Dinsdag 5 December 1911. No. 8039. 61e Jaargang. KOSTELOOS. Stadsnieuws. Citgavc van de Naamloozc Vennootschap „De Ainersfoortsclie Courant, voorheen firma A. H. van Cleeff". HOOFDREDACTEUR F. J. 7HSDEHZES. AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f\.— franco per post 1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bij regel- abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, ollicieële- en onteigenings- advertentiën per regel 15 cent. Reolamos 15 regels f 1.25. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening rcbracht en kosten eveoals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseer kosten in rekening gebracht. ZOHTEGEÜCHT 9. Postbus 9. Telefoon 10 pie zich met ingang van 1 Januari doet in schrijven als abonnc, ontvangt de tot dien datum verschijnende nummers KENNISGEVING. De Burgemeester van Amersfoort Brengt ter kennis van de ingezetenen dezer Gemeente, dat het door den Directeur van 's Rijke directe belastingen, enz. te Utrecht exe- cutoor verklaard kohier No. 12, van de Personeele belasting, over het dienstjaar 11)11 aan den Ontvanger van 's Rijks directe belastingen alhier is ter hand gesteld, aan wien ieder verplicht is zijnen aanslag op den bij de wet bepaalden voet te voldoen. Gedaan en op de daarvoor gebruikelijke plaatsen aangeplakt te Amersfoort, den 4 Decem ber 1911. De Burgemeester voornoemd, WUIJT1ERS Om onzer kinderen wil. Wat geeft gjj, ouders, uw kinderen mede op hun levensweg Ziet daar eet) vraag, die wij u voor een oogenblik ter overweging willen voorleggen. Ik zal en wil niet aannemen, dat gij over die vraag nog niet hebt nagedacht. Zelfs wil ik onderstellen, dat gij, voor u zelf overtuigd het goede met uw kinde ren voor te hebben, bezig zjjt een bepaald plan uiet hen uit te voeren. Vooreerst laat gij hen goed leeren. Zoo verzameleu zjj een soort kapitaal, dat onvervreemdbaar is en, blijven zjj naar lichaam eu geest gezond, altjjd zijn rente zal kunnen afwerpeneen kapitaal bo vendien, dat, óok als de lichamelijke gezondheid hen begeeft, hun nog rente zal kunnen geven. Dan zorgt gjj nog op andere wjjze. Als verstandige ouders laat gij dat uw kinderen natuurlijk niet merken. Intns- schen zjjt gij er voortdurend op bedacht, door jjver en overleg, iets voor uw eigen ouden dag weg te leggen, dat bovendien later hun ten goede kan komen. Want, zoo redeneert gjj, in het vuur hunner jeugdige geestdrift zjjn zjj geneigd, over de waarde van het aardsche slijk wel wat te luchtig te denken. Maar als zjj maar eerst verder op den levensweg zijn en het leven mot zijn onvoorziene zorgen hen gaat plageu, dan valt dat geminachte aardsche slijk er zoo zoetjes in en zjjn zij hun ouders, ook als deze eenmaal hen niet meer kunnen raden en helpen, dankbaar omdat zjj op zoo voortreflijke wjjze vooruitzagen en toch maar weer gelijk hadden in hun zorg. Laten wij aannemen, dat gij tot de tielukkigeu behoort, die op deze wyze voor uw kinderen kunt zorgen. Meent gy dan genoeg gedaan te hebben t Aetdaav een vraag, die wat dl?per dringt, in het wezen der dingen en in de bezwaren by deO°oPk°dati"Sala gij om al deze zaken denkt en in staat zyt in deze opzichten te doen wat mv hand vindt en uw hart U drijft om te doen, ooit dan nog hebt l'ü liet gevoel, dat nog niet alles is ge- dim. Eu het is dat gevoel, die weten- Sao, welke in ernstige oogenbijkken, als de diepere drijfveeren van het leven aan de oppervlukte komen, u bjj al uw zorg vaak ongerust maken. Als nu eens nl die moeite tcvergeefsch was! Als nu eens, oudauks ul hetgeen ajj doet voor de vorming van zjjn verstund, kwade neigingen, karakterfouten hem de baas werden en de kennis, zoo jjverig vergaderd, eerder dienden om zjjn zelf zucht op verfjjnder wjjze te bevredigen dan om hem geschikter te maken voor het leven en 's levens strjjd! Ziet daar den angst, die vele ouder harten met kommer vervult. Water aan te doen Als het kind maar eerst begrjjpt wat vader en moeder drjjft, dan, zoo hopen velen, zal het ook wel anders komen te staan tegenover al die bewjjzeu hunner liefde. Muur welke zekerheid hebt gjj dienaaugaande Leert niet de droeve ervaring van anderen, dat ook dat veelal uitbleef! En dat al die zorg, ul die zelf opoffering, ten slotte nimmer werden gewaardeerd En nis het dat nu maar alleen was. Want de ouders