ïhëüblbhbnt. Gemengd nieuws. Ingezonden Marktprijzen. Advertentiën. CONCIERGE Een prettige toestand - De (iemeente Breda laat voor een driet.il huizen in het Wilhelminapark aldaar een sloot graven, zoo dat de bewoners voortaan een polsstok noodig zullen hebben om in en uit hun huis te komen. Ook post, slager, bakker en kruidenier zullen zoo'n stok mee moeten nemen en al degenen, die in deze huizen een bezoek wenschen te brengen. Volgens het »Dbl. v. N. B.*, heeft de Gemeente met de huiseigenaren onderhan deld over afstand van grond en is men niet tot een resultaat gekomen. Gevolgdeze sloot. Als men ze den vinger geeftDe Haagsche afdeeling van den Bond van Ge meentewerklieden vroeg in een adres aan den Gemeenteraad om »extra loon* ge durende de 6 vacantiedagen. De Voorzitter, die dit verlangen zeer buitensporig noemde, stelde voor, het adres voor kennisgeving aan te nemen. Aldus werd besloten. Een film van 150 000 h ancEen Amerikaansche film-maatschappij hoeft een film voltooid, die haar de kleinigheid kost var 150 duizend franc en waarvoor de toebe reiding 3 jaar geduurd heeft. Het is een geschiedkundige film, voor stellende de ontdekking van Amerika door Columbus. Men begon er aan in 1909 en gebruikte daarbij de vier schepen van Colombus, die de Spaansche regeering heeft doen vervaar digen ter gelegenheid van de herinnerings feesten der ontdekking van Amerika. De Maatschappij had een half millioen als borgtocht moeten storten. De tooneelspeler Clary, die het scenario van de film samenstelde, besteedde een jaar aan opzoekingen en toebereidselen. Buiten verantwoordelijkheid van de Re dactie. Kopy van Ingezonden stukken al dan niet geplaatst, wordt nimmer teruggegeven. Geachte Redactie, Beleefd verzoek ik, mede namens meerdere leden vat: II. X., plaatsing van nevens gaande letteren, waarvoor ik U dank zeg. EGGINK. Zaterdagmorgen 25 dezer werd n-.ij de kwitantie aangeboden van II. X. van April 1912 tot April 1913. Daar ik verno men had, dat meerdere leden eerst het ver loop wilden afwachten, zeide ik den toonder, dat ik zou voldoen, maar dat ik mij voor behield. eerst den lieer Van der Wal te spreken. Dien zelfden avond ontving ik om halftien een briefkaart als volgt: «Amersfoort, 25 5 1912. M! Daar uw «kwitantie Contributie H. X. onbetaald is «teruggekomen, hebben wij (welke wij «uw naam van de ledenlijst afgevoerd. J. >v. d. Wal, Secretaris.* Dat mij dit schrijven overviel als een donderslag uit helderen hemel, is te begrij pen. Den zelfden avond berichtte ik den heer Van der Wal 1. Dat ik niet weigerde te voldoen aan mijn verplichting. 2. Dat het verschuldigde bedrag te allen tijde disponibel was. 3. Dat onreglementair was gehandeld. Bovendien niet welvoeglijk. 4. Dat ik misverstand vermoedde en dat ik hem verzocht. Maandagmorgen te mijnent te komen, daar anders dit muisje een staartje kon hebben. Hedenmorgen ontving ik een briefkaart van den volgenden inhoud: «Amersfoort, 27 Mei 1912. M.H.Bij «nadere lezing van het reglement blijkt ons «(welke ons? Ik veronderstel toch niet, dat al de bestuursleden het voornaamste artikel niet kennen) dat wij U ten onrechte «van de ledenlijst afvoerden, en gij dus nog «lid onzer verecniging zijt. J. v. d. Wal, «Secretaris.* Daar dergelijke handelwijze niet kan zijn in het belang van H. N. vermeende ik dit te moeten publiceeren. Bovendien is der gelijke handeling geheel in strijd met het .eglement Art. 31 van het Huishoudelijk reglement zegt«De contributie bedraagt per jaar f 2.50. bij vooruitbetaling te vol doen*. Artikel 37 «Een lid wegens wan betaling door het Bestuur schriftelijk drie maal tot betaling zijner contributie aange maand zijnde, en binnen 3 maanden na de laatste aanmaning niet aan zijn verplichting voldaan hebbende, veriiest bij het einde van dezen termijn zijn lidmaatschap*. Commentaar overbodig. Daar de gezonden letteren ten hoogste compromiteerend zijn voor de betrokken per sonen die met mij dergelijke briefkaart (bijna zeide ikpamflet) ontvingen, door n.l. open lijk