Stadsnieuws.
in-droevig hol voor '11 kind is, wanneer hij,
reeds op jeugdigen leeftijd den zegen moet
missen om »een huis gelukkiger, de liefde
tusschen ouders hechter te maken».
Doch, daartegenover doet het goed om na
te gaan, hoevelen er bereid gevonden wor
den. om die schaduw, welke op zoo menig
jong leven rust, zooveel mogelijk op te
heffen.
Daarom behooren onder de vereenigingen,
op wier pogen en werken we gaarne, aan
de hand harer jaarverslagen de aandacht
vestigen in de eerste plaats die, welke zich
wijden aan het physiek en moreel welzijn
van het kind, de drager der toekomst en
inzonderheid van dat kind, hetwelk door
den dood van een of beiden zijner ouders
of andere droeve omstandigheid de ouder
lijke zorgen en liefde ontberen moet.
liet examen wordt afgelegd in dc maand
November bij de korpsen van het legerhij
die door ziekte verhinderd is, wordt in de
gelegenheid gesteld, het examen tot 15
December uit te stellen.
De 2e luitenant jhr. L. G. O. S. von
Schmidt auf Altenstadt, van het ie regiment
veld-art. te Amersfoort, wordt 16 September
gedetacheerd bij de werkplaatsen voor draag
bare wapenen aan de Hembrug.
De volgende onderofficieren van den hoofd
cursus, oud-leerlingen van den cursus bij
het 5e regiment infanterie zijn geslaagd voor
het officiers-examen, inf. hier te lande Ch.
W. Duyne, A. J. K. Jacobs, L. Ch. van der
Schee en N. Tibo.
Administatie h. t. 1.: L. L. H. H. Beilaard.
Administratie: O. I. H. Muusze.
Tot een dier vereenigingen, welke die be
doelde taak zoo breed mogelijk tracht op te
vatten behoort zeker wel Zandbergen.»
We zullen bet jaarverslag, dat met zijn tal
van vriendelijke plaatjes, kiekjes van de
omgeving Zandbergen en de kinderen zelf
met hun verzorgers, niet in détails hier weer
geven.
Zij, die de Maatschappij steunen, ontvan
gen zelf een exemplaar, terwijl hen, die be
langstellen in de stichting de eerste stap
tot het lidmaatschap op aanvrage er
gaarne een gezonden wordt.
We meenen te kunnen volstaan, met te
vermelden, dat het werk der Maatschappij
door velen gesteund wordt, dat het aantal
kinderen aan haar toevertrouwd, voortdurend
vermeerdert, zoodat geheele te beheeren
geldelijk bedrag toeneemt.
Einde 1911 waren in verzorging 288 ver
pleegden, waarvan er 76 geheel of gedeelte
lijk hun eigen kost verdienden, zoodat er
nog een respectabel aantal overblijft, wier
geheele verzorging de Maatschappij voor
haar rekening moet nemen.
En toch hoopt zij in staat te worden ge
steld om voor nog meer kinderen, die in de ter
men vallen, haar gastvrije deuren open te
zetten. Daartoe is echter nog meer finan-
cieele steun dan tot dusverre genoten, noodig.
Mogen de welsprekende woorden van de
penningmeesteresse, waarmede zij haar ver
slag besluit in vervulling gaan en
»Wie vreugde heeft, haar zende zijne
vreugdegaven
En zij die lijden, 'thuis helpen zijn zorgen
te dragen».
A.s. Zondag 25 Aug. zal ds. J. L. la Gro
uit Zwammerdam voorgaan in de Remon-
strantsche gemeente.
De Kroon vernietigde de bepaling der ver
ordening op de jaarwedden der openbare
onderwijzers te Enschede, dat zij moeten
medewerken dat hun opkomst onder de
wapenen in den vacantietijd valt.
Door den Minister van Oorlog is bepaald,
dat aan de manschappen der nationale militie,
die in het genot van groot verlof worden
gesteld, voortaan de geheele mobilisatie-uit
rusting moet worden medegegeven, met uit
zondering van die goederen, waarin elke
milicien bij mobilisatie zoo eenigszins moge
lijk zelf moet voorzien, namelijk hemden,
onderbroeken en sokken, waarvoor hem, bij
eigen voorziening, een geldelijke vergoeding
zal worden uitbetaald.
