Dinsdag IQ December 1911. No. 8045. 61e Jaargang. Stadsnieuws. üitgave van de Naainloozc Vennootschap „De Amersfoortsche Courant, voorheen firma A. H. van Clceff". HOOFDREDACTEUR: P. J. TRED BRIES. AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag- Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden ƒ1.— franco per post ƒ1.15. Advertontiön 1—43 regels GO cent; elke regel meer 10cent. Bij regel- abonnement reductie, waarvan tarief op aanvriag kosteloos. Legale, ofiicieële- en onteigenings- advertentiën per regel 15 cent. Reclames 1—5 regels 1.25. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij adveitentiën van buiten de stad worden de incasseer kosten in rekening gebracht. EOHTEGRACHT 9. Telefoon 19 KENNI8GEVING. Inschrijving voor do NATIONALE MILITIE. Burgemeester en Wethouders dor Ge meente Amersfoort, Gelet op art. 17 der Militiewet 1901 (Staatsblad no. 212. van 1901), Herinnoren ingezetenen aan do ver plichting tot het doen van aangifte ter inschrijving voor de Nationale Militie van jongelingen, die in het jaar 1893 geboren zijn. Tot het doen dezer aangifte worden de daartoe verplichte personen uilgcnoo- digd. zich voorzoover mogelijk aan te melden tor Gemeente-secretarie op Dinsdag den 2en Januari 1912 voor hen wier ge slachtsnaam begint met do letters A tot en met G, op Woensdag den 3 Januari 1912 voor hen wier geslachtsnaam begint met de letters II tot en men Q, en op Donderdag den 4en Januari 1912 voor hen wier goslachtsnan n begint met de letters R tot en met Z, telkens van des voormiddags 10 lot dos middags 12 uur en van 2 tot 4 uur des namiddags, en dat de bepalingen, vastgesteld bij Hoofdstuk II der voormelde wet, ton opzichte van de inschrijving voor do militie, luiden Art. 13. Voor do militie wordt inge schreven lo ieder minderjarig mannelijk Neder lander, dio binnen het Rijk, in het Duit- sche Iiijk of in Koningrijk België verblijf houdt 2o. ieder minderjarig mannelijk Neder lander, wiens vader, moeder of voogd binnen het Rijk, in het Duitsehe Rijk of in het Koningrijk België woonplaats heeft 3e. ieder meerderjarig mannelijk Neder lander, die binnen het Rijk, in liet Duit sehe Rijk of in het Koningrijk België woonplaats heeft; 4o. ieder mannelijk ingezetene niet- Ncderlander. zoo hij op den lsten Januari van hot jaar het 19de levensjaar was ingetreden en niet verkeert in een der bij art. 15 omgeschreven gevallen. Ingezetene is, voor de toepassing van het bepaalde hierboven onder 4". A. de binnen het Rijk verblijfhoudcndc minderjarige niet-Nederlander a. wiens vader, moeder of voogd bin nen het Rijk woonplaats heeft en haar gedurende de voorafgaande achttien maan den in het Rijk of de koloniën of bezit tingen des Rijks in andere wcrclddeclen gehad heeft; b. van wiens ouders do langstlevende bij zijn of haar overlijden in het hierbo ven onder a omschreven geval verkeerde, al verkeert zijn voogd niet in dat geval of al is deze buiten 's lands gevestigd c. die door zijn vader, moeder of voogd verlaten is, of die ouderloos is, of in wet telijkcn zin geen vader of moeder Deelt en van wien niet bekend -s, dat hij een voogd heeft, indien hij gedurende de voorafgaande achttien maanden in liet Rijk verblijf gehouden heeft B. Do meerderjarige niet-Nederlander. dia binnen hot Rijk woonplaats heeft en haar godurende de voorafgaande achttien maanden in het ltijk ot do koloniën of bezittingen des Rijks in andere noield- deelen gehad heeft. Voor minderjarig wordt voor de toe* Dassing van hot bepaalde hierboven onder TiS,ouden hij. die minderjarig is in dm. zin der Nederlandsche wet. koor moei- derjarig wordt voor de toepassing tan het bepaalde hierboven ondor B. gehou- den hÜ, die meerderjarig .is in den z,n van voormelde wet. Art 14- De inschrijving geschiedt. fo van hem. bedoeld in art. 13. ocrslo zinsnede lo; zoo hij binnen hot Rijk verblijf houdt en zijn vader, moedor of voogd aldaar woon plaats heeft, in de Gemeente der woon plaats van vador, moeder of voogd zoo hij binnen het Rijk verblijf houdt en zijn vader, moeder of voogd elders dan binnen het Rijk woonplaats hoeft, in do Gemeente waar hij verblijf houdt zoo hij doorzijn vader, moeder of voogd verlaten is, ouderloos is, of in wettelijkcn zin geen vader of moeder heeft en liet niet bekend is, dat hij een voogd heeft, in de Gemeente, waar hij verblijf houdt; zoo hij in het Duitsehe Rijk verblijf liondt, in do Gemeente Amsterdam zoo hij in het Koningrijk Belgic- ver blijf houdt in dc Gemeente Rotterdam 2o. