„EYSINK" Rijwielen lichten gang en soliditeit. Let op den naam Blocker een waarborg voor de kwaliteit! Abonneert U op dit blad. Solied. Sierlijk. zijn overal bekend door hun Snel. Sterk. MAILDIENSTEN. Feuilleton. Gedetacheerd. ENGELEERTS, VON GLAHN SLIGCHER. COMMISSIONNA IRS IN EFFECTEN EN KASSIERS. AMSTERDAM. AMERSFOORT. Bohcerder van tiet Bijkantoor to Amersfoort: J. CATIIl, 1*1 autsoen 12, latere. Tel. 188. S A E E-l) E P O S I T. Nieuwste constructie. Fabrikaat „Lips". Brand- en Inbraakvrij. LOKETTEN TE HUUR van 17.50 per jaar af, f2.— per maand, enz., desgewenschfc met geheime gecombineerde sluiting. Afzouderljjke knipkamer ten behoeve der clientèle beschikbaar. WIJZE VAN VERZENDING. OOST-INDIË. Uit Amsterdam, met de 8.8. der Maatschappij Nederland. Uit Botterdam, met de 8.8. der Itotterdamsche. Hond. Over Genua, met de der Maatschappij Nederland.1) Over" Marseille, met de s.s. der liotterdamsche Lloyd.*) ld. met de Frunsehe pair boot. Over Brindisi, met de En- gelsche pakketboot.*) Over Napels met de Duit- sehe -pakketboot SURINAME, uit Amsterdam. over Saint Naeaire. over Southampton. CURASAO, over Amsterdam. over Hamburg over New-York I OCTOBER. NOV 5, 19 11, 25 Dinsdag en Vrijdag 1, 15, 29 6, 20 12, 20 2, 10, 00 8, 22 1, 15, 20 13, 27 7, 21 30 4, 18 12, 20 1 Dinsdag en Vrjjdag eiken Dinsdag en Vrijdag. N00RD-AMERIKA buslichting 5.85 'savonds; Zon- en dagen 10.— 's avonds. Nazending 3.30. Suppletoire mail voor brieven, briefkaarten eu kende stukken van allerlei aard 0.30 '«morgens. Ter drukkerij van de Naam- looze Vennootschap „De Amers- foortscheCourant voorheen firma A. II. van Cleefï" worden spoe dig, net en billijk vervaardigd: Aanplakbiiletten Aandeelen Bestekken Bonboekjes Briefhoofden Circulaires Cliêques Doodsberichten Dissertaties Enveloppen Facturen Formulieren Gcleibilletten Huwelijkabrieven Inwikkelpapioven laarverslagen Kennisgevingen Linieerwerk Menu's Nota's Ordorbrietjes Pandbrieven Prijscouranten Quitnntiëu Registers Rouwbrieven Staten werk Tarieven Trouwbrieven Uitnoodigingsbrieven Verlovingskaarten Visitekaartjes Wissels Zegels en olk ander voorkomend boek- of steendrukwerk. 7.) Eer zijn vrouw nog kon antwoorden, werd een kaartje binnen gebracht. Zy nam het aan en las het. „V o n Escbborn". Een trotsch, triomfantelijk lachje vloog over haar gelaat. „Hoogst aan genaam. Verzoek den luitenant in den salon te gaan en zeg, dat ik dadelijk kom. En zeg aan de jongejuffrouw Een vluchtigen blik in den spiegel, even het kapsel in orde gebracht en zij ijlde de kamer uit. „En dat noemen de dames nu een kalme ont vangst-' meende de kolonel hoofdschuddend. „Als bij mij een luitenant wordt aangediend, die koel ontvangen moet worden, dan gaat dat heel anders". Nadat Harald al een paar dagen had deelge nomen aan de zoogenaamde kleine diensten, waarbij hij, zooais zijn kapitein dat zoo zeide, in hoofdzaak moeBt leereD, dat de infanteiie niet bereden is en bewapend is met een geweer en niet met een paard nadat Harald aldus het hoofdonderscheid tusschen de beide wapens had leeren kennen, was er voor lieden compa gnie-school bevolen. „Om uwentwil, meneer",had zijn kapitein gezegd „want de kerels kennen dal al en de heeren officieren 6okmaar voor U is 't wat nieuws. Misschien vindt U 't wel aardig, misschien wel ook wel niet, wat mij tusschen twee haakjes niemendal kan schelen maar in ieder geval leert U morgen wat van mij en dat kan me wel schelen". Harald had dan ook 't idee, dat hij de hoofd persoon zou zijn bij de lieele