Donderdag 26 September 1912. RONA Van Houten's Cacao No. 8164. 61e Jaargang. KOSTELOOS. Uitgave van de Naamiooze Vennootschap „De Ainerstoortsche Courant, voorheen Firma A. H. van Cleeff". HOOFDREDACTEUR p. j. f na na riks. AMERSFOORT. Verschijnt Dmsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden 1. franco per postƒ1.15. Advertentien 1—6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel- abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieële- en onteigening*- advertentiön per regel 15 cent Reclames 1—5 regels 1.25. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. BUREAU: KORTEQRAOBT 9. Postbus 9. Telefoon 19. Wie zich met ingang van 1 October doet in schrijven als abonné, ontvangt de tot dien datum verschijnende nummers KENNISGEVINGEN. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort Gelet op art. 63 der Verordening betredende de straatpolitie, maken bekend dat het verboden is de Koesteeg in te rijden van de zijde van de Arnhemscbeslraat. Amersfoort, 24 September 1912. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, Van RANDWIJCK. De Secretaris, J. 1). WERKMAN. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort brengen ter openbare kennis, dat by hun besluit van den 12 September 1912 aan J. TRJSURE ingevolge art. 8 der Hinderwet vergunning is verleend tot het oprichten van een korenmolen, gedreven door een zuiggasmotor van 20 l\K. in bet perceel Lage weg no. 12, kadastraal bekend Gemeente Amersfoort, sectie A, no. 1549. Amersfoort, 25 September 1912. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, J. D. WERKMAN. Van RANDWIJCK. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort brengen ter openbare kennis, dat bij hun besluit van 20 September 1912 aan C. M, LABLANS ingevolge art. 8 der Hinderwet vergunning is verieend tot het oprichten van eene steenhou werij in het perceel Bisschopsweg 14, kadastraal bekend Gemeente Amersfoort, sectie B, no. 2352. Amersfoort, 25 September 1912. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, Van RANDWIJCK. De Secretaris, J. D. WERKMAN. DE EEM. Alweer een klaagzang over het altijd niet onder handen nemen van de Eem om dan toch eindelijk aan Amersfoort een waterweg te schenken, waardoor het mogelijk zal wor den, dat daar op goedkoope wijze grond stoffen worden aangevoerd en er dus l'abrieks-industrie kan komen, die de stad zoo broodnoodig heeft Alweer een vraaglied, omdat niet blijkt, dat er voortgang wordt gemaakt met de plannen voor het kanaal door de Geldersche vallei Stel U gerust, lezeres en lezer, ik wil thans slechts even recht zetten hetgeen dezer dagen in een der bladen in de Provincie werd verteld omtrent de oudere geschiedenis van de Eem. Volgens Witkamp wordt zij het eerst ge noemd in een akte van 776; dc «clerc*, wel een half verlatiniseerde monnik, noemde haar toen Hemus. Ook wordt beweerd, dat zij ouder is dan de Zuiderzee, die eerst bij een geweldigen storm in de tweede helft der 1 ie eeuw tot een binnenzee zou zijn geworden, terwijl bewijsbaar reeds van de Eem wordt gewag gemaakt in den giftbrief van 7 Juni 776, waarbij Karei de Grooteo.a. aan de St. Maartens-kerk te Utrecht «in eeuwigen eigendom* schonk Lisiduna (ons: l.eusden). l.ang is beweerd, dat de Eem een zeer oude arm zou wezen van den Rijn, welke tusschen Wageningen en de Grebbe zich van den hoofdstroom afscheidde. Zuiver «n oplosbaar. Vol vetgehalte (cacaoboter). Volkomen ontwikkelde, pittige cacaosmaak. Het schijnt wel, dat jhr. mr. M. M. A. J. van Asch van Wijck, in zijn «Proeve over den ouden loop der rivier de Eem* (Utrecht, 1832) dit beweren meer algemeen ingang heeft doen vinden en dat het G. Acker Stratingh in zijn «Aloude staat en geschie denis des vaderlands* (Groningen. 