DE DOM Opening Voorjaarsseizoen. KLEEDIN GM AGAZIJN k 1# VI?I Voor KLEEDING NAAR MAAT GROVE HUNFELD. l®l LIJNZAADKOEKEN Soyaboonen-koeken MEURSING MACHINALE FABRIEKEN VAN GEBAK, AMERSFOORT. Feuilleton. De broeders. De Tariefwet beteekent: De Tariefwet beteekent: Aanmoediging van den smokkelhandel. Kominiezen-kweekerij. ll Varkenmarkt. AMERSFOORT. Telefoon 136. Onze collectie roor het aanstaande seizoen is nu geheel compleet. Zoowel in de GOEDKOOPERE als de FIJNERE genres hebben wij een UITGEBREIDE KEUZE in EIGEN GEMAAKTE HEEREN- en KINDERKLEEDING. Door de bijzondere zorg, hieraan besteed, munten zij uit door VOORTREFFELIJKEN PASVORM en ELEGAN TE COUPE. hebben wij, zooals alom bekend, ook dit seizoen een GROOTE en SMAAKVOLLE sorteering. Vooral de EN- GELSCHE genres hebben de voorkeur en leenen zich bijzonder goed voor het gewilde 2-RIJ-MODEL. Wij verzoeken de aandacht te schenken aai oize étalages. Aan onze garantie voor onberispelijke» pasvorm kunnen de hoogste eischen worden gesteld. AANBEVELEND, Hoofdkantoor Utrecht. Liobtegaard 8. Directeuren Mr. P. G. H. DOP. J. G. de JONGH, Bijkantoor Amersfoort. Wilhelminastraat Directeur Mr. H.J. M. van den BERGH. Belast zich met INRICHTEN, CONTROLEERENen BIJHOUDEN van ADMINISTRATIES, OPMAKEN van BALANSEN, UITBRENGEN van RAPPORTEN, cd verder alle voorkomende accountants- werkzaamheden. O©©0 N. V. Bioscope Maatschappij „DE AREND".| 2^ Wegens verbintenis zal a.s. ^9 Vrijdag 28 Maart geen Bioscoop- |j|| voorstelling worden gehouden. Zondag w8r het bekende PRACHT-PROGRAMMA de firma Pathé, nit Parijs. Distill. Wijnen. Likeuren. Lieve Yrouwo-korkliof, AMERSFOORT. WESSANEN LAAN. WORMERVEER. Opgericht 1765. Koninklijke Fabrieken. Voedert uw vee met de zuivere murwe merk de „Ster" en W. L„ en merk W. L. uitmuntende door hoog eiwit- en vetgehalte en voedingswaarde. EERE-DIPLOMA Parijs 1900. NEGEN GOEDEN MEDAILLES De afdeeling „Broodfabriek" levert prima brood, beschuit en koek tegen zeer billijke prijzen, en geeft bovendien 10 pCt. dividend. Bedragen tot ongeveer f 50 per gezin werden als dividend uitgekeerd. 82.) Lore haastte zich aan dit verlangen te vol doen. Edda rilde alsof zn koorts had. Kom mee in mijn kleedkamer, lieve, zeide Lore. Ga rustig wat op de canapé liggen, dan kom ik over een kwartiertje eens naar je kij ken." Zonder een woord te spreken, volgde Edda haar vriendin ala een gehoorzaam kind naar Lore's kleedkamer. Zij ademde op toeD zij al leen waa en wierp zich op de canapé. Het af schuwelijke toilet, de ongewone omgeving, de schitterende verlichting, de hitte, de wijn dat alles bad haar in dien toestand gebracht. Zij trachtte zich te herinneren, wat er eigen lijk gebeurd was. Had niet iemand haar ge zegd, dat zij schoon was? Ja, nu schoot het haar te binnen zij had willen antwoorden, dat haar dat onverschillig was; maar of zij die woorden werkelijk gesproken had, kon zij zich niet herinneren. Toen had zy een gevoel ge had, alsof allee om haar heen in een nevel was gehuld en alsof zij wegzonk in het niet. Maar toen had iets liaar den adem benomen, zij dacht te stikken; en toen? Toen was zij plot seling tot zichzelf gekomen; zij keek rond en wae alleen, totdat Lore von Wesznitz eensklaps v6or haar Btond. Eigenlijk had dat alles dbk niet veel te be- teekenenmorgen vroeg zou zij een koud bad nemen, en dan zouden haar zenuwen wel tot bedaren komen. Maar ondanks dit kreeg zy een Sevoel van walging voor zichzelf; het scheen aar, dat er een verandering bij haar bad plaats Ïshad, dat haar geheele innerlijk geschokt was oor een haar vreemden hartstocht, die haar BDgst aanjoeg. En eensklaps schoot als een bliksemstraal de gedachte door haar brein „Herman vod Wesznitz was het laatst bij iel Hij heeft zeker zijn schoonzuster geroepen. Zou ik mij verraden hebben Zou hij iets gemerkt hebben, van hetgeen er in my omging?" Zij sprong op; zij zou toonen, dat zij nog de oude was. Met behulp van de kamenier bracht zy haar toilet in orde en keek toen in den spiegel. Haar oogen lagen diep weggezonken in hun kassen een aschgrauwe tint bedekte haar gelaat. Zy drukte een oogenblik een vochtigen doek tegen haar brandende slapen en ging de kamer uit, met een bitteren, smartelijken trek op haar ge laat. Zij bleef staan bij de deur der danszaal. Daar zwierden de dansende paren rond men lachte en sprak, sporen kletterden, glazen klon ken. Ginds danste Lore met prins Siffibaar wangen gloeiden, haar oogen schitterden. Alles