STERKIN E
F. A BROfflilï
Instrument!
N.Y. Bioscoie Maatscliappij
Stoomwasscherij W. G. BURGER,
DE HUISHOUDGIDS
BRILLEN en PINCE-NEZ
„DE AREND".
TfiTTER*Ct
Nationale Vereeniging
tot steun aan miliciens,
Feuilleton.
De broeders.
S&tAreint/r*'
M ift&sufl&aax untikiUcxs
in koionicUe waxen en Comestible*
dfeele fiaki&n c: 1pmd 2Sct
KoUiy 19 yffoff
Klein* f, 991tme 5
LvtranUv fttn JOxthxeinex.
liooptaihv/ft aun a.nct aan
Xattvr+inm ^Iruikcffu/ainitAt't fyltrtdam
r» ZEIST. te=S£==-
AMERIKAANSCH SYSTEEM.
Wassehen geheel opgemaakt of droog toegeslagen
GOEDE BEHANDELING. BILLIJKE PRUZEN.
Goederen worden te Amersfoort 's Woensdags franco gehaald en gebracht
PROSPECTUS wordt op aanvrage franco toegezonden.
Gouden Medaille, Gent 1008
Onder redactie van mejuffrouw N. CARIOT, Leernros in Koken en Voedingsleer
te ZWOLLE.
Dit tijdschrift verschijnt eiken Zaterdag.
Proefnummers gratis en franco verkrijgbaar by iederen Rook handelaar en
aan het Rureau van de »DE HUISHOUDGIDS":
Burgstraat 65, UTRECHT.
s il
I
■jt
Magazijn van alle bestaande soorten
in alle metalen,
Tl
Rpnaraticn aan niillm r--J -" "'tievuerd. - -
hriHnn worden gele^I op
Aanbevelend,
Telöfoon latere. 83,
Langestraat 42.
£-rt—
cfsn-
Avond voorstellingen
gewone: Woensdag 7 en Zondag 11 Februari
Elite-voorstelling: Donderdag 8 Februari, 8'/,
uur. Verhoogde prijzen.
Naar de Bioscope-voorstelüngen in „De Arend".
Daar worden pracht-liIms vertoond.
Ala Matin de-voorstel ling wordt Woensdag 7
Februari 2 uur vastgesteld. Kinderen ver-
miuderde prijzeD.
IMF~ /.nal flink verwarmd.
Distill. Wijnen. Likeuren.
Lieve Vrouwe-kerkhof, AMERSFOORT.
Afdeelliig Amersfoort en omstreken.
Werkgevers, die betrouwbare
werkkrachten noodig hebben, en Miliciens,
die naar werkzaamheden uitzien, worden
verzocht zich te wendon tot het Secreta
riaat der afdeeling, Schimmelpenninck-
straat 41, te Amersfoort.
N.B. Alléén die miliciens, waarvan de
dienstrapporten, opgevraagd bij
hunne laatst commandeerend
officieren gunstig luiden, komen
in aanmerking voor steun door
de vereeniging.
is oen prima en zuinige schuurzeep, waarmede verrassende resultaten worden
bereikt. Yoor huishoudelijk gebruik onovertrefbaar.
8.)
Op dit oogenblik brandde een blok hout door
en de vonken spatten naar alle richtingen de
huzarenofficier opende de oogen en kwam dich
ter bij Herman, met de woorden
„Kan jij ook niet slapen, WeszniU Het wordt
onaangenaam kond. Maar een jonge kerel alejjj
"cwelt de ge
dachte aan mijn vrouw, die ik moest achlerla-
i minste g
1 torgen.
wij zijn nog paa een jaar getrouwd.
Eigenlijk moest een soldaat niet trouwen".
Herman zag zijn krijgsmakker eenigaiins ver
wonderd aan.
„Treptow, ik dacht niet, dat je zóo week ge-
atemd zou kunnen zijn."
„Waarom niet?" vroeg deze, terwijl hjj het
puntje van zyn sigaar afbeet, „omdat ik allyd
vroolyk en opgewekt ben en het hoofd niet laat
hangen Zie je, Wesznitz, men moet uit onder
vinding weten, wat het betaekent een vrouw te
hebben, een wezen, dat geheel voor je leeft en
in je opgaat; nu, je begrijpt me wel; en dan te
denken, dat een kogel je ineens kan wegrukken;
dat is toch geen kleinigheid! Er zijn zooveel
banden, die ons dan aan de aarde hechten, en
men heeft niet dat gevoel van volkomen onver
schilligheid, dat jij zeker wel hebt, als de kogels
om je been fluiten."
Weacnitz staarde voor zich uit, zonder te ant
woorden.
„Wel is wanr heb je ook je ouders eu je
familie, maar dat is toch nog heel wat anders.
