Dinsdag 23
Januari 1912.
0(NA
L Cacao,
Goede Waar
ield_
No. 8059.
61e Jaargang.
ZWAKZINNIGEN.
COURANT.
Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „De Amersfoortsche Conrant, voorheen Firma A. H. van Cleefi".
HOOFDREDACTEUR
P. J. FHSSEHZZS.
AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f 1.—
franco per post f 1.15. Advertentiën 1—6 regels 60 cent; elke regel meer 10cent. Bij regel-
abonnement reductie, wiarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, offlcieële- en onteigen'.ng»-
advertentiën per regel 15 cent. Reolamea 15 regels f 1.25. Bewijsnummers naar buiten
worden in rekening gobrncht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bjj advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
BUREAU:
CORTSQBAOBT 9.
Telefoon 19
KENNISGEVINGEN.
Do Burgemeester van Amersfoort
brengt, ingevolge mededeeJing van den Bar-
gemeester van LeusdeD, dd 19 Januari 1912,
no. 54/6 v, ter kennis van belanghebbenden, dat
zich in die Gemeente een geval van mond- en
klauwzeer heeft voorgedaan.
Amersfoort, 20 Januari 1912.
De Burgemeester voornoemd,
WUIJTIER8.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort
brengen ter algemeene kennis, dat blijkenede
beschikking van den Minister van Landbouw,
Nijverheid en Handel van 4 Januari 1912, no. 80,
2e afdeeling, Bureau A, de in het voorjaar van
1912 te houden gewone Rijkskeuringen van tot
dekking bestemde hengsten, voor zooveel de
provincie Utrecht betreft, vastgesteld zijn op 21
Februari a. s. te Utrecht.
De Regelings-commissie zal tot het aannemen
van inschrijvingen voor bedoelde keuring zitting
houden op Zaterdag 10 Februari a. s. van des
voormiddag! 11 tot des namiddags 12'/, uur in
het Haagsohe Koffiehuis, aan het Vreeburg te
Utrecht.
De aanvragen voor inschryvingsbiljetten moe
ten schriftelijk gericht worden aan den Secre
taris der Commissie, den heer M. L. H.
Thissen, (adres: Landbouwbank Utrecht) en
daarbij moet opgegeven worden
a. naam en woonplaats van den eigenaar en
houder
b. naam, ouderdom, ras, kleur en bijzondere
kentoekenen van den hengit, benevens indien
deze in een paardenstamboek ie ingeschreven
stamboek en stamboeknnmmer
c. zoo mogelijk afstamming van den hengat
zoowel van vaders- als van moederszijde, alsmede
naam en woonplaats van den fokker.
De keuring zai plaats hebben des morgens te
9 ure op bet Vreeburg te Utrecht.
Amersfoort, 22 Januari 1912.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
De Burgemeester,
WUIJT1ERS.
De Secretaris,
J. G. STENFERT KROESE.
Eeuwen geleden, toen de goede geesten
weer eens hun gewone bijeenkomst hiel
den om hun zending onder de menschen
te bespreken, stelde de godin van het
Verstand voor om in den vervolge geza-
menljjk te overleggen* welke gaven elk
kind bjj zjjn geboorte ter verdere ont
wikkeling zou ontvangen.
Hoewel zjj haar voorstel uitvoerig be
pleitte, stemden allen tegen,^behalve de
godin van het Hart.
„Wat verhindert ons," zoo zeide deze
zacht tot de godin van het Verstand,
„om, nu defandWe^fveigeren, samen te
doen wat tg voorstelt. Laat ons, zooveel
mogelijk vereenigd, onze gaven in de ziel
van het kind leggen, het aan de omstan
digheden overlatend of die kiemen in
harmonie met elkaar zich ontwikkelen
zullen. Wat is een menech met een scherp
verstand, wanneer hjj geen hart bezit;
wat vermag iemand, indien zjjn verstand
hem niet leidt bjj de daden, hem door
7,jjn hart ingegeven".
En zoo geschiedt het, dat beide goede
geesten steeds vereend aan de wieg van
elk raenschenkind staan en dat het
hoogste doel, waarnaar wjj, menschen,
streven kunnen, is, om onze gaven van
hart en verstand tot harmonieuse ont
wikkeling te brengen.
