Donderdag 21
November 1912.
blei,
wiel,
let
No. 8188.
jronden
Co.,
62e Jaargang.
Stadsnieuws.
KttOOTenKUlJ-
iüflag 26 November
8 te half tien ure,
atte
W^mahonie penant-
dftilderijeu, spiegels,
ts- en aardewerk,
Wil, fornuis, haard,
aatrassen en bedde-
enz. enz.
DAG des namid-
8.plotseling vertrek
tse deftige
i van prima hand
de werkplaatsen
Zoon, Holle ver
staande uit:
•ameublement, Sla-
uner-ameublement,
eUblement, eiken
□ent, eiken huis-
)iken logeerkamer-
-voornoemd en de
'an der Meulen te
dezen inboedel
tie.
iér Zondag 24 No-
tot 3 uur tegen
an den concierge
November 1912
«kt.
der Registratie en
oort en te Rhenen
n negen jaren
lacht
te AMKRSPOOKT:
DECEMBER 1912,
r in het koffiehuis
en Heiligenberger-
m .JACHT
(bbe-liuie, de Vlas-
leide onder de Ge-
Hoogland, Araers-
sden, Woudenberg,
r te RHENEN
NOVEMBER 1912,
r in het koffiehuis
anendaal,
n JACHT
rebbe-liuie, onder
lenswoude, Yeeneu-
a Rhenen.
«erceelsbeschrijviug
tvaugers ter lezing,
vattende de voor-
achrjjviug tegen 10
a.
iet bedongen
i. Likeuren.
AMERSFOORT.
resnlglng
te Amersfoort.
dea BERGH
BAAT B.
ïdam.
li
-edieten onder per-
jerhoidofin-blanco
rürodelspapier
gelden a déposito
Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „De Ainersfoortsche Courant, voorheen Firma A. H. van Cleeff".
HOOFDREDACTEUR
F. J. ÏREDBRIKS.
AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f 1.
franco per postƒ1.15. Advertentién 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieële- en onteigenings-
advertentiën per regel 15 cent Reolames 1—5 regels f 1.25. Bewijsnummers naar buiten
worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. Postbus 9.
BUREAU:
KORTSGRACHT 9.
de I-»Uiersch8 kerk hoopt aanstaanden
Zondagochtend voor te gaan ds. B. II.
Zutfèn°n' "g" Luthersch predikant té
Dr. H. J. Toxopeua zal dien dag voorgaan
m de \rije gemeente te Amsterdam.
In de Raadsvergadering van Dinsdag
middag opende de heer T.einweber de
lange rij der sprekers.
Bij punt 4 (benoeming lid aanslag-com
missie) zeide hij, dat hem bij informatie is
gebleken, dat de lieer H. van Esveld Rz.
overleed nu een jaar en zeven maanden ge
le en terwijl thans eerst wordt voorzien in de
vacature. De commissie bestond uit nog
slechts twee leden.
Ik hoop, eindigde spr., dat de revue der
aanslag-biljetten voortaan niet meer zoo in
vogelvlucht geschiedt en dat zij niet meer
zoo vliegensvlug wordt afgedaan.
De Voorzitter: li. en W. zullen nota
nemen van uw wensch.
Gelijk we in het vorig nummer meedeel
den. werd benoemd de heer P. H. van Ha-
selen (Plantsoen) met algemeene stemmen.
Punt 6 (waterleiding) vorderde ruim twee
uren.
De heer Van Achterbergh sprak
er zijn leedwezen over uit, dat B. en \V.
een zóo ingrijpende zaak reeds thans ter
tafel brengen. Het voorstel werd den leden
pas Donderdagmiddag toegezonden.
Ik wendde mij tot andere plaatsen om
inlichtingen, doch kon nog niet voldoende
gegevens ontvangen.
Ik weet tc goed, dat een dergelijk tarief
maar niet zoo aanstonds wordt gewijzigd,
getuige het gas tarief.
Het schijnt, dat geen deskundige op wa-
terleidingsgebied is geraadpleegd.
Er wordt niet meegedeeld uit welke ma
terialen de buizen moeten zijn vervaardigd,
ijzer, lood dan wel lood met tinnen voering.
Tarief A is te laag, tarief B in menig
opzicht te hoog.
