Nationale Vereeniging tot steun aan miliciens. Stoomwasscherij W. G. BURGER, WAARSCHUWING. BLOOKER's CACAO. Alléén SINGER SINGER-MAATSCHAPPIJ, DE HUISHOUDGIDS LIJNZAADKOEKEN Soyaboonen-koeken ASTIIG-. TETTER* III1W PI, MAMMA. Feuilleton. Besluiteloos. ECl/t VOOR DE SCHOENEN. Laat uwe schoenen toch niet langer bederven door creams, die t e r p e n t ij n of andere bijtende stoften bevatten, waar door het leder berst en scheurt. E L A is zonder t e r p e n t ij n. E Cl L A tast hel leder niet aan. EC LA geeft een gitzwarten glans. Van alle schoencream's kreeg EC LA de hoogste onderscheiding op de Tentoonstelling te Turijn, 1911. EN «ROSJ. va» VOLLENHOVEN. Afdoellng Amersfoort en omstreken. Werkgevers, die b e t r o u w bare werkkrachten noodig hebben, en Miliciens, die naar werkzaamheden uitzien, worden verzocht zich te wenden tot liet Secreta riaat dor afdeeling, Scltjminelpenninek- straat 41, te Amersfoort. N.B. Alléén die miliciens, waarvan de dienstrapporten, opgevraagd hij hunne laatst commandeerend officieren gunstig luiden, komen in aanmerking voor steun dooi de vereeniging. §Bij den ondergeteekende verschijnt iedere» Woensdag *4? j| De HoIIandscho Lelie j| 24} Weekblad voor jongedames. rè onder Hoofdredactie i van jjjg Vjft Joukrr. ANNA «Ie SA VORM N LOKMAN. De Hollandse he Lelie" is het eenige 31 Weekblad in Nederland voor dames EF uit de hoogste en beschaafdste krin- jB gen. Let hierop voor uwe advertentie, ff Prijs per jaarg. f 4, fr. p. p. f 4.20 Jg proefnummer gratis. ff Amsterdam. L J. VEEN. 3 Crediet- vereeniging; Correspondentschap te Amersfoort. mr. H. J. M. van den BRKUH WILHELMINASTRAAT 5. te Amsterdam. Zij stelt zich ten doel het verleenen van Credieten onder per soonlijke of zakelijke zekerheid of in-blanco liet incasseer en van handelspapier het ontvangen van gelden a deposito rekening-courant. - ZEIST. AMERIKAANSCH SYSTEEM. Wassehen geheel opgemaakt of droog toegeslagen, GOEDE BEHANDELING. BILLIJKE PRIJZEN. Goederen worden te Amersfoort 's Woensdags franco gehaald en gebrachf. PROSPECTUS wordt op aanvrage gratis toegezonden. Er wordt tegenwoordig onder de benaming „cacao" een product verkocht, in bussen zoowel als los bij het gewicht, hetwelk zoo sterk ontvet is, dat het eer de benaming van „afval" verdient dan die van „cacao". De verhouding der voedingswaarde van dit „afval" tot die van werkelijk goede cacao, is dezelfde als die van uitgekookt soepvleesch tot een sappige biefstuk. Een ieder die geen gevaar wil loopen bedrogen uit te komen, koope de bekende bussen DAALDERS s Onze machines behoeven geen aanprijzing In winkels met DIT uit hangbord zijn de Naaimachines verkrijgbaar. Amersfoort, Westsingel 49 hoek Varkensmarkt. Wij verzoeken slechts er op te letten, dat ze aan het juiste adres gekocht worden. Gouden Medaille, Gent 1908. Onder redactie van mejuffrouw N. CARIOT, Leerares in Koken en Voedingsleer te ZWOLLE. - Dit tijdschrift verschijnt eiken Zaterdag. Proefnummers gratis en franco verkrijgbaar bij iedere» Roekhandelaar en aan het bureau van de »DE HUISHOUDGIDS* burgstraat 65, UTRECHT. WESSANEN «Sc LAAN. WORMERVE E R. Opgericht 1765. Koninklijke Fabrieken. Voedert uw vee met de zuivere murwe merk de „Stor"' en W. L„ en merk W. L. uitmuntende door hoog eiwit- en vetgehalte en voedingswaarde. EKKE-DIPLOMA Parijs 1900. NEGEN «OUDEN MEDAILLES De ondergeteekenden, vormende het Sub comité voor Amersfoort der Vereeniging >Reisbelasting«, veroorloven zich de vrijheid allen die op reis gaan hierbij dringend te verzoeken eene kleine gift af te zonderen voor