Zaterdag 18 Mei 1912. No. 8108. 61e Jaargang. BIJ B L A D. AMERSFOORTSCIE Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „De Ainersfoortsche Courant, voorheen Firma A. H. van Cleeff". HOOFDREDACTEUR F. J. 7HSDERZZS. AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f 1 franco per postƒ1.15. Advertentien 1—6 regels 60 cent; elke regel meer xo cent. Bijregel abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieële- en onteigenings- advertentiën per regel 15 cent. Reclames 1—5 regels f 1.25. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. BUREAU: SORTSQBAOHT 9. Postbus 9. Bij dit nummer behoort een KENNISGEVING EN. Opkomst in werkelijken dienst van verlofgan gers der militie. Do Burgemeester van Amersfoort deelt den verlofganger ALBERTUS PORDON van het Regiment Genietroepen mede, dut hij in werkelijken dienst moet komen op Maandag 7 October 1912. en zich des voormiddags vóór 10 uur by zyn korps, garnizoensplaats Utrecht, moet aanmelden. Herinnerd wordt, dat de milicien-verlofganger, die zich met toestemming van of vanwege den Minister van Oorlog in het buitenland ophoudt en onder de wapenen of in werkelijken dienst moet komen, recht heeft op kosteloos vervoer, voor zooveel de reis geschiedt binnen het Rijk en dient om zich rechtstreeks naar de piaats van opkomst te begeven. Bevindt zich in zijn zak boekje geen vervoerbewijs, ingericht om daarop te kunnen worden vervoerd vanaf de ïseder- landsche Gemeente, vanwaar hij de reis voor 'a Rijks rekening wenscbt aan te vangen, dan wordt hem op zijn verzoek het vereischte ver voerbewijs toegezonden door den Burgemeester der Gemeente, waar hij in het verlofgangers- register is ingeschreven. De verlofganger wordt uitgenoodigd, in laatstbedoeld geval onvervvijl aan ondergeteekende op te geven van welke Nederlandsche Gemeente hij zich rechtstreeks voor 's Rijks rekening naar de plaats van opkomst wenscht te begeven. Amersfoort, 13 Mei 1912. De Burgemeester voornoemd, WUYTIERS. Verkiezing van éen lid der Kamer van Koophandel en Fabrieken. De Burgemeester en Wethouders van Amers foort brengen ter openbare kennis, dat op Donder dag, den 20 Juni 1912, des voormiddags van tien ure tot des namiddags éen ure, ten Raad- huize dezer Gemeente zal plaats hebben eene verkiezing van éen lid der Kamer van Koop handel en Fabrieken te Amersfoort en zulks ter vervulling der plaats, ontstaan door het bedanken van den heer 1). H. G. KLEBER. De stemming geschiedt bij ongeteekende briefjes, waartoe met het zegel der Gemeente gewaarmerkte stembriefjes, ten minste acht dagen vócr den dag der verkiezing, door den Burgemeester aan de kiesgerechtigden worden toegezonden. Den kiezer, die zijn slembriefje verloren of er geen ontvangen heeft, wordt gelegenheid ver schaft om er aan het stembureau een te be komen. Het openen der stembriefjes geschiedt dade lijk nil afloop der verkiezing. Van onwaarde zijn briefjes, weina niet zijn gewaarmerkt met het zegel der Gemeente, welke onderteekend zijn, welke niet duidelijk een per soon aanwijzen, of waarbij of waaraan andere stembriefjes zijn ingesloten of vastgehecht. Amersfoort, 17 Mei 1912. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, WUYTIERS. De Secretaris, J. G. STENFERT KROESE. NATIONALE MILITIE. Zifting van den 2<len kearingsraatl. De Burgemeester van Amerstoort, Gelet op art. 57 der Militiedwet (Staatsblad 1912, no. 20) en art. 67 van het Koninklijk be sluit van den 13 April 1912 (Staatsblad no. 145), Gezien de aauschrijving van den heer Com missaris der Koningin in de provincie Utrecht d.d. 15 Mei 1912, 4e Afdeeling no. 3729 Brengt ter kennis, dat de zitting voor deze Gemeente van den tweeden keuringsraad zal worden gehouden in het voormalig schoolge bouw in de Koestraat te Amersfoort, telkens des voormiddags ten half tien ure op Donderdug den 30 Mei 1912, voor de in geschrevenen der militie van de lichting 1913, voorkomende op het nlpbabetisch register onder de volgnummers 1 tot en mei 60; op Vrijdag 31 Mei 1912 voor de ingeschreve nen der militie van de lichting 1913, voor komende op bet alphabetUch register onder de volgnummers 61 tol eu met 110; op Zaterdag 1 Juni 1912 voor de ingeschre venen der militie van de lichting 1913, voor komende op het alphabeiiach register onder de volgnummers 111 tot en met 170 en op Maandag, den 3 Juni 1912 voor do overige ingeschrevenen der militie van de lichting 1913, voorkomende op het alphabeiisch register. Amersfoort, 18 Mei 1912. De Burgemeester voornoemd, WUYTIERS. WAARSCHUWING. De Burgemeester en Wethouders van Amers foort, Gelet op art. 264 der Gemeentewet, Doen te weten, dat het le gedeelte van het primitief kohier der Inkomstenbelasting over het dienstjaar 1912, goedgekeurd door Ge deputeerde Staten van Utrecht, in afschrift gedurende vijf maanden op do Secretarie der Gemeente voor een ieder ter lezing ligt. Amersfoort, 17 Mei 1912. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, WUYTIERS. De Secretaris, J. G. STENFERT KROESE. De Burgemeester van Amersfooit, Gelezen de aanschrijving van den heer Com missaris der Kouingin in de provincie Utrecht d.d. 11 Mei 1912, 4e afdeeling no. 2233'll>84 (Provinciaalblad no. 45) houdende mededeeling, dat het den Minister van Binnenlandsche Zaken gebleken is. dat er nog steeds personen zijn, wier praktijken o.n. daarin bestaan, dal zij voor spiegelen in stiat te zijn do ongescbiktverkla- ring van mililieplicbligen te bevorderen, mits dezen hen daarvoor eene som gelds betalen. Waarschuwt belanghebbenden voor bovenbe doelde praktijken en wijst er tevens op, dat de bemoeiingen van deze personen in geen enkel opzicht tot afkeuring van den betrokkene kun nen leiden, doch hem slechts financieel nadeel berokkenen. Tevens woidt de aandacht gevestigd op het bepaalde in art. 206 van het Wetboek van Strafrecht, luidende als volgt Met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren wordt gestraft 1. hij die zich opzettelijk voor den dienst bij de militie ongeschikt maakt of laat maken; 2e. bij die een ander op diens verzoek op zettelijk voor den dienst ongeschikt maakt. Indien in het laatste geval hel feit den dood ten gevolge heeft, wordt gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren opgelegd." Amersfoort, IS Mei 1912. De Burgemeester van Amersfoort, WUIJTIERS. De Burgemeester vau Amersfoort brengt ter openbare kennis, dat volgens mede deeling van den Minister van Oorlog op 21 Mei a.«. eene schietoefening zal worden gehouden van het fort Hoek van Holland. Er zal gevuurd worden met kanonnen van licht kaliber (6 c. M.) waarbij onveilig wordt gemankt een driehoek, gevormd door het fort, eene roode vlag benoorden en een bezuiden het zeegat, tot op 3100 M. van het fort. Op den dag waarop gevuurd wordt, zal het fort een roode vlag waaien, die 3 uur vóór het begin der oefening halfstok eu éen uur vóór de oefening geheel voorgeheschen wordt. Amersfoort, 18 Mei 1912. Do Burgemeester voornoemd WUYTIERS. CtZ&a- 1915, wederom te 's-Gravenhage zal worden gehouden. Naast de groote beteekenis, gelegen in het bijeenkomen der Vredesconferenties, is niet minder belangrijk wat reeds is tot stand ge bracht. Op de Vredesconferenties is gevormd een begin van een algemeen geldend Inter nationaal recht en het is een niet hoog ge noeg te schatten voorrecht, dat de vredes conferenties hebben getoond, dat op tal van punten eenstemmigheid tusschen alle Staten van de meest uiteeenloopende beschaving, reeds nu is te verkrijgen. En bovenal, niemand miskenne toch de beteekenis, gelegen in de instelling van een Hof van arbitrage. Indien vroeger twee Staten het met elkaar oneens waren, of de handeling van den eenen Staat had ge schonden het recht van den anderen, dan scheen een oorlog onvermijdelijk. Thans weet iedere Staat, dat te 's-Gravenhage ge legenheid bestaat, door een rechter te laten beslissen, wie gelijk heeft. Wanneer twee particuliere burgers met elkander twisten over een recht, dan gaan zij niet meer, gelijk honderden jaren geleden, samen vech ten, maar dan roepen zij de beslissing in van den onpartijdigen derde, den rechter. Waarom zouden Staten niet eveneens zoo handelen Op de Vredesconferenties is dit ook aldus zoo ingezien en hebben de Staten, eenstem mig het verlangen uitsprekend dat interna tionale geschillen niet door den oorlog, maar door onpartijdige scheidsrechters zullen wor den uitgemaakt, in het leven geroepen het Internationaal hof van arbitrage. Reeds verschillende keeren is op deze wijze een geschil tusschen Staten uit den weg geruimd. Moet men nu de beteekenis van dit alles verkleinen door er op te wijzen, dat on danks de Vredesconferenties Italië toch nog oorlog voert, dat de kosten, besteed voor leger en vloot, steeds hooger worden Maar meent men dan, dat een toestand van vele eeuwen lang zóo plotseling, in een tiental jaren, kan worden uitgeroeid Zou men meenen, dat, waar de Staten voor het eerst in 1899 zijn samengekomen om ernstig den algemeenen vrede te bevorderen, terstond het juiste middel kon gevonden worden, voor alle Staten