Waaraan ontleenen B. en W. het recht,
de huiseigenaren te verplHitenlot borgstel-
ling
Zoo zouden er meer vragen te doen zijn
en daarom stel ik voor, het voorstel om
principieele redenen eerst nog eens te be
handelen in de afdeelingen.
De heer Gerritsen steunt dit voorstel.
De heer Kroes: De heer Van Achter
bergh zeide, dat niet is bepaald van welk
materiaal de buisleiding moet gemaakt. Er
staat loch, dat de goedkeuring is aan den
Directeur.
De heer Van Achterbergh sprak over de
tarieven. Ik heb de hier ontworpene verge
leken bij die van de Utrechtsche Waterlei
ding Maatschappij.
Voor 120 L. per dag vraagt Utrecht 58,
Amersfoort 19 cent.
Voor 200 I.. per dag vraagt Utrecht 50,
Amersfoort 18 cent.
Voor 312 L. per dag vraagt Utrecht 40,
Amersfoort 17 cent.
De Voorzitter: lk merk den geachten
spreker op, dat aan de orde is een voorstel
tot renvooy naar de afdeelingen en niet een
bespreking van het tarief.
De heer Kroes: Ik laat slechts door
schemeren, dat het tarief niet hoog is. Ook
is er spoed tc betrachten, willen wij in Ja
nuari water kunnen leveren.
Ik ben tegen renvooy.
De heer Gerritsen: Er zijn veel be
zwaren ter sprake gebracht, die ik inaar niet
zoo voetstoots kan beoordeelen en daarom
acht ik het goed, ze in de afdeelingen onder
de oogen te zien. Er is wel haast bij, doch
we kunnen het nog wel even aanzien en
over een dag of tien weer vergaderen.
De heer o r i s s c n Als ik de zekerheid
kreeg, dat wc over 14 dagen weervergade-
ren, zou ik stellig geen bezwaar hebben. Er
is haast bij, dus we moeten niet te lang uit
stellen.
Wethouder Van Duinen: Ik kan
moeilijk meegaan met uitstel. Het is
van alle kanten bekeken. De tarieven van
andere Gemeenten hebben voor de leden ter
inzage gelegen. Deze tarieven zijn wel dege
lijk opgemaakt in overleg met een wel zeer
deskundige, onzen raadsman den heer Van
Poelgeest.
Wanneer er een regeling wordt gemaakt,
zal er altijd wel iets te wenschen blijven.
Men kan nooit ieder tevreden stellen.
Ik meen, dat het allereerst zaak is, spoe
dige aansluiting te bevorderen.
Mocht er verandering noodig zijn en deze
verandering een verbetering wezen, dan kan
zij nog altijd worden aangebracht.
Wethouder Van Esveld: Ik geloof,
dut 14 dagen uitstel langer uitstel zal
brengen.
Veranderen we iets. dan veranderen we
het geheele systeem en moet alles weer den
geheelen weg doorloopen dien dit voorstel
reeds doorliep.
De heer Kroes: Dat is juist hetgeen ik
vrees. Wc zullen dan wel een leiding, doch
geen tarief hebben.
Kan de heer Van Achterbergh bewijzen,
dat de tarieven eerst nog eens weer in de
afdeelingen moeten besproken
De heer Veis Heyn: De heer Kroes
heeft voor een groot deel reeds gezegd het
geen ik wilde zeggen. Mijn denkbeeld is, dat
we het voorstel thans kunnen afhandelen.
De heer Van Achterbergh zegge thans
zijn bezwaren. Zijn ze billijk dan zal geen
enkel lid van den Raad er zich tegen ver
zetten.
De heer Van Achterbergh: Wet
houder Van Duinen zeide zoo pertinent, dat
ik sprak van een niet-deskundige. Ik heb
slechts gezegd het schijnt.
Wethouder Van Esveld zeide, dat door
het tarief te herzien het geheele systeem
moet veranderd. Ik geloof dat niet en acht
behandeling in de afdeelingen beter omdat
we daar vrijer kunnen spreken en niet de
kans beloopen, tot de orde te worden geroe
pen als we het eens niet eens zijn met een
ambtenaar.
Ik handhaaf dan ook mijn voorstel.
Het wordt verworpen met 13 tegen 4
stemmen (vóór de heeren Ruys, Van Ach
terbergh, Leinweber en Gerritsen).
De Voorzitter: Ik open dan de be
handeling artikelgewijze.