De minister van Oorlog brengt ter kennis
van belanghebbenden, dat het examen van
hen, die wenschen te worden toegelaten tot
de verbintenis als vrijwilliger voor het reserve
kader bij de genie, dit jaar zal plaats hebben
op 15 October a s. en zoo noodig op een of
meer volgende dagen. Voor nadere bijzonder
heden verwijzen wij naar Stct. no. 199.
De eischen, waaraan de lotelingen moeten
voldoen om in aanmerking te komen voor
een verkorte eerste oefening van 6l/2 maand,
zijn vastgesteld. Daarbij is bepaald dat vol
doende geoefendheid in een der balspelen
korf-, slinger-, voet- of vuistbal tot aanbe
veling strekt, evenzoo een voldoende geoefend
heid in borst- en rugztv emmen en in toestel
oefeningen, aan rek, brug en paard.
De beoordeeling van hen, die in aanmerking
wenschen te komen voor korte oefening, is
opgedragen aan een daarvoor aangewezen
commissie. Of de candidaten met bovenge
noemde aanbevelende geoefendheden zijn
toegerust, wordt beoordeeld uit over te leggen
getuigschriften, af te geven voor korfbal door
bet bestuur van den Nederl. Korfbalbond,
voor voetbal door het bestuur van den Ned.
Voetbalbond, voor zwemmen door het be
stuur van den Ned. Zwembond, en voor de
oefeningen aan den rekstok, de barren en
het paard door de directeuren van openbare
en bijzondere H. B. S. met 5-jarigen cursus,
en de rectoren van openbare en bijzondere
gymnasia, elk voor zooveel betreft de leer
lingen of gewezen leerlingen der school
onder hun directie of rectoraat, alsmede het
Nederland Gymnastiek Verbond.
De heer J. H. van den Hoeven, alhier,
slaagde van het examen Hoogduitsch,
L.O.
Geslaagd voor het examen landbouwkunde
de heer W. K. Daamen, alhier.
Het aantal leerlingen, dat zich voor de
Handelsschool aanmeldde, bedraagt reeds 30.
Voor kippenhouders is het thans zaak op
hun hoede te zijn, want al liggen Wijhe en
Zwolle, de streek waar thans in hevige mate
een besmettelijke kippenziekte heerscht, wel
niet precies vlak in de buurt van onze ge
meente, een epidemie, we weten 't allen
wordt spoedig overgebracht.
De ziekte vertoonde zich het eerst in Wijhe.
Men had daar de onvoorzichtigheid de doo-
den dieren in de Wetering te werpen, waar
door thans al het water tusschen Wijhe en
Zwolle besmet is.
Aan de rijks-seruminrichting te Rotterdam
wordt thans een onderzoek ingesteld om te
kunnen constateeren, niet welke soort van
ziekte men hier te doen heeft. De boeren ge-
looven niet, dat het kippen-cholerais veel
eer wijzen de verschijnselen op de Kleinsche
ziekte.
Doch, hoe het ook zijn, reeds zijn duizen
den hoenders als slachtoffer gevallen, som
mige boeren hebben al hun kippen verloren.
De propaganda-avond van het Neder-
landsch Jongelingsverbond, door den Ver-
bondsring »de Geldersche Vallei», Dinsdag
avond in de gezellige tuinzaal van »Het
Boompje» van den heer Otte gehouden,
mag terecht welgeslaagd genoemd worden.
De eere-voorzitter van den Ring, de heer
M. Veldhuizen, opende op de gebruikelijke
wijze dit samenzijn, waarna hij uiteenzette,
hoe het ,nu het eenmaal een eisch des tijds
geworden is om verstrooiing en afleiding te
zoeken, men die ook te bieden wenscht aan
de Christelijke jongelingen, doch op een
wijze en in een vorm hun ernstig streven
waardig, zoodat geen luidruchtigheid, maar
kalmte en gepaste opgewektheid hun genoe
gens kenmerken moet.