voor wanbetaling volgens reglement te worden geclassificeerd en dientengevolge te worden geroyeerd als lid der V. (ik laat 111 het midden of dit strafrechterlijk kan ver volgd) verzoek ik beleefd aan degenen, die met mij dergelijk schrijven ontvingen be richt of wel toezending van naamkaartje, op dat gezamenlijk dit kan worden ter sprake gebracht waar dit behoort. Laat verder deze handeling een spoorslag zijn voor degenen die het wel meenen met H. N. om te voorkomen, dat tot ontbin ding der vereeniging wordt overgegaan. Wordt H. N. ontbonden, dan voorzie ik op goede gronden, dat op de puin hopen van het eens zoo sterke Carthago de grondslagen zullen worden gelegd van een nieuwe vereeniging, beheerd door personen, wier phantastisch-politieke begrippen voor geen uitvoering vatbaar zijn, in geen geval in Amersfoort's belang. Plaatsruimte gedoogt niet, hierop verder in te gaan. M. i. zou het wenschelijk zijn, dat spoedig een vergadering werd belegd ter bespreking van hetgeen in deze omstandigheden kan en moet worden gedaan tot herleving en bloei van H. N. Hiervoor zal wel een inleider te vinden zijn. Mocht zich hiertoe niemand geroepen gevoelen dan zou ik, hoewel schoorvoetend, niet ongenegen zijn, deze zaak ter bespreking in te leiden. U dankzeggend voor de afgestane plaats ruin, te. Hoogachtend, UEd. dv. dnr. J. W. EGGINK. Amersfoort, 27 Mei 1912. Licht door werk. Meermalev zijn sprekende bewijzen aan gevoerd, dat blinden, zoo de oorzaak der blindheid nip' h-1 gevolg was van hersen ziekte, het to. ;n hoogen trap van geeste lijke ontwikke. ng konden brengen. Men denke onder andere slechts aan degenen, die, begaafd met een fijn muzikaal gehoor, een eervolle plaats in de rij der organisten konden innemen. Hieruit moet men evenwel niet besluiten, dat iedere verstandelijk ont wikkelde blinde voldoende gewapend is tegen den strijd, die hem te wachten staat en dat hij onze geheele sympathie niet noodig zou hebben om in de maatschappij te slagen. Hoe staat het derhalve met den maatschap- pelijken toestand van den blinde, die, geen muzikaal gehoor bezittende, opgeleid werd tot handwerksman? Er zijn in onze maatschappij slechts weinig beroepen, die hij kan uitoefenen. Bovendien zijn het dan nog de meest eenvoudige en de gemakkelijkste, vooral die, welke mindere vlugheid vereischen en bijgevolg ook het minst loonend zijn. Hij heeft niet alleen rekenschap te houden met de natuurlijke moeilijkheden, die zijn gemis medebrengt, doch ook met het onbekend zijn van ons, zienden, met hetgeen hij presteeren kan dit is voor hem een nog veel geduchter hinder paal. De zienden toch overdrijven over het al gemeen te veel de gevolgen van de blind heid en de daardoor ontstane hulpbehoevend heid bij het verrichten van arbeid. Velen ontzeggen den blinde dat vermogen en veroordeelen hem daarom tot een soort werkloosheid. De zienden beschouwen, en zulks te recht, het gezicht als de basis van hun arbeid, en meenen dat. zoo zij beroofd werden van het gezichtsvermogen, ze geheel niet meer in staat zouden zijn tot werken. Toch toonen tallooze feiten aan, dat bij dengene, die door blindheid getroffen is, de tastzin en het gehoor door oefening zoo danig ontwikkeld werden, dat deze bij vele werkzaamheden het gezicht voor een groot deel op voldoende wijze vervingen. De ziende kan zich moeilijk voorstellen, dat het gehoor en de tastzin bij blinden die diensten kun nen bewijzen. Hij weigert dan ook meer malen den blinde werk te laten verrichten, dat deze best had toevertrouwd kunnen wor den. Hierdoor loopt de productieve arbeids kracht van den blinde, die noodzakelijker wijze tóch al minder is dan van den ziende, gevaar ongebruikt gelaten te worden, door dit verkeerd geplaatst oordeel. Bij elke schrede, die de blinde op zijn le vensweg zet, gevoelt hij dit ten achter ge steld worden, en zulks nog te pijnlijker, zoo zijn denkvermogen en gevoelsleven intact is gebleven. Wij kunnen het niet genoeg herhalen het grootste lijden van den blinde bestaat niet, zooals men over