Advertentièn.
Alvorens de notulen te doen lezen, een
enkel woord.
Het is een ongewoon verschijnsel, dat ik
presideer. De reden hiervan is, dat de heer
Van der Meiden uitstedig is, doch óok heeft
gemeend, niet op den Voorzittersstoel te
moeten terugkomen.
Op mij rust dus de taak, hedenavond de
besprekingen te leiden.
Ik meen, dat ik tekort zou doen aan de
eet van deze vereenigiag als ik niet met een
enkel woord de groote verdiensten van den
heer Van der Meiden voor de verceniging
herdacht. In de jongste Bestuursvergadering
heelt het Bestuur hem reeds dank betuigd
voor het vele en dikwijls goede werk voor
de vereeniging, welke nu bijna T2"2 jaar
bestaat, door hem verricht. Voor mij, als zijn
vriend, is het een aangename taak. dezen
dank hier te vertolken.
In den heer Van der Meiden verliest de
vereeniging niet alleen een zeer ijverig lid, die
sedert de oprichting in het Bestuur heeft
gezeten, maar ook een, die met anderen haar
tot stand koming heeft bewerkt. 1 lij voelde,
dat H. N. moest komenhij heeft hard
gewerkt en haar tot stand gebracht.
Waar zoo menigmaal door onzen vroegeren
Voorzitter is gewezen op de groote homoge
niteit in het Bestuur en ook in deze verga
dering. wil ik herhalen, dat dit steeds zoo is
geweest, hoewel het Bestuur volstrekt niet
bestond uit ja-broers, en lang niet alle Be
stuursleden éen lijn trokken, doch uit men-
schen, die op menig punt verschilden van
inzicht. Naar zijn bijzonderen aanleg was de
een vooruitstrevend, de ander behoudend
de een bedaard, kalm. rustig, de ander voort
varend. Tot deze laatsten behoorde de heer
Van der Meiden, die zich geheel gaf en door
zijn groote stuwkracht de vereeniging zoo
flink vooruit heeft gebracht en die onver
moeid haar belangen heeft behartigd.
Wij gedenken dan hem in zijn heerlijk
optimisme, zijn opgewekte voortvarendheid,
zijn jeugdig idealisme en wenschen hem toe,
dat hij die nog lang moge bezitten.
Wij hopen, dat de vereeniging in het
nieuwe Bestuur, leden zal krijgen met de
zelfde stuwkracht en bezieling als Van der
Meiden (applaus).
De notulen van 25 Mei worden gelezen.
De heer F r e d e r i k sIk begin met te
herinneren, dat ik dien avond pas te half
tien ter vergadering kon komen en dus niet
aanstonds me heb kunnen verzetten tegen
een uitdrukking die blijkens de notulen in
het begin van die vergadering is gebezigd
en in die notulen tweemaal voorkomt. Er
staat ongeveer, dat het waarnemend Bestuur,
bij gebreke van een candidatenlijst, alscan-
didaten voor het Bestuur noemt de leden,
die de crisis in de vereeniging hebben be
werkt. En onder die namen komt de mijne
voor. Ik kan mij niet neerleggen bij die
uitdrukking en verzoek beleefd, doch met aan
drang, dat zij, wat mij betreft, wordt gewij
zigd.
De Voorzitter: Met uw verzoek zal
rekening worden gehouden.
De heer E g g i n k De notulen weer
spreken zichzelve. In den aanhef wordt mel
ding gemaakt van een candidatenlijst en
later wordt gezegd, dat de heer Sinnige
candidaten voor het Bestuur voorstelde.
De Voorzitter: Het voorstel werd in
gediend door den heer Sinnige
De heer E g g i n k Doch het was van
ons, die het te voren reeds schriftelijk in
dienden.
De Voorzitter: Het zal worden aan-
geteekend.
De notulen worden, aldus gewijzigd, vast
gesteld.
De V o o r z i 11 e rBij het Bestuur is in
gekomen een schrijven van den heer H.
van den Boogerd van 27 Mei; waarin deze
schrijft, sedert ruim een jaar geen convoca
tie of andere stukken, van de vereeniging
uitgaande, te hebben ontvangen.