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede 2ozoo zijn vader, moeder of voogd woonplaats heeft binnen het Rijk, in de Gemeente dor woonplaats van vader, moeder of voogd; is de woonplaats van vador. moeder of voogd in het Duitsehe Rijk, in de Gemeente Amsterdam is zij in hot Koningrijk België, in de Gemeente Rotterdam 3o. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede 3o: zoo hij woonplaats heeft binnen het Rijk, in de Gemeente zijner woonplaats zoo hij woonplaats heeft in het Duitsehe Rijk, in de Gemeente Amsterdam zoo hij woonplaats heeft in het Koning rijk België, in de Gemeente Rotterdam 4o. A. van hem, bedoeld in art. 13. eerste zinsnede 4o., indien hij minder jarig is zoo hij verkcort in het geval, in do tweede zinsnede van dat artikel onder Aa omschreven, in de Gemeente, waar zijn vader, moedor of voogd woonplaats heeft; zoo hij verkeert in hot geval, in die zinsnede onder Ab oinschroven, in do Gemeente, waar zijn voogd woonplaats heeft; is de woonplaats van dezen buiten 's lands, dan geschiedt do inschrijving in de Gemeente, waar do minderjarige verblijf houdt; zoo hij verkeert in een der gevallen, in cvonbedoeldc zinsnede onder Ac om schreven, in de Gemeente, waar hij ver blijf houdt; B. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede 4oindien hij meerderjarig is in do Gomeente waar hij woonplaats heeft. De in de vorigo zinsnede als plaats van inschrijving aangewezen Gemeente is die, waar het verblijf of do woonplaats ge vestigd is of was op den lsten Januaria van het jaar, volgende op dat, waarin do in te schrijven persoon hot 18o levensjaar volbracht, tenzij liet iemand geldt, wiens inschrijving te Amsterdam of te Rotterdam moet geschieden wegens verblijf of woon- plaats onderscheidenlijk in het Duitsehe Kijk of in hot Koningrijk België. Art 15. Voor de militie wordt niel- ingeschreven lo. de ingezetene niet-Nedorlandor, dio i bewijst te bchooren tot een Staat waai de Nederlanders niet aan den verplichten krijgsdienst zijn onderworpen of waar ten aanzien van den dienstplicht hot beginsel van wederkeerighcid is aangenomen; 2o. hij. die bewijst in de koloniën of bezittingen des Rijks in andero werold- deelen verblijf te houden of woonplaats te hebben, al heeft zijn vader, moeder, voogd of curator woonplaats binnen het Rijk. Art. 16. Hij, die volgens art. 13 be hoort te worden ingeschreven, is verplicht zich daartoe bij Burgemoostor en Wethou ders der Gemeente, waar volgens art. 14 do inschrijving moet geschieden, aan te geven tusschcn den lsten en den 31ston Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij het 18do levensjaar volbracht. Bij ongesteldheid of afwezigheid van hem, die zich ter inschrijving moet aan geven, alsmede in een der gevallen, hierna in do vierde zinsnede omschreven, rust do verplichting tot het doen der aangifte indien het een minderjarige betreft, op zijn vader, moeder of voogd; indien het een meerderjarige betreft, die onder curateelo gesteld is, op zijn curator. De verplichting van vader, moeder of voogd geldt evenwel slechts zoo hij of zij binnen het Rijk, in het Duitsehe Rijk of in het Koningrijk België woonplaats heeft. Behoudens de uitzonderingen, bij vol gende zinsnede gemaakt, rust de zorg voor het doen der aangifte uitsluitend op den in te schrijven minderjarige: indien zijn vador, moeder of voogd niet binnen liet Rijk. in hot Duitsehe Rijk of in bet Koningrijk België woonplaats heeft indien zijn vader of moeder, of beiden, de ouderlijke macht missen indien hij door zijn vader, moeder of voogd verlaten isof indien hij ouderloos is of in wettelijkcn zin geen vader of moeder heeft en hot niet bekend is, dat bij een voogd heeft. Hij, die door bestuurders, in art. 22 ver meld, ter inschrijving moet worden opge geven of die in dienst is bij de zeemacht (de marine-resorve en liet korps mariniers hieronder begrepen) bij liet leger hier te lande of bij de koloniale troepen is tot het doen van aangifte niet verplicht. Voor hem of haar, die tot hot doen der aangifte verplicht is, kan do aangifte go- sehieden door een ander, daartoe schrif telijk gemachtigd. De volmacht blijft oi.der Burgemeester en Wethouders berusten. De wijze, waarop van do godnno aan gifte moet blijken, wordt door Ons be paald. Art. 18. Voor do militie wordt ook ingeschreven of wordt opnieuw ingo- schieven lo. ieder minderjarig mannelijk Neder lander, die na den lsten Januari van hot jaar, volgende op dat, waarin hij liotlSdo levensjaar volbracht, en vóór het intreden van het 21ste levensjaar, zijn verblijf bin nen het Rijk, in het Duitsehe Rijk of in liet Koningrijk België gevestigd heeft 2o. ioder minderjarig mannelijk Neder lander. wions vader, moedor