BLOCKER'S
CACAO
l F. 1
NIEUW PARIJS
Alléén
SINGER
SINGER-MAATSCHAPPIJ,
DAALDERS
BRILLEN en PINCE-NEZ
Gebroeders Cutz.
WIN TER-ARTIKELEN.
Nationals Vereeniging,
tot steun aan miliciens
Feuilleton.
i
Onze machines behoeven
geen aanprijzing.
in winkels met DIT uit
hangbord zyn de
Naaimachines
verkrijgbaar.
Wij verzoeken slechts
er op te letten, dat ze
aan het juiste adres
gekocht worden.
Amersfoort, Westsingel 49 hork Varkenmarkt.
KOFFIE is duurder geworden, doch
kost nog steeds 1.50 per bus
van 1 Kilo (s Pond).
Kleinere bussen naar verhouding.
Magazgn van alle bestaande soorten
in alle metalen, -
Alle opti-clie-, verhand- en zieken-vorplegingsartikelen.
Prima kwaliteit Scharen. Hessen en bijliehoorende zaken.
Reparatiën aan Brillen worden direct uitgevoerd. - - -
Drillen worden gelev -rd op voorschrift van H.H. Doctoren.
Aanbevelend,
Mil
J. ij Telefoon Xnterc. 83,
Langestraat 42.
ROTTERDAM - GRONINGEN - AMSTERDAM
Hier ziet U hoe aan Noorsche stranden
Men vangt de Dorsch met veel beleid
Waaruit door tal van rappe handen
CATZ LEVERTRAAN men steeds bereidt.
koopt uw
zoowel luxe-artikelen
als speelgoed,
Langestraat 37
U kunt dan ook ruilen en hebt, indien
dit onverhoopt noodig is, recht op
reclatneereu.
>000000®® tetter
RUIME KEUZE
D. J SMITS ARNHEMSCHESTRAAT 20
TELEFOON 229. O O O
Distill. Wijnen, Likeuren,
Lieve Vrouwe-kerkhof, AMERSFOORT*
Afdt't'ling Amersfoort en omstreken.
MARY.
13.)
„Niet geladen," zeide Fritz, terwijl hij Meyer
het geweer gaf.
Maar hoe dom Meyer andera ook was, zóo
dom wa» hij niet, dal hij deze liet niet begreep.
Er was hem al zoo vaak verteld, dat hpt geweer
niat geladen was, maar wanneer hij dan aftrok,
was er töch een patroon in den loopmen had
hem dat sprookje maar verteld opdat hij rustig
zou schieten.
„Jawel, dat grapje ken ik," dacht Meyer.
Toen begon hij te richten; naast hem stond
Fritz en die zeide:
„Rustig nu maar; linkeroog toe; met het
rechteroog de vizierlijn nemen scherp zien langs
den middenbovenkant van het vizier en den
bovenkant van de korrel naar het zwarte punt
onder aan de roos van de schijf. Zoo; nu druk-
punt nemen en den wijsvinger langzaam gekromd
aan den trekker brengen en dun langzaam,
langzaam, heel langzaam doordrukken."
Fritz geloofde al, dat zijn vermaningen ge
holpen haddenmaar daar schrok Meyer plot
seling als had iemand vlak naast hem een kanon
afgeschoten. Hij sloot beide oogeD, trok en rukte,
maar tot zijn groote verbazing was er werkelijk
geen patroon in den loop.
„Meyer, menscb, je bent een uil," stoof Fritz
op. „Als ik je zeghet geweer is niet geladen,
dan is het ook niet geladen. Begrepen 7"
„Jawel, luitenant."
„Nu dan nóg eens en dat zeg ik je, wanneer
je ditmaal niet heel rustig afdrukt, dan zal du
duivel je halen. Geef je geweer hier; ik zal het
Wollen Dekens
Reisdekens
Tochtdekens
Tochtvackt
Tochtband.
Tochtschermen.
Voetzakken
Vachten en Vellen
Wagen kleedjes
Theewarmera
Waterstoven
ZIE DE ETALAGE.
niet laden."
Een oogenblik later had Meyer het geweer
weer in zijn handen.
„Als ik nu maar wist of het geladen is of
niet," redeneerde Meyer. „De luitenant heeft wel
gezegd wanneer ik zeg, dat het geweer niet ge
laden is, dan is het ook niet geladen maar dat
zeggen ze allemaal om ons rustig te houden. Nu
ia het maar de vraag, of men den nieuwen lui
tenant meer kan gelooven dan den ouden. We
zullen eens zien, maar in ieder geval doe ik m'n
oogen dicht; zeker is zeker".
Wanneer Frits deze gedachten had kunnen
raden, dan zou hij zieh niet zooveel moeite ge
geven hebben om den man rustig te houden.
Hij begon weer op nieuw
„Rustig Meyer, heel rustig; het geweer is niet
geladen; het linkeroog dicht doen, met het rech
ter de vizierlijn nemen zónnu drukpunt nemen
en den rechter wijsvinger langzaam dichtdruk
ken
Daar klonk het schot en Meyer viel bijna
achterover.
„Nu ja," dacht hij, „daar heb je het alde
nii uwe luitenant is al net als de oude, geen
haar meer te gelooven."