Onwillekeurig dacht ik by het lezen
van de geschriftjes, verspreid door het
Bestuur van de. Vëföeniging tot het
Btichten van Christelijke inrichtingen
voor verpleging van zwakzinnigen, me
Probeert (J eens een busje
>4 Kilo bus f 1,50
yi080
y*0A2 'A
0.18
RVAN HOUTEN'S
(stekende^
engij zult versteld zijn over de uitstekende,
kwaliteit in verhouding tof den prijs.
door een vriendelijke hand gizouden, aaQ
dat Arabische sprookje.
Want is in den oenen regel het ver
stand aan het woord om te betoogen,
hoe nuttig en dringend noodzakelijk het
voor do maatschappij en voor de tnis-
deelden zelf is o:n ze in een aparte om
geving te brengen, 'n paar regels verder
richt het Bestuur zich tot ons hart, ten
einde ons or van te doordringon.dat het
een daad van monschlievendheid is om
die ongclukkigen al de zorg, al de toe
wijding te doen deelachtig worden, welke
hun toestand in zoo hooge mate steeds
eischt.
En als wjj eens even stil zitten en
onze gedachten den vrjjen teugel laten,
komt het dan niet bjj ons op, dat or
schier niets ongelukkigers, pyalgkera
denkbaar is dan 'n zwakzinnige in onze
omgeving zien 1 Zou er iets meer aan
je leven, aan je energie knagen dan een
kind, eeu naaste bloedverwant om je heen
te hebben, geestelijk versuft en verstompt!
Zoo'n ongelukkige dient aanhoudend
onder toezicht te staan, omgeven te
worden door nooit verslappende zorgen.
Doch, waar't leven met zjjn »Ansprüche«
in .doorsnee voortdurend den gezonden
mensch tot arbeiden roept, de vrouw in
het gezin, den man in zjjn zaken, daar
wordt zoo 'n misdeelde onder gehuurde
hulp gesteld, als deze bekostigd kan wor
den. Zoo niet, dan groeit hjj maar in
't wilde op, 'n dier geljjk in zjjn be
geerten en hartstochten.
Het lot van zwakzinnigen is daarom
feiteljjk nog veel beklagenswaardiger dan
dat van krankzinnigen de laatsten vin
den in een gesticht liefdevolle opneming,
voortdurende verpleging en leven hun
leven geïsoleerd van de wereld.
Maar de zwakzinnigen bljjven in de
maatschappij, al behooren ze tot de uit-
geworpenen. Ze bezitten tot op zekere
hoogte gevoelzjj zjjn in de gelegenheid
om ongehinderd hun kwade neigingen
te ontwikkelen, vooral waar zjj, aan hun
lot overgelaten, veelal in handen vallen
van gewetenlooze lieden, die een studie
hebben gemaakt van de middelen om
die rampzalige wezens te krjjgen lot al
hetgeen waartoe zo hen willen gebruiken
tot eigen voordeel.
Zoo worden zjj een gewillige en
tegeljjk w i 11 o o z e prooi onder sugge
reerenden invloed; het kleine, kleine
vlammetje van begrip en schaamte dooft
gaandeweg geheel uit ze zinken al
dieper en dieper de vrouwen geëx
ploiteerd tot de weerzinwekkendste doel
einden, de mannen gebracht tot dronken
schap en diefstal allen hun leven
eindigend in de grootste ellende.
Treft men ze niet aan in elke stad,
een of meer van die bekende straatfi
guren, akelig grinnekend bjj den smaad
en den spot, waarmee de ongevoeligen,
die er altjjd onder ons zullen bljjven,
hen bejegenen?
Wat zjjn ze anders dan zwakzinnigen,
gedegenereerden
Denken wij er wel aan, hoe ieder dier
ongelukkigen een levend verwjjt is voor
ons, gezonden naar lichaam en geest,
zoolang we niet de hand uitsteken om
hun lot te verzachten
Schreeuwt, gilt hun ellende ons niet
toe, dat we te kort doen aan onzen
naam als mensch, als voelend, beschaafd
mensch, zoolang we geen poging in 't
werk stellen om 'n evenmensch uit zjjn
verdierljjking op te heffen, zoolang we
ten rniaste er niet iets toe bijdragen,
dat hjj onttrokken wordt aan den alge-
meenen spot en de verfoeilijke listen en
lagen, hem gespannen?
Hebben wjj er wel eens bij stil gestaan,
welk 'n slechten invloed die straat figuren
uitoefenenook op onze kinderen?