aan haar was leven en bewegiDg. Herman was nergens te zien. „Een troep narren I" dacht Edda, en toch voelde zij den wensch bij zich opkomen, ook het talent te bezitten, met deze „narren" mee te doen en vergetelheid te zoeken in dezen maal stroom van genot. Een heer vroeg haar ten dans en zijn ver wondering, toen zij antwoordde niet te kunnen dansen, dwong haar een glimlach af. „Mag ik u dan een oogenblik gezelschap hou den? vroeg hij, of wilt u ieta gebruiken U ziet er zoo vermoeid uil". „Dank u maar wilt u zoo goed zijn, onze gastvrouw, die, naar ik zie, juist ophoudt met dansen, ts vragen, of zij myn vader wil ver zoeken hier te komen „Met het grootste genoegen". Eu hij haastte zich, aan haar verzoek te voldoen. Herman was intusschen naar de rookkamer gegaan, waar hy Edda's vader in levendig ge sprek vond met eenige oudere heereD, en hy bemerkte al spoedig, dat niemand der aanwezigen tegen den ouden dokter was opgewassen. Op dit oogenblik kwam Lore aan de deur en wenkte haar zwager. „Edda ia nu weer geheel bijgekomen", fluis terde zij hem toe, toen hij bij haar kwam. „Zij zit op het oogenblik heel alleen in de zijkamer en verlangt naar haar vader; maar ik denk, dat de oude heer het nu juist te druk heeft. Kan jij niet zoo lang bij haar gaan?" Zonder zijn antwoord af te wachten, verwij derde zij zich weer. Herman haastte zich naar de hem aangewezen kamer, de zelfde waar bij zooeven met Edda was geweest. Zij zat op den zeilden stoel, maar de geheele uitdrukking van haar gelaat was zóo ^anders, dat zij niet meer de zelfde leek. „Is u weer heelemaal beter, juffrouw Helm Ik wist volstrekt niet, wut ik doen moest Edda glimlachte onwillekeurig. Welk een con trast. 1 Deze flinke, mannelijke verschijningen de afgelegde bekentenis van hulpeloosheid I „O, het had niets te beteekenen het spijt mij maar, dat ik u heb doen schrikken I" „Ik zag ook wel, dat het niet gevaarlijk was, zeide Herman verlegen. Uw vader is in de rookkamer, en allo aanwezigen hangen aan zijn lippen". „Ik heb Lore al laten vragen, hem hierheen te zenden. Wilt u zoo goed zyn hem te zeggen, dat ik graag naar huis zou gaan. Het wordt voor ons beiden tijd, want het is al over mid dernacht". Hij ging heen zonder een woord te spreken. Men danste juist den cotillon. Hij nam eenige frissche lelietjes van dalen en riep toen den ouden beer. Toen zy samen de rookkamer verlieten, kwam Edda hen reeds te gemoet; zy was in een wyden mantel gehuld en haar gelaat leek bijna spookachtig bleek, tegen den zwarten sluier, dien zij over het hoofd had geworpen. In haar oogen lag zulk een vreemde uitdrukking, dat Herman er verbaasd over was. „Men moet er bij haar altijd op bednehtzijn, dat men iets nieuws in haar ontdekt", zeide Herman bij zichzelf. Toen hy beiden in het rijtuig had geholpen, reikte hij haar de bloemen over, met de woor den „Een kleine herinnering aan dezen avond". Verward en onhandig nam zij de bloemen aan. „Dank ugoeden nacht, mijnheer Von Wesznitz". Nog even een handdruk en het rijtuig rolde weg. „Een flinke kerelrdie Wesznitz. Hij bevalt mij beter dan zijn broeder. Het is een man uit éen stuk", zeide dokter Helm, terwijl hij zich dich ter in ziin pels hulde. Edda leunde zwygend in een hoekje van het rijtuig. Zij drukte de bloemen vast in haar hand de sterke geur begon haar zinnen te benevelen: zij voelde, dat zij in een zachte, droomerige> stemming geraakte. „Dwaasheid 1" kloDk het plotseling in haar binnenste. Zij rukte het raampje open en wierp de bloemen op straat. „Maak het raampje toch dicht", mopperde haar vader, half slaapdronken. Edda antwoordde niet, maar staarde naar buiten met op elkaar geklemde lippen en een diepen rimpel tusechen de oogen. Toen Herman in de danszaal terugkeerde, be gonnen de gasten reeds te vertrekken. Hij was ontevreden over zichzelf. Lore zag er afgemat uit en het kostte haar blijkbaar moeite, de ver zekeringen der heeren en dames, dat zij zelden zulk een w-Jgelukt feest hadden bijgewoond, steeds met het zelfde vriendelijke lachie te be antwoorden. J „Goeden nacht, Lore", liet zich nu ook de stem van haar zwager achter hanr hooren. „Uch, blyf nog even", fluisterde zij hem haas- 'g on Behartig als hij was, voldeed hij aan haar verzoek. «»dnun h!,ideUr» zich achter den laats ten gast hlndin n J' T"borg Lore haar gezicht in haar handen en barstte in tranen uit. (Wordt vorvolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1912 | | pagina 4