De heer Jorissen: Ik breng hulde aan
B. en W. voor hun humane tarieven. Juist
gister kreeg ik daarvan zoo'n aardig bewijs
bij iemand wiens woning in het laagste ta
rief behoort en die zeide, dat waterViding
hem best f 4 per jaar waard is. Mot zuik een
tarief kunnen we ieder bereiken en een gicot
sanitair belang bevorden.
We hebben de belasting moeten verfla
gen, ook omdat de waterleiding, natuurlij
de eerste jaren een tekort geeftmaat r
ook verdient iedere inwoner indirect terug
hetgeen hij direct moest bijdragen.
De V 0 0 r z i 11 e rB, en W. zijn dank
baar voor het woord van hulde. Ik moet
nochtans herinneren, dat het verband tus-
schen waterleiding en belasting is verbroken
door het in de vorige vergadering genomen
besluit om van de Begrooting af te voeren
het mogelijk nadeelig saldo der waterleiding.
De heer Jorissen: We weten toch allen
wel, dat de waterleiding de eerste jaren niet
kan opbrengen hetgeen we zouden wenschen,
doch men wint thans reeds terug hetgeen
men aan hoogere belasting betaalt.
De Voorzitter: Dit zal nog moeten
blijken.
De heer Van Achterbergh: Indien
ik dan nu het woord vraag om mijn bezwa
ren mee te cleelen, verzoek ik den Voortzit-
ter beleefd, niet zóo vlug af te handelen
en me niet dadelijk tot de orde te roepen als
ik eens spreek over aantijgingen van ambte
naren. Ik wil ie zaak zooveel mogelijk prin
cipieel behandelen.
De Voorzitter: U spreekt van aantij
gingen van ambtenaren
Ca-r^t^r-
De heer Van Achterbergh: In veel
artikelen is sprake van »den Directeur*.
De Voorzitter: Ik begrijp de strek
king van uw betoog niet.
De heer Van Achterbergh: In art.
3 alinea 7 bijvoorbeeld staat: Wanneer de
Directeur zulks noodig acht, zal de aanvrager
voor zijn rekening, op door den Directeur
aan te wijzen plaats, een putje moeten ma
ken van voldoende afmetingen.
Ik verzoek de grootte aan te geven.
De Voorzitter: Wij kunnen nietdeli-
bereeren over een zóo vaag voorstel. Ik
wacht dus uw voorstel schriftelijk in.
De heer Van Achterbergh: En ik
verzoek juist om een voorstel van B. en W.
De Voorzitter: Dat voldoende*
hangt af van de plaatselijke gesteldheid.
De heer Van Achterbergh: Het
hangt dus af van den ambtenaar.
De heer Kroes: Ik juich het juist toe,
dat geen bepaalde maten zijn aangegeven,
waardoor juist rekening blijkt gehouden met
bezwaren, dikwijls ingebracht tegen de U.
W. M. De maten van het putje hangen af
van de grootte van den watermeter.
De heer Hagedoorn: Ik wilde een
inlichting vragen.
Mij is niet duidelijk art. 3 alinea 2 in
verband met art. 11 alinea 3. Het een sluit
eenigszins het ander uit door het woord
»kunnen*.
In art. 3 staat: Boven- en benedenhuizen
van een zelfde pand kunnen op de zelfde
dienstleiding worden aangesloten, indien de
eigenaar zich aansprakelijk stelt voor de be
taling van het gebruikte wateren in art.
11 wanneer een perceel in twee of meer
gedeelten is verhuurd, moet steeds voor
het geheele perceel worden betaald.
Wordt hier bedoeld beneden- en bovenhuis,
dan wel voor- en achterhuis?
Ik acht het van belang, dit in openbare
vergadering uit te maken.
De heer Kroes: Ik juich deze vraag toe.
Er wordt gesproken van een afgescheiden
boven- en benedenhuis en een gescheiden
voor- en achterhuis.
Bij de U. W. M. moest men daarvoor
steeds aparte leiding hebben. Hier is dit
weggenomen, waardoor een groot bezwaar
voor de eigenaars is opgeheven. De eige
naar is aansprakelijk voor het abonnement;
de Gemeente is gewaarborgd voor het geld.
De Hagedoorn: Mij is een bovenhuis
bekend waarvan de bewoner het water krijgt
uit het benedenhuis. Hij betaalt aan de U.
W. M. een bepaalde som.
Volgens dit voorstel wordt de toestand ge
heel veranderd.
