„EYSINE" Rijwielen lichten gang en soliditeit. Blooker, Let op den naam een waarborg voor de kwaliteit! Waarop men vooral letten moet men lette vooral op het fabrieksmerk R. w üen BURG, Solied. Sierlijk. zijn overal bekend door hun Snel. Sterk. Reisseizoen. Stoomwasscherij W. G. BURGER, PIANO'S. ORGELS. PHONOLA's. Orgels van HÖRÜGEL, WORCESTER, REED ORGAN Cy., WILMINGTON, enz Feuilleton. Besluiteloos. Ondergeteekenden berichten, dat zij bereid zijn, voor clientèle in hare BRAND. 1NRRAAKVRIJE SAFE-DEPOSIT, Plantsoen 12 te Amersfoort, ZILVER i andere KOSTBAARHEDEN, SITCltlS in bewaring te nemen. Engelberts, Von Glalin Sligcher. Z E 1 S T. tess— - AMERIKAANSCH SYSTEEM. Wassehen geheel opgemaakt of droog toegeslagen. GOEDE BEHANDELING. BILLIJKE PRIJZEN. Goederen worden te Amersfoort 's Woensdags franco gehaald en gebracht. PROSPECTUS wordt op aanvrage gratis toegezonden. IIy aankoop van een rijwiel lette met vooral op het fabrieksmerk Er worden toch den laatsten tjjd hoe langer zoo meer rijwielen in den handel gebracht onder zoogenaamde fantasie-merken. De eerste de beste rijwielhandelaar veroorlooft zich tegenwoordig veelal de weelde, er een eigen fantasie-merk op na te houden en voor deze machines een fantasie-prijs te vragen, die door hem zelf wordt vastgesteld. De kooper van zulk een rjjwiel weet niet door welke fabriek, welk fabriekje of welken beunhaas zjjn rijwiel vervaardigd is, tot wien zich te wenden, indien zijn leverancier de garantie- en verdere verplichtingen niet behoorlijk nakomt, of hij voor zjjn goede geld ook goede waar ontvangt, totdat hjj door schade wjjs is geworden. Een prima-rijwielfabriek, die een reputatie te verliezen heeft, gebruikt haar eigen naam als fabrieksmerk, bepaalt den prijs harer machines zoo laag mogelijk, draagt haar vertegenwoordigers op, de garantie zoo ruim mogeljjk toe te passen, kortom levert alle waarborgen, dat men goede machines ont vangt en in alle opzichten goed bediend wordt. Men late zich dus niet verleiden door lage prijzen, extra-kortingen of buitengewoon booge prijzen voor oude machines hij inruiling, doch ie Magazijn en Kantoor Arnhemschestraat 8_ 2e Magazijn en werkplaatsen Koestraat 6. OPGERICHT 1887. D-ÏQYWw-k'ö van BECHSTEIN, STEINWEG NACHF, F. ADAM, C. MAND, ZEIT- STlOfilU TER WINKELMAN, C. ECKE, UEBEL LECHLEITER, enz. Verder levering van elk gewenscht fabrikaat in iedere houtsoort. VERHUREN. RUILEN. UEPAIIEEREN. STEMMEN. De besprekingen tusichen overste Von Bürger en Max Brodenberg waren niet zoo spoedig afgeloopen. Oom Xaver wilde een gedachte verwezenlijken, welke hem sinds jaren bezighield doch voor hem eerm dringend was geworden toen hij alle hoop, dat Max en Lilli een paar zouden wor den, had moeten opgeven. Het landgoed Elberode was een leen, dat na den dood van den kinderloozen bezitter zou overgaan op zijn broeder. Daar de overste echter óok geen zoon had, zou het, naar menachelijke berekening, eens ten deel vallen aan Max von Brodenberg, ala naasten mannelijken bloedver want. Nu wenechte de heer van Eiberode de zaak zóo te regelen, dat de overste afstand zou doen van zijn aanspraken op het goed en dat Max het dadelijk ala erfgenaam zou aanvaarden. Voor het beheer van deze bezitting was een deekundige noodig en de oude heer vertrouwde dit zijn in den dienst vergrijsden broeder niet recht toe. Den ouderloozen zoon van zijn neef, hem zelf tot kind geworden, had hjj zelf ge vormd om geheel voor die taak berekend te zijnvan de toestemming van den landheer kon men zeker zjjn. De afstand waa voor den overste een moeilijk besluit. Max, die volqjacht had hem zooveel oogeljjk tegemoet te komen, merkte al dadelijk, dat Von Bürger slechts door groote offers tot de bewilliging zou zijn te bewegeD. „Ja, Xaver heeft vioeger ook wel eens op dat denkbeeld gezinspeeld, maar ik heb het nooit voor ernst opgenomen. Wel verduiveld Wat zou je ervan zeggen, alB ik nog eens trouwde? Zóo stokoud ben ik nog niet". Max wist wel, dat de som, welke de ovorste vroeg, hoog moest zijn, omdat ze ook de toekomst van Lilli moest verzekeren. Van den anderen kant moeBt hij ook rekening houden met het geen Eiberode dragen kon. Hjj beschouwde zich zelf niet als de onbeperkte toekomstige