BIOSCOOP-THEATER
VICTORIAWATER
(Jrkers.
Bridge.
LANGESTRAAT 129. E=Z=
Programma van 9 tot en met 15 Februari
DE ZONDE DER JEUGD (modern Theater-drama in 3 actes, succes-film, duurt ruim
BOBBT IS MET ZIJN LINKERBEEN UIT BEI» GESTAPT (komisch).
Feuilleton.
De broeders.
MMUieen gulden
gaanjaar/ijks alleen uit
-Jiolland naar't buitenland
vooreengiftig genotmiddel
ale kof fid; die de gezondheid
verstoort en de ontwikkeling
tegengaat, drinkt daarom
Ka ttireiner die gezond
tn vec! billijker is.
Ortdiet- vareeniging
Correspondentschap te Amersfoort.
nr. H. J. M. Tan den BEKUli
WILHELWKA8TRAAT 5.
te Amsterdam.
Zij stelt zich ten doel
het verleenen van Credieten onder per
soonlijke of zakelijke zekerheid of in-blanco
het inoasseeren van handelspapier
het ontvangen van gelden déposito
rekening-courant
natuurlijk mineraalwater
uit de bron te Oberlahnstein
wordt als zeer voordeelig voor huishoudelijk
gebruik aanbevolen, in hecle flefschen met
schroefsluiiing (een Liter inhoud), waardoor
een glas natuurlijk VICTORIAWATER slechts
5 cent kost.
Verkrijgbaar te Araersfoi rt bij F. W. van
der WILDE, Stovestrail 1
M. C. xriJTHOVBW.
I.ANÜESÏRAAT 24
Depot van de nrma
W. BOE L E SEN I O R
AMERSFOORT.
TELE F. INTERC. no. 1G6.
KAMPBN.
Hofleverancier.
AMERSFOORTSCH
SANTA LUCIA (natniii-opnanie).
OH EEN RIETJE (komisch).
5. NAUKE's NIEUWJAARSFEEST (humoristisch).
PrHyflti ilor nlantami le llanS 50 2e rang 35 cent. 3e rang 20 cent.
x iij/iCii uüi [Biiiitsuii Kinderen en militairen beuedon <len rang van o n d e r officier half geld.
DOORIsOOFEÏTD TOEGANG.
1.
2.
3.
4.
kwartier),
'g Woensdags en 's Zaterdagsmiddags van at 2 uur KINDER, en FAMILIEVOORSTELLING
Verandering Programma voorbehouden. DE DIRECTIE.
>e®e@«®eee®e®e®«®e®e®«®«®e®e®e®e@e©e®e®ë
STERKINK
is een prima en zuinige schuurzeep, waarmede verrassende resultaten worden
bereikt. Voor huishoudelijk gebruik onovertrefbaar.
Eensklaps reed de trein met donderend geraas
over een brug, onder welke een kleine rivier
door de vlakte kronkelde. Het gelaat van den
eernamen reisiger werd plotseling weer ernsli-
Ser en peinzend streek bij met de band over
et voorhoofd. Weer stond Lore's beeld hem
voor den geest; maar nu was het kind opge
groeid tot een schoon jong meisje Lore,
sooals hij haar gekend had toen de oorlog uit
brak.
Het afscheid was hem zwaar gevallenZijn
onders hadden betn met hun pleegdochter op
gezocht m zijn garnizoen om hem vaarwel te
seggen. Evenals alle jonge officieren zag ook
lierman den oorlog vol vuur te gemoet. Wel
werd ook hjj aangedaan toen zijn moeder hem
in haar armen drnkte en hij haar heete tranen
op syn gelaat voelde druppelen, maar eerst toen
Lore hem de hand reikte, en hü voelde hoe die
kleine hand in de zgne sidderde, toen zy zich
■nikkend aan sijn borst wierp en zijn iippen
hasr blanke voorhoofd aanraakten, eerst toen
voelde ook h(j sich baDg te moede, maAr tege
lijk ook ontwaakte er in xjjn borst een stille
hoop. Opeen* was het licht geworden in zijn
ziel, en hij wist nu, dat de liefde, die hij voor
het meisje koesterde, niet die was, welke men
een zuster toedraagt.
„Vergeet mij niet, Lore!"
Zij lachte door haar tranen heen. „Natuurlijk
niet, Herman! Gisteren hebben wij afscheid ge
nomen van Bruno! Hij maakte weer zooveel
grappen, dat wjj wel lachen moesten, hoe treu
rig wij ook gestemd waren
Wat was dut jaar omgevlogen.
En Lore was nu ook verloofd met Bruno 1
juist met Bruno 1
Met trage schreden was Herman naar zijn
slaapkamer gegaan, een ruim vertrek, de vroe
gere speelkamer van de broeders en hun nichtje.