Juist door in 't openbaar op te treden,
door niet te blijven zitten »in een hoekske
met 'n boekske», door maar in woord en daad
het goede voorbeeld te geven, ten aanzien
van de wereld, brengt men de Christelijke
beginselen vooruit.
Daarop hield ds. Meiners een boeiende
toespraak, waarin hij de beteekenis en de
waarde van het lied uiteenzette in betrek
king tot den godsdienst.
Is te kunnen spreken en vooral goed te
kunnen spreken, een onschatbare gave, zoo
betoogde spr., 't is ook een heerlijk voor
recht te kunnen zingen. Hij schetste hoe
eens de gansche menschheid haar lied deed
schallen tot den eere Gods. Langzamerhand
is daarin verandering gekomen en disson-
nanten doen zich hooren, wanklanken, die
God en de menschen onteeren.
Er worden liederen gezongen, waarin de
zonde hoogtij viert, waarin men lokt en noodt
tot het kwade.
Maar er zijn gelukkig ook nog zangen,
veel zangen, die wat hoogers, wat beters
beoogen en zulke zangen moeten aange
heven worden door allen, die iets gevoelen
voor de groote werken Gods, door allen, in
wie een drang leeft om goed te zijn.
Zoo klinke dan op tal van plaatsen het
christelijke lied als een dankbare hymne tot
den Schepper, als de uiting van een ziel,
die naar het hoogere streeft.
Vervolgens waren het de heeren G. van
den Burg en G. van Karsbergen, die met
hun muzikale talenten en de heer J. B.
Grootendorst, die met het declameeren van
eenige voordrachten de aanwezigen aange
naam bezighielden.
Het rustige, gevoelvolle pianospel van den
heer van den Burg was zeer in harmonie met
de stemming in de zaal.^Vooral Gounod's
Ave Maria» voor piano en viool klonk heel
mooi en heel innigcorrect was hier 't samen
spel. Hoe dikwijls ook gehoord, blijft Gounod's
gedicht in tonen altijd zijn wondre bekoring
behouden.
De heer J. B. Grootendorst had zichzelf
geen lichte taak opgelegd. Om fragmenten
uit Schaepmans breed gedicht »Aya Sophia»
te vertolken, moet men aan zulke zware,
hooge eischen voldoen, welke slechts te be
reiken zijn door hen, die van do kunst van
declameeren een lange ernstige studie hebben
gemaakt.
Het is daarom niet te verwonderen, dat
het schoone gedicht niet tot zijn volle recht
door den heer Grootendorst werd gebracht,
al gaf menig moment in zijn andere voor
drachten de ernstige beloften, dat de heer
Grootendorst, wanneer bij zijn keuze tot min
der zware stukken beperkt, veel genot door
zijn gaven zal kunnen schenken.
Op de hem eigen opgewekte wijze dankte
den heer Gordeau het drietal heeren voor
hun welwillende medewerking, terwijl hij
zijn pittige, hier en daar van geest tintelende
toespraak eindigde met tot aansluiting bij
het Ned. Jongelingsverbond op te wekken.
Heden is door de politie een Duitschcr,
die zonder middelen van bestaan hier rond
zwierf, via Enschedé over de grenzen geleid.
De Ambtenaar van het Openbaar Ministe
rie te Den Helder is in hooger beroep ge
gaan van het vrijsprekend vonnis tegen M. I.
Directeur der N. V. »De Tijdgeest».
De beste familiën zijn die, waarin zulke
dingen niet voorkomen, die zelfs in de »beste«
familiën gebeuren.
KENNISGEVING.
De Burgemeester van Amersfoort,
gezien artikel 41 der Gemeentewet,
brengt ter kennis van de ingezetenen, dat de
Raad dezer Gemeente zal vergaderen op Dinsdag
den 27 Augustui aanstaande, des namiddagi Ie
half twee ure.
Amersfoort, 22 Augustus 1912,
De Burgemeester voornoemd,
H. W. van KSVELD
VVeth., loco Burg.
LAND- EN TUINBOUW.
Vragen betreffende land- en tuinbouw, aan
het Bureau van dit blad.
Vervroegen van aardbeieu.