1847) weinig heeft gebaat, dit beweren zeer ernstig te bestrijden, Mr. J. van der Leeuw heeft wel voorgoed een einde gemaakt aan die bewering in zijn »Het heemraadschap de Eem, beken en aankleve van dien* (Amers foort, 1902) toen hij aantoonde, dat de Kromme Eem (bij Rhenen) in Westelijke richting loopt en dus een afwatering is op en niet een uitwatering van den Rijn, daar anders het Rijnwater daar ter plaatse stroom opwaarts zou moeten loopen. Van Asch van Wijck voerde in zijn hier boven genoemde (eerste) «Proeve* tot be wijs van zijn stelling aan, dat bij Nijkerk- Holkcrveen een stroompje den naam Oude Rijn draagtdoch in zijn Tweede proeve (Utrecht 1832) verbeteft hij dit beweren door mee te deelen, dat die Oude Rijn is een in 1530 gegraven kanaal. Met eenige zekerheid schrijft mr. Van der Leeuw komt dan ook de naam Eem eerst daar voor, waar vroeger de Luntersche en de Barneveldsche beken boven A mers- foort samenvloeiden, zoodat men mag onder stellen, dat vroeger de Luntersche beek, aan het benedeneinde meer Heiligenbergerbeek genoemd, werd aangeduid met den naam Hemus. Dan laat zich ook verklaren hoe Rens- woude een streek Overeeme voorkomt, een streek dus, gelegen aan de andere zijde van de Eem. De Eem heeft geen anderen oorsprong dan door de samenvloeiing der verschillende beken en waterleidingen, die van de hooge gronden bij Rhenen het boezemwater af voeren naar de Zuiderzee. Aanvankelijk stroomde de Luntersche beek. die bij Monnikendam de stad binnen kwam, door Kortegracht en Langestraat tot het einde der Krommestraat en dan recht- u i t onder het vroegere St. Agatha-klooster (thans het Tehuis voor R. K. militairen) in Noordelijke richting naar de Oostelijke si n gelgracht. De Eem en de beken en andere water- loopen waren geheel onbeheerd, hetgeen aanleiding gaf tot tal van klachten, zoowel over den slechten afvoer van het water als over den toestand der eigenlijke rivier. Het oudst bekende stuk. dat handelt over de «snydinghe van der Time ende onderhou- dingc van dien* is van 4 September 1545. Die onbevaarbaarheid belette intusschen den braven Amersfoorters van die dagen geenszins, kaapvaart te bedrijven op de Zuiderzee, hetgeen o. a. Philips van Bour- gondië in 142b zocht te beletten door een te Amsterdam gebouwd schip,genaamd «De Kat* en zoo groot als een schans, vóór den Eemmond te leggen. Maar de Amersfoorters bouwden aan den oever tlukseen schans en be schoten daaruit «De Fiat* zóo doeltreffend, dat deze Dreadnought van die dagen on bruikbaar werd en weldra door zwaren ijs gang geheel en al wegraakte, zooals het in den Tegenwoordige staat van alle volken* (editie 1772) heet. Dit «wegraken* schijnt aan den Eemmond meer voor te komen. Nog in onze dagen is daar de baggermolen van de Gemeente Amersfoort evenzoo spoorloos verdwenen. De zecschepe.. heel wat kleiner dan die van den tegenwoordigen tijd konden de rivier niet verder opvaren dan tot de Melm, tegenover Soest, vanwaar de lading in kleine scheepjes verder werd gebracht naar Amersfoort. Kort vóór zijn afstand den 25 October 1555 gaf Karei V bevel om de Eem te verdiepen van de Koppclpoort langs Isselt tot de Drie sluizen. Een nieuwe rivier zou worden ge graven. diep ten minste 5, breed op den bodem 30 en aan den waterspiegel minstens 35 voet. Alle dorpen, die belang hadden bij de Eem, hetzij als waterweg, hetzij als afwate ring dus ook die in de Geldersche vallei zonden huisluiden en droegen bij in de kosten zooAmersfoort 13 man en f 100, Soest 10 man, Kembrug 6, Eemnes-binncn 4, Kemnes-buiten 15, Baarn 5, Bunschoten ift, terwijl Luntercn, Scherpenzeel, Hoevela ken, Bennekom, Barneveld cn Voorthuizen samen f300 en Veenendaal f700 zou bijdra gen. Doch de beken bleven hun zand aanvoe ren en in 1580 werd weer gedurende 30 dagen door Ho man gegraven, terwijl in 1589 de Eem wederom eenigszins moest worden verdiept. Wel aardig is 't, te vermelden, dat die medewerking niet steeds zoo recht wilde vlotten en dat Haar Edel Mogenden (de Staten der Provincie) dikwijls tusschenbeide moesten komen waarna de zaak dan weer zoowat haar beslag kreeg; ja zelfs, dat de Eemnessers den 5 Juni 1590 dapper mce- groeven, doch den volgenden dag het werk staakten en huis-toe gingen. De Amersfoor ters stelden op kosten van Eemnes 26 gra