N. V. „AMERSFOORT". FOTO-ARTIKELEN. Bouwterrein te koop I Maatschappij tot Exploitatie van Onroerende Goederen te Amersfoort, aan den LEUSDERW£G en onder LEUSDEN, van f0.25 tot fl.~ per centiare; op den BERG en in het BERGKWARTIER van f 1.50 tot f5.- per centiare. Te bevragen bij de heeren PRINS (Utr. str.), Van HASELEN, J. van de LIJKE, RUITENBERG en andere Makelaars. Stoomwasscherij W. G. BURGER, Feuilleton. ALARM. Alléén SINGER SIN GER-M A ATSCH APPIJ Gebroeders Cabz: Bescherming of Bedreiging? Verkrijgbaar te Amersfoort bij A. van de WEG, Langestraat 23, Telefoon 227. gevestigd te AMSTERDAM. —SS't ZEIST. €3== AMEKLKAANSCU SYSTEEM. Wassehen geheel opgemaakt of droog toegeslagen GOEDE BEHANDELING. BILLIJKE PRIJZFN. Goederen worden te Amersfoort 's Woendags franco gebaald en gebracht. PROSPECTUS wordt op aanvrage franco toegezonden. 48.) De woorden „tonder tact" waren hard en een .lechte dank voor de betoonde hulp, en daarom wilde de Kommerzienrat ze ook niet kalm slik ken. Een oogenblik dacht hij eraan, de zaak uit to brengen, maar wegens bet ernstige gezicht, dat Tromberg trok, had hij er toch niet goea d*-n moed toe. Eerst moest hij den ander zach ter en verzoeninesgezinder stemmen daarna was het nog altijd tijd, zich bekend te maken als de onbekende gever. Daarom zeide hij nu: „Zonder tact is een tamelijk bard verwijt, meneer Trombeig misschien neeft do ander dat alles niet zoo rijpelijk overwogen. Bezield door den wensch, n te helpen, beeft hij zich de ge volgen van zijn daad niet goed voor oogen ge steld". „Dat had hg in elk geval moeten doen. Juist in geldzaken kan men niet kiesch en nauwgezet genoeg zijn en hij moeten bedenken, dat het voor een officier onfatsoenlijk en beleedigend is, een aalmoes te krijgen". „Maar mei uw verlof, duizend mark zgn toch geen aalmoes", riep de Kommerzienrat. „Het komt niet op het bedrag aan, mijnheer de Kommerzier.rat", zeide Tromberg zeer stellig en nadrukkelijk, „maar op de wijzo, waarop het geld wordt gegeven. Ik kan u slechtB zeggen, dat ik sedert dat oogenblik geen pleizierige mi nuut meer gehad heb, en ik zal pus weer de oude zgn, wanneer ik die schuld gekweten heb. Iodien ik wist, wie de gever is, dan zou ik naar hem loc gaRO. Maar hij verzwijgt opzettelijk zijn naaui, naar ik lot zijn eer aanneem, omdat hij zich nu schaamt, mij op die uiauitr geholpen te hebben". „Maar waarom zou hg zich schamen" bracht de Kommerzienrat hier half lachend, half geër gerd tegen in. „Dal kan ik u niet nader verklarendat is een gevoelskwestie. Men maakt ons, luitenants, en helaas dikwijls volkomen terecht, hel ver wijt, dat wij het tnet geldzaken niet nauw nemen, maar toch geloof ik, dat ieder officier in oiijn geval precies zoo zou denken als ik doe. Degenen, aan wie ik de zaak in vertrouwen verteld heb, zijn bet met mij eens, en ik had gedacht, dat ook u mij gelijk zoudt geven". „Dat doe ik ook, dat doe ik ook", riep de bter Hoch levendig, zij het ook tegen zijn over tuiging. Dat had hij er nu van, dat hij geholpenhad. In plaats van als onbekend weldoener geëerd en gevierd te worden, moest hij zich door dezenjon- gen luitenant de les laten lezen, en hij mocht zich niet eens verdedigen. Want indien zijn ander9 kameraden juist zoo dachten ah Trom berg, dan kon hel heel licht tol een vervreem ding tusschen hem en het officierskorps komen, wanneer bekend werd, dat hij het geld had ge geven. En dat was de heele zaak niet waard. „Het verheugt mij. mijnheer de Ko umerziearat dat u mij toch gelijk geeft, al had het daar eerst ook niet den schijn van, en dat geeft mij moed tot een moeilgk verzoek." Tromberg zweeg en keek verlegen naar den grond. „Speek op," moedigde de lieer Hoch hem aan, „wat ik voor u doen kan, doe ik met genoegen." „Ik dank n, mijnheer de Kommerzienral". En na een kleine wijle vervolgde bij: „Na hetgeen wij pas bepraat hebben, kan ik kort zijn. U weet, hoe afschuwelgk ik het vind, aan den grooten onbekende geld schuldig te zijn. In mijn positie als officier moet ik het geld zoo spoedig mag-lijk aan de Bunk teruggeven ja, nog meer, ik zou eigenlijk een instructie vcor den Raad van eer tegen mijielven moeten aanvragen, in dien 'le jank op de eenc of andere wijze uitlekte." „O.ii ods wil, haal u geen muizenissen in het i oofd. Daarom zal de E-ceraad geen maat regelen tegeu u nenten," riep de Kommerzienrat I geheel verschrikt. Onze machines behoeven