oefening, zoo onge veer het punt waarom alles zou draaien en dat denkbeeld had hem bij voorbaat een zeer on- rustigen nacht bezorgd. Hij ontwaakte dan ook met de vraaghoe zal 't vandaag met je af- loopen -in het ging hem oneindig ellendiger dan hij zich had durven voorstellen. Den beelen lieven ochtend had de kapitein wat aan hem te verbeteren, al gaf hij zich ook nóg zooveel moeite, alles zoo puik mogelijk te doen. Hij dreunde in zichzelven de reglementen af, die hij met zooveel ijver had ingevost, maar misschien dacht hij juist te veöl aan de „boek jes" en wa3 hij daardoor te veel theoreticus en en te weinig practicus. Om kort te gaan, hij deed alleB verkeerd en was meer dan blij toen men eindelijk 't was al lang middageten geblazen naar huis terugkeerde, Zóo veel uitbranders als in deze paar morgenuren had hij in heol zijn militair leven nog niet te slik ken gekregen. 't Was al bij tweeën toen hij aan zijn kamer kwam, die tegenover de meisjeskostschool lag. Zijn oppasser wachtte hem reeds. „Hoe laat gaat U rijden En welk paard zal ik zadelen? Rosa of Hans?" Harald wimpelde af. „Ik weet niet of ik vandaag nog wel rijd. Je hebt er geen flauw begrip van, Peter, hoe zeer mijn beenen doen. Heb jij wel een9 20 Kilo meter geloopen en dan nog wel meestal in den looppas De oppasser grinnikte. „Geloopen Gelukkig niet, meneer. Ik hen toch cavalerist". „Ik ook, Peter, maar vandaag hebben ze me laten loopen, neen maarIk krijg daar zoo'n idee. Ik zal den kapitein eens vragen of je niet eens een paar keer mee mag. Dat zou, dunkt me, goed wezen voor je teint". Peter werd het groen en geel voor oogen. Sedert hij op de Hoogere Krijgsschool was ook in dit opzicht verwisselde hij zijn hoog eigen persoon met die van zijn luitenantwas hij zeer in zijn nopjes; het woord „dienst" kende hij nog maar bij name en hii had niets te doen dan te zorgen voor de paarden, de hon den en zijn luitenant. Dat deed hij goed, maar verder stak hij ook geen vinger uit. Harald zag hoe bang Peter werd en dacht er over, hem te zeggen, dat hij als huzaar toch nooit met een compagnie infanterie zou kunnen mee -exerceerenmaar in de laatste seconde be dacht bij zich. Je kon nooit weten, waar't goed voor was, Peter een beetje in die vrees te laten. Hy verkleedde zich en ging op de chaise- longue liggen om wat uit te rusten. „Zijn er gefen brieven vroeg hij toen Peter hem de courant gaf. „Eén. mynheer". Harald nam hem aan. Van zyn zusje Else. Hy wist wat een luie schrijfster deze was en schrok daarom onwillekeurig. „Er zal toch thuia geen ongeluk zijn gebeurd, want eer Else zich tot schrijven zet, moet er al heel wat bij zonders aan de hand zijn". Hij sneed den brief open, vloog dien door en een lachje kwam op zijn gelaat. „Hebt U nog iets, meneer?" Peter stond nog altijd vóór hem. „Dank je, Peter: je kunt gaan en me op tijd wekken". „Hoe laat, meneer". „Zoo niet eenals je zelf bent uitgeslapen, dan zal ik óok wel zoowat klaar wezen". Harald wist, dat zijn oppasser óok 's middags zijn paar uur sliep. Eerst was hij boos geweest over zóo schandelijke luiheid later gunde hij hem dat genoegen. De man had toch niets beters te doen. Peter verdween en Harald las nogmaals den brief zijner zuster „Beste Harald, Schrik maar niet; ik ben 't werkelijk en ik kom met goed nieuws of ten minste met een nieuwtje, dat je met genoegen zult vernemen, ten minste als je gebleven bent wie je was. den Don Juan, die vandaag verliefd is op deze en morgen op gene, die nu dweept met een blon dine en