vers aan, die voor een dagloon van ft stui vers het werk netjes voltooiden. Niet minder opmerkelijk is het, dat, toen in 1589 Eemnes-buiten aan de Staten ver zocht de huidige Kemnesser vaart te mogen graven, de stad Amerfoort met hand en tand haar uitsluitend recht op de Eem hand haafde cn geen concurrentie wilde toelaten. De Staten dachten er anders over en dc Eemnessers kregen hun zin. In gevolge het besluit der Staten van Utrecht van i April 1613 eindelijk kreeg de Eem haar tegenwoordige wijdte en breedte. Drie jaar later, den 4 Juni iftió, werd het opzicht over de rivier toevertrouwd aan een college van watergraaf en zeven heemraden met kameraar, dat gehouden is de rivier de Eem, de oude Kern, beken en aankleven van dien in goeden staat te onderhoudente weten de Kern op zulke breedte als bij de oprichting van het Waterschap bevonden werd en de diepte op ft'/j voet onder de klotsen (verkenmerken) «doe reeds geslagen of namaals nog te slaan*. In löftz had zich vóór don Eemmond een Iroogte gezet, zoodat de veer en andere schepen bij laag water daar niet over kon den nn soms 14 dagen bicven liggen. Het schippersgilde liet zich niet onbetuigd en in vereeniging met de belanghebbenden in Noord-Holland en Friesland werd zóo lang bij de stads-regeering aangedrongen op voorziening, dat in 1670 werd besloten in zee een paalwerk van Ho a 90 roeden en een schcphoofd te doen aanbrengen, welke werken bijna f 18000 kostten. In 1691 werd de ton, die de boven gemelde baak had ver vangen, van de West- naar de Oostzijde verplaatst cn in 1696 werd aan den West kant een lantaarn gesteld, terwijl tevens van de stad tot aan zee een jaag- of trekpad werd gemaakt om de scheepvaart te bevorderen. Later hoop ik iets meer mee te deelen van de meer hedendaagsche geschiedenis. Holland op zijn smalst. 's Wereld's achtste wonder, het Paleis op den Dam te Amsterdam, schijnt onderhouden te worden op een wijze waaruit hlijkt, dat een klein land bij tijden toch heel klein kan doen. In Architectlira* wordt daarover geschre ven Minstens vijftig van de sierlijk bewerkte consoles in de eerste kroonlijst (ter halve hoogte van het gebouw) zijn geheel verdwe nen. Een paar jaren geleden, in 1908 nadat het zich herhaaldelijk voorgedaan had, dat deze consoles onverhoeds op «de kleine steentjes* en op den openbaren weg neer ploften tot groot gevaar van schildwach ten en voetgangers, heeft men deze kroon lijst eens geïnspecteerd. Men herinnert zich den daarbij gebruikten verplaatsbaren steiger, die een tydlang de aandacht der Amster dammers trok, zonder dat in het openhaar vermeld werd, wat men toch wel uitvoerde. Welnu, men inspecteerde toen, en de tim mermansbaas, die, zonder verdere technische voorlichting dan zijn bij het onderhouden van arbeiderswoningen opgedane ondervin ding, hierbij adviseerde, bevond, dat de zandsteenen kroonlijst niet met lood afge dekt cn door de eeuwen heen «doorgewa terd* was, zoomede dc consoles, die deze kroonlijst gedeeltelijk helpen dragen. Zeer vele van deze consoles vereischten dringend vernieuwing. En wat deed men Men ver nieuwde inderdaad. Doch niet met zand steen, wat toch wel ieder, die ecnig be sef van verplichting tegenover het achtste wereldwonder bezit, zou hebben gedaan, maar met greenenhout. in de kleur bijge sausd met een modderig sopje, op tentoon stellingsmanier Van de straat af kan men deze houten consoles onderscheiden van die, welke nog van zandsteen zijn en de oplet tende waarnemer zal opmerken, dat het aantal houten exemplaren zeer groot is. Aan de zijde van de Paleisstraat heeft deze «re paratie* nog niet zóo uitgebreid plaats ge had (zeker wegens gebrek aan geldmiddelen als aan de Damzijdc en hier ontbreken dus vele consoles, die afgevallen en niet «ver nieuwd* zijn. Het is de moeite waard, eens te gaan zien hoe de rijke Staat der Nederlanden, "p wien de plicht van onderhoud der Koninklijke verblijven rust, dezen plicht betracht ten

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1912 | | pagina 1