geen aanprijzing. in winkels met DIT uit hangbord zgn de Naaimachines verkrijgbaar. Wij verzoeken slechts er op te letten, dat ze aan het juiste adres gekocht worden. Amersfoort, IVcstslogo 49 liork Varkenmarkt. *35) ROTTERDAM - GRONINGEN - AMSTERDAM Hier ziet U hoe aan Noorsche stranden Men vaogt de Dorsch met veel beleid Waaruit door tal van rappe handen CATZ LEVERTRAAN men steeds bereidt. Verschenen bij M. E. KLUWER Deventer: Overdruk van de artikelenreeks Vrijhandel en Bescherming, door A. B. K. Prijs per st. 25 et., by 50 st. 20 ct., bij 100 st. en meer 15 ct. Indien ge de totstandkoming der nienwe Tariefwet wilt tegen gaan, holo dan deze brochure te verspreiden. Hij kreeg nu waarlijk angst, want op die gedachte was hij nog niet gekomen. „De eer van een officier is een teer iets, myn heer de Kommerzienrat; men kan nooit voor zichtig genoeg op dat stuk zijn. Maar dat nog geheel daargelaten, u zult met mij inzien, dat ik zoo spoedig mogelijk vnn mijn verplichting jegens dien onbekende ontslagen moet zijn." „Natuurlijk, indien ik u daarbij ecnigszins benulpAaam mag zijn „Mag ik u dat vragen Ik weet werkelijk niet tot wien ik mij anders moet wenden, en wat de teruggaaf betreft „Maar, waarde viiend, dat heeft heelemaal geen baastdaarover kunnen wij later, of wan neer u maar wilt, weh ens spreken". De Kommerzienrat was opges'nan en had uit zijn brandkast een biljet van duizend mark ge haald, dit bij nu zijn gast voorhield. Deze aarzelde om het aan te nemen. „Het valt mij werkelijk moeilijk, mijnheer de Kommerzienrat". „Maak toch geen bezwaren. Of weet u wat", vervolgde hij, toen de ander Dog altijd tegen stribbelde, „wij kunnen de zaak z6o in orde brengen: ik breng het geld morgen op de Bank ik moet daar toch even zijn". „Dat zou misschien het beste zijn, maar neen, dat gaat toch niet, want indien u de duizend mark daar betaalt, dan Icomt een ander misschien toch te weten, dat u mij he'pt, en dat zou ik liefst vermgden. En ik verzoek u nog eens, in elk opzicht zoo stilzwijgend mogelijk te zijn". „WeeB onbezorgd, van mij krijgt niemand iets te hooren", stelde de Kommerzienrat, wien het moeilijk viel, in dit vreemde parket ernstig te blgven, hem gerust. Eerst had hij duizend mark geleend, en nu moest lig nog eens duizend mark geven om de eersto duizend mark terug te be talen. Met woorden van warme erkentelijkheid nam Tromberg afscheid, nadat hij voor de uitnoodi- ginir om nog wat ie blgven, bedankt had. „De Bank is maar toi zi.s uur open, en ik moet mij haasten om nog bijtijds daar te komen". Zoo ging hg dan heen, en toen hij een half uur later de kwitantie in handen had, als be wijsstuk, dat bij de kortgeleden voor hem be taalde som aan de Bank terug had gegeven, had hij het gevoel, alsof hij weer een heel ander mensch was. „Wanneer ik mij vanavond niet tot aan de onbewuste grens der onmogelijkheid bedrink, doe ik hel nooit", zeide hij bij zichzelven maar nauwelijks had hij dit gedacht, of hij wilde er niet meer van wetea: „Neen, niet drinken; liever iets anders". Hij was zöo gtlukkig en overmoedig, dat hij het verlangen in zich voelde opkomsn om den cenen of anderen dwazen str-ek uit te halen. Het liefst zou hij het eene of andere meisje in de armen gesloten en naar hartelust gekust hebben. Maar neen, de dag van heden was te mooidie moest op een heel andere manier gevierd worden. Zooals er oogenblikken zijn, waarin men het een of ander zou willen eten of drinken en toch volstrekt niet weet wat, zoo zijn er ook tijden, waarin wij verlangen hebben, iets te onderne- nemen, eu toch tot geen besluit komen, omdat geen van do genoegens, die men bedenkt, op den duur begeerenswaard lijken. „Ik zal naar huis gaan en mij daar in mijn geluk verheugen", zeide hij eindelijk; maar dat vond hij toch al te vervelend. Hij had zijn kamer muren in de laatste dagen zoo vaak en zóo hardnekkig aangestaard, dat zij hem werkelijk niets belangwekkends meer te vertellen h«dden. Neen, niet naar huis, maar waar dan heen Eerst dacht hij eraan, Assberg op te zoeken. Hg was juist in de goede stemming om hem te plagen en in de maling te nemen maar neen, die moest maar zien, hoe hg zonder hem ge lukkig werd. En plotseling stond hij voor het huis van zijn kapitein. „Is dat opzet of toeval," vroeg hg zich af; maar hij vond op die vraag geen antwoord. (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1911 | | pagina 4