het algemeen zich voorstelt, in het ontberen van het gezichts vermogen neen, het bestaat veel meer nog in de treurige ervaring, dat hem tallooze hinderpalen en moeilijkheden voortdurend in den weg worden gelegd bij het veroveren van een bescheiden plaats in de maatschappij. Het gemis van het zien dernatuurver schijnselen, kunstgewrochten, enz., wordt door velen niet zóo diep gevoeld, en zeker niet door hen, die sedert hun prilste jeugd het geluk van te kunnen zien niet gekend heb ben. De blinde heeft over het algemeen een rijk innerlijk leven; de herinnering aan het gemis van het gezichtsvermogen, zoo die niet door eenig nieuw beeld wordt opgewekt, wordt van lieverlede minder levendig, bijge volg minder pijnlijk. Zelfs het blinde kind heeft ook zijn emo ties; wanneer het ziende kind bij het onver wacht ontmoeten van zijn ouders een emotie van blijdschap ondervindt zoo gevoelt het blinde kind die zelfde vreugde wanneer het de stem van zijn vader of moeder hoort. Een mijner blinde kennissen van hooge intellectueele ontwikkeling, een blindgebo rene, deelde jmij als haar ervaring van het leven mede: «Het blind zijn is ontegen zeglijk een groote beproeving; niet omdat men zooveel minder genieten kan dan een ziende, maar omdat men het afhankelijk zijn zoo zeer gevoelt, vooral wanneer men een zelfstandig karakter heeft. Wordt een blinde beklaagd of soms voor minderwaardig ge houden, dan wekt dit steeds mijn lachlust op. Volgens mijn inzicht is 't best, dat men de blinden leert zooveel mogelijk zichzelven te helpen, opdat daardoor het gevoel van «afhankelijk zijn* worde getemperd. «Waar het echter physiek onmogelijk is, de hulp van zienden te ontberen, daar is. naar mijn innige overtuiging, de hulp, die vriendelijke menschen ons bieden, dankbaar te aanvaarden en door eene opgewekte stem ming kunnen de blinden hun doen gevoelen, dat zij een zegen zijn op hun levenspad*. Wanneer de blinden steeds bezocht wer den door het denkbeeld «licht*, nog eens «licht*, indien de zucht naar het terugkrij gen van het gezichtsvermogen hen alleen kon troosten, dan hadden wij niet anders te doen dan de handen in den schoot te leggen en een wonder der wetenschap af te wachten, een wonder, dat tóch niet gebeuren zou. Laten wij, zienden, die zulk een oneindig groot voorrecht bezitten boven hen die toch reeds zoo veel moeten missen, ons tot taak stellen, voor hen die gevaarlijke hinderpalen op te ruimen, welke zich op hun moeilijken weg bevinden. Daar de blinde niet anders verlangt dan een werkzaam en zooveel mogelijk draaglijk leven te leiden, kunnen wij hem helpen, zoo- dat ook hij zijn deel van het geluk krijge. Wanneer de blinde eenmaal vertrouwd is ge raakt met zijn toestand, beschouwt hij zich in geenen deele als verloren. Hij weet, dat hij een zeer draaglijk, ja zelfs gelukkig leven kan leiden, wanneer hij er in slaagt, een productieven arbeid te verkrijgen, een arbeid, die hem te geiijker tijd als het ware ver dedigt tegen ontmoedigende verdrietelijk heden, zijn eigen bestaan meer vastheid geeft en hem het gevoel verschaft, voor anderen nuttig te zijn. Ook hij zal zich dan wellicht een huiselijken haard kunnen vormen, bij zijn arbeid aangemoedigd en gesteund door be tuigingen van liefde en genegenheid der zijnen: hij weet znlks en gevoelt dit levendig. De meest practische wijze derhalve om valide en normale blinden, die voor een of ander handwerk opgeleid werden, te steunen iswerkverschaffing. Deze alleen is ware steun, omdat zij alleen hun geeft, naast zekere waardigheid als menscb, het vergeten van hun ongeluk. Voorheen veroordeeld een leven van ledigheid te leiden, anderen en zichzelven tot last, kunnen zij heden ten dage nuttige menschen worden. De blinde werkman werkt even goed als zijn ziende kame raad, dikwijls nog met meer regelmaat, doch minder vlug, waardoor zijn verdiensten reeds geringer zijn. Bovendien heeft hij, om zijn koopwaren van de hand te zetten en het benoodigde materiaal te koopen, een geleider noodig, dien hij natuurlijk