hen. die om gezondheidsredenen naar buiten moeten en niet kunnen.gaan door gebrek aan de noodige middelen. Vragen wij allereerst steun aan hen die reisplannen hebben, ook van de niet-reizenden zal elke gift dankbaar worden aanvaard door Mej. D. A. SiDDRlï, Muurhuizen gg. Mevr. Gkonkman— Doornbos; Utrechtscheweg 10. Mevr. Ruyscii I.RilMAN df. i.fhns- ff.r.r>—Van Lanschot Hubrecht, Soesterweg 1 Mevr. Knoppers- -Van Eijrerc.rn, Weverssingel 7. Mevr. RofssingiiTen Catf, Wuytierslaan 4. Distill. Wijnen. Likeuren. Lieve Vrouwe-kerkhof, AMERSFOORT. Bioscoop „DE AREND". Van af Woensdag 20 Juni 1. St. Petersburg, natuuropname. 2. De badreis des heeron Plnm|iuddiug. li. Vader en zoon als niedoiuinbaars 4. '11 Moderne wals, hoogst komisch. r>. Een stierengevecht te Ni mes. 0. De stiefmoeder, drama. 7. De verjongingskuur, komisch. 8. Appius Claudius dood, drama. 9. Mr. Triidlers uitvinding, komisch. 2^** Tot slot. als extra-nummer, een bekend groot-bedrijf in Nederland. Koele zaal. Heerlijke temperatuur. 21.) Lilli had palet en penseel weer ter hand ge nomen en deed een streek of wat aan den achtergrond van het portret. Ze hoog zich voor over en zei terloops„Maar toen u nog bij den voortreflijken Lorenzen woonde, hebt u mijn heer Pfiildner toch dikwijls ontmoet! Welken indruk heeft hij op u gemaakt?... als de vraag niet onbescheiden is." Geheel onbevangen, maar toch met een <jn- willekenrige warmte in haar toon antwoordde Antje „Ik ken hem werkelijk slechts zeer weinig, juflrouw Von Biirgor; maar waarom zou ik het verzwijgen, dat bij mij altijd voorgekomen is als een verstandige, flinke man, die, bij alle voorliefde voor zijn beroep, toch nog groote be langstelling hewaaril heeft voor het schoone en edele in de wereld, fk heb altijd heel gaarne met hein gesproken." „Zoo? Nu dan kannen wij hopen, dat zijn komst bevorderlijk zal zijn aan de gezelligheid van Ebenstedt". Lilli zei dat kalm Antje merkte ten minste niet, dat de Btem van de jongedame naast haar zekeren vreemden, ge dwongen klank had aangenomen, en dadelijk daarop zei ze „Dat geloof ik niet, juflrouw Von Burger. Hij zal de gezelligheid niet opzoeken, maar die eerder vermijden. Dat heeft hij mij zelf gezegd." Lilli lachte zacht. „De besluiten van de lieeren der schepping 1 zijn in dit, zooals in de meeste andere opzichten I erg wankelbaar, lieve juffrouw Be;gholm. Dat moet men afwachten Ze legde palet en pen seel weg en stond op. „U moet toch mijn kamertje Omstreeks dien zelfden tijd zaten, in de kleine achterkamer van Lorenzen, de overste en Max Brodenberg tegenover elkaar. Overste Von Burger was van de barakken te voet naar Ebenstedt teruggekomen en had, voprbij het logement komend, zijn neef onder de ve randa zien zitten. Met een luiden, half verheug den, half verlegen uitroep van verrassing was hij op hem toegesneld. „Jongen, Max I Ben je daar werkelijk Wan neer ben je aangekomen Eergisteravond reeds En nog niet bij ons geweest Noem je dat nu denken en bandelen als een familielid Hij hield op en drukte zijn neef een paar malen hartelijk de hand. Mux gaf niet dadelijk antwoord op die vraag. Hij deed de groeten uit Eiberode, vroeg hoe het zijn oom ging van Lilli verineden beiden te spreken en toch voelden beiden, dat dit in het volgende kwartier onvermijdelijk zou zijn. Ten slotte was het Max, die begon. „U weet, oom, wat mij naar hier voert; u moet het weten," zei hij en zijn oogen rustten vol verwachting op het openhartig gelaat van den ouden officier. „Wij zullen geen komedie tegenover elkaar spelen," vervolgde hij, toen deze hardnekkig