De Penningmeester heeft de quitantie van
den heer Van den Boogerd over 1911 onbetaald
terug ontvangen. Er stond op geschreven,
dat schriftelijk bericht zou worden gezonden;
doch dit bericht is tot dusver uitgebleven.
Toen is de heer Van den Boogerd afgevoerd
van de ledenlijst, zooals steeds geschiedde.
De heer Van den Boogerd: Bij de
eerste aanbieding was ik niet thuis; een
tweede aanbieding heeft niet plaats gehad.
De Voorzitter: De bode heeft het
toch gezegd.
De heer Van den Boogerd: Ik heb
den bode nooit gesproken.
De Voorzitter: Dan heerscht hier
blijkbaar een misverstand. Ik voor mij meen,
dat de heer Van den Boogerd de vergade
ring kan blijven bijwonen als hij alsnog aan
zijn geldelijke verplichting voldoet.
De heer Van den Boogerd: Het
reglement zegt, dat men tot driemaal toe
moet aangemaand worden. Ik hoorde echter
niets meer, doch werd eenvoudig uit de
vereeniging gezet en als wanbetaler geroyeerd.
De Voorzitter: Als het geval zich
zóo heeft toegedragen als u zegt en ik
twijfel daaraan niet dan is er iets gebeurd,
dat niet goed is. Doch het gebeurt maar al
te veel, dat, wanneer de contributie wordt
geïnd, enkelepbedanken en niet betalen. Zij
worden dan als lid geroyeerd.
De heer Van den Boogerd: lk heb
nooit eenig bericht ontvangen.
De Voorzitter: En heeft u sedert
nooit een vergadering bijgewoond?
De heer Van den Boogerd: Neen.
De Voorzitter: Hoe kon dan het
Bestuur er iets van weten Nu het u heeft
gehoord, doet het amende honorable. Het
is er steeds op uit, de leden te behouden
De heer Van den Boogerd: Dat
weet ik nog niet zoouit de nieuwsbladen
is mij althans hot tegendeel gebleken.
De Voorzitter: Nu gaat u toch te
ver en is geheel buiten de orde.
De heer V a 11 den Boogerd: In 1911
heb ik niets ontvangen moet ik nu toch
contributie betalen over 1911
De Voorzitter: Dit moeten nader
hand de leden maar uitmaken. Volgens onze
opvatting is u nog lid.
De Voorzi11er: Aan de orde is nu
punt t der Agenda: voorstel van het Bestuur
om een crediet te verleenen aan de commissie
voor plan-1913.
De heer F rederiks: Ik stel voor, dit
punt te behandelen na de Bestuursverkiezing.
Wordt er een geheel nieuw Bestuur saam-
gesteld dan is het niet goed, dat dit wordt
gebonden door een thans nog te nemen be
sluit van financieelen aard.
De Voorzitter: Ik zie daarin geen
bezwaar. De vereeniging heeft deze commis
sie in 't leven geroepen welke reeds eenige
kosten heeft gemaakt om het plan te onder
zoeken. Of het waarnemend Bestuur, dan
wel een nieuw Bestuur het plan afhandelt,
doet er weinig toe: het crediet moet wor
den verleend. De tijd gaat inmiddels voort;
de heer Eggink heeft in de vorige vergade-
ring gezegd, dat we al rijkelijk laat waren.
De heer Eggink: Ik ben er nog voor,
een crediet te verleenen, doch ben het eens
met den heer Frederiks, dat men het nieuwe
Bestuur niet nü nog, op de valreep financieele
lasten moet opleggen.
De heer Frederiks: Ik denk er niet
aan, te tornen aan het credietdoch van
dit credievwas aan de vergadering niets be
kend. Ik blijf het beter achten, dat het nieuwe
Bestuur, dat de commissie stellig niet in een
impasse zal brengen, vrij blijft.
De geer Nieuwendijk: Ik stel voor,
de agenda correct af te werken het nieuwe
Bestuur komt dan met een schoone lei.
De heer Frederiks: Juist niet, want
bovenop die lei staat het crediet, waarvan
we het bedrag nog niet eens kennen.
De Voorzitter: De zaak is deze. Het
waarnemend Bestuur heeft nog voor dezen
avond de leiding en stelt er prijs op, de
loopende zaken af te handelen.