Er zijn vele liefhebbers van aardbeien,
maar de tijd van plukken is nogal spoedig
afgeloopen. Als de aardbeienoogst is begon
nen, wordt de markt vaak overvoerd, het
geen van invloed is op de prijzen.
De amateur en de beroepsteler pogen
daarom beide aardbeien te plukken vóór de
teelt op den kouden grond aanvangt. Vooral
voor den tuinder is het vervroegen van
aardbeien zeer loonend. Er worden weinig
kennis, weinig zorg en weinig kosten voor
gevorderd, tèrwijl het voordeel beduidend
kan zijn.
Het bezit van eenige eenruiters is
echter noodzakelijk.
Men zoekt een plaats uit, waar men de
aardbeien wil planten. Het bed wordt zóo
breed genomen, dat men er later de ramen
over kan leggen. De bedden worden flink
bemest met verteerden stalmest. Vooral mag
men niet zuinig zijn met den mest, want dat
is een zuinigheid die bedriegt.
Nu kiest men weer zijn jonge planten,
zooals dit is beschreven in het vorige arti
keltje. De plantjes worden uitgezet op een
afstand van ongeveer 30 c.M. zoodat er
ongeveer 12 tot 15 onder éen raam komen
te Staan. Heeft men het houtwerk voor de
bakken bij de hand, d.w.z. een plank aan de
bovenzijde van een 30 c.M., een plankje aan
de benedenzijde van 15 c.M., dan kan men
deze alvast plaatsen. De ramen gaan er voor-
loopig niet over. Als het gaat vriezen, kan
men wat stroo tusschen de planten leggen,
of een mat er over voor beschutting.
In Maart legt men de ramen. Eerst wordt
de bak goed schoon gemaakt en neemt men
alle bruine bladeren weg. Men zorgt, door
gieten, dat de grond niet uitdroogt. Het giet-
water mag niet koud zijn.
Des nachts dekt men met een rietmat om
de warmte zooveel mogelijk te behouden.
Het verdient aanbeveling, in den tijd nog
eens tusschen de planten te gieren en er
wat superfosfaat tusschen te strooien.
Tijdens den bloei moet flink worden ge
lucht, om de vruchtaanzetting te bevorderen.
Op deze wijze zal men met zijn aard
beien een 14 dagen vroeger zijn dan op den
kouden grond.
Wil men nóg vroeger zijn, dan licht men
de ramen er in Februari over.
We meenen, dat deze wijze van vervroe
gen de meest voordeelige is. Op buiten
plaatsen wenscht men de eerste aardbeien
vaak nóg vroeger te hebben. Men zal be
grijpen, dat hiervoor een warme bak noodig
is.
Voor het vervroegen gebruiken we weer
de soort Laxton noble,
Wie er belang in stelt, den aanleg van
een bed voor vroegen aardbeien te zien, ga
binnenkort eens kijken bij den tuinder Van
Santen aan den Arnhemscheweg, waar met
deze cultuur een proef zal worden genomen.
Wie in het gelukkig bezit is van een
koude druivenkas, heeft daar een mooie ge
legenheid voor vervroegen. Men zet daartoe
de jonge plantjes in bloempotten met vrucht- I
bare aarde. Deze potjes worden voorloopig
buiten in den grond gezet. In October gaan
de potten in de kas. Dan houdt men ze
voorloopig aan den drogen kant. Wil men
beginnen met trekken (begin Februari), dan
pot men de planten in een grootere pot en
houdt den grond vochtig. Men zorgt de ge
schonden bladeren weg te nemen, giert nu
en dan, en zal dan heel vroeg kunnen plukken.
Of er geen andere goede aarbeisoorten
zijn, dan »Laxton noble" en „Jucunda» die
in het vorige artikel genoemd worden
Zeker, er zijn meer soorten. Maar als we
een paar kennen, die in de practijk uitste
kend bevallen, dan brengt o. i. het noemen
van andere variëteiten vaak niet anders dan
verwarring. In elke prijscourant kan men tal
van variëteiten vinden met de aanbeveling
er bij. We hebben bv. »König Albrechtvon
Sacksen», rijk dragend en goed van smaak,
die echter van een vochtigen bodem houdt;
Royal Sovereign», middelvroeg, »Aprikose«,
die zeer aromatisch is, enz.
