gevolg af het theoretisch apothe
kers-examen.
De heer E. Tuiusira'behaalde de akte voor
onderwijzer.
Tot kolonel-hoofd van het 2de geneeskun
dig district, te Utrecht, is bevorderd de diri-
geerend officier van gezondheid 2e klasse A.
Dut n er.
Ritmeester jhr. E. VV. von Wrangel auf
Liodenberg die binnenkort wordt bevorderd
lot majoor, zal hier als eskadrons-comman
dant in bet le regiment huzaren worden
vervangen door ritmeester jhr. W. II. J. van
de Poli, commandant van het eskadron ordon
nansen, thans te 's-Gravenhage.
De heer Van Asch van Wijck, lid van de
Tweede Kamer, heeft de volgende schrifte
lijke vraag gedaan aan den Minister van
Oorlog
»Bij de behandeling van de Oorlogsbegroo-
ting voor het dienstjaar 1909/10 werd bij de
tweede Nota van wijzigingen de aanvrage
voor gelden ten behoeve van «verbetering
der financieele positie van de leden der mu
ziekkorpsen" op verzoek van de Commissie
van rapporteurs teruggenomen. De Voorzitter
vaD die commisste stelde aan den Minister
van Oorlog voor, deze aanvrage zoo spoedig
mogelijk weder bij suppletoire begrooting bij
de Kamer aauhangig tn maken.
#Zou Z.Exc. de Minister van Oorlog kun
nen mededeelen of de hierbedoelde supple
toire begrooting spoedig by de Kamer aal
inkomen, en, zoo niet, aan welke omstan
digheden dit is toe te schrijven?"
Het antwoord vau den heer Cool, Minister
van Oorlog, luidt:
„Naar aanleiding van Uw schryven van 9
Mei j.l. heb ik de eer U HoogEdeigestr. te
doen kennen, dat ik de mij daurbij kenbaar
gemaakte vraag van den heer Van Asch van
Wijck bij di ze als volgt wensch te beant
woorden
»De gelden, noodig voor de verbetering
der financieele positie van de leden der mu
ziekkorpsen worden aangevraagd by een
ontwerp van wet tot wyziging en verbooging