Dinsdag 5 September 1911. No. 8000. 60e Jaargang. KOSTELOOS. Stadsnieuws. Uitgave van de Naainlooze Vennootschap „De Amersfoortsche Courant, voorheen firma A. H. van Cleeff" HOOFDREDACTEUR: F. J. FREDIRIKS. AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden /"l. franco per post f 1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10cent. Bij regel- abonnement reductie, waarvan tarief op aanvrirg kosteloos. Legale, officieële- en onteigenings- advertentiën per regel 15 cent. Reolames 15 re;,els f 1.25. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kostenevenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de ineasseerkosten in rekening gebracht. Postbus BUREAU ZORTSGBACST 9. Telefoon 19. Wie zicli met ingang van I 1 October doet in- c schrijven alsabonné, ontvangt de tot dien datum verschijnende nummers KENNISGEVINGEN. De Burgemeester van Amersfoort brengt ter kennis van belanghebbenden, dat binnen deze Gemeente twee gevalltn van mond- en klauwzeer zijn voorgekomen. Amersfoort, 2 September 1911. De Burgemeester voornoemd, WUIJTIERS. De Burgemeester van Amersfoort brengt ter kennis van belanghebbenden, dat in de Gemeente Renswoude gevallen van mond en klauwzeer zijn voorgekomen. Amersfoort, 2 September 1911. De Burgemeester voornoemd, WUIJTIERS. Voorzichtigheid. Het doet zoo aangenaam aan, wanneer men in de woorden van een ander terug vindt hetgeen men zelf voelt en deukt. Het trof mjj hoe dezer dagen in een hoofdartikel van de „Haagsche Courant" zoo juist het begrip Voorzichtigheid" in verband met onzen volksaard werd besproken, dat ik de verleiding niet kan weerstaan, dit artikel hier op td nemen. Het woord voorzichtigheid zelf duidt I iets goeds aan: vooraf zien, bekjjken, dus bedachtzaamheid vóór het onderne men van een werk. Üe werkelijke be- I teekenis is ruimer; de voorzichtige is I niet enkel bedachtzaam vóór, maar ook bij elk deel van den verderen arbeid. Onder de volksdeugden der Nederlan- ders neemt de voorzichtigheid een eere plaats in. Zij heet de dochter van de wijsheid, en de volkshumor noemt haar tevens de moeder van de porseleinkast. En zij is inderdaad een kind der wijsheid, in zooverre althans, als zij de vrucht is van ondervinding en deze met wijsheid gelijk staatzij komt met de jaren en is niet eigen aan de jeugd, die niet angtvalüg tegen alles opziet, maar vol vertrouwen denkt, aanpakt en handelt eu natuurlijk vaak bedrogen uit komt. Dit leert haar in 't vervolg voor zichtiger te werk gaan, zich niet over jjs van éen nacht te wagen. Teleurstel ling baart voorzichtigheid, en daar het leven der meeste menscheu uit teleurstel lingen is saamgeweven, wordt men op den ouden dag voorzichtig, omzichtig, angstvallig, wantrouwend, ja, soms zelïs pessimist. Maar er zjjn ook vele voorzichtigeD zonder ervaring en angstvalligen, die nog nooit zjjn teleurgesteld. Hun voorzichtig beid behoedt hen er voor, zich ooit te wagen 't Zpn wjjze lieden, die zich de ervaring van anderen ten nutte maken, ideale scholieren in de leerschool des levens, die zich aan andereu spiegelen. Nooit onder nemen zp iets dan datgene, waarvan zij met het bloote oog den goeden atloop kunnen of meeneu te overzien; 'tzjjn secure baasjes, die zich een gewonen, rustigen en genoeglijken levensweg afba kenen, maar verwonderd opkijken, als hun plannetje tóch soms nog mislukt, hoewel dit zeer goed mogelyk is, want het leven is geen wiskunde en het banen var. den levensweg is geen rekensommetje. 