aanneemlijk Het is stellig te betreuren, maar men mag zich niet al te zeer hierover verwon deren. dat, zoolang het middel, waarnaar men ernstig blijft zoeken, ter bevordering vaa den Wereldvrede nog niet volkomen gevonden is, zoolang dus de Staten nog geen voldoende waarborgen tot behoud van hun Staat gekregen hebben, zij op moge lijken oorlog bedacht blijven en hun weer macht trachten te vermeerderen. Maar hiermede is nog niet verdedigd de handeling van Italië. Neen, zeker niet, en die is ook niet te verdedigen. Maar nog maals, mag men redelijkerwijze de Vredes conferenties met hoon bejegenen, omdat in 12 jaren tijds de oorlogsstemming, gedu rende vele eeuwen der menschheid als nood zakelijk kwaad voor oogen gehouden, nog niet uit alle menschen verdreven is? Ligt de schuld voor de teleurstelling niet veeleer bij hen, die van éen internationale samen- De Vredesbeweging. (INGEZON DEN.) Den 18 Mei 1899 is te 's-Gravenhage, in het Huis ten Bosch, de eerste Vredesconfe- rente geopend en sedert dat jaar is 18 Mei voor de vredesvrienden in de geheele wereld een jaarlijksch terugkeerende feestdag ge worden. Veelvuldig zijn de woorden van hoon, waarin over de Vredesconferenties wordt ge sproken veelvuldig zijn de woorden van spot, waarmede de pacifisten bejegend wor den. vooral wanneer zij feestelijk herdenken de opening der eerste Vredesconferentie. Aan dien hoon en dien spot zal het ook dit jaar niet ontbreken, nu de debatten in den Duitschen Rijksdag nog versch in ieders ge heugen liggen, als teeken, dat de uitgaven voor leger en vloot nog niet verminderen, en nu de oorlog tusschen Turkije en Italië aantoont, dat de instelling van het Interna tionaal hof van arbitrage, te 's-Gravenhage, den oorlog nog niet verhindert. En toch vieren wij feest, en wij doen dit te blijder, omdat de rijen der vredesvrienden steeds dichter worden, gelijk ieder, die zich van de binnenlandsche en de buitenlandsche dagblad- en tijdschriftenliteratuur op de hoogte stelt, zal moeten erkennen. Met vreugde en dankbaarheid herdenken wij dien gewichten xS Mei 1899, waarop, op uitnoodiging van dc Czaar van Rusland, de officieele vertegenwoordigers van 20 Staten geheele wereld te 's-Gravenhage samenkwamen om gezamenlijk overleg te plegen omtrent de vermindering der bewa- peningskosten en de verzekering van den wereldvrede. Deze bijeenkomst is een we reldgebeurtenis geweest, aan welker belang rijkheid allerminst wordt te kort gedaan door de omstandigheid, dat thans het doel nog niet is bereikt. Want wat toch is de groote beteekenis der Vredesconferenties? In de eerste plaats deze, dat alle beschaafde Staten der wereld op de tweede Vredesconferentie toch waren niet minder dan 44 Staten vertegen woordigd tegenwoordig regelmatig samen komen, om gezamelijk te overwegen, hoe de Wereldvrede kan worden verzekerd. Zeker, voor dien tijd werd het verlangen naar vrede ook reeds door tal van bekwame en hoogvoelende mannen en vrouwen geuit. Maar hun stemmen waren, gelijk de bekende Engelsche volkenrechtsgeleerde Lawrence opmerkt, de stemmen der roependen in den woestijn. Zij faalden allen, behalve in zoo verre, dat zij het denkbeeld van den «alge meenen vrede levendig hielden. Dit was een groote deugd. Wij echter, zegt Lawrence, komst ineens alles verwachten en niet in- zijn thans veel verder. Zij droomden droomen zagen dat alles hier op aarde zich geleide- wij staan tegenover een werkelijkheid. Thans lijk ontwikkelt, in plaats van alleen bij de hebben wij een regelmatig terugkeerende Volkerenbijeenkomst, waarop de bekwaamste mannen uit alle standen naar middelen zoeken om langs practischen weg het ideaal der vorige eeuwen tot werkelijkheid te maken. Wie thans een aanneemlijk middel aanbe veelt ter bevordering van den vrede, is niet meer een roepende in den woestijn. Zijn stem wordt opgevangen door de Vredes- bonden van alle landen, zijn denkbeeld komt ter sprake op de Vredesconferenties, waarvan dt eerstvolgende, de derde, waarschijnlijk in Vredesconferenties, die ontegenzeglijk een vasten grondslag voor die ontwikkeling heb ben gelegd? Is het niet beter, mede te ar beiden aan den, zij het ook langzamen voor uitgang, dan spottend, omdat niet alles be reikt is, zelf niets te doen? De Vredesvrienden in alle landen herden ken dankbaar den 18 Mei 1899 als den dag, die de mogelijkheid heeft geopend, han doel te bereiken. In alle landen treden op 18 Mei steeds vele nieuwe leden tot de Vredesbon-

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1912 | | pagina 1