Zaterdag 27 Mei 1911. No. 7960. 60e Jaargang. Stadsnieuws. Uitgave van de Naamloeze-Yennootschap „De Amersfoortsche Courant, voorheen firma A. H. van Cleeff" HOOFDREDACTEUR P. J. FESDERZZS. AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden ƒ.1. franco per post ƒ1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent Bij regel- abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieële- en onteigenings- advertentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels 1.25. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kostenevenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën vaD buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. ZOHT2CGZUC5T 9. Postbus 9. Telefoon 19. Kennisgevingen. De Gedeputeerde Staten van de Provincie Utrecht, Gelet op artikel 111 der Kieswet; brengen ter kennis van belanghebbenden, dat de overeenkomstig art. 110 der Kirswet in dato 8 Juni 1911 vaD kraaht zijnde en in de plaata der bestaande tredende Lijst der hoogstaange slagenen in de Provincie Utrecht verkiesbaar als afgevaardigden ter Eerste Kamer der Staten- Ganeranl, voor een ieder op de Provinciale Griffie ter inzage is nedergelegd en tegen be taling der kosten, in afschrift algemeen ver krijgbaar is geet< ld. Bedoelde ljjst zal ÏDgevoIge art. 111 der Kies wet worden geplaatst in de Nederlandsche Staatscourant van 15 Jnni a.s. Utrecht, 22 Mei 1911. De Gedeputeerde Stuten voornoemd, F. D. Sf&IMMELPENNINCK, Voorzitter. L. J. RIETBERG, Griffier. De Burgemeester van Amersfoort, Gezien artikel 41 der Gemeentewet, Brengt ter kennis van de ingezetenen, dat de Raad dezer Gemeente zal vergaderen op Dinsdag, 30 Mei aanstaande, des namiddags te l'/i we- Amersfoort, 24 Mei 1911. De Burgemeester voornoemd, WU1JTIERS. De Burgemeester van Amersfoort, Gezien den inhoad van het Proviuciaalblad no. 53 van dit jaar brengt ter kennis van belanghebbenden, dat de Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel heeft goedgevonden, met ingang van 24 Mei 1911, I. in te trekken zijne beschikking van a. 29 Maart 1911, Directie van den Land bouw, no. 3106, 3e afdeeling, Bureau a (Ned. Staatscourant van 30 Maart d.a.v. no. 76) waarby verboden werd het vervoeren of doen vervoeren van herkauwende dieren en varkens uit het vasteland van de Provincie Noord-Holland naar bet overige gedeelte des Rijks alsmede het hou den van tentoonstellingen van herkauwende dieren en varkens op het vasteland van de Provincie Noord-Holland b. 31 Maart 1911, Directie van den Landbonw, no. 3106', 3e afdeeling, Bureau a (Ned. Staats courant van 1 April d.a.v. no. 78) voorzooveel daaibij verboden werd het vervoer van her kauwende dieren en varkens in de aan Noord- Holland grenzende Zuid-Hollandsche Gemeenten; c. 3 Mei 1911, Directie van den Landbouw, no. 4683, 3e afdeeling Bureau a (Ned. Staats courant van 4 Mei d.a.v. no. 104) waarbij ver boden werd het vervoeren of doen vervoeren van herkauwende dieren en varkens uit de Pro vincie Utrecht naar het overige gedeelte des RijkB II a. het vervoeren of doen vervoeren van herkauwende dieren en varkens te verbieden ut een kring, omvattenda: a. het vastelund van de Provincie Noord- Holland, b. de Provincie Utrecht, c. de Provincie Zuid Holland, met uitzon dering van de eilanden Roeeoburg, Hoekscbe Waard, Voorne, Putten, Tiengemeten, het eiland van Dordrecht, Goeree en Overflakkee, d. het gedeelte der Provincie Noord-Brabant, dat ten Zuiden begrensd wordt dour de Amer en de Nieuwe Maas, naar het overige gedeelte van Nederland B. te beualen, dut het sub a bedoulde ver bod g?en betrekking heeft op den doorvoer vau herkauwende dieren en varkens per spoor, zon der overlading, in afzonderlijke, gesloten en verzegelde wagens en dat voor den uitvoer van slachtvee, en, in bijzondere gevallen, tevens van ander vee, afwijking van het voornoemd verbod kan worden toegestaan door den Commissaris der Koningin in de Pruvincie, binnen welke de plaats van bestemming is gelegen, onder de door den betrokken districts-veearts aan te geven voorwaarden. Van iedere toegestane afwijking is door den betrokken Commissaris der Koningin kennis te geven aan den Burgemeester der Ge meente van bestemming. Amersfoort, 24 Mei 1911. De Burgemeester voornoemd, WUIJT1ERS. perceel aan de Lieve Vrouwestraat bekend Sectie E no. 3817 overwegende, dat de zitting, bedoeld in art. 7 der Hinderwet, den 27 April 1911 heeft plaats gehaddat ingevolge art. 8, le lid der Hinder wet de beslissing op dit verzoek vóór den 27 Mei 1911 genomen zou moeten worden; dat, in verband met het technisch onderzoek, hieraan niet voldaan kan worden dat het derhalve noodzakelijk is, de beslissing te verdagen Gelet op art. 8, 2e lid der Hinderwet, BESLUITEN de beslissing op het verzoek van B. A. van Ruijven, voornoemd, te verdagen. Amersfoort, 24 Mei 1911. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, WUIJT1ER8. De Secretaris J. G. STENFERT KROESE. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort, Gezien het verzoek van B. A. van Ruijven, alhier, waarbij bij vergunning vraagt tol bet oprichten van eene bewaurplaats van kruit voor eene hoeveelheid van hoogstens 50 K.G. in het Vergenoegdheid. Als de menschen er maar meer opuit waren, de vreugde te zoeken! Zij missen haar; zij roepen om haar klagen, dat zij haar te zeer ontberen. Maar zij maken zich niet op, vol goeden, moedigen wil, om haar te vinden. En de vreugde is overal en wil zich wel laten vinden. Want zij houdt van de meuschen. Doch haar kleed is eenvoudigen haar oogen staan ernstig; en haar handen getuigen van moeite en van arbeid. Daarvan schrikken velen, wier hart zij tracht te winnen. Zy zetten verbaasde oogen op en zeggen: „Zyt gij ditZiet gij er zóo uit Ach, neem mij niet kwalijk u heb ik niet gemeend. Ik bedoeldewat meer geld, of wat meer gerieflijkheid, of een mooi gelegen huis, of een machtig talent. Ziet gijdht noem ik vreugde. Maar wat zyt gij Dan gaat de vreugde voorbij. Deze taal verstaat zij niet. Zy stamt uit een heel ander land en brengt niets dan zich zelve. Het gaat haar echter niet bij allen zóo. Sommigen nemen haar gastvrij op; en hun deelt zy het geheim mee van het vergenoegd zijn op zichzelfhun toont zjj het leven, dat niet afhankelijk is van toevalligheden. Kent gij menschen, bjj wie de verge noegdheid woont 1 Die, door een dorre, woeste landstreek trekkend, bronnen weten te ontdekken en toegankelijk te maken 1 Als gij er kent, zoo gaat tot hen want het is goed, bij hen te zjjn. Zij hebben zich door de bitterheid en de verlatenheid, en den njjd, en welke booze geesten er nog meer mogen wezen, niet laten overheerscheu. Zij hebben zelf dorst geleden en begrijpen de dorstigen als zy hun een frisschen dronk aanbieden en zeggen: Drinkt nu óok! Niet by de pakken neerzitten! Ik vertaalde het bovenstaande uit een mooi boek van Anna Schieber, getiteld „Alle guten Geister* (Heilbron E. Salzer). Het verhaal speelt in een Zuidduitsch stadje, onder eenvoudige menschen. De held is een flinke jongen, wiens muzikale aanleg hem tot degelijke mu ziekstudie dwingtmaar die, als zijn hoop om als componist iets zeer groots voort te brengen, een illusie blijkt te zjjn, zich zonder bitterheid, met echte toewijding, schikt in de bescheidener positie van muziek-onderwijzer aan een blindeninsti tuut. De heldin, het pleegkind van den ouden rector, heeft heel wat treurigs te doorstaau. Eu het blijkt op de laatste hladzjjde volstrekt niet of zy „elkander krijgen*. Als dat nog ooit gebeurt, dan moet het wezen in een toekomst, die buiten het kader van dit boek ligt. Hier maken wy slechts kennis met de inwen dige opleiding tot een vergenoegdheid, die desnoods zelfs sterker is dan het wel en wee der liefde. Die vergenoegdheid, als op de omstan digheden veroverde karaktertrek, bezitten ook verscheidene bijpersonen van bet boek, want het is ten deele door den omgang met die goede menschen, dat de jongelui er den slag van beet gekregen hebben. Zij, ond en jong, zyn volstrekt geen engelen, geen onnatuurlijke volmaakt heden integendeel; wat het boek tot eeu onderhoudende lectuur maakt, is gedeeltelijk de frissche humor, waarmee allerhande kleine eigenaardigheden, die hen karakteriseeren, in 't voorbijgaan behandeld worden. Doch de hoofdtoon blyft: sympathie voor hun vergenoegdheid. Die karaktertrek heeft zich gelukkig in alle eeuwen onder het menschdom doen gelden. Ook te onzent. Ik denk o. a. aan deoud-Hollandsche dichtregels: Gheen troon, geen coninckrijckon, Gheeo cronen sijn te lijeken, Gheen ridderlijcken stoet Bij 't reijn, vernoeght gemoet. En ik twyfel er niet aan, of ook in onzen tyd is bij aanwezig om ons heen. Ik ontmoette hem zelts af en toe; maar zeer sporadisch. Want terwijl er tijdperken in de be schavingsgeschiedenis der menscbheid ge weest zijn, waarin tevredenheid als een aanbevelenswaardige deugd werd erkend, geldt zy heden ten dage wel niet als een ondeugd, maar toch min of meer als een remschoen op den weg naar ont wikkeling. Men vreest, dat tevredenheid met be staande toestanden een vruchtbare bodem dreigt te wezen voor luiheid, een beletsel voor krachtsinspanning om verbeteringen tot stand