zweeg. „Mijn komst betreft Lilli". Daar was de naam uitgesj«roken. Een donker rood kleurde het gelaat van Brodenberg. De oversle klopte hem op den schouder en zei „Arme jongenbeste arme kerel!" Nu zwegen beiilen weer en keken naar den grond. „Oom" begon daarna Brodenberg opnieuw, „ik kan nog altijd niet voorgoed alle hoop op geven. U hebt mij eens zelf gezegd, dat Lilli mij vroeger altijd gaarne mocht. U hebt mij zelfs gezegd, dat ik, naar uw meening. zeker haar jawoord zou hebben gekregen, indien ik der. armen Eg'on was vóór geweest. Het is natuurlijk, het spreekt vanzelf, dat Lili iu den eersten tijd, na dat treurig ongeluk, mij niet kon zien. Hel zou een groot gebrek aan tact en kieschbeid verraden hebben als ik toen haar „'ezelschap had gezochtmaar sedert zijn jaren verloopen en jaren verzachten ten slotte ieder verdriet, heelen iedere wond." „Maar het litteeken blijft, mijn beste jongen". Max echudde het hoofd. „Ik kan hel niet gelooven, oom. Lilli zal toch eindelijk het droevig einde van Egon aanzien voor hetgeen het was: een hoogst noodlottige gebeurtenis, waaraan ik geen schuld droeg. Daarmee moet ook baar afkeer van mij ver dwijnen." „Ik vrees, dat je je toch vergist, Max. God weet het, dat, als iemand die verbintenis van ganscher harte wenschte, ik het ben. Maar Lilli heeft nu eenmaal haar eigen denkbeelden. Daar is niets aan (e doen." „Hebt n met haar over mij gesproken, oom „Niet éénmaal, maar dikwijls. In het begin dacht ik ook wel, dat ze hier, waar we zoo eenzaam leven, tot andere gedachten zon komen Maar er is niets aan te doet. eenvoudig niets!" Hij zuchtte en vervolgde: „Max, ik meen het goed met je. Daarom zog ik je eerlijk zet je Lilli uit het hoofd." Brodenberg staarde voor zich uit. Dat was, zij 't ook met andere woorden, bijna het zelfde, dat Pfiildner hem gisteren gezegd had; het zelfde, dat thuis ootn Xaver, die een menschen- kenner was, steeds en Bteeds herhaaldehet zelfde ook, dat hem zijn eigen verstand sinds jaren zei. En niet tegenstaande dat, kun hij niet opge ven hetgeen hij zoo vurig verlangde Hij hief het hoofd op. „Ik wil Lilli ten minste zien en spreken Uit haar eigen mond wil ik hooren, welke be slissing zij neemt." De overste-had zijn sigaar uit den mond'ge nomen en draaide er aan. Ifet duurde eenige minutentoen antwoordde hij „Ze zal je niet ontvangen, Max. Dat is te zeggen, ik weet het niet recht, want vrouwen zijn onberekenbaar. Misschien schept ze er wel behagen in, je eenige hardheden in het gezicht te slingeren. Maar nu vraag ik je wat heeft dat voor doel ITet zal voor jou, voor Lilli, voor mij ten slotte, slechts een uur vol pijn zijn. Je doet beter, dat te vermijden. Max, wees verstandig. Doe het niet, laat je raden Ik meen het goed met je." Max was opgestaan en leunde zwaar op zijn stoel. „My hardheden in het gezicht slingeren Waarmee zou ik dat verdiend hebben riep hij levendig. „Maar ik denk anders over Lilli en hoop, dat ik haar ten slotte liet best ken. Ze moet mij nu ook weer leeren kennenze moei weten hoe lief ik haar heb, hoe ik in ai die jaren om haar heb geleden, hoe er bij mij geen plaats was voor andere gedachten dan aan haar! Zeg haar dat, oom." „Alle duivels, neen, Max! Het zou olie in het vuur zijn, wanneer een der«le, al was het haar eigen, vader,mzich in de aangelegenheid mengde. Daar weet ik van mee te praten. Neen, myn jongen. Als ie volstrekt niet anders will, beproef je geluk dan zelf. Ik wasch mijn han den in onschuld ik heli je gewaarschuwd (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1912 | | pagina 4