GUMMI- en STOFFEN MANTELS
Robert Levy,
f o.oo.
gegarandeerd waterproof'.
Prijzen van af
Mode-magazijn
Amersfoort.
Langestraat 40,
Int. Telef. 103.
♦©♦©♦©♦©♦O*©*®*®*®*
L. STAS, Langestraat 16, Telefoon 212.
VETTER Co.,
Feuilleton.
Gedetacheerd.
BUREAU VOOR WETENSCHAPPELIJK NIEUWS.
Gevestigd te AMSTERDAM.
Leert
Fransoti. Itallnnnsoli
Enltsoli. spaanaoli,
Bngelsob, Russlson.
Doonsoli en Noorsoli,
door middel van de schriftelijke taai-cursussen van het Bureau tot publiciteit van Weten
schappelijk nieuws, geleid door dr. J. M. HOOGVLIET, dr. A. A. FOKKER en andere
bekende docenten.
•T Vraagt onzen gratis-prospectus, -fcw
DE DIRECTIE.
Bureaux Singel 276 te AMSTERDAM. Kantooruren 10—12; 2—4. Telefoon10789.
Atelier voor de vervaardiging van
Heeren-, Dames- en Kinder-ondergoederen
volgens maat.
Tafel- en Servet-goederen.
Kousen - Sokken - Tricot-goederen.
Depót van Dr. JAEGER s Orig. Norm. Wolartikelen.
LAMMERTS van BUEREN,
Langestraat 108.
Vendumeester.
VERHUIZINGEN.
Goederen, voor publieken verkoop bestemd, wor
den op verlangen dagelijks aan buis afgehaald.
Distill. Wijnen. Likeuren.
Lieve Yrouwe-kerkbof, AMERSFOORT.
33.)
liet luitenantavrouwtje had in zichzelf dolle
pret over de algemeene werkstaking, die haar
woorden hadden te weeg gebracht en zeide met
het onschuldigst denkbare gezicht
„Het was heelemaal niet mijn bedoeling,
dames, u te krenken. Ik heb slechts herhaald
hetgeen mijn msn zeide en hy voegde er nog
wel bij, dat ik in heel mijn leven niet meer
mag breien omdat de handen er zoo gruwelijk
door worden misvormd".
„Uw man heeft volkomen gelyk" riep een
jonge kapiteinsvrouw „myn manicure heeft me
onlangs ook gezegd, dat mijn vingers lang niet
too slank meer waren als vroeger. Natunrlyk
ook, als men zoo dag aan dag van 's ochtends
vroeg tot 's avonds laat zit te breien't is waar
lijk geen wonder".
De andere dames vielen baar bij en op een
baar na was een revolutie uitgebroken.
„Maar, dames" smeekte mevrouw Von Langen
..denkt toch aan het goede doeldenkt toch
aan de arme negerkindertjes in Zuidwest
Afrika".
„Ach wat" riep plotseling een der dames „ik
moet nu toch eindelyk eens zeggen hetgeen me
al lang hindert. Wat gaan ons na toch die
negerwurmen aan?"
„Jnist" klonk het van verschillende kanten.
„Maar, dames" zeide mevronw Von I>angen.
„Ach wat" zeide de dame van zooeven wser.
„Negers syn doortrapt slechts schepsels, die de
weldaden - der beschaving toch niet weten te
waardeeren. Wat moeten ze bovendien daar, in
de warmte met wollen sokken doen Als we
dan toch moeten breien, laten we dan breien
voor onze eigen dappere soldaten, die daar ver
weg, vechten tegen de Eerero's. Die syn ons, en
als ik het zoo zeggen mag. onzen breipennen
toch veel nader".
„Dat zou ik meenen" vulde de vrouw van den
majoor aan „en ale ik koffie had, dronk ik op
onze dappere troepen in Zuidwest Afrika".
„Die krijgt u dadelijk" zeide de vrouw des
huizes.
„Neen maarzóo moet u het niet opvatten"
antwoordde de vrouw van den majoor „ik zeide
het zoo maar, zonder de minste ot geringste be
doeling".
„Voor mijn part" dacht mevrouw Von Lan
gen „maar zoo lang jelui zoo rebelsch bent,
kryg je geen koffie en nog minder een taarfje.
Ik zal je wel helpen". En zij zeide
„Maar, lieve mevrouw, hetgeen U daar zegt,
is edel en braaf en doet uw goed hart alle eer
aan. Het spyt me, dal ik zelf nog niet op die
gedachte ben gekomen maar nu ook zal ik haar
overbrengen aan onze Bonds-presidente en als
deze uw plan goedkeurt, waaraan ik geen
oogenblik twijfel, kunnen we ook kousen breien
voor onze dappere soldalen. Intusschen maak
ik er de damea opmerkzaam op, dat soldaten-
voeten veel grooter zijn dan die van negerkin
dertjes en dat u dus veel langer zult moeten
breien aan die sokken. Maar als het u werke
lijk een behoefte des harten is, iets goeds te doen
voor onze dappere soldaten, dan wil ik gaarne
mijn best doen om de Bonds-presidente te be
wegen, ook in die richting ons werk nit te
breiden".