't Is een eigenaardig, maar tevens zeer verklaarbaar verschijnsel, dat de aanprijzing van een deugd een ander gevolg heeft dan men oppervlakkig zou denken. Een deugd is een teer iets. Prijst haar, en gij bederft haar. Haar kenmerk is eenvoud. Noem voorzichtig heid wijsheid en door die overdrijving maakt ge haar tot een ondeugd voor wie 't gelooft en er naar handelt. Want wie in de voorzichtigheid wijsheid ziet, zal haar steeds in acht nemen en dus óok, waar ze niet te pas komt. De voorzichtigheid zelve wordt dan over dreven en ontaardt daardoor in benepen angstvalligheid, die baug is, zich aan lauw of zelfs aan koud water te zullen branden. De voorzichtige neemt een afwach tende houding aan tegenover vreemde menschen en dingen. Ge wilt een vreemdeling, die zich in uw dorp of buurt heeft gevestigd, vriendelijk en hartelijk tegemoet komen, omdat ge u in zijn plaats denktmaar gezeten lie den met levenservaring geven u op den ernstigsten toon der wereld den natio- nalen raadik zou eerst de kat maar eens uit den boom kijken je kunt nooit weten, enz. Uw onvoorzichtige, hartelijke vrien delijkheid zou u iu ongelegenheden kun nen brengen daarom is Nederland lie ver onhartelijk. Voorzichtigheid is goed maar zy mag andere, grootere deugden niet in den weg staan. Er zijn vele dingen, waarmee men voorzichtig moet te werk gaan, teereen kostbare zaken, die men niet of slechts even mag aanraken. Wie iets onder neemt, moet vooraf bedachtzaam over wegen, op welke wijze hy zijn doel kan bereiken. Deze bedachtzame voorbereiding is de voorzichtigheid van den wijze, en zij is voldoende. Doch zich met voorzichtigheid wape nen tegenover alles en iedereen is ver keerd, omdat dit in angstvalligheid ont aardt en het goed vertrouwen benadeelt, dat onmisbaar is voor het welslagen, en omdat dit den geestdrift en de bezieling doodt, die de kracht uitmaken van elke handeling. De voorzichtige loopt gevaar, zóólang te dralen, tot de gelegenheid voorbij is of eeu ander hem den loef heeft afge stoken hij is geen baanbreker, geen wegbereider, geen landontdekker. Hun voorzichtigheid is goedkoope wijsheid, die achterna altyd gelijk heeft; zij is een zuster van de wpsbeid der beste stuurlui aan den wal. 't Geluk is met den stoutmoedigewie niet waagt, wie niet wint! Haast zou ik zeggenzalig zijn de onvoorzichtigen, want hunner is het goed vertrouwen in 't geloof in menschen en dingen. Beter is het onvoorzichtig veel te doen en vaak bedrogen en teleurgesteld te worden, dan uit voorzichtigheid niets en dus ook niets goeds uit te voeren. Gelukkig, in vele opzichten, de onver beterlpke optimisten! Beleefdheid in huis. Hoe kt rut het, dat zooveel menschen, die in gezelschap zeer gezocht en geliefd zijn, thuis dikwyte de onaangenaamste wezens zijn? Omdat zy daar bun brute neigingen en hun zelfzucht in den naaksten en kaalsten vorm bot vieren. Omdat zij het kleed van beleefdheid, dat hen in gezelschap zoo aantrekkelijk maakl, tiiuis dadelijk uileggen, in de meening het daar niet uoodig te hebben. Inderdaad, wien de grillige bewondering van vrienden liever is, dan de genegenheid en liefde van zijn naastbestaandeo, die moge het overbodig vinden, de beleefdheid ook tot zijn huis uil te strekken; wie echter gevoel heeft voor harmonisch familieleven en waar- leering door zijn familieleden, dien zal het niet invallen, zyn innerlijk menschzyn in het innigste samenleven van de leelykste zijde te doen kenneD. Beleefdheid toch is veel minder hun van nuf, jegens wie zij betoond wordt, doch veel meer huo, die haar beoefenen. Weigeren wij misschieo een beleefd ver zoek, als het in onze macht ligt, act iu te willigen Zeker niet, terwijl het onbeleefde optreden van een ander onzen trots prikkelt eu dade lijk tegen zijn wenschen inneemt. Oodcr beleefdheid thuis is geen stijf zitten en spreken te verstiande vrijheid van het huiselyk leven mag ten volle genoten worden, indien zij anderen niet kwetst of in hun rechten verkort. Tot de huiselijke beleefdheid behoort het behulpzaam en verdraagzaam te wezen, zijn wenschen en verlangens niet grof en brutaal voor te drageu, maar er vriendelijk om te verzoeken. Een goed woord vindt altijd een goede plaats. En aan een vriendelijk woord wordt veel liever eo sneller gevolg gegeven dan aan een half i uw bevel. Verder moet men niet uit het oog verlie zen, dat onbeleefdheid zeer gemakkelijk tot gewoonte wordt, zoodat de nuiselyke toon ook in den omgang met vrienden na korten ot langen tijd zieti doet gevoelen. Hoe onaangenaam echter doet zich een on beleefd mensch in het gezelschap en in het openbaar leven voor. Men kan het aan postkantoren, stations, bij