bezitter van het landgoedhet was een bezitting, welke voor het geslacht bewaard moest blijven. Door het een en het ander werden de onderhande lingen gerekt. Reeds op den eersten dag had overste Von Bürger zijn neef gevraagd of hij geen bezoek zou gaan brengen aan het meisje van zijn vriend Pfaldner. Max antwoordde ontwijkend. De herinnering aan de ontmoeting op Helgoland liet hem niet los. In zijn hart woonde, zonder dat hij zichzelf ervan bewust was, een licht gevoel van nijd tegen zijn vriend. Het meisje, waarom hij jaren had geleden en gestreden, had het hem zelf gezegd, dat zy Pfaldner liefhad en deze had haar versmaad. Hjj had het eenige meisje genomen, dat hem, Brodenberg, behalve Lilli, ooit belangstelling ingeboezemd had. Eerst had hij weinig aan Antje gedacht, maar toen hij haar aan den arm van Pfaldner op Helgoland zag, waa het bem duidelijk geworden, dat bij nu eigenlijk een tweede verlies had ge leden. Mevrouw Montaldua was dadelük weer geheel thuis bij den overste en deze ondervond duide lijk den invloed van haar aanwezigheid. Het eten werd weer beter gekookt en althans het ergste stof van de meubelen afgenomen. Het gevolg daarvan was een meer vertrouwe- lijke stemming dan vroeger en zoo begon ze dan ook op zekeren avond, toen ze met de beide hoeren aan tafel zat, haar hart uit te storten. Eerst sprak ze van „dat lieve Antje" en van den „ruwen ouden Bergholm", maar al spoedig werd de laatste „een tiran" en „een karakter- looze apeler". Over Pfaldner zweeg ze voorloopig, daar zij wel wist, dat Brodenberg met hem be vriend waa; maar toen beide heeren haar lieten spreken zonder haar in de rede te vallen. de overste omdat hij kleinsteedsch genoeg was ge worden om genoegen te vinden in praatjes en Max omdat hij graag ieta over Antje hoorde liet mevrouw Montaldua ook hier licht vallen op de verhouding tusschen de verloofden. Met de noodige voorzichtigheid natuurlijk, nu en dan een lichte zucht en ten slotte de opmerking „Zulke lieve menschen en zoo ongelukkig". De overste zei eerst wel, dat men het niet zoo tragisch moest opvatten, maar toen hij later met zijn neef alleen was, bekende hij iets der gelijks ook reeds van andere zijde te hebben vernomen. Den volgenden middag begaf Max zich naar de villa van Bergholm en bjj het hek gekomen, zag hij Antje, die een boodschap was wezen doen, van den anderen kant naderen. Wat kwam die slanke meisjesgestalte voor- deelig uit in het nauwsluitende donkere man teltje. Met éen blik merkte Max echter ook, dat Antje veranderd was. Haar figuur was een weinig voller geworden, maar op haar gelaat lag een lijdende uitdrukking. Een vluchtig rood, dat even spoedig weer ver dween, steeg Antje naar de bleeke wangen toen zij Brodenberg herkende. Zij trad op hem tos, reikte hem de hand en zei: „Wilt u papa op- zoekeD, mijnheer Von Brodenberg Het spijt mij, dat hij niet thuis is, maar misschien wilt u toch wel binnenkomen „Mijn bezoek geldt in de eerste plaats u, juf frouw, als verloofde van mijn ouden vriend. Ik weet wat ik nog van Helgoland heb goed te maken." „Ik weet, dat U toen niet in een stemming was om met ons samen te zijnmaar ik moet u nog hartelijk danken voor de heerlyke bloe men, die U mij zoo vriendelijk zondt." Toen zij tegenover elkaar zaten in de huis kamer trof het Max, dat zy den naam van Pfaldner niet noemde. Eerst toen hy naar hem vroeg, zei ze, dat hy het zeker jammer zou vinden nu niet hier te zijn. „Waar brengt Pfaldner zijn verlof door „Op 't oogenblik is hij te Miinchon Ze zei het zonder op te zien en het scheen Brodenberg, dat haar toon een weinig gedrukt klonk. Reeds had hij willen zeggen, dat zyn nicht daar óok was, maar hij begon met baar over andere zaken te spreken, zyn reizen in den afgeloopen zomer, het stille leven op Eiberode en hy vertelde haar van zijn oom Xaver. Ter- wyl hij sprak, trachtten zijn oogen voortdurend in haar gelaat te lezen. Ja, dat waa nog altijd de oude zwaarmoedige trek, die door hem vroe ger óok reeds was opgemerkt. Het engagement had dien trek niet doen verdwijnen, eerder nog scherper gemaakt; maar toch was Antje nog mooier geworden. (Wordt Torrolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1912 | | pagina 4