Er bestaan plannen om, zoo mogelijk, te
komen tot iets blijvends voor de Gemeente.
Met het oog daarop moeten deskundigen
elders een kijkje nemen en hiermee zal een
f 75 gemoeid zijn. Het is iets, zeer in het
belang van den handel en de nijverheid in
deze plaats.
Het Bestuur vraagt dus een crediet van f 75.
De heer Krook: Ik steun het voorstel-
Frederiks en vertrouw met den voorsteller,
dat het nieuwe Bestuur dat luttele bedrag
zal beschouwen als een eereschuld en bij
het waarnemend Bestuur niet zal willen
achterstaan.
De Voorzitter: De leiding van de
vergadering berust bij het Bestuur en dat
meent, dat punt 1 der agenda ook als punt
moet worden behandeld.
De heer Frederiks: Maar hoe heb ik
het nu? Ik dien een voorstel in, dat be
hoorlijk wordt ondersteund. Zou dit nu geen
punt van overweging mogen uitmaken
De heer Van den 13urg: Ook mijn
gedachte was, dat we beter eerst een defini
tief Bestuur zouden kiezen maar ik zou het
voorstel tot uitstel van punt 1 in dier voege
willen opvatten, dat het nieuwe Bestuur zich
schikt naar de maatregelen, die in deze reeds
door het oude Bestuur zijn genomen.
De Voorzitter: Als straks het nieuwe
Bestuur wordt gekozen, gaan wij weg en
het komt dan vreemd voor de zaken te staan.
Dit Bestuur neemt daarom het voorstel-
Frederiks niet over. Men moet ons voorstel
dan maar afstemmen.
De heer Frederiks: Och kom nu toch.
Het nieuwe Bestuur aanvaardt de lusten,
maar óok de lasten en zal stellig door de
oude titularissen geheel au fait worden ge
bracht, óok wat de geldelijke verplichtingen
betreft.
Ik heb u geenszins verzocht, mijn voorstel
over te nemen. Ik heb slechts een voorstel
gedaan, dat behoorlijk is ondersteund. De
vergadering beslisse daarover.
De heer Koning: Ik verzoek, dat het
Bestuur punt 1 terugneme tot een volgende
vergadering, Het nieuwe Bestuur heeft dan
allen tijd om zich voor te bereiden.
De Voorzitter: Het Bestuur heeft
daartegen geen bezwaar.
De heer Frederiks: Dit voorstel is
van verdere strekking dan het mijne, dat
ik daarom intrek.
Het voorstel-Koning wordt hierop aange
nomen met algemeene stemmen,
De Voorzitter: Eén punt is niet op
de agenda geplaatst, namelijk het verslag van
de commissie, welke de rekening en verant
woording van de Penningmeester heeft nage
zien.
De heer Sinnige: Met den heer J. I*
G. van Achterbergh heb ik de boeken en
bescheiden geverifieerd en alles zeer correct
bevonden. Bij een ontvangst van f568.23
was er op het einde van het boekjaar een
batig slot van f 23.06.
Namens de commissie heb ik de eer mee
te dcelen, dat de boekhouding zoo correct
mogelijk is bevonden en is het mij een ge
noegen. warme hulde te brengen aan den
Penningmeester, die de administratie zoo
accuraat behandelde (applaus).
De Voorzitter: Aan de orde zijn dan
nu de Ingekomen stukken.
Schriftelijk hebben bedankt 8 en monde
ling 3 leden.
De heer Eggink: Ik hoop en vertrouw,
dat er onder dezen wel zullen zijn, die, even
als ik, werden geroyeerd als zoogenaamd
wanbetaler en daarom in een booze bui heb
ben bedankt, doch wel weer lid zullen wor
den.
De heer Van den Burg: Ik hoop, dat
het nieuwe Bestuur dien heeren alsnog na
dere inlichtingen zal willen vragen.
De Voorzitter: Ik vertrouw, dat dit
zal geschieden.