dienstboden en kinderen zooveel malen opmerken hoe de onbeleefdheid verontwaar diging wekt, prikkelt en kwetst. Wie thuis de beleefdheid beoefent, eert in de eerste plaats zichzelf, omdat hij zijn omgeving op gepaste wijze behandelt. A's echter beleefdheid reeds bij den man een zoo moeilijk te ontberen deugd, is hoeveel meer moet dan een vrouw haar beoefenen En daar vooral het huis de wereld der vrouw is, moet zij zorgen voor netheid en fatsoen ui huis. Zij dient steeds met een goed voor- beeld vom- te gaan bij dienstboden om hen aliyd beleefd te behandelen. Verre zy het van haar, door twist of scheldwoorden zich dagelyks eerbied en ach- iing af le dwingen. Daardoor maakt zyzich onbemind eu gevreead. Zij geve haar bevelen in beslisten vorm, op beleefden toon en spoedig aal zich deze toon aan de overige fcuisgeuooteu raeedee- len. En onder dezen dulde zy ook nooit kleine onbeleefdheden. Haar dienstboden, haar kinderen, ja, niet zelden haar man, zijn dikwyls trouwe spie gels der huisvrouw. Mocht toch iedere vrouw zich hiervan volkomen bewuit zijn en daarom zich meer en meer vormen en veredeleD, opdat zich in haar nabijheid louter goede beschaafde menschen ontwikkelen. Men gelooft niet, hoe gemakkelijk zich fouten en slechte gewoonten op andere menschen overdragen; juist de vrouw heeft een buitengewoon talent om tot het goede op te wekken. Vooral voor kindereu is de toon, die thuis heeracht, maatgevend voor het heele leven; zooals zy het van moeder gezien hebbern en zooals deze het baar heeft geleerd, zullen de meisjes later hun eigen huishouden besturen, en de taal der moeder blijft die den jongens by tot bongen mannelijken leeftyd. Hoe vol verantwoordelijkheid is dus het' voorbeeld der moeder en hoezeer meet zij er naar streven, haar huis vrij te houden van al hetgeen onschoon, onbeschaafd, onbehoor lijk is. In latere dagen danken de kinderen nog hun ouders als zy gewend zija aan beleefd heid ook in eigen kring, want deze eigen schap opent overal deuren en harten. De ideale waarde der beleefdheid thuis staat oneindig hooger van de beleefdheid in den maatschappelijk-in omgang. By Kon. besluit zijn benoem.I in den Mili tieraad voor de lichting 1912 voor de Provincie Utrecht, tot Voorzitter de heer J. H. Th. O. Kettlitz, lid van de Provinciale Staten tot zyn plaatsvervanger mr. H. J. H. baron Van Boetzelaer, lid dier Staten; tot lid mr. Ch. de Wilde, lid van don Gemeente raad van Utrechttot zyn plaatsvervanger de heer G. Serton, lid van dien Raad. Na de lange discussie over den aankoop van „Nimmerdor", weergegeven in het vorige nummer, kwam in de Raadsvergadering van Vrijdagmiddag aan de orde de gebruike lijke roudvraag. De heer Hamers: Het laatste oogenblik is thans voor mij als Raadslid aangebroken en ik wil dat benutten om met een enkel woord afscheid te nemen van U, mijnheer de Burgemeester, van het College vau B. en W. en van mijn medeleden. Ik, voeg daaraan toe een woord van grooten dank voor do vrienschappelijkheid mij steeds in zoo ruime mate bewezen. Moge het U allen welgaan, U en de//uwen, te allen tijde en in elk opzicht, en moge het mij gegeven zijn, nog eenige jaren getuige te zijn van de wel vaart en de voorspoed der Gemeente, dank zij bet k-?chtig optreien en wijs beleid van haar Raad. (Instemming). De Voorzitter: Zooals u gehoord hebt, ben ik een tegenstander van den aankoop van Nimmerdormaar dit neemt niet weg, dat ik mij van harte kan vereenigen met het denkbeeld van de meerderheid van den Raad, dat die aankoop moge strekken tot den toenemenden bloei van Amersfoort en de Gemeente veel voordooien moge brengen. In dit verband wensch ik den heer Gerritsen er dank voor t? oreogen, dat hij Amersfoort in de gelegenheid heeft gesteld, Nimmerdor te koopen. Hem toch is Nimmerdor te koop aangeboden, doch hij wensebte eerst de Ge meente de gelegenheid te geven, den koop te sluiten. Ik breng hem daarvoor hulde. De heer Jurissen: Tot myn spijt kan ik mij niet vereenigen met dien aank en

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1911 | | pagina 1