De Voorzitter: Dit is om misbruik te
voorkomen, Er is geen bezwaar, beneden-en
bovenhuis op de zelfde dienstleiding aan te
sluiten, als de eigenaar dit aanvraagt en zich
verantwoordelijk stelt.
De heer Hagedoorn: I11 art. 3 al. 8
staat1 Iet beveiligen der dienstleidingen
tegen vorst komt voor rekening van den
aanvrager.
Is dit binnen het perceel?
De Voorzitter: Pardon, buitenshuis.
Zij worden vorst vrij gelegd.
De heer Hagedoorn: En is dan de
bewoner toch aansprakelijk
De Voorzitter: In bijzondere omstan
digheden.
De heer Hagedoorn: De aanvrager
heeft zich niet te bemoeien met de buiten
leiding. óok niet als er fouten worden ge
maakt.
Dc heer Ruys: Het staat in art. 4.
De heer Hagedoorn: Pardon, daar
over heb ik het niet.
De Voorzitter: In den regel zal er
geen sprake van zijn, doch de mogelijkheid
kan zich voordoen.
De heer Jorissen: Ik geloof, dat deze
bepaling hierop slaat, dat, als bijvoorbeeld
heel ver achter in een tuin iemand een serre
heeft en hij daar water wil hebben
Dc heer Veis ITeyn: Ik denk me een
eenvoudiger gevai. Iemand heeft een voor
tuintje en nu ontgraaft hij de buitenleiding
en laat die open liggen. Dan moet hij de
vorstschade betalen.
De Voorzitter; We moeten ook letten
op art. 3 al. 4.
De heer Hagedoorn: Dank u. Ik
wilde slechts, dat ieder het begrijpt.
De heer Van Achterbergh: In art.
4 al. 2 staat: De Directeur is bevoegd een
monster van de leidingen te nemen.
Is het de bedoeling, de oude leidingen uit
te breken
En welk materiaal moet gebruikt?
De heer Veis Heyn: Slaat hierop niet
art. 5 M. a. w. dat de leiding van goede
constructie zij.
De Voorzitter: B. en W. hebben
overwogen, dat de techniek steeds vooruit
gaat en daarom niet vastgelegd welk mate
riaal moet gebezigd.
De heer Van Achterbergh: Die
redeneering, het spijt me, dat ik het moet
zeggen, komt in technische zaken niet te pas.
Te Amsterdam zijn de buizen van lood,
te U trecht, Zaandam en Zwolle van lood met
tinnen voering. Het hangt af van de hard
heid van het water.
Ik vind het niet goed, dat we blootstaan
aan de willekeur van een ambtenaar.
Het gebruik van loodwit of menie voor
dichtmaken dezer verbindingen is verboden.
I.oodwit en menie is het zelfde.
De Voorzitter: Heelemaal niethun
scheikundige samenstelling in gansch anders.
De heer Kroes: Ik heb liever menie.
De Voorzitter: Ik ook.
De heer Van Achterbergh: Ik
meen, dat door den Raad moet worden voor
geschreven welke materialen te gebruiken
zijn, opdat de eene ambtenaar niet dit, een
andere dat voorschrijft.
De Voorzitter: Ook ik was Gemeente
ambtenaar en weet dus, dat de Gemeente
ambtenaren leven in een glazen huisje en
heusch geen ongeoorloofde dingen kunnen
doen.
B. en W. hebben er rekening mee te
houden, dat de techniek steeds vooruit gaat.
Later zou kunnen blijken, dat een tinnen
voering niet noodig is en zou men de aan
geslotenen op onnoodige kosten hebben ge
jaagd.
Wil de heer Van Achterbergh op die
wijze doorgaan met specialiseeren dan zou
reeds na een paar maanden kunnen blijken,
dat we aan iets vastzitten, dat we dan slechts
kunnen betreuren.
Ik vraag, vertrouwen te stellen in het
college van B. en W., wel genoemd het
essence van den Raad, dat bovendien con-
tro.e oefent over de ambtenaren.
De heer Van Achterbergh: De
Voorzitter herhaalde, dat de techniek vooruit
gaat, doch voor de leiding heeft men óf
ijzer óf lood noodig.
De Voorzitter: Lood blijft lood en
ijzer blijft ijzer, maar we kennen de hard
heid van het water nog niet.
De heer Kroes; Dat is volkomen waar.