zjjn reeds gelukkig als hun kinderen het zijn. al vimleu de ouders dan niet waarop zjj tueenen aan spraak te mogen maken. Maar de zaak zit nog dieper. Elk mensch van eenige ervariug weet nu eenmaal, dat kennis eu geld, hoe onmis baar ook, ten slotte niet de machtigste voorwaarden zjjn voor sucees in het leven. Achter dat alle3 staat de persoouljjk- lieid, het karakter, do wil, de heerschappij over allerlei neigingen, in liet algemeen hetgeen iemand maakt tot het van an deren zich onderscheidend wezen. En dat moet voor het leven berekend zjjn, door verstand en geweten zich laten leiden, levenswijsheid hebben verwerkt tot, in zicht eu beginsel. liet is een gelukkig verschijnsel, dat in de opvoedkunde tegenwoordig deze kant van het leven naar voren wordt gebracht als een, die maar al te veel werd verwaarloosd. En het is merkwaardig met hoeveel graagte deze inzichten door onze naar levenswaarheid dorsteude tjjdgenooten zijn aanvaard. Een bekend schrjjver op dit gebied is dr. F. W. Foerster, Duitscher van af komst, thans privaat-docent te Zürich, in Zwitserland. Maakte hjj voor eenige jaren reeds naam en school door zjjn in verschillende talen overgezet weik „Jugendlehre" (in het Ncderlandsch vertaald onder den titel Levenskunst"') thans heeft hij de opvoed kundige litteratuur verrjjkt door een op het zelfde gebied maar weer anders zich bewegend boek, dat, bjj den uitgever J. Ploegsma, te Zwolle, verschenen, den titel draagt „Levenswandel" en dat nu reeds zjjn tweeden druk beleeft. Dit is geen boek uitsluitend voor man nen van het vak. Het is geschreven, eu op zeer heldere en pakkeude wjjze, voor iedereen, die bereid is, over deze diepere dingen na te denken. In vele, gevvoonljjk korte hoofdstukken, wordt gehandeld over de vragen, die in verschillende omstandigheden des levens kunnen eu zullen rijzen. En telkens trof het ons bjj het lezen, dat Fürster de dingeu zoo bij hun juisten naam noemt, zoo, als wjj Nederlanders het zeggen, precies den spjjker op den kop slaat. Hij verstaat de kunst, over kiesohe zaken ernstig te spreken zonder prentsch te worden, dë~dingen hij hun naam tenöe- men zonder onkiesch te zjjn. Als gezichts punt waarvan hjj uitgaat, vindt gjj dan voortdurend terug een hooge opvatting van bet wezen van den meuscli, een diepgaande kennis van de krachten die des mensehen innerljjk bestaan beheer- schen en vaalt verrassen. Men voelt het onder het lezen, deze man heeft begrepen wat beteekeuen de woordenzedeljjke wereldorde. Zjj zjjn voor hetn de dieper liggende werkelijk heid, welke te ervarou en te aanschou wen alleen is weggelegd voor wie begint zjjn zinnelijke krachten te beheerscnen en naar het ware doel van het leven te zoeken. liet boek is duarbjj niet alleen voor ouders en onderen geschikt, tnaar kan ook aan jongelieden, die over het leven beginnen na te denken, in handen wor den gegeven. Indien allen, die met de taak van op voeding belast zjjn, een boek als dit tot bun eigendom hadden gemaakt en in huu werk er door beheerscht werden, wat zouden er minder kinderharten ver knoeid worden, minder zielen bljjven schreien naar wat liefde, wat zouden er meer begrepen worden, wat zouden er meer meusclien met karakter worden gevormd Korae het daarom in veler handen en vinde liet ijverige en belangstellende lezers A. O. W. M. Nogmaals do Militiowct. Hi t Kumerüd Mirchan l heeft een reeks artikelen geschreven in »De Telegraaf» waarin bij op zeer populaire wijze da Militiawe», welko zeer vermoedelijk in bet aanstundu voorjaar in werking Zal treden, hoeft uiteen gezet. Van enkele zijden wordt de vraag gedaan, aldus de »T'el.«, of nu in de nieuwe wi t de zoogenuamd «grootere helft* wordt vrij gesteld, terwjjl die grootore helft tot dus- vei' moest dienen ook weder de eenige zoons vrij zullen zijn. De zaak zit zóo «Vrijstelling wegens broederdienst zoo ljidt het artikel wordt verleend aari den ingeschrevene, w'ens wettige broe der of wettige halfbroeder bestemd is ter ii ljjving bjj de militie of wel dient of ge diend hooit, hetzij bij de militie, hetzij als vrijwilliger bij de zeevaart, bij liet leger bier te laude of bjj de koloniale troepen», enz. En verder is bij do uitvooi injsart kelen o.m. bepaald «Wegens broederdienst wordt vin elk aantal broeders de helft of, is hun gotal oneven, de