Langzaam begon hij zich uit te kleeden, wond
werktuiglijk zijn horloge op en schrikte on
willekeurig, toen de ketting kletterrend neergleed
op de marmeren plaat van het nachltsfeitje.
Toen ging hjj op den rand van zijn bed zitten
en opende een étui, dat hij uit zijn reistasch ge
haald hader bevond zich een eenvoudige gou
den ring in, met een enkelen grooten turkois.
„Droomer" fluisterde hij. Wat had hij dan
toqh eigenlijk verwacht. Met welk recht had hij
gedacht Lore eens dezen ring aan den vinger te
kunnen steken
Waarom zou Lore eigenlijk zijn broeder niet
beminnen Dien had van kindsbeen af iedereen
liefgehad; hij zelf óok. Jn, ook hij bad zijn
broeder liefgehad. Gehad Gehad Dus nu niet
meer? Was het dan Bruno's echuld, dat hem
het hart van het meisje ten deel was gevallen?
Hoe kon h(j, Herman, treuren over een liefde,
die hij nooit bad bezeten, die nooit had bezeten,
die niemand hem dus ook ontnomen had
En toch kon hij het vreeselijke gevoel niet
van zich zetten, dat hem met Lore iets ontroofd
wasdat hem toebehoorde. Als Bruno nu eens
niet naar huis terug was gekeerd Als hij nu
eens den dood had gevonden bij Saint-l'rivat
Hij kreeg een atschuw voor zichzelf, dat er
zulke gedachten bij hem konden opkomen.
Hoe schoon was zij met haar slanke gestalte
en de groote, van geluk stralende oogen
Hij sprong op; zijn bloed kookte. Lore in de
armen van zijn broeder Zal hij haar gelukkig
maken? Hij de lafaard? Hoe kon een man,
die geen mannelijk karakter had, Lore ooit ge
lukkig maken 1
Er werd geklopt. Verwonderd keek Herman op.
„Wie is daar?"
Langzaam ging de deur open en Bruno stond
voor hem, doodsbleek en met een koortsach-
tigen gloed in de donkerbruine ooger..
„Herman", zeide hij met gesmoorde stem,
„Ik kan het niet langer uithouden. Ik watg van
mijzelf. Ik dacht, dat ik dat gevoel overwonnen
had; maar nu ik je heb weergezien, komt alles
weer met verdubbelde kracht boven Het leven
is mjj lot last
Herman zag zjjn broeder nan zonder een
woord te spreken en sloeg toen de oogen neer.
Bij het zien van die wanhoop, traden al zijn
eigen bittere gevoelens op den achtergrond en
kwam het oude edelmoedige karakter weer
boven. Hij greep Bruno bij beide handen vast
en drukte hem neer op een stoel.
„Je moet het overwinnen, je moet er je over-
heenzetten, al valt het je nog zoo zwaar. Het
leven ligt voor jeje hebt plichten te vervul
len houd je daaraan vast. Het komt mij voor
alsof ik wel tien jaar onder ben dan jij. Het
hoofd omhoogVroeger heb je het leven toch
nooit zoo zwaar opgenomen."
Bruno schudde het hoofd.
„Je meent, dat ik door te arbeiden kan boeten
voor mijn schande? Onzin. Ken je wellicht een
too vermiddel, dat de vlekken der ziel uitwischt?"
„Ja, de tijd en een vaste wil. En overigens
„Ja, dat is waar, overigens weet eigenlijk nie
mand er iets van", viel Bruno hem in de rede
en streek zieb het verwarde haar uit het gezicht.
Herman keek peinzend voor zich neer. Dat
was (lus een troost voor Bruno. Wel hem! Van
den zwaren strijd, dien hijzelf bij het bivak-
vuur had gestreden,had de ander dus niets gevoeld
„En dan", vervolgde Bruno, terwijl zijn som
ber gelaat Bteed3 meer opklaarde, „dan heb ik
haar toch uok nog altijd, Lore, mijn bruid I"
„Ja, haar heb je ook nogdat is zoo", ant
woordde Herman, en ging aan het venster slaan.
„Je weet niet hoe gelukkig ik ben. Zij heeft
mij zoo trouw en met zooveel zelfopoffering op
gepast. Toen ik ruim veertien dagen geleden
voor het eerst door de kamer mocht loopen, is
alles zoo plotseling en als vanzelf gekomen. Ik
kuste haar do hand, waarop zij zeide, dat zij
niet op zulk een onzin gesteld waB; toen kuste
ik haar op den mond. Het was aardig om te
zien, hoe zij zelf nu óok eerst tot het bewust
zijn kwam, dat zij mij liefhad. Zei je wat,
lierman?"
„Neen, je hebt zeker den wind gehoord, die
om het huis giert."
„Dat denk ik ookhet begint winter te worden."
.,Ja, het wordt weer winter."
(Wordt vervolgd.)