Kom om bji onze eigen omgeving
te blijven welke geboren stadgenoot
herinnert zich niet aat bekende straat
type .gekke Aaltje", dat kleine, wanstal
tige vrouwtje met haar groote, bolle
oogen boven de zakwangen „gekke
Aaltje" met haar akeligen grijnslach,
haar wezenloos gillen gekke Aaltje,"
die lag te spartelen op den weg en zich
kromde in allerlei bochten, als de straat
bengels haar toeriepen:Aal, daar kommen
de soldaten an".
En de jongeheeren en de jongejuffertjes,
warm gekleed en goed gevoed, ze hadden
pret in die onzinnige manieren en kuren.
Ze bleven kjjken en kjjken en wierpen
ome Aal centen toe, hopend dat ze noe
langer, zoo gekker zon doenl'Age
Bans pitié,
O, ik herinner me heel goed, hoe 'n
bjj ons weinig getapt Indisch meisje, dat
zich per se in do gunst van ons wilde
dringen, geen beter middol daartoe wist
te bedenken, dan stilletjes in 't speeluur
„gekke Aal" na ta doen!
En ze voelde zich wlit vereerd, als we
op de dansles den jongens vertelden, dat
ze zoo „echt" gekke Aaltje wist na te
maken! 't Gevolg was, dat ze zóodikwjjla
haar gezicht tot akelige grimassen ver
trok, dat het haar ongemerkt tot gewoonte
werd en haar, ouder wordend, bijbleef,
als een soort tan zenuwachtig trekken
en grjjnzen.
Ja, nu schaam je over je harteloosheid;
□u kan je je niet begrijpen, dat je je
vrooljjk maakte over eens anders on
geluk
Als het ons nu nog maar geleerd heeft
om te trachten onze kinderen te vrjjwa-
ren voor een dergeljjk schouwspel door
het onze te doen, aat die deerniswaardige
straattypes een onderkomen kunnen vin
den in gestichten, of liever dat er gestich
ten kunnen worden opgericht om hen op
te nemen.
Want, daarom draait eigenljjk de zaak
In ons land bestaan feiteljjk zulke in
richtingen niet.
Wel zjjn er voor zwakzinnige kinde
ren in de meeste groote steden goede,
speciale scholen, wel openen de gestich
ten „Groot Etnaus" te Ermeloo en de
J. P. Hejje-stichting te Oosterbeek ook
haar denren voor die ongelukkigen, maar
een speciale inrichting voor volwassen
zwakzinnigen, die nooit op eigen beenen
kunnen staan, bezitten we niet.
Maar juist om daartoe te geraken,
werd in 1910 de reeds hiervoren aange
duide Vereeniging geconstitueerd. Zjj
heeft besloten tot de oprichting voor-
loopig van éen gesticht met paviljoen
stelsel, 'n gesticht, dat vooral bedoelt
zwakzinnigen, onverschillig tot welke
gezindte zjj behooren, op te nemen en
hen arbeid te doen verrichten, die, zoo
mogelijk, productief is (en dat is bljjkena
de ervaring niet onuitvoerbaar), arbeid,
welke sommigen wellicht nog eens in
staat stellen zal, later hun brood te ver
dienen.
Reeds is het de vereeniging gelukt
een vierde van het benoodigde kapitaal
bjjeen te krjjgen, 'n resultaat, dat haar
moed geeft niet alleen tot volharden,
maar ook om te beproeven door geheel
ons land mannen ea vrouwen te winnen
voor de zaak, die zjj voorstaat.
Zoo is het haar kier gelakt om een
drietal dames, en wel mevrouw Beekman
Wuytiers, mevrouw AlewjjnjpTlnovrouw
Van Ittersura, benevens diftforissen be
reid te vinden om ljjsten te laten circu-
leeren voor het omschreven doel.
Zjj allen, ze zjjn zich volkomen bewust,
dat er heel veel en heel dikwjjl* van
ons gevraagd wordt, voor allerlei doel
einden. Toch vonden zjj geen vrjjtaeid te
weigeren ook hier een poging te wagen
om een steentje bjjeen te krjjgen voor
een inrichting, die zoovele ongelukkigen
ten zegen kan worden.
Wjj allen we reikhalzen naar zon,
naar warmte, naar lente, naar bloemen;
we gevoelon ons dan als herboren, we
zien onze kinderen dan buiten vrooljjli
spelen en darteion we zien hen geaond