„Meyer, Meyer, wat moet ik met jou begin
nen. Verduivelde kerel, als ik tegen je zeg, dat
het geweer niet geladen is en het is ook werke
lijk niet geladen, dan knip je met de oogen, en
wanneer het wel geladen is, dun knip je óok.
Wanneer doe je dat nu eigenlijk niet?"
«Als ik niet schiet".
Was dit antwoord dom of brutaal?
Iu ieder geval werd Fritz woedend en hij
pakte zóo uit tegen Meyer, dat deze niet meer
wist boe by het had.
„Laat den man een oogenblik weggaan", klonk
ploHeling een stem.
Fritz keek op. Voor hem stond zijn kapitein.
„Dat mankeert er nog net precies aan", dacht
Frite.
Toen stuurde hij Meyer weg, die zoo snel liep
als zijn beenen hem dragen konden.
„Nu krijgt de luitenant het op zijn huid/
dacht Meyer„de kapitein kan ook aardig grof
zijn, maar bij het schieten wil hij dat schelden
en opspelen niet hebben. Hij zegt, dat dat ons
nog onrustiger maakt en daarom komt hij mnur
nooit bij het schieten, want hij kan zichzelf
niet inhouden."
En Meyer had gelijk met zijn redeneeringen.
Nauwelijks was de kapitein alleen niet zijn
luitenant, tosn hij dezen ruwweg toevoegde
„Daarom heb ik u hier niet neergezet, opdat
u de menschen met uw opspelen zenuwachtig
zoudt maken. Daarmede bereikt u niets. Hoe
rustiger uzelf blijft, des te rustiger blijven de
menschen ook. Alleen niet geduld kunt u dit
"edaan krijgen."
„Jawel, terwijl men intusschen inwendig van
drift bijna eeu beroerte krijgt," dacht Fritz;
maar hij paste wel op die gedachte te uiten.
Nog w 1 vijf minuten praatte de kapitein op
dien toon tot zijn luitenant doortenslotte
zeide hij
„Roep Meyer terug en blijf nu eens kalm.
Ik wil eens zien hoe u met de manschappen
dienst doet."
Dadelijk daarop verscheen Meyer j maar toen
hij zijn beide superieuren zag, zakte de moed
hem in de schoenen.
„Als dat maar goed gaat," dacht hij. „Twee
tegen óen, dat is niet eerlijk en nu zal ik het
oker wel op mijn kop krijgen."
Fritz bedwong zijn boosheid over h«t standje
van zijn kapitein met alle geweld en zeide met
bijna klassieke rust:
„Geef mij het geweer, Meyer."
Hij manoeuvreerde er eenige oogenblikken
mede en gaf het daarna terug.
„Geladen of niet," wilde Meyer vragen, maar
dat ging toch ten slotte niet en dus keek hij
het Rtweer maar eens onderzoekend aan.
„Ik weet niet of het geladen is, of niet,"
zeide Fritz.
Werkgevers, die betr0u wbare
werkkrachten noodig hebben, en Miliciens,
die naar werkzaamheden uitzien, worden
verzocht zich te wenden tot hot Secreta
riaat dor afdeeling, Schitnnieiponninck-
straat 41, to Amersfoort.
N.B. Alléén die miliciens, waarvan do
dienstrapporten, opgevraagd bij
hunne laatst commandeerend.t
officieren gunstig luiden, komen
in aanmerking voor steun door
do vereeniging.
De kapitein wierp zijn luitenant een goed
keurenden blik toe die zooveel zeggen moest als
„Zoo is het goed". Toen begon Fritz weer met
de intruclie. Eerst verbeterde hij de positie van
deu man en toen draaide hij weer at
„Linkeroog toe; met het rechteroog scherp de
vizierlinie nemenscherp over de korrel een
het vizier richting nemen en de vizierlijn op
hot doel richten. Het geweer stil houden. Zóo
is het goed. Nu drukpunt nemen en de vizier
lijn op het doel richten. Het geweer stilhouden.
Zóo is het nu goed. Nu drukpunt nemen en
den rechterwijsvinger langaam doordrukken,
langzaam heel lang zaarn."
Frits sprak de laatste woorden inderdaad zóo
kalmeerend, dut een wild paard er rustig by zou
zijn geworden en opnieuw richtte de kapitein
een goedkeurende blik op zijn luitenant. Zóo
was het goed. Zóo moest Meyer wel kalm worden.
Maar Meyer's zenuwen waren anders dan die
van andere menschenwant in plaats van nu
rustig af te trekken, knipte hy tóch weer erger
dan ooit en het schot ging af de kogsl vloog
op twee pas afutands den grond in.
„Nu, als ik nu niet op mijn ziel krijg," dacht
bij en op het zelfde oogenblik voelde hy hoe
iemand zijn helm afnam en die dadelijk daarop
met zóo'n kracht weer op zijn hoofd zette, dat
de rand, die zijn oogen beschermen moest, hem
plotseling voor den mond zut.
Om hem heen heerschte volkomen duisternis.
Hij kon niets maar wel hooren:
„Ellendige lumraw," vloekte zijn kapitein,
„geloof jij, dat de luitenant en ik lust hebben
ons over jou te ergeren Kan jij met je ver
vloekte oogen dat ellendige knippen niet af
wennen Dit _._i_
de lucht of
vier dagen de doos in.„
en dat ellendige kni|
t zeg ik je, als jij nóg
in den grond schiet, df
weer in
dan ga je voor
(Wordt vervolgd.)