te brengen. Ik heb in dit ver band eens hooren verwijzen naar de op het gebied der physica heerschende wet dat de hoek van inval steeds geljjk is aan den hoek van uitval een rede neering dus, waarby de beweging van den menschelijkeu geest geljjk werd ge steld met die van een biljartbal. Maar een mensch is gelukkig iets meer dan zulk een glad ivoren ding, en zijn be weegredenen zyn heel wat meer samen gesteld. En zoo gaat het niet aan, die natuurwet toepasselijk te achten op zjjn doen en laten, wat betreft de verhouding tusschen vergenoegdheid en inspanning, Juist onder de personen, aan wier geestkracht en geduld de wereld veel te danken heeft, zjjn er geweest, die zeer vergenoegd waren. Het Christendom he*ft het majestueuse denkbeeld geopperd, dat dengenen die God liefhebben, alle dingen medewerken ten goede. Nuast die verheven uitspraak, en als bescheiden ondersteuning daarvan, be staan er, voor ieder die ze wil opmerken, tal van kleine, geestelijke ervaringen in de zelfde richting. Een daarvan wil ik noemen. Ieder, die nog niet al te oud of te af gestompt is, wenscht voortdurend zijn maatschappelykeu toestand te verbeteren. Dat spreekt van zelf En als dat goed schiks gaat, is er zeker niets tegen in te brengen. Maar heel dikwjjls kau het niet goedschiks. Dan beproeven velen het kwaadschiks, maar al te dikwjjls op een wjjze waaraan oneerlijkheid, wreedheid, brutaliteit verbonden is. Daarvoor schrik ten anderen terug. Nauwgezet van ge weten, zien zy vooruit in, dat zy er be rouw van zullen hebben en zjj laten het na. Onder hen zjjn er dan sommigen, die daaronder droefgeestig worden of morrend; die aan de orde der dingen de schuld' geven van hun teleurstelling en zich omwikkelen met een min of meer theoretisch ot practisch pessimisme. Doch er zjjn er ook, die de zaak om draaien die, als zij geen kans zien, goedschiks de omstandigheden te wjjzigeu, tot een wjjziging hunner persoonlijke verlangens besluiten. En hoe dikwjjls zien zjj dan van lieverlede in, dat zjj dientengevolge in een veel gunstiger vaarwater zjju terecht gekomen dan wanneer zjj, tegen beter weten in, die „orde der dingen" getrotseerd hadden. Laat ons even nagaan wat er gezegd werd van de ^straks genoemde vreugde. Haar kleed is eenvoudigzjj weet by ondervinding, dat pronk en praal geen geluk aanbrengen. Haar oogen staan ernstighetgeen niet uitsluit, dat haar mond kau lachen, met den harteljjken lach van de scherts, die zooveel bjjdraagt om een mensch over de kleine wederwaardigheden van het leven heen te helpen. Haar handen getuigen van moeite en arbeidligt daarin niet reeds op zichzelf een waarborg, dat zjj geen luiheid zal aankweeken 1 Een Larer krachtigste uitingen is het vredige gevoel, dat goed- volbracht werk pleegt te schenken. En zjj leert de menschen, in dorre, woeste streken als met de veelbe sproken hazelroedeverscholen bron nen te vinden, en daaruit een frisschen dronk mee aan te bieden aan dorstigen, die zy op hun pad ontmoeten. Burgemeester en Wethouders geven den Raad in overweging, dat de Gemeente toe trede tot de Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten en stellen vuor, dai Amersfoort zal meewerken tot de oprichting van die Vereeniging door als lid toe te treden, in ieder geval tot 31 December 1915, legen een entree van f24 en een jaarlijkscbe con tributie van een halven cent per inwoner (thans dus ongeveer f120 per jaar) en een lid van het college van Burgemeester en Wethouders te machtigen, de oprichtings vergadering bjj tij wonen. Zjj stellen aan den Raad voor, de eerste klasse der school 2e soort aan de Helling- straat te splitsen in twee afdeelingen. Tevens stellen zij den Raad voor tot afslui ting van den dienst 1910 een tijdelijke geld- leening aan te gaan tot een bedrag van (15055.93, tot den koers van den dag, af te lossen in 1911 bjj bet sluiten eener definitieve leening. Het bedrag is benoodigd voor de volgende buitengewone uitgaven dienst 1910: Reini ging f804, restauratie Lieve Vrouwe-torcn f3332, aankoop perceeleu Krankeledenstraat eD Kamppooit f2322, uitbreiding gaslabi fek (4564, aanleg Wuytiers-laan f 4278, onderzoek aanleg Gemeentelijke drinkwaterleiding f1652 —totaal f 16955; waar tegenover staan >le volgende buitengewone ontvangsten bijdrage A. N. W. B. voor rijwielpad Wuylierslaan (500, verkoop en ruiling grond N. V. voor heen D. H. Eysink 11400. Tea slotte stellen Burgemeester en Wet houders den Raad voor ten dienste van de Gemeentelyke gasfabriek van schipper J. van

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1911 | | pagina 1