of voogd na den lsten Januari van hot jaar. volgende op dat, waarin de minderjarige hot 18de lovensjaar volbracht, en vóór hot introden van diens 21ste lovensjaar, zijn of hare woonplaats binnen het Rijk. in het Duit sehe Rijk of in het Koningrijk België gevestigd heeft; 3o- ieder mannelijk minderjarige, dio na den lsten Januari van hot jaar, vol gende op dat, waarin hij het 18de levens jaar volbracht, en vóór liet intreden van het 21ste levensjaar, Nederlander of op nieuw Nederlander is geworden, zoo hij in een der hierboven onder lo omschre ven gevallen verkeert, of wiens vader, moeder of voogd verkeert in oen der ge vallen, hierboven ondor 2o omschreven 4o. ieder meerderjarig mannelijk Neder lander, die na den lsten Januari van liet jaar, volgende op dat waarin hij liet 18de levensjaar volbracht, on vóór hot intreden van hot 21ste levensjaar, zijno woonplaats binnen het Rijk, in het Duitscho Rijk of in liet Koningrijk Bolgië gevestigd of er woonplaats vorkrogen heeft; 5o. ieder mannelijk meerderjarige, dio na den lsten Januari van hot jaar, vol gende op dat, waarin hij het 18de levens jaar volbracht, en vóór het intreden van het 21ste lovensjaar, Nederlander of op- I nieuw Nederlander is geworden, zoo hij 1 in een der hiorboven onder 4o omschre- I ven gevallon verkcort; 6o. ieder mannelijk niet-Nederlander, die na den lsten Januari van het jaar, I volgendo op dat waarin hij het 18do levensjaar volbracht, en vóór het intreden van hot 21ste levensjaar, ingezetene of opnieuw ingezoteno is geworden in den zin der 2e zinsnede van art. 13. Hierbij gelden de laatste zinsnede van dat artikel en art. 15. Ten aanzien van de Gemeente, waar de inschrijving of de inschrijving opnieuw moet geschieden en van do verplichting tot het doen van aangifte ter inschrijving of ter inschrijving opnieuw gelden de eerste zinsnede van art. 14 en de laatste vijf zinsneden van art. 16. Do aangifte ter inschrijving of ter in schrijving opnieuw van hem, die volgens dc eerste zinsnede van dit artikel moet worden ingeschreven, geschiedt binnen dertig dagen na liet verkrijgen of. word hij reeds vroeger ingeschreven, doch van het register afgevoerd, na het terug erlan gen van het Ncdorlandschap of van het ingezetenschap, of na do vestiging van verblijf, of de vestiging, of het verkrijgen van woonplaats binnen het Rijk, in net Duitsehe Rijk of in het Koningrijk België. Do inschrijving geschiedt in het regis ter betreffende de lichting van het jaar, waartoo do in do eerste zinsnede van dit artikol bedoeldo persoon volgons zijn leef tijd behoort. Art. 22. Behoudens de bepalingen in art. 16 zenden bestuurders van krankzin nigen-, doofstommen- en blindengestich- ton. alsmedo dio der koloniën van wel dadigheid, van gevangenissen, van Rijks inrichtingen en van Rijks-opvoodingsge- gestichten jaarlijks vóór den lOdcn Januari een opgave van de daarin opgenomen mannelijke personen, die op den lsten Januari liun 19do jaar zijn ingetreden, aan Onzen Commissaris in de Provincie, in wclko de inschrijving van die personen voor do militie moet plaats hebben. Deze opgave is ingericht in den door Ons tc bepalen vorm. Art 166. Met boete van ten minste vijftig cent en ten hoogsto honderd gul- wordt gestraft de overtroding van de artt. 16, 18 on 22 Voorts wordt bekend gemaakt, dat van elk. die moet worden ingeschreven, de overlegging van een uittreksel uit het geboorte-register kan worden gevorderd dat dio uittreksels voor hen, die in deze Gomeente in liet jaar 1893 zijn geboren, bij do inschrijving zullen voorhanden zijn en dat zij, die in een andere Gemeente zijn geboren, zich gedurende den loop dezer maand, dagelijks (Zon- en Feest dagen uitgezonderd) van des morgens 10 tot 12 dos middags kunnen vervoegon ter Gemeente-secretarie, ten einde zoo danig uittreksel door tusschonkomst van den Burgemeester te doen aanvragen. Wordende do belanghebbenden vorder, ter bovordcring van orde, verzocht otn de bovenbedoelde tijdsbepalingen nauwkeu rig in acht to nemen, alsmede om bij aangifte mede tc brengen een duidelijke opgave van de woonplaats, met aandui ding van wijk en huisnummer. Dn eerste maal afgekondigd te Amers foort don 14 December 1911. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Do Burgemeester, WUIJTIERS. Do Secretaris, J. G. STKNFERT KROESE. Dr. H. J- Renders, die aan de beurt van aftreden was, stelde zich niet beschikbaar voor herbenoeming tot lid der Commissie van toeziciit op het Lager onderwijs. Notaris J. Bolk nam ontslag als lid van die Commissie.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1911 | | pagina 1