En dan, het moet mij van het hart, mijn vrouw
zal weldra moeder worden. De gedachte daar
aan is oneindig veel erger dan het nemen eener
batterij. Zie-je, toen ik met mijn eskadron op
de batterij aanstormde, schoot mij eensklaps de
gedachte door het hoofd: „Als er nu op dit
oogonblik thuis eens een kleine huzaar aan
kwam, en ik, do vader, werd hier doodgescho
ten 1 Maar moet het zoo zijn, dan zal de jongen
ten minste trotsch op zijn vader kunnen wezen
en daarmee gaf ik mijn paard de sporen, zonder
om te kijken en daardoor kwam het, dat ik
het eskadron zóo ver vooruit was en den
Franschen batterijchef gevangen nam. Zoo onder
scheidt men zich, eer men het zelf weetmaar
toch heeft het mij dankbaar en gelukkig ge
stemd, en als later kleine handjes eons met dit
kruis spelen, ook al zijn het die van een meisje,
dan zal de herinnering aan dit oogenblik steeds
tot de aangenaamste mijns levens behooren."
De officier keek peinzend en tegelijk hoopvol
in het vuur.
Herman zag hem van terzyde aan. Hoe een
voudig had de man dat alles verteld I
Onwillekeurig reikte hij zijn kameraad de
hand; deze knikte hem vriendelyk toe, dank
baar, dat hij iemand gevonden had, die met
hem mee voelde, en vervolgde
„Wel beschouwd heeft zoo'n vrouw meer moed
dan wijzy weet, dat haar le"en er mee ge
moeid is en toch ziet zij het oogenblik met
vreugde tegemoet en als zij sterft, is baar dood
minstens even roemrijk als de onze op het slag
veld gestorven voor de toekomst. Ja, ja, als
jonggezel denkt men niet aan zulke dingen.
Maar wij zullen maar het beBte hopenTiet
helpt toch niet, of ik er al over tob".
Met deze woorden wikkelde hij zich weder in
in zijn deken, ging dichter bij het vuur liggen,
en weldra verkondigde zijn geregelde adem
haling, dat hij al zijn zorgen in een geruBten
slaap had vergeten.
„MarkensteinUitstappen I Twee minuten
oponthoud 1" klonk de stem van den conducteur.
„Dat is nu al heel vervelend ik moet hier
een uur wachten eer mijn trein aankomt", zeide
de huzarenofficier.
„Ja, wij hebben de paar laatste maanden wel
genoeg gekregen van het wachten", antwoordde
lierman. „Vaarwel, Treptow. Wat zal je vrouw
gelukkig zyn, als je aankomtom er nog niet
eins van te spreken, dat zij den vader zijn zoon
kan preBenleeren."
Het win: als gleed er een zonnestraal over het
schoone gelaat van den huzaar.
„Nu, jou ouders zullen óok dankbaar zijn, beide
zoons weer gezond en wel bij zich te hebben.
Vaarwel kameraad! Groet je broeder namens
my 1"
„Alles klaarriepen de conducteurs en de
trein zette zich weer in beweging.
Herman, die in de coupé was achtergebleven,
wiachte de beslagen ruiten af en keek onaf
gebroken naar buiten. Hij kende dezestreek
door en door; hij was er geboren en was er in
opgegroeid, en de onafzienbare heide was hem
even lief, als den Zwitser zijn Alpen.
Hoeveel horinneringen werden nu weer bij
hem levendig. Hoe dikwijls hadden Bruno en
hy, op vurige kleine paardjes gezeten, de onaf
zienbare vlakte doorkruist of zich, op warme
zomerdagen, aan den voet van een heuvel in
het geurige heidekruid uitgestrekt. Om hen heen
gonsden de byen en sjirpten de krekels, maar
terwijl hy uren lang kon liggen peinzen, kon
de jongere broeder nooit lang op een plaats stil
blijven, maar zwierf steeds rusteloos rond.
Bruno was altijd veel levendiger geweest dan
zijn broedereen schoone, uitgelaten kDaap,
steeds het nieuwe zoekend, steeds verlangend naar
genot, maar dadelijk weer genoeg ervan hebbend
en altijd weer hakend naar een ander tijdver
drijf, terwijl Herman meer stil en in zichzelf
gekeerd was. Wat deze zich eens had voorge
nomen, bracht hy ten uitvoer, en reeds als kind
prikkelden juist de hinderpalen, die hij ont
moette, hem tot verdubbelden ijver. Misschien
was juist het contract in hun karakter oorzaak,
dal de twee broeders zich zoo aan elkander ge
hecht hadden, ofschoon de jongste steeds door
allen, zelfs door den eigen vader, werd voor
getrokken. Hoe menig hard woord had Herman
zien laten welgevallen om Bruno te onttrekken
aan de welverdiende straf voor de eene of ander
onbezonnen streek. Hij verheugde er zich som-
ze fs over, dat men hem tot zulke daden in staat
rekende.
In het ouderlijk huis werd met de twee broe
ders een meisje opgevoed, dat een paar jaar
jonger was de kleine, vroolijke Lore, een kind
ïïd S™""1™' röet's baar ouder,
gelmt k"am e'en Mn SlimlMh °P Herman'.
Hoe vroolijk «peelde .ij altijd mee met de
jongens in de leerkamer, op zolder, in het bosch
om °5a tl en hoe wedijverden de broeders
om de kleine prinses met haar gouden lokken
steeds op haar wenken te bedienen.
(Wordt vervolgd.)