straks met een brunette. Nu dan, je hebt in je nieuwa woonplaats een orkaan van onrust doen opgaan en zooal niet in hot stadje dan toch in de meisjeskostschool dicht bij je kamers. Dat je juist daar je kamers hebt genomen, is weer net icta voor jou. De meisjes in de kostschool le'iïen op alles wat je doet en slaan je in stilte gadevan achter de gordijnen gluren ze naar je kamer en de lange, magere directrice loopt den. heelen dag handen wringend rond omdat haar leerlingen zich veel meer interessoeren voor jou, je oppasser, je paarden en je honden, dan voor hun lessen. En als je uitrydt, kijken ik -weet niet hoe veel mooie meisjesoogen je na. Iloe ik dat alles weet? JVIijn beste vriendin je lacht, maar ze is werkelijk mijn beste vriendin, want in tegenstelling met veel meis jes heb ik maar éen vriendin is op de kost school waar tegenover je het geluk hebt te wonen. Jij kent Alice von öcbünbrun óok je hebt baar te Berlijn dikwijls by ons thuiB out- moet toen haar ouders daar óok nog woonden. Later hebben die goede, lieve nienschen bijna geheel hun fortuin verloren en. nu is Alice uaar om te leeren vt>or onderwijzeres. Zij heeft mij een en ander geschreven en ook, dat je haar bijna iedoren dag tegenkomt- maar haar niet schijnt te herkennen. De heele kostschool staat in vuur en vlam als je ze tegenkomt, vooral als je te paard bent. Dan volgt steeds een lange boetpredioatie van de directrice, die de meisjes aanmaant, geen notitie van je te nemen, waarmee ze na tuurlijk juist het tegendeel uitwerkt. Alice schrijft, dat je erg in je voordeel verandert bent en je een snoes van een otlicier bent. Eigenlijk 'moest ik je dit niet schryveu; maar voor mijn eenigen broer mag ik geen geheimen hebben wel En wnarom ik je dit alles schrijfOch, dat is óok doodeenvoudig. Alice zou je graag eens weer willen zien, ot liever, eens weer willen spreken. Dat Iets ik ten minste duidelijk uit haar brief. Ga haar eens een visite maken en haar de groeien brengen van moeder en mij en schrijf me dan eens uitvoerig hoe 't haar gaat Alice, onderwijzeres ik kan 't niet helpen, maar ik schiet altijd in den lach als ik daaraan denk en toch vind ik het vreeselijk verdrietig, dat zo er zóo slecht aan toe is en er nu aan moet deuken, voor zichzelven te zorgen, haar eigen brood te verdienen. Ga eens gauw naar haar toe; je zult er haar werkelijk veel genoegen mee doen, vooral thans, nu ze toch eigenlyk niet meer tot onze kringen behoort. Maar hoe je 't moet aanleggen, toegang te krijgen tot die kostschool, weet ik heusch niet, maar jij zult er wel wat op vinden. Nieuws, niemendal. Papa moppert over den slechten tijd en mama maakt grappen over papa's booze buien en zyn geweeklaag. Zeker neb je hem weer om geld gevraagd. Ik wacht nog altijd op een net jongtnensch van goeden huize, dat van mij houdt en waar van ik houden kan, maar zoo een schijnt er in Europa nog niet te zijn. Zoo en als ik je nn in de eerste tien jaar niet weer schrijf, dan kan jc vast weten, dat ik vol gens alle regelen van de kunst ben gestorven aan de gevolgen van dit lang epistel. Mama, die van dezen brief niets mag weten, voegt er haar groeten niet bij. ])ag lieve, beste Harald. je je liefhebbende zuster lClse. Harald stak den brief in zijn portefeuille en trachtto zich Alice von Bchünbrun voor te stel len. liet kwam hom voor, dat hy den naam meer had gehoordmaar dat was ook alles haar gezichlje kon hy zich maar niet te binnen brengen. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1912 | | pagina 4