Het werd den dames groen en geel voor de
oogen. Allen waren door en door vaderlands
lievend daar niet van. Maar dat ze voortaan
in plaats van kindersokjes soldatenkousen zou
den moeien breien ieder dacht aan den
grooten voet waarop haar eigen oppasser leefde
temperde die vaderlandsliefde toch wel wat
zeer veel.
„Voor ditmaal zullen we bet maar zóo laten"
zeide de vronw van den majoor, die heel goed
wist, dat baar man weldra zou worden overge
plaatst „maar volgend jaar krygen onze eigen
jongans een beurt".
„Juist" zeide een dame op den achtergrond
„ik meen ó.jk, dat je genoeg te doen hebt om
je eigen kinderen heel te honden. En óok, eer
we elders nooden gaan lenigen, doen we beter
in de stad zelf eens rond te kijkendaar valt
genoeg te doen. Zuidwest Afrika moet dan maar
wat wachten".
„Nog gister was een arm vrouwtje bij me"
zeide een andere dame „om me te vragen of ik
niet iets voor haar had te doen of gedaan kon
krijgen bij onze vereeniging, Wat kon ik haar
anders zeggen dan zorg eerst, dat je een ne
gertje uit Zuidwest Afrika word en kom dan
nog maar eens terug".
„Prachtig" zeide de vrouw van den majoor
„dat hebt u eens heel juist gezegd, want het
zit ook mij veel te veel in de lucht, dat men
zich veel meer interesseert voor wildvreemden
dan voor eigen omgeving. Ik noem 't ziekelijk
noemt U het nu maar een teeken des tijds".
Mevrouw Von Langen zag andermaal een
heftig debat in aantocht en zeide
„Maar, dames, we zijn toch hier gekomen om
te breien".
„Maar we breien toch" klonk liet terug. „U
zult toch wel niet wenschen, dat we onze mee
ning niet ronduit zeggen".
Het klonk zóo gedecideerd, dat mevrouw Von
Langen het eerste begon te vreezen.
„Als ik niet spoedig olie giet op deze golven,
breekt er een orkaan los en doen ze niets meer.
Hoe krijg ik mijn kousen dan af?" dacht ze
„en wie weet wat ik diln nog te hooren krijg.
Ik moet ze maar koffie geven, al hebben ze die
niet verdiend" en reeds wilde ze Gerda wenken
om haar te helpen bij het koffieschenken toen
de huisoppasser verscheen en op een zilveren
blaadje drie visitekaartjes haar aanbood.
„Ach. Dat is lief. Laat de dames in den sa
lon" en tot haar gasten „wilt U mij eu Gerda
een oogenblik excuseeren, dames? De mama en
de zuster van meneer Von Eschborn U kent
allen onzen huzaren-luitenant zijn hier in
de stad en willen nu met hem hun opwachting
bij mij maken. Het is natuurlijk onmogelijk,
dames, hen niet te ontvangen. Ken oogenblik,
dames. Kom, Gerda" en zonder zich om de
andere dames te bekommeren, stevende zij de
kamer uit.
Een oogenblik waren allen sprakeloos. De
vrouw van den majoor kreeg het eerst dsn
spraak terug en zeide
„Het is verre van mij, dames, ook maar het
minste of geringste af te dingen op mevrouw
Von Langen, begrijp me goed, maar ik moet
toch zeggen, dat ik het wel wat ill te erg vind,
dat zij ons hier zóo laat zitten, alsof, permitteer
me de vergelijking dames, we kleine meisjes van
een breischool zijn", Nijdig wierp ze haar kous
op te tafel en liep eenige malen door de kamer
op en neer. ,,'t Is kras, meer dan kras" ver
volgde zij.
„Kras, meer dan kras" klonk het in koor.
En dat moet men zich maar laten welgeval
len" ging de vrouw van den majoor verder.
„Natuurlijk, als een huzaren-luitenant met zyu
dames komt, dan tellen wij, infanteristen, niet
meer mee. Hebt u gehoord, dames, op welk een
toon dat „Kom, Gerda" werd gezegd Ik steek
er mijn hand voor in 't vuur, dat daar, in de
kamer hiernaast, weer een engagement in el
kaar wordt gezet. Let er op. Ze wil, dat haar
kind trouwt met dien huzaar. Dat is zoo klaar
als een klontje. Wat beteekent dat plotseling
bezoek van zijn'moeder en zijn zuster anders V"
„Natuurlijk; u hebt geliik" viel een stem bij.
„Ik heb altijd gelijk, lieve mevrouwtje, en
dit zeg ik u, let er op, met een dag of wat
wordt het engagement publiek. Natuurlijk heeft
de huzaar „onze" huzaar heeft mevrouw Von
Langen immers gezegd zijn moeder en zijn zus
ter alléén laten overkomen om Gerda aan haar
voor te stellen eer het zaakje wordt beklonken.
Jonge huzaren-luitenants ik ken dat la
ten hun moeder en hun zuster in dezen tyd van
't jaar maar niet zoo zonder reden overkomen.
Hun vader; e'est autre chose; maar hun moe
der? Heb ik gelijk of niet, dames."
Geen enkele meer, die er aan twijfelde, 't
8tond als een paal boven water.
(Wordt vervolgd.)