Voor vervroegen worden, behalve Laxton
nobleook veel gebruikt Siegeren
»Duitsch Evern».
We hopen, dat de »Amersfoortsche proef
tuin» binnen niet te langen tijd, de lief
hebbers in de gelegenheid zal stellen, deze
en andere variëteiten te leeren kennen.
D
Apis mellfflca.
(De honingbij.)
XVII.
In de menschenwereld berust alles op
egcisme, ofschoon ons geleerd wordt, dat
wij ook iets voor den naasten moeten doen.
Bij de bijen is dat heel anders. Daar is de
regeléen voor allen en allen voor éen.
Niemand vraagt, wie het werk moet doen
de een werkL nog harder dan de ander.
Hun huishouding is eene model republiek
met het ideaal, dat eene koningin aan het
hoofd staat.
Dat is echter slechts schijn, want de ko
ningin is letterlijk de slavin der bijen.
Het begint met haar hulpeloosheid om zelf
het voedsel uit de cellen nemen. Zij wordt
door de bijen met de slurp gevoederd en wel
naar omstandigheden.
De werkbijen weten altijd, wanneer de
tijd gekomen is, dat er jonge bijen gekweekt
moeten worden. Dan geven zij der koningin
voedsel dat rijker aan stikstof isin dit ge
val stuifmeel. Daardoor worden meer eieren
aangezet, die de koningin dan in de gereed
gemaakte cellen afzet.
Het is eindelijk absurd, dat de koningin
niet zelf haar voedsel nemen kan, maar dat
is zoo door de ijzeren natuurwet ingericht,
omdat de koningin dan niet meer zou eten
dan zij noodig heeftom te leven en de eieren-
productie daaronder zoo lijden.
Wij vragen ons af hoe de bijen weten,
dat door sterkere stuifmeelvoedering meer
eieren aangezet worden en wie geeft hen
het goede tijdstip daarvoor aan Het is niet
te verwonderen, dat men vroeger dacht, dat
de bijen intelligent waren en alles met be
rekening deden maar ik heb reeds verteld,
dat de bijen zeer dom zijn en alleen gehoor
zamen aan de natuurwet. Maar toch staan
hun verrichtingen in vele opzichten boven
den mensch,
Wat hebben de menschen niet moeten
uitvinden om levensmiddelen te conser-
veeren De bijen prepareeren den honing
eenvoudig met mierenzuur, waardoor zij
langer dan 25 jaar goed blijft.
Dat mengen van meer of minder stuifmeel
in het voedsel der koningin zal misschien
vreemd klinken, want wie heeft dat gezien.
Ik zal daarom eens beschrijven hoe men
het kan opmerken als men zijn oogen open
en een goeden kijk op de zaak heeft.
Ik zette eens een bijenvolk uit een korf
met vasten bouw in een kast. Toen ik de
raten uitsneed, zag ik nog wel enkele uit-
loopende jonge bijen, maar geen eieren of
open broed (larven).
Dat moest mij vreemd schijnen, want de
uitloopende bijen vertelden mij, dat nog niet
lang geleden een goede koningin in de
korf geweest moest zijn. Ik dacht dus na,
wat de bijen noodig hebben om broed te
kweeken, en dat is honing, stuifmeel cn water.
Honing was er genoeg, maar ik kon geen
korrel stuifmeel vinden. Ook hadden zij zeker
gebrek aan water gehad, omdat het weer in
den iaatsten tijd geen uitvliegen had toege
laten.
Ik zag trouwens de koningin loopen, zoo
dat ik zeker wist, dat het volk niet moerloos
was.
Toen ik ze in de kast had overgezet, gaf
ik hun suikerstroop gemengd met stuifmeel,
dat ik uit de katjes van den hazelaar had
verzameld. Ik had de voldoening, dat na zes
dagen zes raten met eieren en broed belegd
waren. Daardoor was zonneklaar bewezen,
dat gebrek aan stuifmeel de oorzaak was
geweest van het gebrek aan broed en eieren.
Wat ik hier beschreef, is geen geleerdheid
maar eenyoudig overgenomen uit de prak-