grootere helft vrijgestelde, enz. Hieruit bljjkt dus, dat van broederdienst en van vrijstelling wagons broederdienst slechts sprake kin zijn, zoo er zich in een gezin broeders bevinden, Dat bet geval «eenige z on* niet onder deze bepalingen kan worden begrepen, is duideljjk. De eenige zoon moet dus onder de niouwe wot, geljjk onder de oude, dienen ten ij hij om «en andere reden (kostwinner, geeste lijke, in opleiding voor Indië, enz.) van den dienst zal wor len vrijgesteld. Itclangstelling voor Initio. Het »In<tologenblad« constateei t, dat de be langstelling in het moederland voor Oost-Indië gelukkig ir t) toeneem'. »En toch«, zoo vervolgt het, til groeit die belangstelling, op algemeenheid kan zjj nog lang geen aanspraak maken. Aan dien toosttud inoot een einde komen. Indië moet worden, voor heel ons volk, het eerste land waariu de Hollander naast zijn eigeu va derland oprecht belang stelt, maar bovenal moet in Nederland de sympathie voor Indië algemeen worden. Er is in Indie zeker veel slechtsmaar waar ontbreekt dat Er is daar echter ook veel goeds, waarop to wei nig wordt gewezen. „Veel Hollander» trekken naar het buiten land. Waarom wordt Indië nog zoo veel over geslagen Is het dan geen mooi doel, naast het verwerven van een goede positie in de maatschappij tevens te kunnen medewerken tot het vervullen van den plicht, die Hollund in Indië heeftde bevolking van TropLch Ne derland op te voeren tot hooper peil vun beschaving, opdat, zoowel zedeljjk als stoffe lijk, niet slechts wjj, maar ook zij kan ge nieten van de rjjkdommen, die Insulinde in haar schout verborgen heef Ontbreekt ons volk daartoe de enegie «Wjj mogen dit, gelet op hetgeen wjj eens in vroeger tijden waren, niet aannemendoch ons volk kent in zjjn geheel Indië niet of nauweljjks. Dat men reeds op verschillende wijzen de kennis van onze koloniën bjj ons volk tracht te vermeerderen, is natuurlijk zeer toe te juichen maar toch zullen die pogingen slechts een vrjj schamel succes hebben, wanneer niet een machtiger factor zjjn medewerking en steun verleent, nl. liet onder wjj», en wel meer speciaal het Middel baar onderwjjs. «Met is waarlijk bedroevend hoe weinig aandacht in de schooljaren nan onze koloniën bt-steed wordt, linmeis slecht» vormt de leer stof daarover een onderdeel vnn twee bjj vak ken Geschiedenis en Aardrijkskunde, terwijl men feiteljjk een hoofdvik «Onze Koloniën* op het leerprogruni moest aantreffen. «Wjj noemden hierboven de beide bjj- vnkken, waarvan de leerstof over Indië op Middelbnre scholen een onderdeel uitmaakt, doch de hoegrootbe.d vun die leerstof ver mindert nog, wanneer we in aanmerking nemen, dat do belangstelling van den ba lrokken leeruur, die xelt nooit in de koloniën geweest i», dm zelf hier in Holland zijn werkkring beeft en voor wien dus moestul weinig reden bestaat, zich speciaal voor indië te iutereseeren, over bet algemeen vrjj ge- ring is, zoodat tiet onderdeel inderdaad vaak tot een onderdeeltje wordt. Voor de Gym nasia, die toch óok Hollundsche krachten voor Indië kunnen en moeten laveren, is du aan Indië bestede aandacht gevoegljjk door het cjjti-r nul weer te geven. «liet i9 dus niet te vet wonderen, dat de echte llollindsche jongen, die door geen familiebetrekkingen aan de tropen gebonden is, weinig belang stelt in onze koloniën, om de oenvoudige reden, dat bjj er te w Inig van weet. „Het zou daarom zoogoed zjjn, Indië meer bekend te maken onder de rjjpere jeugd. Dit kan op geen betere wjjze geschieden dun door hot Middelbaar- en hel Gymnasiaal on derwijs. Men geve echt populair, opwekkend onderricht niet liet aanbrengen var: droge en onnutte detailkenoi»over onz# koloniën en bun geschiedenis, dat toch ook zeker hem, die luter niet zjjn werkkring in de tropen zoekt, ztl ten goede komen. Welk een groot voordeel is er voor onzo koloniën, en dus ook voor het mopderland, niet aan verhonden, dat men ook in Nederland algemeen ito kololiën goed kent en in haar belangstel', waardoor de Nedurlandscho bundel en indu strie niet langer aarzelen, krachtig met de koloniën samen te werken.* II. M. dl Koningin zul It December van Het Lou terugkonen naar den Haag. Mr. VV. F. K. 1'. graaf Van Bylandt, van 1882 tol 1897 lid van de Tweede Kamer

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1911 | | pagina 1