Ingekomen zijn nog
het rapport van inkomsten en uitgaven
van den Ned. bond van midderstands-ver-
eenigingen (incasso- en informatie-wezen)
waaruit blijkt, dat de ontvangsten over 1911
hebben bedragen t 2654.20 en er een goed
saldo is van f 58.81 voor kennisgeving;
een verzoek van de Amersfoortsche too-
neel-vereeniging »D. I. U« om voor haar
voordrachten-wedstrijd een medaille beschik
baar te willen stellen conform het Be-
stuurs-voorstel z. d. of h. st. besloten, hierop
niet in te gaan.
van de Algemeene Groningsche Winkeliers
Vereening een schrijven, houdend verzoek,
voor de candidatuur-Crebas in het Hoofdbe
stuur van den Middenstandsbond te kiezen
den heer D. P. Roodenberg, opdat ook de
Provincie Groningen vertegenwoordigd zij in
het Hoofdbestuur. Het Bestuur heeft zeer
veel te doen gehadde tijd tot antwoorden
is thans voorbijaan de afgevaardigden naar
het 9e Bonds-congres, te Deventer te hou
den, wordt overgelaten, naar bevind van
zaken, hun stem uit te brengen op den heer
Roodenberg.
van den heer W. van Haselen P.Hz., die
ontslag vroeg als Administrateur van het
informatie- en incasso-bureau, een schrijven
waarin hij meedeelt in functie te blijven tot
het nieuwe Bestuur zich heeft geconstitueerd
(applaus).
van de lezing des heeren Gorris 175 exem
plaren over de Tariefwet zullen den leden
worden toegezonden.
van den Middenstandsbond formulieren en
pr.e-adviezen voor het Bonds-congres ter
hand gesteld aan de afgevaardigden.
van den heer Van Duin een schrijven,
waarin hij bedankt als afgevaardigde naar
dat congres.
De heer Van Duin: Ik bedankte, omdat
er geen plaatsvervangers zijn aangewezen en
het niet zeker is, dat ik kan gaan.
De Voorzitter; Dan stel ik voor, thans
twee plaatsvervangers te kiezen.
Gekozen worden bij eerste stemming de
heeren R. van den Burg en H. Koning,
De Voorzitter: Dan is thans (9.45)
aan de orde de verkiezing van 7 Bestuurs
leden.
Van den heer Eggink is zooeven ingeko
men een schrijven, waarin wordt meegedeeld,
dat de Woensdagavond gehouden vergadering
van leden tot candidaten stelt de heeren: G.
van Duin, J. W. Eggink. L. Houbaer, H.
Koning, 1„ J. Krook, W. van Schaik en B.
Schooleman.
Ik stel voor, dit schrijven voor kennisge
ving aan te nemen en een vrije stemming
te houden.
De heer Eggink: Het is slechts een
leiddraad om een eindelooze stemming te
voorkomen.
De heer Van Schaik: Blijft het oude
Bestuur volharden bij zijn besluit, zich niet
weer beschikbaar te stellen
De heer Van den Burg: De moeilijk
heid waarin H. N. is geraakt, kan wor
den opgelost, als de vergadering alle af
tredende Bestuursleden zonder éen uitzonde
ring herkiest. Ik wensch thans geen ant
woord van het Bestuur; dat is van later
zorg. I Iet moet nu voor het feit worden ge
steld.
De heer Koning: Ik had de zelfde
gedachte. Ik erken, niet trouw ter vergade
ring te zijn gekomen, doch dit heeft dit
voor, dat ik niet op de hoogte ben van alle
kleine en mogelijk nog kleinere quaesties.
Om zijn veel en zijn goed werk acht ik het
Bestuur hoog en het zou mij ten zeerste
verblijden indien het zich weer beschikbaar
stelde.
De heer Eggink: Het Bestuur weet,
dat ik daartoe reeds alle moeite deed, dat
ik alle leden bezocht, doch dat allen wei
gerden, maar misschien later een functie
weer wilden aanvaarden. Vandaar de ver
gadering, Woensdagavond gehouden.
Do heer P. van Achterbergh: Tijd
is geld en daarom wil ik, ten einde te voor
komen, dat weer anderhalf uur wordt zoek
gemaakt met stemmen, de pertinente vraag
stellenstelt het Bestuur zich herkiesbaar
ja dan neen.
De heer Van den Burg: Omdat het
Bestuur niet in zijn geheel tegenwoordig is,
wilde ik deze pertinente vraag niet stellen.
De heer Bunnik: Ik onderschrijf de
woorden van den heer Van den Burg.