moet betalen uit de opbrengst van zijn arbeid. Laten wij hem dus helpen om de scherpe concurrentie tegen den zienden handwerksman te kunnen vol houden. Vol vertrouwen, dat velen na lezing van dit artikel zich gedrongen gevoelen den blinden handwerksman tc helpen, roep ik aan ieder toe: Geef den blinde werk, waar door ge een lichtstraal zult werpen in zijn duister leven; de aalmoes kan hem slechts vernederen. H. J. LENDERINK, Directeur van het Instituut tot onderwijs van blinden te Amsterdam. Rurgelyke Stand van Amersfoort van 17 tot 24 Mei. GEBOREN Wijnand Wouter, z. van Henri Steen wijk en Maria Margaretha van der Vet. Lam- bertus Marinus, z. van Willem Kerkhof en Richarda Kuijer. Elbert, z. van Daniël Spreij en Elisabeth Mulder. Maria Jo hanna. d. van Gerrit Andries Lodder en Johanna Maria van Doorn. Johan Gerard, z. van Johannes Gerardus Fontein en Chris tina Jantina de Blécourt. Hendrikus Cor nell's Johannes, z. van Mattheus Johannes van der Veer en Gebina Johanna Francisca Krook. Hendricus, z. van Gerardus Cor- nelis van Schalkwijk en Gerarda Spijker. Bastiaan Jan Willem, z. van Harmon Bos ee Cornelia Maria van Gent. ONDERTROUWD Willem Hendrik van Rietschoten en Jo hanna Erings. Gregorius Johannes Hout en Everdina Maria Smink. Adam Barend van Doorn en Wilhelmina Dekker. Ja cobus Bosman en Johanna Krijnen. Hen drikus Beijer en Catrina Johanna Wijntjes. Berend Noordewier en Catrina Stam. GETROUWD Albertus van Zijl en Johanna Hendrika Vial. Simon Zwanenburg en Wilhelmina Johanna Dommisse. Jacobus Johannes Brits en Johanna Adriana de Groot. Al bertus van der Flier en Wilhelmina van Empelen. OVERLEDEN Franciskus van Kleef, 80 jr., wednr. van Jansje de Boer. Daniël van de Kooij, 35 jr., echtg. van Alijda Kok Jacobus Stomp- horst, 69 jr., echtg. van Fennetje Meinten, wednr. van Heintie van Kommer. Cor- uelia Maria Riksen, 2 mnd. I.eonardus Valentijn van den Hoek, 2 jr. Catharina Maria van der Kleij, 13 mnd. Hendricus van Schalkwijk, 1 dag. Pieter Wellert, 13 mnd. AMERSFOORT, 24 .Mei 1912. Appelen fo.a fo.Peren fo.a fo. Kleiaardappelen to.ifo.Zand- aardappelen f 2.50a f 3.00. Hoendereieren f 3.80 a f4.20 per 100 stuks. Bruine eieren a f4.— a f4.60 p. 100 stuks. Grasboter f 1.25 a 1.45 per Kilo. Kippen f 1.a f 1.50. Kuikens fo.a to.—. Piepkuikens f0.80 f 1.50. Ganzen fo.afo..Oude eenden f 1. af 1.40 Jonge e enden f o.a fo.— Hazen f o. a fo.—Wilde konijnen fo.— a fo.Tamme konijnen fo.60 a f 1.20 per stuk. Duiven f 0.50 a f0.70 per paar. Vette varkens fo.— afo.—. Magere varkens f .0— a fo. Zeugen f50.a f 100.Biggen f8.— a f17.—. Vette koeien fo.a fo. Aangevoerd waren ongeveerheet. Appelen, heet. peren, heet. kleiaard appelen; 50 heet. Zandaardappelen; 180000 stuks Hoendereierenst. Eendeneieren 600 kilo Grasboter Vette Varkens Magere VarkensVarkens voor export, slagerij600 Biggen en 40 Zeugen. AMERSFOORTSCH WISSEL- en EFFECTENKANTOOR (Mr. S. O. VAN HELDEREN baron RENDERS) Kortegraeht 11. Tel. 176. Telegramadres„Wisselkantoor". Assurantiën. Incasseering van Wis- Credieten. seis en Quitantiën. Coupons. Vreemd geld. Deposito's. Wissels op Binnen- en Effecten. Buitenland. Verhuurt loketten in zijn daarvoor speciaal gebouwde kluis (Safe Deposit) volgens tarief, op aanvrage verkrijgbaar te zijnen kantore. Prachtig modern salon- en huiskamer-ameublement, massief eiken (handwerk) aangeboden. Ook afzonderlijk. Van bekende, soliede firma afkomstig. Zoo goed als nieuw; kwitantie en zes jaar blijvend garantie-bewijs ter inzage. Nn voor den halven prijs te koop. Te zien tot a s. Vrijdag avond dagelijks van 10 tot 4 nnr aan de transport- en bergplaats van inboedels van C. SCHIMMEL, Utrechtsche- straat 20, Amersfoort. Sollicitanten naar de betrekking van aan de nieuw te bouwen openbare Lagere school op het „Vildersbosrh" worden uitgenoodigd, hun sollicitatie-stukken v 'or den 31 Mei 1912 in te zenden by den Burgemeester van Amersfoort. Bezoeken kunnen niet afgewacht wor den.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1912 | | pagina 3