De Voorzitter: Het Bestuur heeft
met genoegen deze woorden aangehoord.
De mogelijkheid, dat zij zouden worden ge
sproken, is in de jongste Bestuursvergade
ring overwogen en het Bestuur is tot de
conclusie gekomen, dat het beter is, thans
een geheel nieuw Bestuur te kiezen.
Na al hetgeen is gepasseerd, vinden velen
het beter, heen te gaan. Onder de leden,
ook die, welke niet in deze vergadering zijn,
bevinden zich mannen genoeg, die met ernst
en beleid de zaken der vereeniging kunnen
leiden.
Ten einde te voorkomen, dat de vergade
ring verloopt, stelt het Bestuur voor, dat
als 3 van de gekozenen de benoeming aan
nemen, de overige 4 een maand bedenktijd
hebben. Dit bevordert zeer het vlug beëin
digen van de stemming.
Bij eerste stemming worden nu gekozen de
heeren H. Koning met 24 en L. J. Krook
met 19 van de 33 stemmen; bij tweede
stemming de heeren L. Houbaer met 27,
R. van den Burg met 24, G. van Duin met
22,en W. van Schaik met 21 stemmen; bij
herstemming de heer A. L. Versluys met
16 van de 25 stemmen.
De gekozenen, voorzoover nog aanwezig,
nemen de benoeming aan. Aan de heeren
Houbaer en Van den Burg zal bericht
worden gezonden.
De Voorzitter: Het nu aftredend
Bestuur verzoekt het nieuwe Bestuurde zaak
van het plan-1913 spoedig ter hand te nemen
en niet te wachten tot na de gebruikelijke
zomer-vacantie.
De heer Sinnige: Nu we op het punt
zijn. deze vergadering te verlaten, is het mij
een behoefte te zeggen, dat we met zekeren
weemoed het oude Bestuur zien heengaan.
Ik breng het hartelijken dank voor zijn ijver,
zijn energie, zijn liefde, zijn arbeid voor den
handel en de nijverheid te Amersfoort. Ik
hoop, dat het nieuwe Bestuur zijn voetspoor
zal volgen, en ik vertrouw, dat als het nieuwe
Bestuur zal komen te staan voor het eene
of andere bezwaar, het voorlichting zal
zoeken en zal vinden bij het thans aftredende
(applaus).
De Voorzitter: Namens mijn medele
den, die met weemoed hun functie neerleg
gen, dank ik den heer Sinnige voor het
gesprokene en de vergadering voor haar
instemming.
De thans gekozenen geven ons alle ver
trouwen in de toekomst van H. N. en wij
hopen, dat de vereeniging onder hun leiding
een nieuw tijdperk van bloei zal mogen
beleven.
Hierop werd te 10.50 de vergadering ge
sloten.
Het Bestuur verdeelde gisteravond de
function in dezer voege: L. J. Krook, Voor
zitterW. van Schaik, Onder-voorzitter; G.
van Duin, ie Secretaris; A. L. Versluys, 2e
Secretaris R. van den Burg, Penningmees
ter; H. Koning en I„ Houbaer, Commissa
rissen.
Vervolg zie
BIJVOEGSEL.
Aan allen die ons blijk gaven van
hunne deelneming bij het overlijden
van onzen geliefden Broeder, Behuwd-
broeder en Oom, den Hoog Eer w. heer
dr. J. J. VAN THIF.L
in leven Bisschop van Haarlem bij de
O. B. Ulerezij, betuigen wij onzen har
telijken dank.
Uit aller naam
G. J. VAN THIEL.
Haarlem, Juni 1912.
AMERSFOORTSCH
WISSEL- en EFFECTENKANTOOR
(Mr. 8. VAN WELDEBEN baron RKNGKHS)
Kortegracht 11. Tel. 176.
Telegramadres„Wisselkantoor".
Assurantiën. Incasseerlng van Wis-
Credieten. seis en Quitantie».
Coupons. Vreemd geld.
Deposito's. Wissels op Binnen- en
Effecten. Buitenland.
Verhuurt loketten in zijn daarvoor
speciaal gebouwde kluis (Safe Deposit)
volgens tarief, op aanvrage verkrijgbaar
te zijnen kantore.